schikbaar te stellen plaatsen in het gasthuis te bepalen op
12, terwyl de heer Pieterse het getal van 10 wenschtc
bepaald te zien.
Wordt voorgesteld oinjlO plaatsten voor de nederduitsche
hervormde gemeente beschikbaar te stellenen daartoe met
6 tegen 5 stemmen besloten. Tegen de heeren Verdoom,
van der Os, Winkelman, Schultz en Mestdagh.
Volgens art. 25 der wet op het armbestuur, in deze
maand het maximum moetende bepaald worden van den
onderstand dat door het burgerlijk armbestuur kan worden
verleend, worden de heeren DutilhJ. A. Schmidt en
Mestdagh in commissie benoemd om daarop rapport uit
te brengen.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling
dat de voldoening van de pro resto nog verschuldigde gelden
ad 2656.96 voor herstelling aan de Pottekaai nog moet
worden aangehoudenuit hoofde daartoe geene fondsen be
schikbaar zijn.
Even eens wordt aangehouden de beslissing op het ver
zoek, uitgedrukt in eene missive van regenten over het
arm-, gast- en weeshuis om eene buitengewone subsidie
van 3000.over het dienstjaar 1851, door de duurte
der levensmiddelen.
Eene ingekomene missive van de commissie van toezigt
op de callicots-fabriekwaarbij voorgesteld wordt dat de
raad alsnog een pakhuis hure en gratis afsta aan de
ondernemers, waardoor het getal arbeiders in die fabrieken
binnen deze gemeente met 40 a 50 zou kunnen worden
vermeerderdlokt almede langdurige beraadslagingen uit.
De voorzitter herinnert dat hij steeds niet zeer ingenomen
is geweest met het fabriekwezen, dat volgens zijue be
schouwing op den duur het getal armen vermeerdert.
De heeren Borghstyn en Mestdagh lichten de belangrijke
vermeerdering van verdiensten onder de mindere klasse toe,
terwijl de kosten voor de gemeente op 212,per jaar
moeten worden berekend, waartegen huns inziens die ver
diensten rijkelijk opwegen.
De lieer Winkelman deelt het gevoelen van den voor
zitter en acht het bovendien eene bcvoordeeling van de
eene nijverheids-onderneming boven de andere. Immers, bij
de oprigting van eene andere fabriek, dergelijk verzoek
aan het gemeentebestuur gedaan wordendezou het ant
woord zeker afwijzend luiden.
Na uitvoerige discussien, en het voorstede door den lieer
J. A. Schmidt van eene bepaling omtrent den ouderdom
der arbeiders in de weverijen, hetwelk echter later door
hem wordt ingetrokken, wordt tot den afstand van be
doeld lokaal besloten met 7 tegen 4 stemmen. Tegen de
heeren Dutilh, VerdoornWinkelman en de voorzitter.
Met algemeene stemmen ter uitzondering van den lieer
Dutilh wordt het voorstel van Burgemeester en wethouders
goedgekeurd tot afbreken van een pothuisstaande tegen
de kerk.
Bij concept-resolutie wordt besloten tot de af- en over
schrijving op de gemeente-begrooting voor 1854 van de
volgende posten:
hoofdstuk IV, art 10, der ontvangsten te verhoogen
met 290voor vergoeding van het rijk voor slaap-fourni-
turen enz., voor het korps marniniersover het 2de halfjaar,
en voor kosten van die fournituren op hoofdstuk VIII
afd. IV, art. 22 der uitgaven uit te trekken de som van
125,48.
voorts van hoofdstuk IV, art. 1, (onvoorziene uitgaven)
over te brengen op hoofdstuk V, afd. I, art. 2 onafge
haalde en nog niet verjaarde interessen over 1819 1,66.
Nog zijn ingekomen 2 missives van het burgerlijk arm
bestuur houdende aanbeveling van 2 dubbeltallen voor vaca
tures van ledenzijnde de heeren N. A. van Goethem en
H. F. J. Mahutte en J. C. Okkers en J. Loois. Aangehouden
Burgemeester en wethouders deelcn mede de gemeente
te hebben vertegenwoordigd op de jongste vergadering van
aandeelhouders in het beurtvccr t.nsschen Middelburg en
Rotterdamwaarna besloten is tot den aanbouw eener
nieuwe ijzeren stoomboot-
Aangenomen voor kennisgave.
De heer van Uye Pieterse een door de heeren van der
Os en Schultz ondersteund voorstel ingediend hebbende
tot het doen eener mededeeling in beslotene zitting, wordt,
de openbare vergadering gesloten.
Gemeenteraad van SKierikzee.
Zitting van den 2 December 1854.
Voorzitter mr. B. C. Cau. Afwezig, wegens ziekte,
mr. H. A. van Adrichcm.
De notulen der vergadering van 28 october worden
gelezen en goedgekeurd.
Mr. Cau verklaartdaar bij gedeputeerde staten geene
bedenkingen zijn tegeu zijne toelating als lid van den
raad, zich bereid tot het afleggen van de gevorderde eeden
welke hij dan ook in handen van mr. Moens van Bloois
aflegtdoor dezen wordt hij aisnu met de keuze der kie
zers, die daardoor als het ware het zegel gedrukt hebben
op de door den koning gedane benoeming als burgemees
ter, geluk gewenscht en eenen langdurigen en genoegelijke
zittiiigtijd toewenscht, waarop door mr. Cau, onder referte
aan de in zijne rede bij het aanvaarden van het voorzit
terschap geuite gevoelens en onder aanbeveling in de wel
willendheid zijner medeleden, wordt gerepliceerd.
De voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen de vol
gende stukken:
a. missive van gedeputeerde staten, geleidende het goed
gekeurde reglement van den 16 julij op de heffing der
kraanregten
b. missive van de zelfdengoedkeuring van een besluit
van den 28 october, tot af- en overschrijving uit onvoor
ziene uitgaven op den post van gezondheids-policie
c. een verzoek van J. Krijger om remissie van] boete
wegens te late oplevering van een aangenomen werk en
tegemoetkoming ad /70 in geledene schade bij eene on-
derhandsche aanbesteding
d. eene missive van gedeputeerde statenhoudende goed
keuring van de raadsbestuiten betreffende de armen-subsi-
dien, en
e. eene missive der onderlinge waarborgvereeniginghou
dende het gewone jaarlijksche verslag dier iurigting.
Op voorstel van burgemeester en wethouders worden de
stukken sud a, by d en e aangenomen voor kennisgeving,
met magtiging, voor zoo veel noodig, op IIEd. tot exe
cutie, en dat sub c in handen der commissie van fabri
cage ten fine van rapport.
Door burgemeester en wethouders wordt rapport uitgebragt
op de volgende punten, welke zijn aangehouden, in hunne
handen gesteld of ter visie gelegd:
1. bij monde van mr. Moens op het rekwest van C. Lo
geman om zekere schorreu in het dijkwater voor 30 jaren
ter bedijking te mogen hebben, om daarna aan de gemeente
op to leveren, op grond dat twee dier schorren voor 7
jaren verpacht zijnde beide overigen te gering in omvang
om voor den adressant van waarde te kunnen zijn en bo
vendien hunne indijking den spuiboezem van het dijkwater
te veel vernaauwen zoutendeert het rapport en besluit
de raad tot afwijzing van het verzoek, mot vrijheid aan
den adressant om des geraden tegen het eindigen der pacht
hierop terug te komen
2. bij monde van den voorzitter tot remissie van den
aanslag in de hondenbelasting aan F. van Nieuwland en
A. M. Lagcherals zijnde de eerste hond kort na de be
schrijving uit de gemeente verwijderdde tweede onder
opzigt der policic verdronken; conform het voorstel besloten
3. als boven, tot aanneming en vaststelling van het ter
visie gelegen hebbende reglement der bijzondere school voor
de 2de klassegelijk besluit.
Zijn ingekomen 5 rekwesten om ontheven te worden
van een gedeelte in den hoofdclijken omslag voor 1854
uit hoofde van verblijf in andere gemeenten, als: a. me
ivrouw de weduwe de Jonge, b. A. Dekker Jd.c. Jhr
W. D. de Jonge, d. mr. A. Moens van Bloois en e. I.
Isebree Moensde stukken worden voorgelezen en mr.
Moens van Bloois verwijdert zich. Alsnu stelt de voor
zitter namens burgemeester en wethouders voor de remissie
te verleenen.
Mr. Fokker verklaart dat hij omtrent mr. Moens moet
opmerken dat die remissie bij hem bezwaar vindt, op grond
dat ZEd. den geheelen zomer als wethouder heeft gefun
geerd en dus zijn verblijf te Bonuncnede geacht moet
worden slechts te zijn geweest een tijdelijk telkens afge
broken verblijf.
De voorzitter meent dat, op grond van den gebleken
aanslag te Bommenedc, het werkelijk verblijf aldaar kan
bewezen worden, terwijl de gemeentewet niet vordert dat
een wethouder in de gemeente moet verblijven.
Door mr. Fokker wordt gewezen op art. 90 der gemeen
tewet. De heer Moens is in den loop van dit jaar niet
vervangen cn is dus niet afwezig geweest.
Bij stemming worden de rekwesten abc en e met
algemeene en dat sub d met 8 tegen 4 stemmon, (Ocht-
man, mrs. de Crane, van Dongen en Fokker) toegestaan.
Wordt gelezen een rekwest van J. Strickaert en 97 an
dere ingezetenen, tot roeping der boomen bij de Zclke,
op grond dat de thans daar staande boomen ten einde
groei zijn en dus het kapitaal beter konde aangewend
worden. Daar zij uit vroeger onderzoek de zaak genoeg
bekend achten, stellen burgemeester en wethouders voor
hen te autoriseren om de boomen ten zuiden en noorden
der Zelkc in 10 jaren in gelijke deelen te roeijen en door
andere te vervangenmet behoud van de twee reijen langs
den straatweg en een gedeelte aan de Zelkemet keuze
aan ae leden om de zaak dadelijk te behandelen of aan te
houden.
De heer Ochtman stelt voor dit stuk in handen eener
commissie te stellendaar hij voor zich overtuigd is dat
de boomen jaarlijks aanmerkelijk verachteren en het dus van
belang is dat dit nadeel voor de stad ophoude.
Mr. Fokker stelt voor dit voorstel van den heer Oclit-
mau te verwerpen. In het vorige jaar is er ook eene
commissie benoemd geweestdeze heeft geadviseerdna
deskundigen gehoord te hebben, tot behoud; eene tweede
commissie moet dus of zulks beamenóf uitmaken dat èn
de vorige commissie èn de deskundigen hun pligt niet heb
ben gedaanhij wil deze zaak aanhouden tot de eerstvol
gende vergadering.
De heer Ochtman zegt niet tegen het voorstel van bur
gemeester en wethouders te zijnmaar daar reeds vroeger
twee conunissien zijn benoemd geweest, waarvan een voor
en een tegen het roeijen wasoordeelde hij een derde on
derzoek noodig,
Bij stemming over het voorstel Ochtman staken de stem
men (mrs. Cau, Moens, Egter cn Fokker, met de heeren
van der Vliet en Landsknegt tegen), zoo dat dit wordt
aangehouden tot eene volgende vergadering.
In gevolge art. 25 der armenwet stellen burgemeester en
wethouders voor en stelt de raad vast een besluit tot re
geling van het maximum der bedoeling.
Op voorstel van burgemeester en wethouders wordton
der goedkeuring van gedeputeerde staten, besloten uit
onvoorziene uitgaven te vinden eene som van f 106,40 voor
verpleeg- cn transportkosten van twee krankzinnigen.
Mrs. Fokker en Egter worden benoemd tot leden der
vaste commissie tot vaststelling en herziening der verorde
ningen tegen wier overtreding straf is bedreigd, zijnde van
deze commissiekrachtens art. 166 der gcmceulewot, de
burgemeester voorzitter.
Burgemeester en wethouders leggen over eene concept
verordening op het keuren van vleesch; in handen der bo
vengenoemde commissiemet uitnoodiging hieromtrent spoe
dig rapport uit te brengen daar het reglement op de hal
met I januarij vervalt.
J. de Kok Rz. en E. Bal hebben rekwesten ingediend
om tot keurmeesters van het vleesch te worden aangesteld.
De beslissing wordt aangehouden tot de geheelc regeling
der zaak.
Door den minister van binncnlandsche zaken aanmerking
gemaakt zijnde op het reglement van orde voor burgemees
ter en wethouders, hetwelk, in strijd met art. 67 en G8,
aan den burgemeester de bevoegdheid geeft sommige brieven
dadelijk te beantwoordenzoo dragen burgemeester en wet
houders daaromtrent en op een punt dat hun mede noodig
voorkwam eene wijziging voor, die op rapport tegen de
volgende vergadering wordt gesteld in handen van mrs.
Egter, van Dongen cn Fokker.
In handen der vaste commissie voor de strafverordenin
gen wordt gesteld een concept-reglcment op het brand-
wezen.
Op voorstel van het brandcollcgie wordt van onvoorziene
uitgaven 1854 op de kosten van de brandweer overgeschre
ven j 202,50 voor reparatie aan eene spuit.
Namens de commissie ad hoe brengt de heer Ochtman
rapport uit omtrent het supplementair kohier op de hon
denbelasting, renderende tot vaststelling zoo als het is
ontworpen, onder bijvoeging van ƒ50 voor een hond die
van eigenaar is veranderdaldus besloten.
Op zijn verzoek' wordt aan mr. B. C. Cau ontslag
verleend als lid van de commissie voor do bank van lee
ning cn der plaatselijke schoolcommissie en het collegic
van curatoren voor het gymnasium, terwijl op voorstel van
mr. Moens bij dat ontslag en de notulen zal opgenomen
worden den dank der vergadering voor het in die betrek
king verrigte.
Mr. Fokker stelt voor dat de commissie voor het vroon
reglement, waarvan hij lid is, door het ontslag van mr.
Ermerins niet meer voltallig zijnde, cn de werkzaamheden
dier commissie eigenaardig bij die voor de strafvorderingen
behoorenom deze wanneer zijne medeleden even als hij er
over denken, aan die commissie over te dragen, daar ech
ter mr. van Adrichcm, medelid dier commissie, door afwe
zigheid zijn gevoelen hieromtrent niet kan uitenwordt dit
aangehouden tot eene volgende vergadering cn deze geslo
ten.
TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS, UITGEVERS VAN DE MIDDELBURGSCIIE COURANT.