BIJVOEGSEL VAN DE MIDÜELBURGSCHE COURANT. Dingsdag 5 December 1854. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van 30 November 1851. In deze zitting werden de algemeene beraadslagingen voortgezet over hoofdstuk IV der staatsbegrooting voor 1855 (departement van justitie)en hebben daarbij het woord gevoerd de heeren ThorbeckeWesterhoff, Elout van SoeterwoudeDullert, Wintgens, Sander, vanDeinse, van RappardSloet tot OldhuisTer Bruggen Hugenholtz van Goltstein, de Kempenaer en de ministers van justitie en van buitenlandsche zaken. De onder-artikelen 1,3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 13, li- en 15 van artikel 1 werden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Op onder-artikel 2tractcmcnten van den secretaris generaal de ambtenarengeëmployeerden en bedienden maandgelden en schrijlloonen ƒ46,944," werd door den heer de Poorter eene wijziging voorgesteld, strekkende om dat cijfer met 1000 te verminderen en alzoo te brengen op 45,944. Na dat liet woord was gevoerd door den voorsteller en de heeren van Akerlakenvan Nispen van SevenaerStorm van 's Gravesandevan lleydcn llcinc- stcin, Donker, van Bosse en den minister van justitie, is liet amendement in stemming gebragt en met 45 tegen 20 stemmen aangenomen. De heer van Eek stelde voor om onder-artikel 7 van het zelfde artikel: iractementen van de presidenten, vice- presidenten en leden der arrondissements-regtbanken, van officieren substituut-officieren griffiers en substituut-grif fiers f 4G7,'lo0, terug te brengen tot het verminderd cijfer van J 451,050. Na ccnc beraadslaging tusschen den voor steller, de heeren van Rappard, van Nispen van Sevenaer, Godefroivan Bossevan Lennep en den minister van justitie, is dat amendement in stemming gebragt en met 65 tegen cénc stem, die van den heer van Eek, verwor pen, en het onder-artikel zelf onveranderd zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. Over de onder-artikelen 10 en 16 had eene korte woor denwisseling plaats waaraan de heeren DullertSander en de minister van justitie deel namenook die onder artikelen werden zonder stemming aangenomen. Den volgenden dag zou de behandeling van hoofdstuk IV worden voortgezet. Zitting van 1 December. In deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet over het IVde hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1855 (depar tement van justitie). Over de Vdc afdeeling kosten van algemeene of rijks- policie" hebben het woord gevoerd de heeren van lleydcn Rciucstein, Luyben, van Lijnden, Meeussen en de minis ter van justitie, waaraan de daartoe behoorende onder- artikelen 17 tot en met 22 achtereenvolgens zonder beraad slagingen en zonder hoofdelijke stemming werden goedge keurd. Op onder-artikel 23 geheime correspondentie-gelden ten dienste der policie in het algemeen 10,000," werden door den heer van der Veen twee amendementen voorge dragen, het eerste strekkende om het woord geheime te doen vervallen en het tweede om de som van f 10,000 met f 3000 te verminderen. Na eene breedvoerige discus sie, waaraan deel namen de voorsteller cu de heeren Thor becke, van Bosse, van Nispen van Sevenaer, Ter Bruggen Hugenholtz, Wintgens, Strens en de minister van justitie werden beide wijzigingen in stemming gebragtverworpen, de eerste met 48 tegen 17, en de tweede met 37 tegen 28 stemmen. De onder-artikelen 31 en 34 behoorende tot de Yldc afdeeling //kosten der gevangenissen" gaven aauleidingaan den heer van Lijnden tot het vragen van eenige ophelde ringen, die door den minister van justitie gegeven werden. Die artikelen alsmede de overige van dc zelfde cn de vol gende afdeclingen werden zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Het IVde hoofdstuk werd daarna in stemming gebragt cn met 46 regen 19 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd dc heeren van HoevcllZijlker Hugueuinvan der VeenBiaupof ten Catcde Poorter van BosseAnemaetWesterhoff, van Eekvan Zuylen van Nijevelt, dc Man, Thorbecke, Meeussen, Storm, DullertTer Bruggen HugenholtzSloet tot Oldhuis en Hoynck van rapendrecht. Nadrt dc heer van Reede van Oudtshoorn eenige be schouwingen had voorgedragen over het Vde hoofdstuk der staatsbegrooting (departement van Binnenlandscke zaken) in het algemeenis op voorstel van den heer ter Bruggen Hugenholtz met 31 tegen 21 stemmen bepaald om de be raadslagingen over dat hoofdstuk op morgen (zaturdag), des vöormiddags ten 11 ure, voort te zetten. De commissie voor rapporteurs voor: 1. het wets-ontwerp tot verhooging van hoofdstuk V der staats-bcgrooting voor 1854 (kosten ter zake van de llaarlemmermecrpolder) 2. het voorstel van vijf leden tot afschaffing van den accijns op den turf en de steenkolen; hebben daaromtrent hare eindverslagen uit gebragt. De vergadering heeft beslist dat 'dc beraadslagingen over die beide ontwerpen nader zullen worden vastgesteld. Dc heer van Bosse stelde voor om de behandeling van het tweede voorstel te doen voorafgaan aan die van de wet op de middelen, doch trok die motie in na de bedenkingen te hebben gehoord die daartegen door ondersblieidcne leden werden ingebragt. In deze zitting heeft de commissie voor de verzoek schriften verslagen uit,gebragt op eenige in hare handen gestelde adressen. Zitting van 2 December. In deze zitting is ingekomen een wets-ontwerp tot rege ling van het fonds der bakengeldenvergezeld van ccnc memorie van toelichting. De algemeene beraadslagingen over hoofdstuk V der staats- bcrooting voor 1855 (departement van binnenlandsche zaken) zijn in deze zitting voortgezet en geëindigd, cn hebben daarbij het woord gevoerd de heeren Sloet tot Oldhuis', Thorbecke Gevers van Endegeest, Ter Bruggen Hugenholtz, Wester hoff en de minister van binnenlandsche zaken. De onder-artikelen 149 van art. 1behoorende tot de lste cn 2de afdeeling kosten van het departement" en kosten van het bestuur der provinciën" werdenmet uit zondering der ondcr-artikelcn 34 en 42 //jaarwedden van de commissarissen des koningsvan dc leden van gedepu teerde stat envan den griffier en van de ambtenaren en bedienden bij de provinciale griffie, alsmede schrijfloouen" n Overijssel en Drenthe, die aanleiding gaven tot een woor denwisseling waaraan dc heeren Sloet tot Oldhuis en van der Veen en de minister van binnenlandsche zaken deel namen, achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Bij de behandeling van de 3de afdeeling nationale mili tie en schutterijen" hebben de heeren Gevers van Endegeest, Storm van 's GravesandeSloet tot Oldhuis en Schimmcl- pennink van der Oije eenige bedenkingen voorgedragen, op welke de minister van binnenlandsche zaken antwoordde, waarna de onder-artikelen 50 en 51 zonder hoofdelijke stem ming werden goedgekeurd. Over de 4de afdeeling medische policie" bebbcn het woord gevoerd de heeren de Poorter, Gevers van Ende geest, Elout van Soeterwoude, Dommer van Poldersveldt van Nispen van Sevenaer cn de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie. De daartoe behoorende onder-artike len 52 tot 56 werden daarna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Heden zou met dc beraadslagingen over hoofdstuk V der staatsbegrooting worden voortgegaan. lüeineeiiteraad van Vlissiiigen. Zitting van 2 December 1854. Voorzitter dc heer J. W. Callenfcls. Afwezig de heeren Wcls cn J. P. Smith. De notulen der vorige zitting na voorlezing cn geringe wijziging goedgekeurd zijnde, geeft de voorzitter kenuis schriftelijk berigt van den heer J. P. Smith cn mondeling van den lieer Wels ontvangen te hebben dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen, dc eerste door beroeps bezigheden en dc 2de door ongesteldheid. Overgaande tot de benoeming van een lid der commissie van directie over de teekcnschoolwordt met inachneming der voorschriften van het reglement van orde, daartoe be noemd de heer S. Gille Heringa met 6 stemmen, zijnde er 4 op den heer H. P. Winkelman en 1 op den heer Story uitgebragt. Eene van gedeputeerde staten dezer provincie ingekomene missivehoudende goedkeuring van het besluit tot heffing van tolgelden op de rijweg tusschen Vlissingen en Koude- kerke, gesteld zijnde in handen der te dier zake vroeger werkzame commissie, wordt overeenkomstig het voorstel der laatste besloten tot de invoering dier heffing met 1 januarij 1855. Voor kennisgave wordt alsnog aangenomen eene missive van gedeputeerde staten van Zeelandhoudende magtiging tot executie van het raadsbesluit tot verkoop van 101,400. inschrijving 2i- pet. werkelijke schuld voor te doene werken aan dc roode brugen worden tot leden eener commissie van toezigt op dit werk benoemd de heeren die zich met het onderzoek van het plan belasttenzijnde de heeren VerdoornJ. A. Schmidt, Schultz en Borghstynterwijl na eenige discussie en op de door de heeren Schmidt en Schultz te kennen gegevene bezwaren, daar veelvuldige ambtsbezigheden hen slechts weinige uren voor zich laten die zij er intusschcn gaarne aan weiden zullen, de heer van der Os daaraan wordt toegevoegd. Op dc mededeeling des voorzitters dat dc heer van Uye wenscht reeds nu een aanvang te maken met het af breken aan de roode brug, wenscht dc heer Schultz daar over het oordcel der commissie in te winnen. Hierop wordt door de heeren Uyttcnhoovcn, van Uye Pietcrsc, van der OsVerdoorn Mcstdagh en Borghstyn het woord gevoerd strekkende in substantie om het verzoek in te willigen doch onder bepaalde voorwaarde dat de aannemer zich ver antwoordelijk stelt voor alle mogelyke nadeelen die daaruit zouden kunnen ontstaan. In omvraag gebragt om de be slissing onder die voorwaarden over te laten aan de com missie, wordt daartoe met 6 tegen 5 stemmen besloten Tegen de heeren UyttenhoovenDutilh van Uye Pietcrse van der Os cn J". A. Schmidt. Voor kennisgave worden nog aangenomen 3 ingekomene missives: 1. van den coramisssaris des konings in dit ge west houdende mededeeling dat alsnog is verdaagd dc goedkeuring van het besluit dezer zijds genomen, omtrent de heffing van regtcn op het lokaal tot het houden van openbare veilingen van roerend goed; 2. van gedeputeerde staten van Zeeland, houdende goedkeuring der begrooting van dc sell illerij over 1855; en 3. van het zelfde collegia waarbij wordt medegedeeld dat is berust in de vastgestelde subsidiëndoch tevens den wensch uitgedrukt dat deze nog langzamerhand mogen verminderd worden. Is ingekomen eene missive van eene commissie uit den kerkeraad der nederduituche hervormde gemeente, ten ver volge op het reeds mondeling door haar aan het dagelijksch bestuur medegedeelde en nader toegelichte, strekkende om den raad voor te stellen dat door de diaconie dier ge meente geheel afstand worde gedaan van de thans op 2500.teruggebragte subsidiemits deze gemeente zich verbindt een bepaald getal plaatsen in het gasthuis te stellen ter beschikking van dit kerkgenootschap, voor ver pleging van armlastigen cn zich ten andere belast met dc spijsuitdeeling. Diakenen hebben hierbij de verzekering gevoegd dat het hun ijverig streven zal blijven om alle armen van hun kerk genootschap het zij al of niet ledematen te bedeclen zonder zich daartoe reeds bepaald te kunnen verbinden. Dit onderwerp lokt zeer uitvoerige discussien uit, waar aan achtervolgens alle leden deel nemen. Op de toelichting van den heer Uyttcnhoovcn dat de uitdeeling van spijs alzoo zou terugkeeren tot de gemeentedie haar ontworpen heeft en ze eigenlijk ook nu door de gegevene subsidie bekostigdeverklaren dc meeste leden zich voor de inwil liging. Dc heer van Uye Picterse, als amendement door de heeren van der Os en Schultz ondersteundvoorgestelde hebbende dat dit voorloopig alleen geldig zal zijn voor het jaar 1855, wordt dit amendement en gevolgelijk ook het voorstel aangenomen met 10 stemmen tegen 1 die van den heer J. A. Schmidt. Dc heer Mestdagh stelt alsnu voor het getal der be-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1854 | | pagina 5