GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
Gelden ter leen aangeboden wordende, zonder genot van
renten, mogen door de commissie van bestuur niet aange
nomen worden dan na bekomen inagtiging van den gemeen
teraad.
Art. 18.
De rente van op pand geleende gelden wordt gedurende
den tijd van vijf jaren aanvangende met den dag waarop
do tegenwoordige verordening in werking komtberekend
cn gevorderd als volgt.
a. voor beleeningen gedurende een vol jaar, wegens panden
beneden do honderd gulden, veertien cn zestiende ten hon-
devd (14 6/10 pet.) van honderd tot vijf honderd gulden
negen ten honderd (9 pet.) en van vijf honderd gulden eu
daarboven acht ten honderd (8 pet.) der geleende som
b. voor beleeningen gedurende minder dan ticaal/ maanden,
wegens panden:
beneden de honderd gulden veertig duizendste (40/1000
cent)
van honderd tot vijfhonderd gulden vijf-en-twintig duizend
ste (25/1000 cent), cn
van vijfhonderd gulden en daarboven, twee-en-twintig
duizendste (22/1000 cent) van den gulden voor eiken dag
van beloening.
Art. 19.
De in het voorgaande artikel bedoelde rente wordt be
rekend van den dag der pand-belogging tot dien der gchcele
of gedeeltelijke lossing.
De minste rente bedraagt een cent cn de breuken komen
altijd ten voordcelo der bankwanneer zij minder dan
ccn halve cent bedragen.
Boven de bepaalde renten wordt niets gevorderd voor
ccnig dienstbetoon cn werkzaamheid of om welke redenen
hoe ook genaamd.
Art. 20.
De zuivere winst der bank of het saldo der in art. 16
bedoelde rekening wordt aangewend:
1Tot het daarstellcn van een reservefonds.
2. Tot het aflossen van rente dragende kapitalen waar
mede de bank belast is en wel allereerst die van particu
lieren.
Ilct bedrag van een en ander door den gemeenteraad
op voordragt van de commissie van bestuurbij het vast
stellen der rekening te bepalen.
Art. 21.
Na aflossing van de opgenomen kapitalen waarvan ren
ten worden betaaldworden de winsten van de bank in
het reservefonds overgebragt.
Art. 22.
Wanneer, na het verstrijken van den bij* art. 18 bedoel
den vijf-jarigen termijn de geldelijke toestand maar eenig-
zins gedoogtwordt de standaard of tax van de door de
beleeucrs te betalen rente verlaagd.
De commissie van bestuur doet omtrent de alsdan mogelijke
rcntc-vcrmindering ecne voordragt aan den gemeenteraad.
Desgelijks omtrent de aan het bij art. 20 cn 21 bedoelde
reservefonds te geven bestemming.
De besluiten omtrent ccn cn ander te nemen worden
aan 'skonings goedkeuring onderworpen.
Art. 23.
De boekenregisters en verdere schrifturen der bank
worden ingerigt en gehouden naar goedvinden van burge
meester cn wethoudersop voordragt der commissie van
bestuur.
Zij worden zoo veel noodig naar vcreischtcn gewaarmerkt,
door dcu burgemeester of door een lid der commissie van
bestuuronverminderd het bepaalde bij art. 29 dezer ver
ordening.
Voor het sluiten der kantoren worden deze boeken
registers enz. benevens de gelden eu het geldswaardig papier
geborgen ia ccnc goed sluitende brandkas.
Art. 24.
De beleende panden wordenin wel verzekerde eu goed
sluitende bewaarplaatsenin geregelde orde geplaatst en
bewaard.
Voor hunne instandhouding wordt zoo goed?doenlijk zorg
gedragen.
Zij worden zoo'veel mogelijk tegen brandschade ver
zekerd bij een of meer wetti;
brandwaarborg-maatschappijen.
erkende Nedcrlandsche
KeSeening en lossing der Panden.
Art. 25.
De bnnk is dagelijks geopend met uitzondering vnn de
zon-cn feestdagen CU vnn de dagen van verkoop der panden
tot het btleenm van panden van 's morgens acht tot een
cn van drie tot as ure, cn bovendien des zaterdags avonds
Aan zeven tot tien ure;
en tot het lossen van panden van 's morgens acht tot een en
van drie tot vier ure
des zuturdags avonds is er mede gelegenheid tot lossing
mits van het voornemen daartoe daags te voren aangifte ge
daan is.
Wanneer liet belang van de dienst of van dc verpanders
ccnc andere tijdsbepaling voor de opening en sluiting der
bank mogt vorderen doet de commissie van bestuur een
voorstel deswege aan den gemeenteraad. Het daarop door
den gemeenteraad te nemen besluit wordt aan 's konings
goedkeuring onderworpen.
Boven den hoofdingang van de bank is een bord geplaatst,
waarop goed leesbaar dc dagen en uren van opening en
sluiting der bank zijn aangeduid.
Art. 26.
Dc bank doet geen belccningen op onroerende goederen,
obligation, actiën, inschrijvingen publieke of handels-effecten
en dcrgelijkensieraden en andere voorwerpen tot de ecrc-
dienst behoorendc, goederen blijkbaar komende uit instellingen
van weldadigheid, militaire goederen en wapenen werktuigen
en gereedschappen tot liet uitoefenen van eenig ambacht of
bedrijf, houten meubelstukken bedden en soortgelijke ge
vulde voorwerpen, goederen die uit hunnen aard aan bederf
of Waardevermindering onderhevig zijn en in het algemeen
alle goederen zonder onderscheid die onrein zijn, onder de
vijftig centen waardig geschat worden of waarvan de be-
lecning door de wet is verboden.
Art. 27.
Bij aanstekelijke ziekten worden de goederen welke de
besmetting kunnen overbrengen niet aangenomen alvorens
eerst gereinigd en van besmetting gezuiverd te zijn.
Art. 28.
De ambtenaren der bank schatten do ter beleening aan
geboden panden naar hunne wezenlijke waarde.
Indien dc pandgever geene mindere verlangt, wordt dc
som die daarop in leen gegeven wordt bepaald in de vol
gende verhouding
liet gewerkt goud en het zilver volgens het gewigt, op
vier vijfden van alle andere goederen op twee derdo gcdecl-
ton der geschatte waarde.
Art. 29.
Het beleend wordende pand wordt in een daarvoor be
stemd register ingeschreven.
Dat register is door den burgemeester gequoteerd en ge-
parapheerd.
Dc inschrijving geschied zonder wit of tusschcnrcgclscn
vermeldt de dag van beleening, de aard, hoedanigheid en
waarde der beleende pandende Hkclcende som en de tax
der voor het pand verschuldigde rente.
Art. 30.
Aan eiken belecner wordt te gelijk met het geldeen
pandbriefje inet strook uitgereikt, waaruit duidelijk de dag-
tcefceuing van belcening, de aard van het pand, de ge
schatte waarde en de beleende som is omschreven.
Het dubbel van het pandbriefje met gelijke omschrijvin
gen, wordt aan het beleende pand gehecht en met liet pand
ia dc bewaarplaats overgebragt.
Art. 31.
De bank is verantwoordelijk voor beschadiging of verlies
der pandenvoor zbo ver zij de beschadiging of het verlies
had kunnen voorkomen
De schade aan een pand veroorzaakt wordt door den amb
tenaar der bank belast met het doen van schattingen op
den eed bij den aanvang zijner bediening afgelegd bepaald.
Iu geval van brand wordt de som voor brandschaden uit
betaald ponds-ponds gewijze verdeeld tusschen de bank
berekend over de geleende gelden met de verschenen renten
en de pandgevers, berekend over de geschatte waarde der
verbrande panden, verminderd met het bedrag der daarop
geleende gelden.
De pandgevers ontvangen het hun toekomende bij voorrang
en voor alle andere schuldcischcrs der bank.
Art. 32.
De pandgever kan op dc dagen en uren waarop dc bank
volgens art. 25 tot lossing toegankelijk is. zijn beleend pand
lossen tegen betaling van de ter leen ontvangen somerij
de daarop verschenen renten en tegen ovorgifte van liet
in art. 30 bedoeld pandbriefje.
Ilct kantoor van lossing met zijn pand verlaten hebbende,
ontslaat hij daardoor de bank van allo verantwoordelijkheid
ten opzigte van dat pand.
Art. 33.
Geene pandbelegging mag vernieuwd worden dan na af
betaling der verloopen rentenen wanneer het pand in
welke, door den met schatting belasten ambtenaar bepaald
wordt.
Bij gebreke van aflossing of vernieuwing der belegging
binnen do veertien maanden sedert den dag van belcening
of sedert dc latere vernieuwing, wordt het pand openlijk
verkocht.
Art. 34.
Dc belecncrs hebben dc bevoegdheid zoo wel het losgeld
bij gedeelten terug te betalenals panden voor splitsing
vatbaar bij gedeelten te lossen.
Die bevoegdheid strekt zich echter niet verder uit dan tot
panden waarop meer dan een gulden beleend is geworden
cn het overblijvende nog eene waarde heeft van minstens
vijftig centen.
Art. 35.
De belecner die zijn pandbriefje verloren heeft wordt
tot lossing van zijn pand toegelaten wanneer de eenzelvig
heid van den persoon cn van het pand genoegzaam blijkt,
en cv geen grond bestaat voor het vermoeden dat hij zijn
pandbriefje aan ccn ander heeft afgestaan.
Indien het pand van waarde is kan de bank borgstel
ling vragen.
De teruggave van het pand geschiedt niet dan tegen
schriftelijk bewijs van ontvang.
Verkoop der l'anden.
Art. 36.
Na den afloop van den bij art. 33 gestcldcn termijn
worden dc panden in liet openbaar verkocht.
Desgelijks de panden die meer dan zes maanden belegd
zijn geweest wanneer de eigenaars dier panden zulks
schriftelijk hebben verzocht.
Art. 37.
De verkoop van panden geschiedt viermaal in het jaar,
te weten: in de maanden januarijapril, julij cn octobcr.
Veertien dagen te voren wordt door aanplakking aan den
hoofdingang der bank en door middel van het dagblad der
gemeente de dag aangekondigd waarop de verkoopiug zal
plaats hebben.
Indien het pand bij den verkoop wordt opgehouden teu
gevolge van gccu of geen genoegzaam bod, is hetzelve op
nieuw losbaar tot den tijd der volgende verkooping.
Bestaat een pand uit meerdere deelcnwaarvan de split
sing bij de verkooping voor den pandgever voordeelig kan
zijn, wordt tot de splitsing overgegaande deelen worden
alsdan afzonderlijk onder een nummer cn op het zelfde pand
briefje verkocht.
De gouden en zilveren pandeniet van het keurmerk
voorzien worden vótir den verkoop behoorlijk gekeurd
de kosten de rkeuring worden bij de verkooping opgegeven
eene opgave van gewigt en keur wordt bij elk pand gevoegd.
Art. 38.
Het verzet tegen de verkooping van panden schorscht de
verkooping niet, maar heeft alleen gevolg op de zuivere
opbrengst der verkochte goederen.
De panden aan het wettig gezag overgeleverdwaarvan
de tijd van verkooping gekomen isworden verkocht op
den eersten verkoopingsdag volgende op den dag der te
ruggave.
Art. 39.
De verkooping wordt gehouden door ccn daartoe bevoeg
den ambtenaar, in tegenwoordigheid van den burgemeester
of die hem vervangten van de commissie van bestuur of
een harcr ledendaarvoor aangewezenmet inachtneming
der voorschriften op het stuk van openbare verkoopingen.
Art. 40.
De kosten der verkooping, berekend tegen vijf ten hon
derd van de kooppenningencn de kcurloonen der gouden
en zilveren werken zijn ten laste van do koopers.
Dc kooppenningen en de kosten van verkoop worden
aan den ambtenaar met de verkooping belast bciaald cn
door hem bij de bauk na aftrek der kostenovergestort.
Art. 41.
Dc zuivere opbrengst der verkochte panden na aftrek
van liet voorschot door de bank gedaan cn der renten
van dien blijft ter beschikking van den belegger of ande
ren wettigen houder van het pandbriefjegedurende twintig
maandente rekenen van den dag van den verkoopna
verloop van dien tijd vervalt de opbrengst ten voordeele
der bank, die van haren kant het verlies draagt dat bij dc
verkooping geleden iszonder eenig verhaal op de be
lecncrs.
Gestolen en Verloren Goederen.
Art. 42.
De eigenaars van verloren of ontvreemde goederen kun-
waardc mogt verminderd zijn, van een gedeelte der voorge
schoten som geëvenredigd aan die vermindering van waarde ncn van het verlies of de ontvreemding aan de bank kennis
geven. Van die bevoegdheid gebruik makende, is de ei
genaar gehouden van het verloren of gestolen voorwerp
eene duidelijke omschrijving tc geven.
Van die aangiften wordt alsdan in een daarvoor bestemd
register de vereischto aantcekening gehouden cnwanneer
de eigenaar liet verlangtdaarvan een bewijs aan hem
afgegeven.
Art. 43.
Wanneer goederen tc pand worden aangeboden welke
voor gestolen of verloren aangegeven erkend of op gewig-
tige gronden als zoodanig in verdenking zijn wordt het
noodig onderzoek deswege gedaan en naar gelang van
omstandigheden en bevinding aan liet wettig gezag onmid-
delijk kennis gegeven.
In zulke gevallen wordt dc belcening uiterlijk gedurende
vier en twintig uren geschorscht en dc goederen bij de
bank aangehoudenten ware regtcrlijkc maatregeleu in
middels genomen eene langduriger scliorsching cn aanhou
ding noodzakelijk mogten maken.
Geene goederen worden uitgeleverd dan op schriftelijk
bevel van het wettig gezag en tegen behoorlijk bewijs; na
gemaakt gebruik worden zij zoo noodig, aan do bank
teruggegeven.
Alt. 44.
De gestolen of verloren goederen door dcrzclver eigenaars
binnen «ten tijd door de wet bepaald opgcëischtworden
teruggegeven wanneer het regt van eigendom, ten genoege
van de bnnk-administratie of, in geval van verschildoor
ccn vonnis bewezen wordt; in zoodanig geval zullen de ei
genaars niet gehouden zijn om de voorschotten door dc
bank gedaan noch den intrest van dien goed te maken.
Slotbepalingen.
Art. 45.
Indien dc liiervoren omschreven bepalingen bij dc toe
passing nadere opheldering of voorziening mogten a ercischen,
is dc commissie van bestuur vcrpligt daarvan dadelijk ken
nis te geven en dc noodige voorstellen te doen aan den
gemeenteraad die dc zaak onderzoektdaarover beslist
enzoo noodig, aan de goedkeuring van dc bevoegde mngt
onderwerpt.
Art. 46.
Deze verordening zal in liaar geheel worden gedrukt en
afdrukken daarvantegen betaling der drukkostenvoor
ccn ieder verkrijgbaar worden gesteld.
Buitendien zal een uittreksel daarvan, de hoofdbcpnlin-
gen voor de verpanders inhoudende, in plano gedrukt cn
in dc kantoren der bank ter lezing voor belanghebbenden
worden aangeplakt.
Overgangs-bepalingen.
Art. 47.
Bij liet in werking treden van dit reglement worden allo
vroegere plaatselijke verordeningen op de leenbank gehou
den voor vervallen.
Art. 48.
De eersto benoeming der onder letter c van art. 2 be
doelde leden van de commissie van bestuur geschiedt op
voordragt in dubbeltallen van liet collegie van regenten van
den algemcenen arme.
Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Middelbrug
den 24 Augustus 1854.
De Burgemeester,
(get.) PASPOORT VAN GRIJPSKERKE.
Dc Secretaris
(get.) G. N. DE STOPPELAAR 1. s.
Behoort bij liet koninklijk besluit van den 25 Septem
ber 1854 no. 42.
Mij bekend
Dc Minister van Binnenlandsche zaken,
(get.) VAN REENEN.
Acordcert met het origineel
Dc Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnen
landsche zaken,
(get.) J. SCHRODER.
Voor eensluidend afschrift, de Secretaris-Generaal,
(get.) J. SCIIRODER.
Zitting van 3 November 1854.
Voorzitter jhr. mr. Paspoort van Grijpskerkc.
Afwezig de hecren van Deinse en mr. van Diggelen on
gesteld en mr. Bijleveld afwezig.
Ingekomen twee missives gedeputeerde staten aan bur
gemeester en wethouders, houdende goedkeuring van twee
raadsbesluiten tot roeijing van boomen en overschrijving
vau ƒ1500 uit onvoorziene uitgaven voor herstelling aan
tie groote Sasccn. dito van burgemeester eu wethouders
van Vlissrngeu, houdende goedkeuring conditiën verpach
ting tolboomen.
Ingekomen drie missives van dc commissie voor liet be
heer der Bank van Lecning
de eerste dato 27 Octoberhoudende volgens art. 7 van
hun reglement voordragt der jaarwedden en borgstellingen
voor de beambtenwaarop voorkomen boekhouder-kassier
1200 tractemeut en f 8000 borgtogtadjunct boekhouder
f 1000 tractement en 5000 borgtogt, klerk f 700 tracte-
ment en 2000 borgtogtconcierge 450 tractement en
ƒ500 borgtogt.
De voorzitter stelt voor deze zaak dadelijk te behandelen
do hoeren mr. Vis, Öousbeck, mr. Sililé, Dam me en van Uije
vinden de belooning veel tc hoog.
De voorzitter en de heer van der Graft repliceren in het
belang der voorgedragen sommen.
Wordt alsnu in omvraag gebragt die alzoo tc bepalen
of zoo als primilicf dc commissie voorstelde 1200, 800,
G00 en 400) cn tot deze laatste regeling besloten.
De voordragt voor dc borgtogten wordt goedgekeurd.
De tweede, houdende voordragt voor een boekhouder-
kassier, beslaande uit J. W. de Raad, J. J. Augustijn en
J. Matzingerbenoemd J. W. de Raad "met 10 stemmen.
Eene derde] missive van de zelfde commissie tot ondcr-
handsche huur van het lokaal voor kantoor, bij burgemccs-
tar cn wethouders bedenking ondervonden hebbende, alzoo
eeri raadsbesluit tot afstand voldoende is, wordt tot dit
laatste »»«■- oo"»g°
De dag tot uitloting der kansbiljetten van plaatselijke
schuld wordt bepaald op 24 dezer.
Bij concept-resolutie wordt op rapport der commissie
van flnanticn de rekening der vcreeniging tot. bevordering
vau Toonkunst over 1853/4 goedgekeurd, terwijl liet-voor
deelig saldo van 1,66* (dat bij toekenning der gemeente-
subsidie van 400 bestaat) in de volgende rekening als
ontvang moet worden gebragt.
Bij resumtie gedelibereerd zijnde op bet voorstel van cu
ratoren over het gymuasium tot benoeming van den heer
J. J. Bellingwout tot docent in de levende talen aan het
gymnasium wordt deze daartoe met 13 stemmen tegen 1
(Ars lippr EnrollrrnrA Lnnpnm.l P" i q" 'V1
ders zonder nadere resumtie met dc uitvoering belast.
Waarna de openbare zitting is gesloten.
TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS, UITGEVERS VAN DE MIDDELBURGSCIIE COl LAN.