BIJVOEGSEL VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT.
Donderdag 14 September 1854.
Gemeenteraad van Middelburg-.
Zitting van den 11 September 1854.
Voorzitter jhr. mr. Paspoort van Grijpskerke.
Afwezig de hoeren Snijder, van Deinse, Salomonson en
ltekkcr.
Na goedkeuring der notulen van de vorige zitting legt de
voorzitter over en worden voor kennisgeving aangenomen
Berigt van den heer van Deinse dat hij door uitlandigheid
is verhinderd deze zitting bij te wonenalsmede twee mis
sives van gedeputeerde staten van Zeelandhoudende goed
keuring der raadsbesluiten tot het uitkeeren ecner gratificatie
van 50 aan de geregtsdicnaars, en van het kohier der be
lasting op de fouragie.
Een rekwest van L. Koole en anderenhunne bezwaren
inbrengende tegen de besprokene verplaatsing van de belling-
brug over de nieuwstraatals zeer nadeelig voor hunne
bedrijven, wordt, uit aanmerking dat dit punt nog niet is
beslist, aaugehoudcu.
liet verzoek van de weduwe J. C. Groot, in leven baas
ter gemeente-werkplaats om met eenige gratificatie tc wor
den begunstigddaar zij in hopeloozen toestand is overge
bleven nu haar man is overledenjuist terwijl zijn verzoek
om pensioen aanhangig waswordt na eenige discussie ge
steld in handen van burgemeester en wethouders tot onderzoek.
Op een rekwest van B. J. Akkermansedert 48 jaren
opzigtcr der plaatselijke verlichting, om ontslag uit die be
trekking onder toekenning van pensioen, preadviseert de
voorzitter hem van af 1 jauuarij 1855 een pensioen van
100 jaarlijks toe te kennen. Na eenige discussie gesteld
in handen ceuer commissie, bestaande uit de heeren mrs.
Vcrbrugge, Siffié en Snouck Hurgronje. Op cene latere
bemerking van den beer mr. "Vis wordt besloten deze zaak
gelijktijdig te behandelen met het soortgelijk verzoek vau
den marktmeester A. Duyk licndrikse.
Het rekwest van J. S. van Burg, wijnkooper alhier,
zich beklagende over het openen van door hem per beurt
man op Goes verzonden wijn door de ambtenaren der
plaatselijke belastingen, wordt gesteld in handen van bur
gemeester en wethouders ten fine van onderzoekalzoo de
rekwestranten erkennen het onregt door tusschenkomst van
den commissaris van policie is herstelden slechts verzoe
ken dat voor dergelijk oponthoud worde gewaakt.
Bij concept-resolutie wordt besloten tot de afschrijving
van f 940 uit den postop de bcgrooting van dit jaar voor
komende voor het maken van eene nieuwe bellingbrug met
verwijding der kaaimuren, en over te schrijven bij den post
van f 2000voor onkosten van het verplaatsen der belling
brug naar de tegenwoordige dambrug, waarvan de kosten
dat artikel met 940 overschrijden.
Namens burgemeester en wethouders wordt overgelegd
de gemeente-begrooting voor bet dienstjaar 1855 waarvan
een afschrift ter visie ligt en is verkrijgbaar gesteldzijnde
van dit een en ander bij publicatie aan de ingezetenen ken
nis gegevenen de begrootingen voor de verschillende
rekenpligtige administratienalle welke stukken met de
bijlagen tot onderzoek worden gesteld in handen der com
missie van financien.
De commissie van financiën brengt, bij monde van den
heer mr. Siffié, rapport uit op het rekwest van de heeren
mr. Siffié mr. van Eekelcn en Salomonson van den 15 Oc
tober 1852,en op latere daartoe betrekkelijke verzoeken.
De commissie ismet het oog op art. 243 der gemeente
wet ten aanzien van ccncn hoofdelijken omslag van oordeel,
dat een zoodanige omslag met dat voorstel niet in over
eenstemming kan worden gebragt Het voorstel strekt, naar
haar inziennaar cene belasting op de inkomstendie ge
heel bij gissing zou worden geheven, terwijl de gemeente
wet een op degelijke grondslagen berustenden maatstaf voor
een hoofdelijken omslag wil bepaald zien, met in achtneming
van een of meer grondslagen der personele belasting. De
hoofdelijke omslagen, zoo als die reeds in vele gemeenten
ten platte lande zijn ingevoerd, drukken steeds ongelijk
matig en zulks raag als die belasting slechts bijzaak is
minder hinderlijk zijnwaar zij als hoofdzaak wordt voor
gesteld, acht de commissie haar onuitvoerlijk. Ook is vol
gens haar het afschaffen van alle accijnsen zelfs niet in den
geest der gemeentewet, terwijl tot die algeheele afschaffing
dan ook nog in gcene gemeente is besloten. Om alle deze
I redenen kan de commissie niet adviseren tot aanneming van
I dit voorstel, doch zullen de gedane opmerkingen bij de
opmaking van een hoofdelijken omslag kunnen worden in
aanmerking genomen.
Nadat hierover alsnog door eenige leden het woord is ge
voerd, wordt besloten tot bet aanhouden van de beslissing
hiér op tot bij de behandeling van liet rapport der commis
sie van financien, over de grondslagen van een nieuw be
lastingstelsel.
Op bet rapport der commissie van financiën en naar
de concept-resolutie, uitgebragt bij monde van den wet
houder Bijleveldwordt dc op 10 augustus jl. in hare
handen gestelde gemeente-rekening over 1853 goedgekeurd,
in ontvang op 257,911,30, in uitgaaf op 243,091,81fr,
en alzoo bet goed slot op 14,819,48$, met last aan den
ontvanger om het nog te ontvangene op de rekening van
dit jaar in buitengewone ontvangst te verantwoordenen
uituoodiging aan burgemeester en wethouders om daarop
bij afschrift de goedkeuring van gedeputeerde staten aan te
vragen.
Aan de orde zijnde de deliberatie bij resumtie op het
voorstel der commissie van financien omtrent de wijziging
der plaatselijke belasting, uitgebragt in de vergadering van
5 julij (zie Middelburgsche courant van den 8 daaraanvol
gende), verkrijgt de heer mr. Vis het woord.
Onder herinnering tot welke belangrijke discussie de na
deden van het accijnsstelsel ook reeds bij de hoogc regering
heeft aanleiding gegevenals eene op verderfelijke grond
slagen berustende belasting, die in strijd is met de belangen
der nijvere burgers en minvermogenden, terwijl zij daaren
boven de kostbaarste van alle heffingen mag worden genoemd,
die de aanleiding met zich voert van allerlei misbruiken en
ontduikingbetreurt de spreker het, iu het voorstel der com
missie van financiën dc kenmerken te missen van eene ijverige
zucht om die grondslagen te verwerpen. Hij moet ech
ter nog verder gaan en zijne verwondering betuigen dat
die commissie meer dan drie jaren heeft besteed om een
plan te beramen dat slechts van zeer weinig bctcekcnis
is men heeft, naar zijn gevoelen, dus zoo veel tijd noodig
gehad om bijna niets tc doen. Voortdurend diligent ver
klaard, was thans echter de bij de gemeentewet gestelde
termijn reeds zoo verre verstreken dat men de indiening van
een ontwerp niet langer kon verschuiven, en dit ontwerp
draagt nu nog de sporen van het blijkbaar doel om cr
zich af te maken, zonder rijpclijke overweging wat het
belang der ingezetenen en der gemeente zelve eischt, ja
met opoffering dier belangen.
Spreker acht dit voorstel onaannemelijkde grondslagen
voor de daarbij voorgestelde gedeeltelijke directe belastingen
enz. ongelijkmatig drukkend en geheel in navolging van
die der personele belasting. Hij is diep doordrongen van
het hooge belang der te nemen beslissing; de afschaffing
der belastingen, die kunstmatige duurte moeten veroorzaken
en pauperisme bevorderenis geen droombeeldmaar de
eenige grondslag van het waarachtig volksheil, al moge
het vooroordeel de oogen sluiten voor de ondervinding
êeuer halve eeuw en de lessen van het gezond verstand.
De heer dr. Dammc betuigt geheel het door den heer
mr. Vis geuite gevoelen te doelenen hij acht zich geluk
kig van die reeds bij hem gevestigde opinie vooraf (in de
veronderstelling dat hij verhinderd zou zijn deze zitting bij
te wonen), schriftelijk aan den voorzitter te hebben kennis
gegeven. Hij zou ook bepaald op eene afschaffing van den
accijns op het gemaal aandriugen en zijne adhsesie aan geen
ander voorstel kunnen schenken.
De heer mr. Bijleveld verklaart, in antwoord op het door
den heer mr. Vis aangevoerde dat dc herziening van het
belastingstelsel en de meest doelmatige verandering voor
deze gemeente wel degelijk gedurende die drie jaren een
onderwerp van naauwgezet onderzoek der commissie van
financien heeft uitgemaakt, en hare leden ieder individucel de
zaak naar eed en geweten hebben overdacht. Voor het
overige beschouwt hij de stellingen door den heer mr. Vis
ontvouwd als mcerendeels ongegronde en holle theorien.
De heeren van de Graft en mr. Siffié verklaren geheel het
gevoelen van den heer mr. Bijleveld te deelen. Do
tweede voegt daarbij nog het betoog dat naar zijn inzien
de afschaffing van meerdere accijnsen wel gewcnscht, doch
voor alsnog binnen deze gemeente ondenkbaar zoude zijn,
tc meer wanneer men bedenkt dat dc hoofdelijke omslag
alsdan een maximum van 66,000,zou moeten bedragen,
Verder is naar zijn gevoelen eene directe belastingook
tot geringer bedrag, veel drukkender dan de indirecte, ter
wijl de rijks belasting bij voorbeeld op het gemaal toch blijft
bestaan en zulks dus van geen merkbaren invloed op de
prijzen zou zijn.
De heer dr. Damme hervat hieropdat het eene dwaling
is tc willen betoogen dat eene directe belasting in waar
heid drukkender zou zijn dan ongevoelig betaalde accijns,
welk gevoelen door den. heer Sprenger wederom wordt
wedergelcgd, die het met den heer mr. Siffié eens is en
beweert dat de dagelijksche ongevoelde opbrengst van 1 cent
voor den arbeidsman minder drukkend is dan de betaling
van f 2,50 in eene directe belasting, waartoe hij onver
mogend zou moeten worden verklaard.
De heer Rekker verschijnt alsnu ter vergadering.
De heer mr. Vis wedcrlegt de beweringen tegen de di
recte belastingen. Hij ziet ook de noodzakelijkheid niet in
cener dadelijke invordering en in éénc som zulks zou bij
termijnen kunnen geschieden. De bewering van den heer
mr. Siffié heeft hem vooral van dien lieer zeer verwonderd,
daar hij ontwerper, althans mede ondcrtcekenaar was van
het meergemeld adres tot vervanging van alle accijnsen
door een hoofdelijken omslag. Op eene aanmerking als die
des heeren mr. Bijleveld was hij geheel voorbereid, zoo als
hij dan ook in zijne rede heeft gewezen op de waarschijnlijk
heid dat bevooroordeelden zijne staathuishoudkundige grond
stellingen, door wetenschap en ondervinding geijkt, voor
droombeelden zouden houden.
De heer mr. Verbrugge merkt aan dat ouder de nadeelige
gevolgen van accijusen ook gcuoemd is het smokkelen; dit
is naar zijn gevoelen eene misdaad, geheel gelijk staande
met diefstal of aanranding vau het eigendom van derden,
en dit kan dus niet worden voorkomendaar die zooge
naamde industrie zich dan op iets anders zou vestigen.
Voorts gelooft hij ook niet dat de opheffing der accijnsen
de levensmiddelen goedkooper zal maken, tot staving waar
van hij wijst op het zout in Frankrijk.
De heer mr. Vis repliceertvooral ten opzigte van dit
laatste puntdat de bron waaruit dit resultaat zou geput zijn
hem onbekend ismaar dat hij althans wel weet dat het
gebruik van zout daar te lande sedert is vcrtiendubbeld.
De heer mr. Snouck Hurgronje wilvóór het uitbrengen
van zijne stem ten gunste van bet voorstel der commissie
van financien, aanvoeren dat ook hij hartelijk wenschtdat
eene afschaffing der accijnsen mogelijk wordedoch hij acht
zulks voor alsnog binnen deze gemeente ondoenlijk.
De voorzitter wil ook zijne stem ten gunste van bet voor
stel motiveren. Hij erkent dat de commissie van financien
drie jaren beeft besteed aan bet bedenken van een goed nieuw
belastingstelselmaar zegt tevens dat die tijd niet meer
dan voldoende was om een goed doordacht plan in te dienen.
Ook ten deze geldt naar zijn gevoelen intusschen het spreek
woord de beste stuurlui staan aan wal." Hij acht het
zeer opmerkelijk dat hij ook voor zich langen tijd bedacht
is geweest op de beste grondslagen voor een nieuw belas
tingstelsel en dat het door hem gevormde plan geheel
overeenstemt met het voorstel der commissie van financien.
Daarenboven zou naar zijne opinie de belasting op het
gemaal het laatst behooren te worden afgeschaft, als dc
eenige wijze waarop de mindere man zijn billijk aandeel in
belastingen kan opbrengen. Bij transactie zal hij dus ten
deze zijne stem ten gunste van het voorstel uitbrengen, en
betuigt zijn bijzondcren dank aan de commissie van finan
cien voor de in dezo genoraene moeite. Voor het overige
zal ook hierbij de ondervinding de beste leermeesteres zijn.
Alsnu worden de discussien op dit onderwerp voor ge
sloten verklaard en allereerst iu omvraag gebragt; of in
deze zitting tot eene beslissing zal worden overgegaan
Aangenomen met 12 tegen 2 stemmen (do heeren mr. Vis
en dr. Damme.)
Het voorstel zelf hierop in omvraag gebragt zijnde, wordt
aangenomen met 10 tegen 4 stemmen. {Voor de heeren mr.
Siffiémr. van Diggelenvan Sonsbecckmr. Snouck Hur
gronje Sprengermr. Bijleveldmr. Vcrbruggevan de Graft