Aan de orde ia het voorstel tot algeheele reorganisatie
van het armwezenin het verslag der vorige zitting hoofd
zakelijk medegedeeld.
De voorzitter zegt dat het zijn voornemen is ordeshalve
de onderdeden van het voorstel in behandeling te brengen,
zoo als die door de vaste commissie voor het armwezen in
haar laatste rapport voorkomen.
Hij brengt daartoe allereerst in behandeling om burge
meester en wethouders uit te noodigen en te magtigenin
het belang van een gewenscht godsdienstig onderwijs op de
armenschool en de school van minvermogenden, zich te
wenden tot de godsdienstleeraars en deze zaak met hen
te regelen.; zonder discussie verklaren allen zich daar
vdór. In de tweede plaats om aan de bewaarschool te
verbinden eene] brei- en naaischool voor arme en minver
mogende meisjes van 8 jaar en daar boven.
De voorzitter vraagt aan de commissie of het de bedoe
ling is die naai- en breischool te verbinden met de bewaar
school zelve, dan wel om die daaraan toe te voegen als
een gevolg
De heer van den Boschals voorzitter der commissie,
antwoordt dat de bedoeling der commissie is de naai- en
breischool te houden des avonds na het eindigen der be
waarschool door de zelfde onderwijzeresdaar die van het
armen-patronaat niet aan de behoefte geëvenredigd is.
De voorzitter oordeelt dat het genoegzaam is het beginsel
nu uit te maken en aan burgemeester en wethouders op te
dragen nopens de uitvoering in den loop dezes jaars een
voorstel te doenhetgeen almede met algemeene stemmen
aangenomen wordt.
In de derde plaats het voorstel tot centralisatie der
armverzorging, om, na dit hoofdbeginsel te hebben vastge
steld de afzonderlijke punten van uitvoering in behandeling
te nemen.
De heer van Kerkwijk verklaart er voor te zullen stem
men en met genoegen het rapport der commissie gelezen
te hebben; reeds sints jaren heeft hij voor dit denkbeeld
geijverd.
De heer Vader doet hulde aan de commissie voor haren
veel omvattenden arbeidhij leest eene memorie voor, waarin
hij zich verklaart tegen de centralisatieomdat 1. daarin
begrepen zou /zijn dc^oplossing der diaconieen hij als lid
der gereformeerde kerk daaraan^ niet' onverschillig is"; 2.
het in strijd is met de wetdaar de kerkeraad het vermo
gen niet bezit om de liefdegavenvoor de hervormden be
stemd aan een algemeen bestuur af te staan3. het in
strijd zou zijn met het financieel belang der stad.
De heer Verschoor betuigt bij zoo veel goeds door de
commissie voorgesteld en de toenadering des kerkeraads,
dat het hem leed doet in het belang der stedelijke finan
cien tegen het voorstel te moeten stemmen.
Ook de heer van der Meulen heeft met genoegen het
rapport der commissie gelezen en herlezen en bewondert
de zorgvuldigheid waarmede het is zamengesteld. Ook hij
is evenwel tcgcnTde centralisatie en beschouwt die als eene
denaturalisatic der diaconie, waartoe hij niet mag mede
werken. De fondsen der diaconie zijn uitsluitend bestemd
voor gereformeerde armen, waarover het collegie van dia
kenen als kerkelijke instelling ten hunnen behoeve beschikt,
doch als leden van een centraal armbestuur zouden zij
daarvoor niet kunnen zorgenterwijl de giften, bij testa
ment bemaakt, alleen ten behoeve der diaconie komen kunnen.
De heer van den Bosch beantwoordt de drie vorige
sprekers en vermeent dat zij te ver zijn gegaan. De
commissie heeft als eene leemte aangetoond dat het niet
genoeg is te bedeolen, maar armoede moet voorgekomen
W'ordendit kan alleen door kracht en eenparigheid, doch
is onuitvoerbaar door verschillende collegien; daartegen nu
is geen bezwaar ingebragt, en wat de andere betreft, hij
zal die kort beantwoorden.
De eerste spreker heeft gezegd dat het voorstel in strijd
was met dejiiaconale instellingzoo als hij zich die voor
stelt namelijk eene instelling van personen die meer dan
anderen met de behoeften der gemeenteleden bekend zijn
en zich de moeite getroosten de hun toevertrouwde giften
uit te reiken en gepaard te doen gaan met troostrijke re
denen uit Gods woord." Nu raadplege men" vervolgt
de heer van den Bosch, //zijne ondervinding, of de diaconie
eene instelling is zoo als de heer Vader die afschildert;
men verliest uit het oog dat de kerkeraad in haar rapport
zelve erkent dat de toestand der jiiaconie onhoudbaar is, en
van zijne zijde het verlangen te bennen geeft om uit dien
toestand te geraken. Daartoe is geen ander middel dan
reorganisatie, want de vroegere contracten zijn onhoud
baar, dit is gebleken; wat het argument betreft dat de
fondsen der diaconie tot andere doeleinden zouden aange
wend wordendit is eene verkeerde zienswijze en voldoende,
naar de commissie vertrouwt, wederlegd; terwijl het argu
ment, als zoude reorganisatie tot meerdere uitgaven voor de
stad leiden, door niets wordt bewezen."
De heer Vader betuigt zijne verwondering dat de kerke
raad zich niet beroepen heeft «op de testamenten, waarbij
de giften uitsluitend aan de diaconie-armeii gemaakt zijn
als lid der gereformeerde gemeente zou hij aan diakenen
rekenschap vragen indien zij de giften tot een ander doel
aanwendden.
De heer van den Bosch erkent dat de giften zijn ge
maakt aan de diaconie, dat is om die ten meesten voor-
deele der diaconie-armen aan te wenden, en indien dit nu
geschiedt in vereeniging met anderenja zelfs tot een veel
grooter bedragdan zal er toch wel geen sprake kunnen
zijn van onttrekken aan de bestemmingterwijl hij niet
gelooft dat diakenen aan de gemeenteleden rekenpligtig zijn.
De voorziter heeft reeds jaren in het denkbeeld verkeerd
en doet dit nog, dat de centralisatie noodzakelijk is, niet
om de diaconie op te lossenmaar om de wijze van be
deden te vereenzelvigen. Ook in Noordbeveland is het
bewijs geleverd dat zij noodig en goed is, en in andere
deelen der provincie almede met goed gevolg.
Het voorstel tot centralisatie in omvraag gebragt, wordt
met zes tegen vijf stemmen aangenomen. Tegen dit en de
volgende daaruit voertvloeijende voorstellen stemden de
heeren Vader, Verschoor, van der Meulen, Soutendam en
Kakebeeke.
Het eerste punt omtrent het nu aangenomen beginsel
tot centralisatie wordt in beraadslaging gebragt, en wel
om de verpleging van de behoeftige ledematen der her
vormde diaconie op te dragen aan het algemeen armbestuur.
De heer Vader verklaart op de vorige gronden zich
er tegen.
De voorzitter wederspreekt zulks, en nu wordt het met 6
tegen 5 stemmen aangenomen.
Het tweede punt, dat de inkomsten van alle eigendom
men enz. ten name der diaconie zullen worden gestort
bij het algemeen bestuur, wordt mede met G tegen 5
stemmen aangenomen.
Het derde punt, dat van de collecte der diaconie 75 pet.
in de kas van het algemeen armbestuur zal worden gestort.
wordt op vroegere gronden door den lieer Vader bestreden,
door den heer van den Bosch verdedigd en als voren
aangenomen.
Het vierde puntdat zes diakenen zitting zullen hebben
in het collegie van regenten over het algemeen armbestuur;
het vijfde puntdat de 25 pet. der gewone collecten en
alle buitengewone giften ter beschikking der diaconie-admi
nistratie verblijven;
het zesde punt, dat de geldelijke verpügtingenjegens
geneesheer, boekhouder, chirurgijn enz., worden overgeno
men door het algemeen armbestuur
het zevende puntom het algemeen armbestuur voortaan
zamen te stellen uit achttien regentenwaaronder zes
diakens
het achtste puntom de bedeelingsrollen in gemeen
schappelijk overleg met de ceconomische spijsuitdeeling vast
te stellenen ten slotte het voorstel in zijn geheelwor
den met 6 tegen 5 stemmen als voren aangenomen.
Alsnu wordt in beraadslaging gebragt een ontwerp, be-
sluiting tot helling eener belasting voor schoolgeld van
minvermogendenwaarbij als grondslag is aangegeven dat
zijdie viervijf of zes gulden 's weeks inkomen en een
zeker getal kinderen te verzorgen hebbenzullen zijn
vrijgesteld.
De heer van den Bosch vraagt of het de bedoeling is
het wekelijksch inkomen te berekenen over het geheele jaar
De voorzitter stelt voor om in plaats van een weke
lijksch bedrag een jaarlijksch te stellen.
De heer Yader ziet bezwaar in het preciseren van liet
inkomen van een huisgezin en zou dit ter beoordeeling
wenschen over te laten aan burgemeeester en wethouders.
Het besluit in omvraag gebragt wordt met algemeene
stemmen aangenomenalsmede de verordening op de invor
dering, zonder dicussie.
Het verzoek van J. Olberteyn om vermindering van erf
pacht, voor geene inwilliging vatbaar geacht, wordt met
algemeene stemmen afgewezen.
Het verzoek der koekbakkers om de restitutie van belas
ting, in plaats van voor 25 pond als minimum te bepalen,
op 10 pond, wordt mede zonder discussie algemeen afgewezen.
De bedenking des ministers van binuenlandsche zaken
om uit de verordening op de intrede der woningen art.
19, van die op het bouwen weg te laten, wordt zonder
discussie ingewilligd.
Worden medegedeeld de ingekomen stukken:
a. goedkeuring uitgifte van grond- op erfpacht;
b. autorisatie tot af- en overschrijving der begrooting;
c. idem beschikking onvoorziene uitgaven
d. kennisgeving dat het bestuur van Kruiningen genoe
gen neemt met de begrooting der kamer van koophandel;
e. dankbetuiging van hoofdcommies en commiezen voor
het toegestaan wachtgeld;
missive van de commissie der spaarkas om medewer
king en ondersteuning.
In handen der commissie voor 't armwezen
g. jaarlijksch rapport der commissie voor Jt armwezen
bij de leden rondzenden:
h. rapport benoeming politie-agenten en berigt. dat het
politie-wezen georganiseerd is;
i. mcdedeeling bestek tot inrigting der bewaarschool;
k. berigt aanbesteding straatwerk voor ƒ850, en
l. eenige staatsbladen.
Waarna de vergadering gesloten wordt.
TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS UITGEVERS VAN I)E MIDDELBURGSCHE COURANT.