MIDDELBURftSCHE
COURANT.
1853.
Zaturdag
N°* 49.
23 April.
Bij dit no. behoort het verslag van den Gemeen
teraad te Middelburg, zitting van 19 April, en van
Zierikzee, zitting van 20 April 1853.
lSe0tuircit cu Qlbmutistiratieu.
verkiezing k,v.
4 sMXn TEDUXIA ÉfEHrEEVTUIVJER/flSIir.
vooit g h iië nfEiirsr
üitmculanbödïG GÊijbittgcn.
De Burgemeester e Wethouders van middelburg'
maken bekend, dal de Afschriften van de Processen-Verbaal
van Steminlevering en Stemopneming, van den 20 en 21 dezer,
ter benoeming van een Lid voor de Provinciale Staten, in
het KA- 5*-'." Middelburg de Hoofdplaats isin
de Beneden-Voorza.d van het Raadhuis zijn aangeplakt en ter
Secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd.
Middelburg, den 22 April 1853.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
f PASPOORT VAN GRYPSKERIvE.
i Do Secretaris
iaën derzelv
Iers m-
M. F. LANTSHEER.
De Burgemeester en Wethouders van middelburg
maken bekend
Dat op Donderdag den 28 April, des middags ten 12 ure,
op het Raadhuis, de Publieke Aanbesteding zal plaats hebben
van de volgende Gemeentewerken:
1. Het BOUWEN van eene geheel nieuwe B.tSCAXiIS-
BRU®met ijzeren Ilefboomen en gemetselde Land-
lioofden op de plaats der thans vervallene houten Spij-
kerbrug.
2. Het gedeeltelijk UITDIEPEN der Haven Haaijen
en Binnengrachten, en zulks voor den tijd van drie
achtereen volgende jaren.
De Bestekken en Teekeningen zullen van Maandag den
11 April 1853ter lezing liggente Middelburgop de Se
cretarie en bij den Stads Bouwmeester; te Vlissingenin het
Koffijhuis de Beurs en in het Hotel de Commerce bij de Erven
Peters; te Goes, in liet Logement de KoornbeursbijBreeker;
te Zierikzeein de Logementen bij de Weduwe Swart en Van
Oppente Tholen in het Logement bij Augustynte Sas-
van-Gentin het Wapen van Zeelandte Neuzen, in het Lo
gement bij de Erven Steenkamp te Breskens, in het Nieuw
Heerenlogementte Dordrecht, in het Logement Bellevue, bij
Bodier; te Sliedrecht, Ameide, Giessendam en Papendregt,
in de Regthuizente Ilardinxveldin de Drie Snoeken te
Werkendam, in 's Lande Welvaren; te Gorinchemin de
Logementen de Doelen en de Hooiwagenen wijders, op franco
aanvrage, tegen betaling: voor do Bestekken en Teekening
van het eerste werkvan 1,50en voor de Bestekken van
het tweede, van 0,50, te verkrijgen zijn bij den Stads Bouw
meester.
De aanwijzing in loco zal plaats hebben drie dagen vóór
den dag der Aanbesteding, des morgens ten tien ure, door
voornoemden Bouwmeester, bij wien intusschon nadere inlich
tingen te bekomen zijn.
Middelburg, den 7 April 1853.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT VAN GRYPSKERKE.
De Secretaris,
M. F. LANTSHEER.
K ,1 1 A'MtVS 'IIZHlXhi
BËDUKIS» OOSTERSCHKtDE,
De Baail van Administratie der Maatschappij tot
Indijking der Op- en Aanwassen in de Bosterschelde
verwittigt do belanghebbenden, dat zij voornemens is, binnen
zeer weinige dagenin het openbaar aan te besteden de
BEDIJKING der tegenwoordige SCHORREN en SLIKKEN
gelegen voor den ReigersbergschenStroodorpe Oost-, Nieuw
Krabbendijke en Nieuwlande-Poldersin de Oosterschelde,
onder de Gemeenten Fort-Bath RillandKrabbendijke en
Nieuwlande, met inbegrip van al de daarbij behoorende werk
zaamheden leverancientransporten arbeidsloonen enz.
Zullende de juiste dagen der locale aanwijzing en die der
aanbesteding ten spoedigste nader worden bekend gemaakt
zoo mede bet bestek en de voorwaarden, ter plaatse daartoe
meest gebruikelijkter lezing gelegd.
Batii, den 18 April 1853.
Voor den Secretaris, De President,
De Chef van de Comptabiliteit, A. DEC1IAMP.
L. FERON.
OPKKBIRE l KHK»OÏ»I\(i
aan 's Rijks Werf der Marine, te Vlissingenop Dingsdag
den 3 Mei 1853, des voormiddags ten 10 ure, van eene
partij Brandhout, Schalen, Afbraak, Gereedschap
pen §cheepsbehoeften eene aanzienlijke partij oud
Touw, voorts eenig oud Iioper en oud Iher, eenige
oude Keilen, eene Jol en een oud afgekeurd Werf-
vaartuif. en hetgeen meer zal worden aangeboden.
Twee dagen vóór en op den Verkoopdag zal alles ter be-
zigtiging van de Gegadigdenop 's Rijks Wervengereed
liggenen ook inzage kunnen genomen worden van de bij
zondere Voorwaarden van Verkoop van het Werfvaartuig.
Vlissingen, den 16 April 1853.
De Directeur en Kommandant der Marine
II. FERGUSON.
in de Nederlanden.
De Jaarlijksche Collecteten behoeve van het Fonds
ter aanmoediging en ondersteuning van de Gewapende Dienst
in de Nederlanden, zal in deze Gemeente plaats hebben op
Woensdag den 27 Aptildes namiddags tusscben 3 en 5 ure.
Op den goeden uitslag der inzameling wordt bijzonder prijs
gesteld, vooral ook ten einde daardoor, zoo mogelijk, al de
Infirmen die in 1815 voor 's Lands onafhankelijkheid hebben
gestreden, onder het getal der gegratificeerden op te nemen.
Voor hen, die belang stellen in deze belangrijke en mensch-
lievende Vaderlandsche Instelling, zijn bij de Uitgevers dezer
Courant gratis verkrijgbaar gesteld exemplaren van bet Verslag
van bet verhandelde op de Algemeene Vergadering van bet
Hoofd-Bestèur en de Afgevaardigden der Districts-Commissien
van bet Fonds,•'gehouden te Amsterdam den 28jJulij 1852.
1HIDDELBUKGSS April.
Tot lid der provinciale staten, in plaats van wijlen den
heer C. Vis, hebben van de 491 uilgebragte stemmen, waar
onder 8 briefjes van onwaarde, verkregen de heeren mrs. W.
C. M. de Jonge van Ellemeet, 129; G. A. Fokker, 123; A.
F. Siffló, 85en W. Ph. Vis 74 stemmen. Overstemming tus-
schen de heeren mrs. W. C. M. de Jonge van Ellemeet en
G. A. Fokker.
-Onder bet afdrukken van ons vorig nommer zagen wij ons
in staat gesteld, het volgende belangrijke staatkundige nieuws
te vermelden, dat wij hier herhalen, omdat bet in de reeds
verzondene afdrukken niet is kunnen worden opgenomen
Het beeft den koning behaagd, bij besluit van den 19
dezer, no. 99:
1. Aan te nemen het verzoek om eervol ontslag, aange
boden bij adres van den 16 dezer, door de heeren: mr. J. R.
Thorbecke, als minister van binnenlandscbe zaken, tevens be
last met bet bestuur van bet departement voor de zaken van
de hervormde en andere eerediensten; mr. P.P. vanBosse, als
minister van financien; mr. M. P. II. Strens, als minister van
justitie, tevens belast mot bet bestuur van het departement
voor de zaken van de roomsch-katkolijke eerediensten mr. J.
P. P. baron van Zuylen van Nyeveltals minister van bui-
tenlandsche zakenmet dankbetuiging voor de gewigtige in
die betrekking bewezene diensten en met vrijlating om zich
naderter bekoming van wettelijk pensioentot Z. M. te
wenden.
2. Voorloopig aan te houden bet verzoek om eervol ont
slag bij bet zelfde adres aangebodendoor de heeren C. F.
Paliudals minister van koloniën den schout-bij-nacht J.
Enslie, als minister van marine, en den generaal-majoor H.
F. C. baron Forstner van Dainbenoy, als minister van oorlog.
Bij een besluit van de zelfde dagteekening, no. 100, beeft
de koning goedgevonden:
1. Te benoemen: tot minister van buitenlandsche zaken,
den minister van staat mr. F. A. van Hall, lid van de tweede
kamer der staten-generaaltot minister van justitiemr. D.
Donker Curtiustot minister van binnenlandscbe zaken mr.
G. C. J. van Reenen burgemeester van Amsterdamtot
minister van financienE. C. U. van Doorn, lid van de tweede
kamer der staten-generaaltot minister voor de zaken van
de roomsch-katholijke eeredienstmr. L. A. Lightenvelt.
2. Te bepalen dat de minister van financiën tevens voor
loopig zal belast zijn met bet bestuur van het departement
voor de zaken van de hervormde en andere eerediensten.
De nieuw benoemde ministers hebben reeds woensdag
in banden des koningsden eed op de grondwet afgelegd.
Men verzekert, dat de ministers van oorlog, van mari
ne en van koloniën, de heeren Forstner vanDambenoy, Ens
lie en Pahud, die voorloopig met hunne betrekkingen zijn
bekleed gebleven, hot voornemen hebben aan den dag gelegd
bet lot van hunne voormalige ambgenooten te deelen en even
zeer af te treden, zoodra hunne opvolgers zullen zijn benoemd.
Reeds moeten sommigen voor bet departement van kolo
niën gepolsd zijn.
In de residentie is aangekomen en aan bet hötel de 1'Eu-
rope afgestapt Zijne Exc. de beer mr. G. C. J. van Reenen,
nieuw benoemd minister van binnenlandsche zaken.
Yrij algemeen verzekert men, dat de kamers voor eeni-
gen tijd zullen uit een gaan, ten einde het nieuw opgetreden
ministerie in de gelegenheid te stellende aanhangige ontwer
pen in overweging te nemen en zich in het algemeen voor te
bereiden tot de taak, die hetzelve wacht. In verband hier
mede schijnt men te mogen aannemen, dat, immers voor het
oogenblik, geen sprake meer zal zijn van ontbinding van een
of twee kamers, waaromtrent in de laatste dagen, in verband
tot eene vermoedelijke aftreding van bet ministerie, mede on
derscheidene geruchten in omloop waren.
Wij vernemen, dat gedeputeerde staten dezer dagen
hebben goedgekeurd het besluit van den gemeenteraad alhier,
waarbij de onderharidsche aanbesteding van economisch gas
heeft plaats gehad aan de heeren Robbó en van Burg.
Men meldt ons uit Groede van den 20 dezer
Gisteren avond is bier in verzekerde bewaring genomen
en naar bet kantonnale huis van bewaring te Oostburg over-
gebragt, een jong meisje, van ongeveer 20jarigen ouderdom,
beschuldigd of verdacht van bet kind, waarvan zij in bet
begin der maand februarij 11. wa3 bevallen gewelddadig te
hebben om het leven gebragt; wat van deze beschuldiging
waar iszal door den regter moeten uitgewezen wordendoch
dit is zeker, dat zij hare bevalling beeft verzwegen en het
lijkje van het kincl is gevonden, begraven in eene schuur,
achter het huis waarin zij met baren vader woonde."
ST AT E Of. Gr JE JV EII A.
eerste kamer Zitting van 20 april.
De zelve heeft dien dag hare werkzaamheden hervat.
De heer van Dam van Isselt heeft het voorstel gedaan,
dat de voorzitter de regeringvan welke geen lid in de ver
gadering tegenwoordig waszoude verzoeken aan de kamer
mede te deelen de stukkenwelke gewisseld zjjn betrekkelijk
het onderwerp der vestiging van de bisschoppê
hier te landeopdat de leden van den inhoud
kennis zouden kunnen nemen.
Met dit voorstel heeft de vergadering zich verefcnigd.
Daarna heeft op nieuw de trekking der afdeelingop plaats
gehadwaarna de leden zich tot het benoemen van vabyzi)-
ters en onder-voorzitters naar hunne sectien hebben begeVen.-'-
tweede kamer. Zitting van 20 april.
In deze zitlting zijn onder andere stukken ingekomen, af
schriften van twee koninklijke besluitenbetrekkelijk de ver
andering in de zamenstellling van het ministerie.
De beer van der t/inden beeft daaropnaar aanleiding
van de ontvangen berigtenen na daartoe van wege de ver
gadering verlof te hebben bekomenden in de vergadering
aanwezigen minister van oorlog geïnterpelleerd omtrent de
redenen, die bet ministerie bewogen hadden zijn ontslag aan
Z. M. den koning aan te bieden. De minister van oorlog
heeft aan dat verlangen voldaan en aan de vergadering mede
gedeeld den inhoud van twee missivesde eene van de leden
van den ministerraad aan den koning en de andere het
daarop door Z. M. gegeven antwoord beide betrekking heb
bende op de bedoelde gebeurtenis. Op voorstel van den heer
van der Linden is besloten, do beide missives te doen drukken
en aan de leden rond te doelen.
Deze missives luiden als volgt:
's Gravenbageden 17 april 1853.
Bij den toenemenden aandrang van adressen, betreffende
een bisschoppelijk bestuur over de roomsch-katholijke kerk
hier te lande had de raad van ministers onder dagteeke
ning van den 13 april jl.de eer, aan Uwe Majesteit een
ontwerp van beschikking voor te stellen. Het scheen in
deze, aan zoo velerlei misvatting onderworpene, zaak noo-
digde regtvaardigheid van de door bet gouvernement be
trachte handelwijs te doen gevoelen de regeling zelve en
den vorm barer invoering, als buiten het bereik des gouver-
nements geplaatst, niet met zijne taak te verwarrente wijzen
op den waarborgdien ieder tegen wezenlijken krenking bij
Uwe Majesteit vindten van harentwege tot verdraagzaam
heid en kalmte te stemmen.
Volgens de berigten heeft het antwoord, dat Uwe Majesteit
op de publieke audiëntie te Amsterdam gaf, eenen gansch
anderen indruk gemaakt. Men meent van Uwe Majesteit te
hebben verstaan dat hoogstdezelve zichtegen haren zin
door de grondwet gebonden achtte; dat Uwe Majesteitdoor
bet ontvangen beklag over hetgeen volgens die grondwet ge
beurd is den band tusscben bet Huis van Oranje en Neder
land nog versterkt rekende.
Men gelooft natuurlijk tusscben die toespraak en do hou
ding van hoogstdeszelfs ministers een strijd te ontdekken
die als tegenwerking wordt uitgelegd.
Zoo iets, Sire! mag, zelfs in schijn, niet bestaan; bet
minst ten aanzien eener aangelegenheid waarin alle klassen
des volks levendig, ja hartstogtelijk belangstellen. Niemand moet
kunnen gelooven, dat hij in bet hoofd der regering tegen
de regering steun vindt. Ware bet anders, de kracht der ko
ninklijke regering ware gebrokende beweging der gemoederen
zou niet ophoudenmaar voortdurenof telkens op nieuw
kunnen worden gewektonrust en tweedragt zouden gewon
nen spel hebben.
Wij komen USire, in het belang van het land en van
het koningschap, met eerbiedigen ernst vragen, dat het Uwer
Majesteit behage, aan een ondragelijken toestand een einde
te maken.
Ééne waarheid wordt algemeen erkend: de koning, dio
met zijne ministers niet overeenstemt, moet zijn ministerie
veranderen.
"Wij brengen gezamenlijk bet verzoek voor den troon, dat
Uwe Majesteit goedvinde hiertoe te besluiten: of alleu twij
fel en misverstand, op de meest uitdrukkelijke wijze, door
eene ronde openbare verklaring weg te nemen.
De grondwet verleent, naar onze overtuiging zeer te regt,
kerkelijke vrijheid en gelijkheid van bescherming. "Wij heb
ben aan de grondwettige vrijheid haren loop gelaten. Mogt
Uwe Majesteit met de grondwet of met ons stelsel van
bestuur niet te vreden zijn Uwe Majesteit gelieve ons te
ontheffen.
Dat, bij den ontvangen indruk, eene onverwijlde beslissing
noodzakelijk isbehoeven wij naauwelijks onder de aandacht
van Uwe Majesteit te brengen.
(Geteekend) Ch. F. Pahud, Thorbecke, van Bosse, Ens
lie, Forstner van Dambenoy, Strens, van
Zuylen van Nyevelt.
's Gravenbage, den 19 april 1853.
De koning heeft ontvangen het adres van de heeren mi
nisters van den 16 april jl.
Bij dat adres wordt erkenddat de koningmet zijne
ministers niet overeenstemmende, zijn ministerie moet ver
anderen.
Zijne Majesteit beeft mij opgedragen, in antwoord daarop,
te kennen te gevengelijk ik de eer heb te doen bij deze
dat Z. M. vermeent het oogenblik gekomen te zijn, om in
eene verandering van bet ministerie te voorzien.
De staatsraad, directeur van het kabinet des konings,
(Geteekend) A. G. A. van Rappnrd.
Vervolgens zijn nog ingekomen
1. brieven van de lieeren van Hall en van Doorn, die
daarbij te kennen geven dat zijten gevolge van de aan
vaarding eener ministeriële portefeuille, ophouden leden der
kamer te zijn
2. het eindverslag der commissie van rapporteurs, omtrent
het wets ontwerphoudende bepalingen ter uitvoering van
art. 187 der grondwet (inkwartiering).
De vergadering heeft bepaalddat de beraadslagingen
over het bedoelde wets-ontwerp zullen plaats hebben op ann-
staandon maandag.