MIDDELRURGSCHE
COURANT
1853.
Dingsdag
N°- 44.
12 April.
Bij dit no. behoort het verslag der buitengewone
vergadering van de Provinciale Staten van Zeeland
«zitting van den 8 en 9 April 1855.
ücetuircu cu Slbmitiiettratien.
i5imicitl«utb£tftc GTijbingcu.
een- veiv
mtitjtiivtti.
Seinlichten op Zeilschepen en
Zee-Stoomschepen.
De Commissaris «les Koniiigs in de Provincie EBee-
Iaiul
Gelet op Zijner Majesteits besluit van den 17 Maart 1853
(Staatsblad no. 14), houdende nadere bepalingen op het voe
ren van Seinlichten door Zeilschepen, en nopens op de Bin
nenwateren te voeren Seinlichten door de Zee-Stoomschepen
zijnde dit besluit van den navolgenden inhoud:
Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Neder
landen, Prins van Oranje-NassauGroot-Hertog van Luxem
burg enz., enz., enz.
Gezien liet gemeenschappelijk rapport van onze Ministers van
Marine, van den 29 Januarij 11., no. 76, van Binnenlandsche Zaken,
van den 26 Februarij jlno. 20.3 (6de afdeeling)van Buitenlandsclie
Zaken, van den 1 Maart jl.no. 6, en van Financien, van den 7
Maart 1853, no. 75, In- en Uitgaande Regtenhoudende voorstel
om, in overeenstemming mot de verordeningen deswege bij de naburige
Staten ten uitvoer gelegd, te bepalen dat ook de Zeilschepen ter be
veiliging der scheepvaart een Seinlicht zullen moeten voeren en tevens
om eene wijziging te brengen in de bepalingen van de koninklijke
besluiten van den 9 December 1845 (Staatsblad no. 68) en 29 Ja
nuarij 1850 (Staatsblad no. 3) met betrekking tot de te voeren Sein
lichten door de Zee-Stoomschepen op de binnenwateren
Den Raad van State gehoord (advies van den 15 dezer, no. 4);"
Hebben besloten en besluiten:
1. Te rekenen van den 1 April 1853, zijn alle Zeilschepen, liet
zij onder zeil, hetzij gesleept wordende, eenig ander Schip naderende,
of door een ander Schip wordende opgeloopcn, verpligt, om van zons
ondergang tot zons-opgang een helder licht te vertoonen, in zoodani-
gen standdat gezegd licht door het naderend Schip kan gezien wor
den en dat wel tijdig genoeg om het gevaar van aanvaren voor te
komen.
Alle Zeilschepen, ten anker liggende op reeden of stroomenzijn,
te rekenen van genoemd tijdstip, verpligt, om van zons-ondergang tot
zons-opgang aan den grooten top een helder licht te laten branden.
Plaatsenalwaar andere haven-reglementen voor het voeren van
lichten bestaan, zijn hiervan uitgezonderd.
De lantaarns die door de Schepen, ten anker liggende, gebruikt
wordenmoeten zoodanig zijn vervaardigddat zij van rondom een
helder licht verspreiden.
2. Met wijziging in zoover, van de verordeningen, vastgesteld bij
koninklijke besluiten van den 9 December 1845 (Staatsblad no. 68) en
29 Januarij 1850 (Staatsblad no. 3) te bepalendat de Zee-Stoom
schepen uit zee komende en omgekeerdzullen mogen blijven voeren
de Seinlichten tot nachtelijke verkenning van den koers op zee en in
de zeegaten, vastgesteld bij laatstgenoemd besluit, tot cnvan hctFort-
Bathde steden Amsterdam, Rotterdam cn Dordrecht en alzoo met
vrijstelling van de, bij gezegd besluit gehandhaafdebepalingen van het
koninklijk besluit van den 9 December 1845 (Staatiblad no. 68) no
pens de te voeren seinen door de Stoomschepenbevarende de rivie
ren stroomen en kanalen van dit rijk.
2. De bepalingen van de aangehaalde besluiten, van den 9 De
cember 1845 (Staatsblad no. 68) en 29 Januarij 1850 (Staatsblad no.
3), blijven overigens van volle kracht, en in verband hiermede, van
toepassing.
Onze Ministers van Binnenlandsche Zakenvan Marinevan Bui
tenlandsclie Zaken en van Financien, zijn belast met de uitvoering van
dit besluithetwelk in het Staatsblad en in de Staats-Courant zal wor
den geplaatst."
's Gravenhage, den 17 Maart 1853.
(Get.) WILLEM.
Heeft goedgevonden
Dit besluit te brengen ter kennis van allen die het aangaat
met uitnoodigingzich ten stiptste dien overeenkomstig te
gedragen.
En ten einde niemand hiervan onwetendheid zoude kunnen
voorwendenzullen exemplaren dezeralom in deze provin
cie worden aangeplaktdaar zulks te doen gebruikelijk is.
Middelburg, den 2 April 1853.
De Commissaris des Konings voornoemd
VAN TETS.
De <jlc«lc|>uteer<le Staten van Keeïaml doen te
weten, dat in hunne Vergadering van heden is bepaald dat
de verkiezing van een Lid der Provinciale Statenter ver
vanging van den Hoer C. VIS overleden in het Hoofd
kiesdistrict Middelburg, zal plaats hebben op Woensdag den
20 der loopende maand, op welken dag de stemming in de
Onder-kiesdistricten en in de Hoofdplaats van liet Hoofd
kiesdistrict gelijktijdig zal geschieden.
Gegeven te Middelburg den 8 April 1853.
De Gedeputeerde Staten voornoemd
BECIÜS, Voorzitter.
S. VAN DER SWALMEGriffier.
SZUITiart» HIEZERSH/STEjr.
De Biurg-eineester van Middelburg maakt bekend, dat
de Lijsten, de Personen aanwijzende, die binnen deze Gemeente
tot het kiezen van Loden van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaalvan de Provinciale Staten en van den Ge
meenteraad bevoegd zijnop heden zijn geslotenin de Bene
den-Voorzaal van het Raadhuis aangeplakt en op de Stads-
Secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd.
Middelburg, den 11 April 1853.
De Burgemeester voornoemd,
PASPOORT VAN GRYPSKERKE
rJEUBlK4RKtr
zal gehouden worden
Te THOLEiVop Donderdag den 14 April 1853,
Te ST. nilRTEKSMJK op Vrijdag den 15 April 1853.
llfll.ïitts IO sim: 21*.
Met hartelijke dankbetuiging aan de edele geversberigt de
ondergeteekende, voor het Prot. Schoolfonds te Apelternte
hebben ontvangen: 2G Maart, van T. 13. 5; 1 April, van
V. L. f 10; 3 dito, van C. uit de avond-collecte N. K. f 1,50;
4 ditoPostmerk Middelburg, 2 Muntb. a 10 is 205 dito
uit de Kerk-collecte2 Coup. W. S. no. 1284 en 1285 kf 3,9G,
is/7,92; 6 dito van N. N. 5 8 dito, 5 10 dito van
het Huisgezin van V. M. ƒ3,75gecollecteerd: voorrn. O.K. ƒ1,
K. K. ƒ1Av. N. K. van ZZ. een Muntb. 10,00. Zamen ƒ70,19.
's Heeren zegen en goedkeuring vergezelle verder dit werk
des geloofs
J. C. HENTZEPETER, Predikant.
Bij het Colleg-ie van Regenten over den Alg-e-
in een «'ii Armen te E^lissingen van een onbekende ont
vangen zijnde eene som van negen Gulden, betuigt het langs
dezen weg zijnen dank voor dit blijk van christelijke liefda
digheid, het welk, in eenen tijd van toenemende verwijdering
tusschen verschillende zich noemende christelijke gezindheden,
op te liooger prijs gesteld wordt, daar de onbekende gever
door deze toont, zijne mededeelzaamheid niet te willen be
perken tot de armen zijner gezindheid, met uitsluiting van
anderen, maar liefderijk gezind is jegens allen, daarbij in
eiken arme een voorworp ziet dat aanspraak mag maken op
zijne christelijke liefdadigheid.
Vlissingen, den 8 April 1853.
Het Collegie voornoemd
J. W. CALLENFELS Vt.
R. J. WALTMAN Amanuensis
iHIUDELBlRR, SS April.
Het zal onzen gewestgonooten hoogst aangenaam zijnuit
het beden door ons medegedeelde verslag van de vergade
ring der provinciale staten te bespeuren dat de heer B.
Bomme weder in zoo verre hersteld isdat hij de verga
dering van 11. zaturdag heeft kunnen bijwonen.
Tot secretaris der gemeente Nieuw-en Sint-Joosland
is in de jongste raadsvergadering benoemdde heer D. J.
van der Horst Serie jr.
Ingevolge magtiging van den koning, van den 1 dezer,
zullenna de aanstaande garnizoens-verwisselingde 3de en
7de regementen infanterie onderling van brigade verwisselen,
zoo dat alsdan de eerste brigade zal bestaan uit het 1ste en
3de, de tweede uit liet 2de en 4de, de derde uit het 7de en
8ste en de vierde uit bet 5de en 6de regement infanterie.
Het koninklijk besluit van 2 maart jl.aangaande de
huwelijken van officieren bij de landmagt hier te lande, heeft
Z. M.bij besluit van den 28 dier maandook van toepassing
verklaard op de officieren behoorende tot de troepen in Oost
en West-Indie.
Het heeft Z. M. den koning behaagd, aan den heer de
Normandie 's Jacob, vroeger kapitein bij den generalen staf,
thans benoemd majoor bij lietbataillon jagers no. 27 in West-
Indie, te schenken een exemplaar van de uitmuntende gravure
van Keyzer naar de schilderij van Pieneman, voorstellende
de beeldtenis van Z. M.met daaronder een eigenhandig
schrijven van hoogstdenzelve Tot aandenken bij het vertrek
naar West-Indie."
Bij besluit van den 6 dezer heeft Z. M. aan dr. R. P. A.
Dozy, buitengewoon hoogleeraar te Leydcnvergunning ver
leend tot hot aannemen van de onderscheidings-teekenen van
kommandeur der orde van Karei III, hem door de koningin
van Spanje geschonken.
Uit Zierikzee schrijft men ons:
Mogt in de maand mei jl. onze burgemeester, de heel
de Cranebij bet berdenken van zijn 25jarig burgemees
terschap, uit de vele blijken van vreugde, toen aan den
dag gelegd, ontwaren, dat zijn welzijn allen ter harte ging,
niet minder was de dag van 7 dezer voor licm genoegelijkdaar
hij thans zijnen 70sten jaardag vierendeook nu weder
uit de vele blijken van deelneming kon bespeuren, dat bij
nog steeds de genegenheid van de inwoners van Zierikzee
geniet, die voorzeker allen niets liever wenschendan den
zoo zeer door ieder beminden en geachten man aan het hoofd
van liet bestuur zoo lang mógelijk te behouden."
Ilct Handelsblad verzekert, dat de door Z. II. den paus
gedane benoemingen der nieuwe nederlandsclie bisschoppen
hier te lande reeds zijn ontvangen. De hoog-eerw. heer
Zwijsen, thans bisschop van Gerra, zou tot aartsbisschop van
Utrecht, en de hoog-eerw. heer van Vreethans president van
het seminarium te Warmond, tot bisschop van Haarlem be
noemd zijn.
Volgens de IJ- en Amstelbode zou de koning aan de
onderteekenaren van het adres uit Utrechtter zake van
de vestiging der roomsch-katholijk bisschoppelijk hiërarchie
liier te lande, geantwoord hebben: „dat de grondwet de
vrije uitoefening van elke godsdienstige gezindheid van al
zijne onderdanen waarborgt; dat Z. M. die grondwet pleg-
tig bezworen heeft en niet bij magte is daarop inbreuk te
maken."
Vrijdag nacht is te Amsterdam overleden de heer J.
W. Pieneman, oud-directeur der koninklijke akademie voor
beeldende kunsten, ridder der orde van den Nederlandschen
Leeuw en kommandeur der orde van de Eikenkroon. Hij be
zweek in 74jarigen ouderdom, na eenige dagen lijdens, aan
de gevolgen van herhaalde aanvallen van beroerte. De beer
Pieneman was een der uitstekendste sieraden van de neder
landsclie schilderschool, wier luister in liet historische vak hij
meesterlijk en roemvol handhaafde. Hij was te Abcoude in
1779 geboren en bekleedde van 1820 tot nu onlangs de betrek
king van directeur der voormelde akademie. Hij vormde vele
leerlingen die der nederlandsclie kunst tot eere
Uit Gorinchem schrijft men van den 8sten
Heden morgen gebeurde op de stoombo
even voor hare afvaart, des morgens ten 7^
schrikkelijk ongeluk. De persoon van W. Ke:
raakte met zijn hoofd tusschen de machine, zoodat
lijk verbrijzeld werd. De ongelukkige laat eene
en vier kinderen na die door dit ongeval in de diepste ellen
de gedompeld zijn.
Dezer dagen is in den tuin van de Koninklijke Acade
miën te Delft eene volledige telegrafische inrigting daarge-
steld, uitsluitend ten gerieve van het practisch onderwijs der
nieuw aangestelde leerlingen in de telegrafie.
Het vijf en twintigjarig bestaan van het departement
Haarlem der Nederlandsclie Maatschappij ter bevordering van
Nijverheid is vrijdag avond te Haarlem gevierd met een feest
voor de ambachtslieden en fabrijk-arbeidersmet hunne vrou
wen, binnen den kring van het departement woonachtig.
Dit feest heeft bestaan in eene tooneelvertooning in den
schouwburg buiten het groote Ilouthek, door de tooneellisten
van den Amsterdamschen schouwburg. De opgevoerde stukken
waren Marie Jeane, of de vrouw uit de volksklasse, en het
lang bekende blijspel De Snijder en zijn Zoon. Elk der
genoodigden is onthaald op een broodje, met boter en kaas,
en een kop zeer goede chocolade. Het feest schijnt allezins
aan het doel te hebben beantwoord.
Volgens berigt van Zr. Ms. fregat Doggersbank, ka
pitein ter zee A. J. de Smit van den Broeckezou dit schip
den 15 dezer de reis van Konstantinopel naar Nederland aan
nemen.
De Nieuwe Rotterd. Courant deelt het volgende mede
De in onderscheidene dagbladen onlangs opgenomene tij
dingen, omtrent de organisatie der roomsch-katholijke kerk
hier te lande hebben aanleiding gegeven tot het verspreiden
van onderscheidene onjuiste geruchten. Zoo komt onder an
deren in het engelseh blad the Times, van den 24 maart
jl., een telegrafisch berigt voor, waarbij wordt vermeld:
dat de pausop verzoek van het ncderlaridsch gouvernement,
een aartsbisschop van Utrecht en vier suffragaan-bisschop-
pen heeft benoemd."
Het is niet onbelangrijk te achten, den waren toestand
dezer aangelegenheid te doen kennen en te dien einde ver-
meenen wij, het volgende, uit geloofbare bronnen geput, to
kunnen mededeelen:
Op het einde van 1851 heeft de pausselijke internuntius
bij ons hof zich tot het gouvernement gewend, te kennen
gevende, dat de paus voornemens was tot de organisatie
alvoroomsch-katholijke kerk in dit rijk over te gaan, doch
betrrens de inzigten der regering wenschte te kennen, met
„ekking tot het in 1827 gesloten concordaat,
ver Door de regering is in der tijd aan den internuntius
gr klaarddat hetvolgens de beginselen der nederlandsclie
ondwet, vrij stond de aan de roomsch-katholijke kerk voe
gende organisatie daar te stellen, doch dat het gebruik ma
ken van die vrijheid medebragt het vervallen van alle uit het
concordaat voortvloeiende verbindtenissen.
Hiervan was het gevolg, dat de internuntius in den
herfst van 1852 verklaarde, dat de paus tot de regeling dezer
roomsch-katholijke aangelegenheid zoude overgaan, en dat
door die daad, de uit het concordaat voortvloeiende weder-
keerige verbindtenissen zullen ophouden, waarop door de
regering is te kennen gegeven, dat, op die wijze, geen beletsel
tegen de bedoelde regeling bestondbehoudens het toezigt
van den staat, tot handhaving van de openbare orde, en
zijne zorgdat ieder kerkgenootschap zich houde binnen
de palen van gehoorzaamheid aan de wetten van het rijk.
De bepalingen van de grondwet van 1848 over dit on
derwerp nagaande, zal men de overtuiging erlangen, dat de
regering die voorschriften getrouw is nagekomen en geenen
anderen weg dan den ingeslagenen kon volgen. De grond
wet immers geeft aan ieder kerkgenootschap het regt, zijne
inwendige belangen op de hem eigenaardige wijze te regelen
zonder dat de staat daarop invloed uitoefene.
Het gevolg hiervan moest wezen dat de vroeger door
do regering aangegane verbindtenissen vervallen, en zij zich
bepalen moet tot het grondwettig toezigt over alle bestaande
kerkgenootschappen, zonder zich met hunne inrigting te be-
moeijen.
Hieruit volgt dan ookdat de door den paus aange
kondigde nieuwe regeling, zonder medewerking der regering
is vastgesteld.
Die regeling komt hoofdzakelijk op het volgende neder:
voortaan zullen er vijf, in plaats van vier, roomsch-katho
lijke kerkdistricten bestaan, in dier voege, dat het tot hier
toe door den pausselijken internuntius, als vice-superior der
hollandsche zonding, gevoerd kerkelijk beheer aan twee daar
toe te benoemen nederlandsclie kerkvoogden, als aartsbisschop
van Utrecht cn bisschop van Haarlemzal worden opgedra
gen terwijl de drie thans bestaande apostolische vicariaten
van 's IlertogenboschBreda en Limburg geene verandering
zullen ondergaandan dat de kerkvoogden den titel zullen
voeren van bisschop van 's Hertogenbosch ven Breda en
van Roermond.
Deze nieuwe inrigting brengt derhalve mededat de
roomsch-katholijke kerk hier te lande niet langer als land
van missie, onmiddelijk uit Rome zal beheerd worden, maar
een eigen zelfstandig bestuur, met Nederlanders aan het hoofd,
zal erlangen.
Uit deze opgave zal dan ook genoegzaam blijkendat
deze aangelegenheid, van zuiver godsdienstigen aard, haar
beslag kan krijgen, zonder eenig nadeel voor de andere in
dit rijk bestaande kerkgenootschappen."
Rerlmiemvs. Z. M. heeft eervol emeritaat en pen
sioen verleend ingaande met 1 julij eerstkomendeaan den
predikant J. V. Iloffman te Neuzen.