Gercglelijkc Aankondiging. STEENKOLEN. 1P1^* Magazijn van Russische en Amerikaansche Pellerijen, 3ccti)biu0ctt. Qbvcvtcnttcu. dc hertogin de Praslin, die tijdens het beruchte proces zulk eene treurige vermaardheid verwierf, is met een pair van Engeland in het huwelijk getreden, SJelg-ïö. Brussel 24 september. De september-feesten worden door het schoonste weder begunstigd. De koning en de prinsen hebben de opening van de tentoonstellin gvan bloemgewassen en de inwijding der nieuwe kazerne du Petit Chateau bijgewoond. Het congres van geneeskundigen heeft gisteren zijne werkzaamheden ten einde gebragt. De prins en prinses Murat zijn op dc reis naar Duitsch- land te Brussel aangekomen. Prins Hendrik der Nederlanden wordt heden te Ant werpen verwacht. VLISSINGEN 26 september. Het Engelsche barkschip Bolivarvan Dundee kapt. J. Peatvan Antwerpen in bal last naar Newport bestemd, verleden maandag alhier uitge zeild, is dingsdag, met verlies van zeilen en contrariowind uit zee teruggekeerd. Een paar uren later sloeg hetzelve op deze reede van zijne ankers en ligt thans beoosten Neuzen tegen de schorren op het strand. VEERE 27 september. Den 23 dezer zijn naar Antwer pen gezeild: James en Emmakapitein Nordfolk en Elisa- bcth en Marykapitein Swan beide van Londen, met guano den vorigen dag mot storm als bijleggers alhier binnengekomen. Den 24 uitgezeild: Elswicbkapitein Brown; den 25, Adolf Eduardkapitein Ilornen den 26, Mary Dorotheykapitein Howard, alle drie van Middelburg naar Newcastle, met ballast. Dordrecht, den 25 September 1852. Heden beviel van eene üochtefVrouwe C. A. VAN DEN BRANDELEE, geboren SCHORER. Eenige kennisgeving. Heden overleed alhier Mejufvrouw A. M. J. BROUSSON, in den ouderdom van 70 jaren, hartelijk geliefde Zuster van Middelburg, A. II. BROUSSON, den 24 September 1852. Wed' BeekhÓff. Eenige kennisgeving. lieden overleedtot diepe droefheid van mij en mijne Kin deren mijne geliefde Echtgenoote MARIA ELISABETH IIIBONin den ouderdom van 71 jaren, na eene zeer ge lukkige Echtvereeniging van 51 jaren. Middelburg, J. A. AUBIIY. den 25 .September 1852. Heden overleed ons jongste Kindje, MAGRIET1IA MARIA, in den ouderdom van ruim vijf maanden. Middelburg, W. DEKKERS, den 27 September 1852. M. J. DEKKERS, geb. Lievexse. Gevoelig voor do vele bewijzen van deelnemingop mijn Tachtigste» flaanlag (Vrijdag 24 September) ondervon den, betuig ik allen daarvoor mijnen oprogtcn dank. Middelburg, p DE CLOEDT. den '2o September 1öo2. Bij Exploit van den Deurwaarder PETRUS FRANCIS- CUS VAN DEN BROEK, te Breda, in dato 22 September 1852geregistreedheeft de Hoog Welgeboren Vrouwe Jonkvrouwe GERARDINA ADRIANA PEfRONELLA SNOUCK IIURGRONJE Echtgenoote van den Heer DIRK JOIIANNES YSEKMAN Kapitein bij liet 7de Eegcment Infanterie, liggende in garnizoen te Breskens na daartoe, overeenkomstig de Wetverlof te hebben verkregentegen haren genoemden Echtgenoot een Regtsgeding tot scheiding van Tafel en Bed aangevangen en daarbij tot haren Procu reur aangesteld den ondergeteekendcPIETER REKKER wonende te Middelburg onder dc Abdijpoortwijk A, no 49. Middelburg den 27 September 1852. P. REKKER, Procureur. De betrekking van 32UiE^>T- Y.a.B3ESï en Mf®3ï2S35BS. in het Gesticht No. 1. ((rusthuis) vacant geworden zijnde, zoo worden de Ingezetenen dezer Stad, die daarnaar zouden verlangen te dingen, uitgenoodigd, om hunne aanvragen daar toe, onder overlegging der noodige getuigschriften, vóór den 1 October eerstk.schriftelijk in te dienen en te bezorgen aan bovengemeld Gestichtaan het adres van het Collegie van Regenten over de Godshuizen. Uit «le limxl te koop een P.&H.SBSL'flS, staande op de Bree, letter E, no. 278, des verkiezende met daarinliggende Goederen. Adrps SeisstraatQ, 14. In lossing Schipper DE GROOT, met SMeran fJnïïIetteii voor H. J. DRONKERS. van AMSTERDAM. De ondergeteekende heeft de eer te berigten, dat hij hier aangekomen is met een groot en zeer exquis assortiment Hnssisclit' en .Araevlkaaiigche Pelterijen, waaronder Chinchilla, Edel- en Steinmarder, Petit Gris; Marderbrulé WcrtseMuscus, Jenotte, Hermelijn, Grijze Lapó en Zwa- nendonse 4' ictorincsBoassons en MoffenDonse, Ring en gevulde Colliers"V oet-stoven Manchettensolide op- en on opgemaakte Astracan Jaskragen bonte Schoenen enz. enz. I-lij noodigt het geëerde Publiek uit zijn Magazijn te be zoeken zich vleidende dat hij zoo door dc deugdelijkheid zijner Goederen als door ruime keuze, en niet minder civilo prijzen, zich de goedkeuring en tevredenheid zal verwerven van lien, die hem met hunne tegenwoordigheid zullen voreeren. Is uitgepakt in het Nederlandsch Logement in de Abdijal waar hij slechts weinige dagen zal vertoeven. Middelburg 27 September 1852. D. J. SANGER, Mr. Bontwerker. NB. Ileeren Winkeliers genieten extra rabat. Eene aiSJSSEIOSJraSTEïS., van middelbare jaren, op eene der Dorpen in dit Eiland benoodigd, tegen November aan staande. Adres met gefrankeerde Brieven onder de letter X bij de Uitgevers dezer Courant. Tegen October of November eene ItElJJAE^iTIEao be noodigd. Adres bij de Uitgevers dezer Courant. Tegen November eene lUSBSCEliOfiBiISEB benoodigd bij Doctor DE MARRÉE. Eene Burger SMJEXSTItlEïas en een aankomend MEÏS.BE benoodigd, met November; adres bij J. C.cn W. ALTORFFER. Jtsaia «le Blesliictic vau «le Msiltieitotaii'g'scJse Coaei'awt. Het nieuwe Week- en Advertentieblad, de Ekster nam in zijn no van den 28 augustus jl.110. 157 ecu stuk op, getiteld: Het lot der weezen," gedagteekend Vmet do letter R. Dit stuk, zoo onbekookt en zonder kennis van zaken als beleedigend voor de personen daarbij betrokken en aangewezen lokte mijne mededceling uit ven een gesprek over dat onderwerptussehen twee burgers van deze stad, aan de redactie van hetzelfde blad, om het onder de oogen te brengen van hen die het eerste hadden gelezen. In haar no. van 8 september, no. 100, berigtte de redactie de zamenspraak tussehen Jan cu Piet te zullen plaatsenwanneer do inzender zich zoude noemen. Ik voldeed dadelijk hieraandoch het stuk werd echter niet geplaatst. Eindelijk op mijne vraag naar do reden dezer vertraging ontvang ik onder dagteekening van lieden het berigt, dat gezegde zamenspraak niet zal geplaatst wordendaar zij volgens het gevoelen der redac tie tegen een allezins geacht persoonen wel onverdiend gerigt is. Ik wil geen oordeel uiten over de handeling der redactie van den Ekster die telkens zijne bladen dienstbaar maakt om geachte personen ,tc dikwerf onverdiendte bespotten en to verguizendezelve is zoo zeer in strijd met het tegenwoordig voorgeven als de openlijke verklaring in no. 1G0 om de zamenspraak te zullen plaatsenmet hot tegenwoor dig afwijzend besluit. Waar daden sprekenzijn gcenc woorden van nooden. Laat do redactie zich ook soms door zekeren invloed bcheorschen? Was de aankondiging tot plaatsing een-valstrik tot het leeren kennen van namen? Ook deze vragen wil ik niet beantwoorden. Genoeg, do handeling der redactie doet mij, meer dan ooit, prijs er opstellen, dal de door mij ingezonden zamenspraak bekend worde als tegenhan ger tegen het bolecdigende stnk van Rin den Ekster van 28 aug. jl. Wie de schrijver R. is weet ik nietmaar alzoo bij de zamenspraak geen bepaald persoon wordt aangeduid, zoo min door toespeling op uiterlijk als op woonplaats of betrekking bij den Ekster zeer gebrui kelijkkan ik niet inzien, dat eenig geacht persoon onverdiend zich daardoor kan gecompromitteerd rekenen. De zamenvocging en strek king der volzinnen van R, schijnen over hem en ziju geschrijf bij de zamenspraak het oordeel te hebben geleid. Wanneer uliedcnmijne hecrcn, met mij in dit stuk niets onvoeg zaams ziendan verzoek ik ulicden beleefdelijk hetzelve onder do in- zongeden stukken in uw dagblad op te nomenzoowel tor bevordering van liet doeiuit dc zamenspraak blijkbaar als om de strekking van een blad te doen kennen, dat zich wel tot verkeerde beoordeelingen en bc- lecdigingcn leentmaar billijke teregtwijzing cn verdediging afwijst. Mogt hieraan niet kunnen worden voldaan, dan verzoek ik u hetzelve voor mijne rekening als advertentie te plaatsen* Ik heb de eer met achting te zijn Vlissingen, Uwen bij u bekenden Dw. Dienaar, den 22 September 1852. W. JKraganieiit tsït een ftes|srelk van twee VHissaug'scïie ÏSsirgers. Piet. Wel Jan, dat doet mij eens regt genoegen, dat gij mij ecns komt opzoeken; gij hebt liet mij ui lang beloofd, maar ik weet hct> gij kunt ook niet altijd wegals go wilt. Jas. Ja Vriend, belofte maakt schuld, en toen ik van avond te huis kwam vond ik alles overstuur door de schoonmaakals gevolg van den nieuwen bouwik dacht alzoolaat ik 1111 mijn vriend Piet eens bezoeken; bij heeft mij al zoo dikwerf gevraagd, cn liet zoude wel staan, of ik de kennis niet wilde onderhonden. Piet. Dat is regt goed. Zeg eens vrouwhaal vlug een lekkere kruik bier, en zie hier een pijp, steek gij mijn vriend, in afwachting, er den brand eens ia, en dan gaan wij op ons gemak zitten praten. Jas. Wel Piet wat laast gij bij mijn binnenkomen met zooveel aandacht, dat gij mij naauwelijks hoordethet geleek wel eene courant. Piet. Hoor eensvoor een ander zou ik het niet willen weten maar wij kennen elkander to goed, om er niet voor uit te komen. Het was de Ekster. Mijn buurmando kruidenierleest dat blaadjo trouw, en wanneer er dan zoo iets instaat, dat bijzonder zijn aan dacht trektdan geeft hij het mij wel eenscn zoo was ik dan nu ook, bij uw binnenkomenbezig met het lezen van een in no. 157 opgenomen ingezonden stukover Je dezer dagen plaats gehad hebbende opzending van weezen uit Vlissingen naar een der koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid. Het staat fiks op zijn pooten en dc schrijver 11. uit Vis tocli maar iemand die het goed durft zeggencn het met de mcnschhcid in het algemeenen met Vlissingensch ingezetenen in het bijzonder regt, goed meent. Hoe is liet mogelijkdat men nog zoo barbaarsch zijn kan om die kinderen ongelukkig genoeg dat zij ouderloos zijunog van liier naar de kolonie to zendenwaar zij niets leereneu naar ziel en ligchaam bedorven er vandaan komen. Ik mag den president van liet gesticht gaarne lij den maar ik had niet gedacht, dat hij de man zijn zoude, zoo als de schrijver daar neersteltdie met geweld die opzending doorgedre ven heeften de regentenals Chinceschc poppenmaar hebben ge knikt. Wat doet men met zulke jabroers? Neen, een man alsR. moest er inzittendie zoude dc boel eens teregt zettendat beloof ik u. Jan. Wel Piet is dat doordraven. Ik heb u altijd voor een bere deneerden vent gehouden die zich door het geschrijf van den een of anderen ontevreden bediller maar niet zoo liet wegslepenen voor hij oordeel velde eerst onderzocht wat waarheid ware. Tot mijn spijt zie ik, dat gij ook al met den tijdgeest besmet zijt0111 u door schoonklinkende woorden en holle theorien te laten vangen. Uit liefde voor de waarheid doet het mij genoegen dat deze zaak tussehen ons is ter spraak gekomen. Een neef van mij is, zoo als gij weetregent van liet arm-gust- en weeshuis geen vriend van de kolonieen omdat ik zulks wist heb ik expres hem er naar gevraagd hoe of het kwamdat de kinderen van Dycke moesten worden opge zondenen daarop gaf liij mij ten antwoord, dat zulks was overeen- komsiig de bepalingen en voorschriften door het stedelijk bestuur uit gevaardigd, den 4 mei 1849, om alle weezen, verlaten kinderen zijnde of in oneeht verwektnaar de kolonie op te zendenen dat alzoo president en regenten van het gesticht niet anders doen konden, dan do kinderen van Dyckeals verlatene kinderenvan Neuzen hcrwaards gekomenop te zendenterwijl zij nog op zich namen een vierde kind, slechts twee jaren oud, vooralsnog, om dcszelfs jeugdigen on ouderdom, eeuigen tijd in het gesticht te behouden. Had de schrijver R. aan zijne liefderijke uitboezeming daden gepaard had zijn Christen hart niet slechts gesproken, maar gehandeld, dan had hij het opzenden dier kinderen kunnen voorkomendoor in hun onderhoud, of zelfof te zamen met anderen te voorzien en alzoo liet stedelijk bestuur ontlast van do kosten hunner verzorging en opvoe ding dan had hij gedaan als de weduwe Smaal, die hare kleinkin deren Oberliesodoor den vaderna het afsterven der moederver laten, weder heeft tot zich genomen, toen zij na dezelve eerst aan het weeshuis te hebben opgedragendo zekerheid van derzclver opzending naar de kolonie verkreeg; dan had hij het lofwaardig voor beeld gevolgd van den heer Korn. Blonk, in deze stad, die den wees Gysbertus de Langeuit do kolonie alhier met verlof aanwezig opdat hij derwaarts niet zoude behoeven weder te koerengeheel heeft ge naderd en het weeshuis voor alle verdere aanspraak tot verzorging en opvoeding gevrijwaard dan had hij gedaan als onderscheidene Daar ivij voor artikelen als het onderhavige de kolommen onzer Courant niet kunnen openstellenkan het alleen als advertentie worden geplaatst. De Redactie. andere ingezetenen dezer stad, die, uit betrkking tot weczen 111 de ko lonie deze voor hunne rekening hebben genomen. En niet alleen dat president en regenten van het gesticht tot de op- zendig verpligt waren het belang van de stadeen goed en zuinig be heer van dc gelden door de ingezetenentot voorziening in do behoefte bijcengebragt en het bctimr toevertrouwd, vorderde ook die opzending. De directie van het gesticht heeftten gevolge van bestaande contrac ten met het bestuur der Maatschappij van Weldadigheidop hot oogen- blik in do koloniën zeven vrijplaatsencn terwijl de opgezonden ver laten kinderen van Dycke kunnen berekend worden alhier in het wees huis p. m. f 100 ieder per jaar to kostenzijn zij nu in de kolonie buiten kosten van het gesticht of bestuur, eu wordt aldaar voor hen niets betaald. Zie daar nn do ware tocdragt der zaak. Wat zegt gij er van Piet. Wel vriend, in dank er u voor dat gij mij dat zoo eens hebt verteld, Neenin den stand van zaken zoo als gij die voorsteltkon den president en regenten niet anders handelen. Zij hebben bij mij hunne eer terug, cu het spijt mij, dat ik een enkel oogenblik hen heb verongelijkt; maar wie kon toch ook denken dat de schrijver R.zoo maarzonder eenig voorafgaand onderzoekik wil niet zeggen ter kwader trouw, maar toch alles behalve eerlijk, beschuldigingen zoude rond zich werpen, ten laste van mannen, wier bekend karakter wel der moeite waard ware om eerst eens naar dc redenen hunner handel wijs te vragenalvorens hen in een hatelijk daglicht te trachten te plaat sen bij hunne mede-ingezetenenwelke de schrijver R. zeer goed weet vooringenomen te zijn tegen de maatschappij van weldadigheid. Jan. Wie zoude zulks denken? Ja, men kan tegenwoordig alles denken, cn zeker wel het minste vertrouwen dc fraaije voorstellingen ten behoeve van de mindere klassen en der armen. O te dikwerf gelijken zo op gepleisterde gravenvan buiten fraai voor liet oog maar van binnen onrein en vuil, en verbergen naijver cn kwaadaardig heid of oen laakbaar eigenbelang. Het zijn niet degenen die roepen HoeveHeevedie zullen ingaan in liet Koningrijk der Hemelen. Kende schrijver R. de geest der Christelijke liefdeen wensehte hij in dien geest te handelendan zoude hij onderzoeken alvorens te oor- deelen en te vcroordcelcndan zoude hij van liefdeloozc of verkeerde handelingendoor beschcidenc opmerkingen cn vertoogendaarwaar het te huis behoorde, trachten terug to brengen cn dezelve voorkomen. Gecne Courant-artikels, hatelijk in strekking, cn alleen zichzclvcn ver heffende zoude hij schrijven. Als hij zelf wat moer do hand op liet hart legdeeu zijne handelingen onderwierp aan de inspraak van het geweten, dan zoude hij loeren, dat voor den zelfstandigen braven man niet, als voor den tooncelspolerde werking alleen is op liet effecten het bidden op hoeken der straten verafschuwendan zoude hij do waarde leeren van het woordde eene hand wotc niet wat dc andere doet; dan zoude hij niet liefdeloos vcroordeclen wat hij niet kent. Ik ben ook geen voorstander van de Maatschappij van Weldadigheid cn geloof dat hare inrigting veel te wenscben overlaatmaar uit eenige teruggekeerde kinderenwier opvoeding mislukt of niet in den geest onzer mede-ingezetenen is ingerigteen guuseh afkeurend oordeel te vellen is dunkt mij zeer gewaagd. Als schrijver R. int zoo onbekookt oordeelt over hetgeen in zijne stadonder ziju bereik geschiedthoe zal men hem dan vertrouwen in aangelegenheden van elders. Dan zoude hij niet laag vallen op pre sident cn regenten van het gesticht, cn hunne handelingen iu een hate lijk daglicht plaatsen. Ik ben ook voor openbaarheid ,en die wat verdient die moet wat hebben. Maar als men beschuldigt dan moet men dat doen in billijb- beid en met kennis van zaken cn waar levert schrijver R. nu liet be wijs van willekeur in de handelingen van den president en leden van liet gesticht? waar het blijkt, dat zij liet hoogo gewigt hunner betrekking niet kennen? waar liet bewijs dat regenten zieli lafhartig aan de uit spraak van den president onderwerpen? Hij weet niet, wat hij zegt, want hij is onbekend niet de bestaande bepalingen en voorschriften die de handen van president cn regenten binden. Hij weet niet, dat de opgezondenen iu de kolonie voor niet worden verzorgd cn opgevoed terwijl zij hier p. 111. f 300 zonden kosten. Hij is onbekend met de behandeling cn het beleid dor zakenwant dan zoude bij weten dat in eencn tijd dat alles gereglementeerd wordt, geen willekeur kan be staan. En ook de personen kent hij niet, want dan zoude hijnoch over den president, noch over dc regenten een oordeel uitspreken, zoo ongunstigals hij het daar heeft nedergeschreven. Maar wanneer van willekeur cu aanmatiging sprake is, zoude dan hier welligt het spreekwoord niet geldenZoo als de waard is ver trouwt hij zijne gasten." Droombeelden, cn niet anders zijn het dus, van zijne verhitte en be dorven verbeelding, uitgekraamd door den schrijver R.om eenige tooneelkuustige zinsneden aan den man te brengen. E11 uu nog een enkel woord over het slot. Was het eerste zonder kennis van zaken cn hatelijk geschreven de daarstelling van het aan gegeven fonds is ondoelmatig en bezwaarlijk tc verwezenlijken. Schrijver R. schijnt van het denkbeeld to zijn uitgegaan, dat dé weezen onvoorwaardelijk in Vlissingen naar de koloniën der Maat schappij van Weldadigheid worden verzonden. Het zijn echter alleen verlaten kinderen cn die in onecht verwekt. Het is waardat die kinderen niet kunnen verantwoorden wegens de slechte handelwijze hun ner ouders, Ik wil hier niet beoordeelen do juistheid van den maatre gel door het bestuur genomenwelligt in het belang der zedelijkheid. Maar ik wil alleen u doen opmerken, dat het niet zijn die weezen, waar van de schrijver R. zegt: verbannen uit do stad, waar gij liet eerste levenslicht aanschonwdct, van de plaats waar uwe dierbare ouders den laatstcn ademtocht lietencn dat, hoe gaarne vele den penning der weduwe zouden ten offer brengen 0111 dc laatstbedoelde weczen in hunne moederstad terug te houdenwelligt de zienswijze zoude worden gedeeld van het bestuur, cn niets worden bijoougebragt ten behoeve van eerstgcmeldcn. In het lot der weczen in liet algemeen wordt van stadswege voorzien, en wel zoodanig, dat men zich geen onderzoek deswegens behoeft te schamen. Ondoelmatig zoude ik het noemende oprigting van een fonds om te voorzien in de terughouding van verlaten kinderen en in onecht ver wekte weezen daar dank zij der liefde van ouders cn bloedverwanten dc opneming dier ongelnkkigen zelden wordt verlangd, en mogt zulks het geval zijn alsdau eene tijdelijke bijdrage op bet oogenblik dat liet. doelmatige der hulp gevoeld wordt en het medelijden levendig isbest in dc behoeften zoude kunnen voorzien, Moeijelijk ook tc verwezenlijken is de nangógevon maatregel, want hoe toch kan schrijver II. hoop voeden op de daarstelltng van een fonds tot het beoogde doel, bij den algemccncn geest die alom hecrscht, dat stads kas daar is, om 1:1 aller behoeften tc voorzien. De armbesturen gaan gebukt onder een last van zorgen tot voorziening in do behoeften der armen, en op welke wijze worden zij door de christelijke liefdadig heid geschraagd Ik wil niemand beoordeelen in eene zaak tussehen God cu liet gewc- tcumaar ik vraag het n wat brengen do collecten op cn wat liobbe men dus van eene zaak als deze te verwachten Piet. Iloor vriend, gij hebt mij geheel overtuigd. Ik zie al hot verkeerde in van het schrijven van R.cu geloof waarlijk, dat al die fraaije woorden meer het doel hebben om de aandacht op zichzelvcn te vestigen en anderen in een verkeerd daglicht te plaatsendan wel het algemcenc welzijn tc bevorderen. Hij schijnt zich zoo wat de ster in het duister to wanen, die den regten weg aanwijst. Is hij zijner zaak niet beter kundig, dan zal bij dikwerf blijken een dwaallicht te wezen. Wat het fonds betreft, ik vond dat plan nog al mooi; maar op dc keper beschouwd heeft het ook niet veel om het lijfwant gij licht gelijk, daar het alleen do verlatene kinderen eu onechte weezen betreft, zal het over het geheel geen bijval vindenen daarbij houden de men- schen in het algemeen meer van praten dan van doen. Ik heb ook wel gedacht dc stad moet geven; maar daar zijn de fondsen ook beperkt, cn het bestuur kan dus almede niet verder springen dan de stok lang is. Is er voor de armen meer behoefte dan waarin do stad kan voor zien, dan moet do christelijke liefdadigheid tc hulp komen, ieder in zijn kerkgenootschap, cn daartoe is dan waarlijk meer reden dan tot liet geven van bijdragen tot oprigting van het fonds door schrijver 11. bedoeld. liet gesprek nam daarop ccnc andere wending cn korten tijd daarna scheidden de vrienden van elkander. Vlissingen, 31 Augustus 1852. TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1852 | | pagina 2