MlDDËLBliafiSGUfi
COURANT.
IV0. 136.
Donilerda
1851.
13 November.
#v
ïscstuvctt cu Qlbmittisrttratieii.
Btmieulanbdcitc ^ijbtugcn.
er
MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN.
PROVINCIE ZEELAND,
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 20 November des jaars 1851, des
voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring,
door den StaatsraadCommissaris des Konings in de Pro
vincie Zeeland of, bij deszelfs afvvezendheiddoor een
der Leden van de Gedeputeerde Statenen in bijzijn van
den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat in het 11de Dis
trict, aan het Lokaal van het Provinciaal Bestuur te Mid
delburg, worden aanbesteed:
Het zinken van twee RIJSSTUKKEN dwarsstroomsen
een ZINKSTUK langs den Oever van den Polder
Borsselen met inbegrip der vereischte MATERIALEN.
Deze Aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod.
Het Bestek der bovengemelde Aanbesteding zal boven en
behalve aan het Lokaal van het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken en aan dat van het Provinciaal Bestuur van Zeeland
te Middelburg, ter lezing liggen op alle zoodanige plaatsen,
alwaar gewoonlijk de Bestekken van Waterstaats-werken in
gemelde Provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende drie dagen vóór de Besteding de noodige aanwij
zing in loco worden gedaan en voorts nadere informatien
te bekomen zijn bij den Ingenieurwaarnemend Hoofd-In
genieur van den Waterstaat, te Middelburg, en bij den In
genieur .7. F. TV. Conradte Goes.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
THORBECKE.
B EKEND 7/ K 'IN G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van VEERE,
als daartoe door der. Gemeenteraad geautoriseerd maken
bij deze bekend dat op Vrijdag den 28 dezer maand des
voormiddags ten elf ure, ten Raadhuize, in het openbaar
zal worden overgegaan tot de uitloting van dertig Nommers
tien Gulden ieder, der achterstallige loopende Schulden,
ten laste derzelve Stad.
Veere den 8 November 1851. De Burgemeester,
J. KLEINMAN,
De Secretaris
J. P. van den HEUVEL
AANBESTEDING.
REGENTEN over de GODSHUIZEN te Middelburg
zijn voornemens om op Vrijdag den 1-4 November 1851
des voormiddags ten 10 ure in een der Lokalen van het
Gasthuiste houden de gewone Aanbesteding der in de Ge
stichten benoodigde LEVENSMIDDELEN, BRAND- en
LICHTSTOFFEN enz.en zulks voor het geheele dienst
jaar 1852; waarvan de conditiën in gemeld Gesticht voor
een ieder ter lezing liggen.
7VELDADIGHE TB.
Middelburg, den 12 November 1851.
DIAKENEN der Nederduitsche Hervormde Gemeente al
hier, berigteudat zij het verzegelde pakje: voor de
kerk te Haaksbergen V," door hen gisteren avond gecol
lecteerd hebben doen bezorgen bij Ds. A. Slotemaker Cz.
Diakenen voornoemd
A. MATZINGER, Praccs.
Cs. NUIJS, Scriba.
MIDDELBURG den 12 November.
Door graaf Lagerbergadjudant van Z. K. H. den
kroonprins van Zweden, is de heugelijke tijding overgebragt,
dat H. K. H. mevrouw de kroonprinses van Zweden den
31 october jl. des avonds ten half tien ure, te Stockholm
voorspoedig bevallen is van eene prinses.
Bij besluit van den 8 dezer heeft Z. M. goedgevonden
aan dr. L. C. de Pevalop zijn verzoek, een eervol ont
slag te verleenen als kapitein-kommandant der dienstdoende
schutterij te Goes, entebenoemen bij de dienstdoende schut
terij te Zierikzee tot isten luitenant jhr. mr. J. H. P van
Doorn, thans 2de luitenant; tot aden luitenant, jhr.' TV. M
H. de Jonge, thans fourier.
De minister van binnenlandsche zaken heeft te kennen
gegeven datvermits de auditeurs bij de schuttersraden
als zoodanig, noch tot het dragen van wapenen of uniform'
noch tot eenige gewapende schuttersdiensten zijn verpligt
zij niet in de termen vallen van art. 64 der gemeentewet0
Den 15 dezer zal van Harderwijk naar Rotterdam ver
trekken een detachement sterk 100 onder-officieren en man
schappen, onder bevel van den isten luitenant der kavalie
rie E. C. de Casembrootvergezeld van den aden luitenant
der infanterie F. Schneider en den officier van gezondheid
3de kl. TV. A. S. Bernard, om den 16 over te gaan aan
boord van het fregatschip de IJsselgezagvoerder A. Messen
bestemd naar Batavia.
Den 6 dezer Is voor het provinciaal-geregtshof te
Groningen behandeld de zaak van den persoon, die, zoo
als in der tijd berigt is betrokken was in de onvoorzigtig
heid begaan met het begieten met eau-de-cologne van een
vriend, enz., die sedert is overleden. Gedachte persoon is
veroordeeld tot 6 dagen gevangenis en f 8 boete.
VERGADERING TAN DE STATEN TAN ZEELAND-
Zitting van 10 November dS5j,
Tegenwoordig: de staatsraad, commissaris des konings voorzit
ter, 37 leden en de griffier.
Afwezig jhr. de Jonge en de heer Pierssens.
De notulen der vorige bijeenkomst worden gelezen en goedgekeurd,
e vergadering zullende overgaan tot de benoeming van een lid
van gedeputeerde Staten hebben de heeren Vis Mooijaartmr.
Blaaubeen en Mazure op verzoek des voorzitters als stem-opne-
mers plaats genomen.
Bij de eerste stemming worden uitgebragt op den heer Z. Snij~
der 6 stemmen op den heer mr. Becius 10 stemmen op den heer
Hennequin 12 stemmen op dea heer Fransen van de Putte 5 stem
men op den heer Ver hagen 3 stemmen en op de heeren de Smidt
JVM. Snijder en mr. Krosf ieder ééne stem.
De heer Hennequin heeft hierna verzocht in geene verdere aan
merking te komen.
Bij de tweede stemming hebben verkregen de heer mr. Becius
17, de heer Fransen van de Putte4, de heer Z. Snijder 11,
de heer Verhagen4 stemmen, en de heeren de Smidt tnmr. Kroef
ieder ééne stem; één briefje is in blanco gelaten.
Bij de eindstemming, lusschen de heeren mr. Becius en Z. Snij-
derzijn aan den eerste 21 en aan den laatste 15 stemmen ten
deel gevallen terwijl daarbij drie briefjes in blanco zijn gelaten.
De heer mr. Becius alzoo tot lid van gedeputeerde Staten benoemd
zijnde, wordt door den voorzitter daarmede geluk gewenscht. Onder
dankbetuiging aan de vergadering voor het in hem gestelde vertrou
wen verklaart hij de benoeming te aanvaarden en afstand te doen
van zijne betrekking van lid van den gemeenteraad van Middelburg.
Daarna wordt in deliberatie gebrngt hel door gedeputeerde Staten
geconcipieerde reglement op het gebruik der provinciale steigers.
Nadat mr. Kroef aan den minisier van binnenlandsche zaken en
aan het gewestelijk btstuur het regt heeft betwist oin aan de stoom
boot-ondernemingen andere of nadere voorwaarden op te leggen
dan die waaraan zij zich bij het bekomen der concessie hebben on
derworpen en met name de verpligting tot aanleggen aan de stei
gers wordt door den voorzitter gewezen op het koninklijk besluit
van den 31 julij 1841 (Staatsblad no. 26) ten gevolge waarvan aan
de gedachte ondernemingen wel degelijk alle zoodanige voorwaarden
als zijn bedoeld kunnen worden opgeiegd.
Nadat nog door eenige leden het woord is gevoerd vereenigt de
vergadering zich met de algemeene strekking des reglements en
neemt de nrtikelsgewijze beraadslaging van het reglement eenen aan
vang.
De vergadering vereenigt zich mei onderscheidene ingediende amen
dementen, ten gevolge waarvan verschillende artikelen des reglements
worden gewijzigd. De eindstemming wordt daarna uitgesteld lot de
eerstvolgende bijeeekomsl.
Het voorstel van gedeputeerde Staten, betreffende de daarstelling
eener algemeene kaart van de provincie wordt daarna met 20 te
gen 19 stemmen aangenomen zoodat gedeputeerde Staten worden
gemagtigd om in overleg met deskundige personen de nood'ge
schikkingen daartoe te maken de verdere beschikkingen omtrent
het graveren drukken en uitgeven der kaart blijven voorbehouden.
Een adres van J. F. Hennequin om met de vervaardiging der
provinciale kaarl te worden belastwordt gezonden aan gedeputeerde
Staten ter beschikking.
Een voorstel van den heer Mooijaarttot het vaststellen van rege
len volgens welke door de provincie onderstand zoude kunnen wor
den verleend voor wegs-verbeterin«en zal in beraadslaging komeu
na het voorstel van gedeputeerde Staten betrekkelijk de verbetering
der hoofd-communtcalien we^en ee veren.
De commissie voor de verzoekschriften brengt, bij monde van den
heer mr. Vogelvangerverslag uit op het adres van redacteuren der
Zeeuwscbe courant opdat bua blad als provinciale courant moge
worden erkend. De behandeling dezer zaak worde bepaald op morgen.
De commissie tot ooderzoek van liet voorstel, van den beer Ver
hagen opzigiens de ten platten lande van Walcheren ten behoeve
der haven van Middelburg, pebeven wordende opcenten, brengt
daarna, bij monde van gemelden heer, haar rapport uit. Blijkens
hetzelve geschiedt de heffing dier opcenten wel en wettiglijk en
heefi de commissie geene reden gevonden, om alsnog een bepaald
voorstel deswegens aan de vergadering te doen. Aangenomen voor
notificatie. a
De lieer mr. van Deinse legt over een voorstel ten einde aan ge
deputeerde Staten eene herziening en wijziging van het reglement
van orde op ie dragen op rapport in de aanstaande zomervergadering.
Nodathij het voorstel nader heeft toegelicht, wordt overeenkomstig
hetzelve besloten.
De beraadslagingen omtrent het voorstel van gedeputeerde Staten
betrekkelijk de verbetering der hoofd-couimunicatienwegen en ve
ren nemen een aanvang.
De heer Vis deelt aan de vergadering de redenen mede waarom
hij tegen het gedachte voorstel zal moeten stemmen hetwelk niet
zoo zeer de zienswijze van gedeputeerde Staten uildrukt, dan wel
een uitvloeisel is van het in deze vergadering door een der leden ge
daan voorstel.
De heeren mr. van Deinse en mr. Blaaubeen spreken in den
zelfden geest, en doen de onbillijkheid uitkomen, die zoude gelegen
zijn in het toekennen van subsidien voor wegsverbeteringeo en dergè-
lijken voor zoodanige gedeelten der provincie, in welke men tot
nog toe, verzuimd heeft handen aan het werk te slaan, daar zoo
danige subsidien ook zouden moeien worden verleend ten koste van
zoodanige andere gedeelten, waar men reeds voor lang, zonder hulp
der provincie behoorlijk wegen heeft daargesteld.
De lieer Buyze betoogt het nut dat het verleenen van rentelooze
voorschotten voor wegsverbeterlngeo zoude opleveren.
Jhr. mr. van Citters spreekt almede in den ^eest van den heer
Vis
De heer mr. Kroef wil wel dat de provincie hulp verieene maar
alleen aan dezulken die zich zelveri helpen.
De heer Hammacher werpt de beschuldiging van zich af, alsof hij
met zijn voorstel te dezer zaak alleen een Jokaal belang op het oog
had.
De heer van den Bosch bestrijdt almede het voorstel van gedepu
teerde Staten en wil dat collegie hebben verzocht om regelen vast
te stellen, volgens welke aan belanghebbenden rentelooze voorschotten
zullen kunnen worden verstrekt.
Hierop worden de verdere beraadslagingen op dit punt uitgesteld
tot de volgende bijeenkomst, welke bepaald wordt Op dingsdag den
11 dezer des voormiddags ten elf ure.
Zitting van 11 November
Tegenwoordig de staatsraad, commissaris des koniuo-s voorzitter
37 leden en de griffier.
De notulen der vorige bijeenkomst worden gelezen, en behoudens
eenige wijziging goedgekeurd.
Hierna heeft de eindstemming plaats omtrent bet op gisteren in
behandeling genomen reglement op de provinciale steigers. Het re
glement wordt gearresteerd en zal aan Z. Exc. den minister van bin
nenlandsche zaken worden opgezonden, ten einde daarop 's konings
goedkeuring te verkrijgen.
Yervolgens worden hervat de beraadslagingen omtrent het voor-
stel van gedeputeerde Staten, betrekkelijk de verbetering der com-
munieatien wegen en veren.
De voorzitter doet, naar aanleiding van hetgeen door sommige lé
den op gisiereu is in het midden gebragtopmerken dat d°e on
derscheidene deelen der provincie hebben gecontribueerd tot 'de be-
laling der interessen en aflossing van de ten jare 1823, ten behoe
ve der wegen aangegane geldleening, ofschoon niet allen daaruit
eeuig voordeel hebben gelrokken.
De heer mr. van Deinse zegt dat deze bijzonderheid niet tegen
het eiland Zuidbeveland kon worden aangevoerd. Daar bestond een
weg (die van Sloe naar Yerseke) die liet Rijk zich op eene onwet
tige wijze, heeft toegeëigend.
De beer mr. Blaaubeen acht hetgeen door den voorzitter is aan
gevoerd over hel algemeen waar, maar onjuist, als men daaruit
wilde afleiden dat Zuidbeveland door de bedoelde negotiatie in
het bijzonder was gebaat. De weg van Goes naar het Sloe is ge
legd door het middel van stralen en wegen, en daarvoor is succes-
sirelijk eene som van rneer dan twee tonnen gouds besteed. Op
eene wedcnegtelijke wijze heeft men de ingezetenen van dien weg
gedepossedeerd en daarop tollen geplaatst waarvan, na veel moeite,
de al koop is toegestaan, zoo dat de ingezeieneu thans jaarlijks eene
som van ƒ3900 voor het gebruik van hunnen eigen weg aan het
rijk bei alen.
De heer van Diggelen doet de diensten uitkomen, die Staats-
Vlaanderen aan Zeeland vroeger en later heeft bewezen,- hij wijst op
hetgeen die streek heeft geleden onder prins Mauritstoen aldaar
alles ie vuur en te zwaard werd verwoest, en in de jaren 1830 en
1831, ioen de inwoners door de lasieu des oorlogs gedrukt, hunne
landerijen bovendien geïnundeerd zagen zoodat daarvan voor langen
tijd de inkomsten verloren gingen; en dit alles had plaats, terwijl
men op de eilanden als in Abrahams schoot zat. Hij doet hulde aan
den heer Hammacher die door zijn voorstel tot verbetering der we
gen ie dezer zaak eene heilzame impulsie heeft gegeven.
De heer Mooijaart wijst op het voorbeeld van andere provinciën
alwaar beduidende sommen voor verbetering der wegen op de be
roet in g worden gebragi.
De heer Catshoek vermeent dat de zaak thans tot klaarheid is ge
bragthij ziet echter niet in, dat de bedoelde verbeteriag dercom—
municatien handel en nijverheid zoude bevoordeelen daar deze
steeds van het goedkooper vervoermiddel, de scheepvaart, zullen
gebruik maken. Hij zal tegen hel voorstel stemmeu.
Nadat oog de heeren van den BoschFransen van de Putte en
Hammacher het woord hadden gevoerd worden de discussien geslo
ten en het voorstel van gedeputeerde Staten bij hoofdelijke aan
vrage met 32 tegen 5 stemmen verworpen.
Thans wordt, op voorstel des voorzitters, besloten om het voorstel
van den heer Mooijaarttot het bepalen van regelen naar welke,
voor wegs-veibeteringen door de provincie onderstand zoude kunnen
worden verleend en een gelijksoortig voorstel van den heer Fransen
van de Putte te renvoijeren aan gedeputeerde Stalen ten einde
in den geest die thans blijkt bij het meerendeel der vergadering te
bestaan een voorstel te doen in eene buitengewone vergadering.
De beraadslagingen aangaande de wijziging der begrooting van en
kel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1852
nemen een aanvang.
l)e heeren de Smit en van Voorst Catshoek zijn van gevoelen
dat de ten behoeve der caJamiteuse polders geheven wordende op
centen niet op de voormelde begrooting behooren te worden gebragt.
De heer Hammacher zegt zich geenszins te kunnen vereenigen met
het voorstel van gedeputeerde Staten om die opcenten niet ia de
begrooting uit te trekken. Zijns oordeels kunoen zij niet dan ten
gevolge eener wet worden geheven.
Na eenige woordenwisseling wordt besloten om ingevolge het
verlangen des ministers, de gedachte opcenten eventueel over te
brengen naar hei door den laatste aangewezen hoofdstuk.
Vervolgens wordt hel woord gevoerd door de heeren van de Putte
Bomme Verhagen Mooijaart en den voorzitter; daarna wordt met
20 tegen 15 stemmen besloten om overeenkomstig het voorstel
van gedeputeerde Stateu de gedachte opcenten van de begrooting
te laten wegvallen.
Voorts wordtconform het voorstel van gedeputeerde Staten be
sloten, om de huur voor liet lokaal, in gebruik bij het provinciaal
geregtshof voor memorie uit te trekken; maar bij de regering ern
stige vertoogen te doen, wegens de billijkheid dat daarvoor de
vroeger bepaalde huur worde voldaan.
De jaarwedde voor den provincialen inspecteur van den waterstaat,
en de vergoeding voor reiskosten enz. van denzelven geeft aanleiding
tot levendige discussien. Jhr. van Citters toont door voorbeeldeu
aan dat de behoefte aan zoodanigen ambtenaar zich sedert de zo
mervergaderingnog meer heeft doen gevoelen, ook met opziet tot
de begroeiingen 7oor de calaraiteuse polders. Ifij wordt hierbij" on
dersteund door de heeren Hennequin en van den Bosch.
Nadat de heeren Kroefvan de Putte en Verhagen nog korte—
ijk het woord hadden gevoerdwordt met 20 tegen 15 stemmen
besloten dat de posten voor jaarwedden en reiskosten enz., voor
den provincialen inspecteur van den watersteatop de begrooling
zullen worden behouden.
De beraadslagingen worden vervolgens geschorst tot des avonds
ten half zeven ure.
Op het bepaalde uur worden de beraadslagingen hervat.
De griffier leest nogmaals voorhet algemeen verslag der afdee-
lingen omtrent het adres van redaeteuren der Zeeuwsche' courant,
ten einde hun dagblad ais Provinciale courant worde erkend.
De beer Z. Snijder zegt de zaak zoo belangrijk te achten dat
zij de aandacht der vergaderiag ten volle verdient. Hij gelooft niet
te veel te zeggen met te beweren dat van de decisie der verga
dering in deze de vooruitgang stilstand of achteruitgang van het
gematigd liberalisme in dit gewest afhangt. De inwilliging van het
gedaan verzoek zoude aan de provincie geonen last opleggen want
adressanten verlangen geene geldelijke bijdrage maar alleen zedelijke
ondersteuning en bescherming. Worden dezen aan de Zeeuwsche
courant verleend dan zal haar debiet toenemen zoo niet dan zal
zij verkwijnen. Er bestaan naar zijn inzien, geene billijke gron
den om het verzoek af te wijzen, terwijl de inwillig.ng daarvan
aan n.emand nadeel zonde toebrengen en daardoor een dagblad in
bet leven zoude worden behooden, dat zooveel beeft bijgebragt tot
de verandering der orde van zaken mpi nAmn 3 0 J
groodwet. 1 "ame tot de wl.)zl8"lo der
De heer Uyttenhooven zegt, dat de eerste vraag, welke de verga-
enn0 zich thans heeft te doen is bestaat er behoefte aan eene
provinciale courant? Zijns inziens is dit het geval niet. Ilij brengt,
met den vorigen spreker hulde aan de redactie van de Zeeuwsche
courant maar dit behoort slechts tot zijn personeel gevoelen. Ais
lid dezer vergadeiing vermeent hij dat niemand hoven een ander
mag worden voorgestaan dat aan den eenen geen voordeel hoven
den anderen mag worden verleend al is dit voordeel dan ook niet
van geldeiijken aard. De ondersteuning en bescherming die de
Zeeuwsche courant verlangt, kan toch alleeD ten koste van de Jlid-
delburgsche courant worden verleend daar de eerste niet alleen den
titel van provinciale courant vraagt maar ook opnemin" in hare
kolommen van alle officiële stukken van het gewestelijk bestuur
uitgaande ten einde meer lezers te verkrijgen dit zoude eene be-
voorregting zijn in strijd n et de billijkheid en regtvaardigheid
De spreker wijst voorts op het onvoegzame dat men op "de eene zijde
der courant de handelingen van het gewestelijk bestuur officie 1 'Zai