MIDDELBUMSCHE C O 11 T. 1 N°. 99. Dingsdag 1851 19 Augustus. Scötuvcu cu Qibmiai^tcatieH. BitmcaUanfr0c!fcc STijbingcw. PROVINCIiE ZEELAND. AAN BE S TE BIN G. Op Donderdag den 4 September des jaars 1851 des voor middags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den StaatsraadCommissaris des Konings in de Provincie Zeeland of, bij deszelfs afwezigheid door een der Leden van de Gedeputeerde Staten en in bijzijn van den Hoofd ingenieur van den Waterstaat, in het 11de District, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur te Middelburgworden aanbesteed Eenige AARDEWERKEN tot Herstel en Verbetering der Zeedijken van de Calamiteuse Polders in Zeeland in negen Perceelen. Deze Aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Het bestek der bovengemelde Aanbesteding za!boven en behalve aan het lokaal van het Ministerie ven Binnenlandsche Zaken, en aan dat van het Provinciaal Bestuur van Zeeland te Middelburg, ter lezing liggen op alle zoodanige plaatsen, alwaar gewoonlijk de Bestekken van Waterstaats-Werken in gemelde Provincie ter lezing gelegd worden. Zullende, vier dagen vóór de besteding, de noodige aan wijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere informa- tien te bekomen zijn voor al de Werken bij den Hoofd-Inge- nieur te Middelburg en voor de bijzondere Werken bij de Ingenieurs te Goeste Tiiolen te Zierikzee en te Neuzen. Namens den Minister van Binnenlandsche Zaken De Secretaris-Generaal J. SCHRÖDER. MINISTERIE VAN JUSTITIE. PROVINCIE ZEELAND. AANBESTEDING. Op Maandag den 25 Augustus 1851 des voormiddags ten 10 ure zal onder nadere goedkeuring, door den Staats raad Commissaris des Konings in de provincie Zeeland of, bij zijne afwezigheid, door een der Leden van Gede puteerde Staten en in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur in het 1.1de District van den Waterstaat, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur te Middelburg worden aanbesteed: Het VERTIMMEREN van eenige VERTREKKEN in het Burgerlijk en Militair Huis van Verzekering te Middelburg, met inbegrip der vereischte MA TERIALEN. De Aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Het bestek zal ter lezing liggen aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur en in het Burgerlijk en Militair Huis van Verzekering voornoemd. Vier dagen vóór de besteding zal de noodige aanwijzing in loco worden gedaan telkens des voormiddags van 9 tot 12 ure, en voorts nadere informatien te bekomen zijn bij den Hoofd-Ingenieur A. Calandte Middelburg. De Staatsraad Commissaris des Konings in de Provincie Zeeland VAN VREDENBURCH. MIDDELBURG den 18 Augustus. Het provinciaal blad 110. 104 bevat de wijzigingen in het reglement voor de provinciale vee-artsen van den 4 julij 1839, door de Staten van dit gewest in hunne vergadering van den 8 julij jl. vastgesteld. Daarbij is onder anderen aangeno men dat de vee-artsen worden verdeeld in drie klassen als één van de eerste klasse, vier van de tweede klasse en zeven van de derde klasse dat de provinciale vee-arts der iste klasse is chef van het korps en in de hoofdplaats der provincie zal zijn gevestigd, terwijl de aanwijzing van de standplaatsen der overigen geschiedt door gedeputeerde Staten. Wij vernemen met genoegen zoo schrijft men uit Am sterdam dat de 2de luitenant Boom van het 7 regement infanterie die met vergunning der regering de jongste expeditie in Kabylie bijwoonde door den president der Fransche republiek is benoemd tot ridder van het legioen van eer wegens betoonde buitengewone dapperheid. Ee miliciens der ligting van 1850 zijn, na hunnen driemaandelijkschen diensttijd volbragt te hebben, naar hunne haardsteden teruggekeerd. Naar men verneemt zullen dit jaar de gewone najaars oefeningen bij het leger niet plaats hebben. Men leest inde Goesscne Courant van den 14 dezer: Bij het vreesselijke 011 wederdat in den afgeloopen nacht over ons eiland trok hebben wij weder een groot ongeluk te betreuren. De bliksem ingeslagen zijnde in de hofstede van den landbouwer Cornehs Ftltus te Yerseke was in weinige oogenblikken het geheele gebouw met de schuur eene prooi der vlammen. Noch van de meubelen noch van den in de schuur aanwezigen voorraad heeft men iets kunnen redden. De van het dorp toegesnelde spuit heefc hoegenaamd van geen nut kunnen zij" aangezien de fel woedende vlammen alle denkbeeld van redding verbanden. Behalve het huisraad en de bouwgereedschappen zijn onge veer 60 zakken zaad20 zakken oude tarwe9 zakken erwten 2000 schoven rogge 40 voer hooi en eene geit verbrand. Gelukkig dat de nieuwe oogst van tarwe en verdere vruchten nog niet in de schuur waren opgezameld. Gebouwen en roerende goederen alsmede de vruchten waren tegen brandschade verzekerd. Nog verneemt men, dat onder Stavenisse eiland Tholen eene hofstede of schuur door het on weder moet getroffen en vernield zijn. Ook meent men van hier, in de rigting van Colijnsplaat ([eiland Noordbeveland) een zwaren brand bespeurd te hebben." Uit 'j Bosch schrijft men dat het plan zou bestaan om de voormalige militaire gevangenis op het fort Willem en Maria (in de wandeling genoemd den Papenbril) die sedert den Belgischen opstand verlaten en alzoo in verval is geraakt, zoodat daaruit zolders, ramen en kozijnen zijn weggerot, te herstellenen volgens sommigen in te rigteu tot kazerne volgens anderen tot militair hospitaal. De aanbesteding van dat werk zou binnen kort volgen. De op Zr. Ms. stoomschip cycloop fungerende officier van gezondheid 2de klasse ,7. C. Dumontwelke in die kwa liteit is overgeplaatst geworden aan 's lands werf te Amster dam, is vervangen door den officier van gezondheid 2de klasse J. L. Berliner. Mede is de heer .7. J. IV. de la Cour officier van gezondheid 3de klasse op Zr. Ms. wachtschip de sciielde, te Hellevoetslnismet den 15 dezer in die be trekking overgeplaatst geworden op Zr. Ms. korvet de hel din liggende te Nieuwe Diep. Zr. Ms. brik venus is buiten dienst en de etat-mayor op non-activiteit gesteld. Donderdag 11. is de van Nijmegen ten 9 ure naar Rot terdam afstoomende maatschappijboot, op de hoogte van het fort Kraijenhoff, tegen een sehip met granen geladen geraakt zoodat liet on middel ij k is gezonken. De aan boord zijnde personen zijn in eene sloep van de stoomboot opgenomen en behouden aan wal gekomen. Vóór dat de boot de reis kon voortzetten heeft zij naar de stad moeten terugstoomen waar van het voorgevallene proces-verbaal is opgemaakt zoodat zij eerst tegen half elf ure weder van wal is gestoken. De algemeene vergadering van het onderwijzers-ge nootschap werd 11.donderdag te 's Gravenhage geopend met eene voorlezing van dr. IV. Gleunsdie optrad in plaats van prof. de Grootwelke te Pyrmont door eene ligte ongesteldheid opgehouden werd. Hij sprak over wij len Th. v. Swinderen als een voorbeeld van werkzaam heid liefde en godsvrucht. De redevoering werd vooraf gegaan en afgewisseld door toepasselijke gezangen onder de leiding van den onderwijzer Keuskamp, te 's Graven hage. De vergadering werd bijgewoond door Z. Exc. den lieer minister van justitie, door eenige leden van de eerste en tweede kamer der Staten-Generaal den voormaügen in specteur van het middelbaar en lager onderwijsverschil lende schoolopzieners en eene menigte onderwijzers uit alle provinciën des lands. Na het houden der redevoering werden de belangrijke werkzaamheden voortgezet en verder aan de laan van Nieuw-Oosteinde met eenen vriendschap - pel ijken maaltijd gesloten. De Groninger dagbladen deelden uitvoerige verslagen mede, omtrent het onlangs in de stad Groningen gevierde herinnerings-feest der voormalige flankeurs-compagnie van de Groninger- en Franeker-studenten. Het feest werd door omstreeks 60 oud-studenten bijgewoond. Op den feest-disch waren geplaatst drie statuetten van den voormaligen veld maarschalk naderhand koning iVillem II. Die beelden waren daar geplaatst door de zorg van onzen tegemvoordigen koning IVillem IIIwelke op die wijze de nagedachtenis zijns vaders hulde heeft willen bewijzen en dat geschenk door het navolgend schrijven heefc doen vergezeld gaan Academici! Oud-Soldaten mijns Vaders! Ontvangt, als blijk mijner belangstelling in uwe tweede tienjarige herzameling, nevensgaande drie statuetten van uwen voormaligen veldmaarschalk. Zij mogen, tot de laatste uwer vereenigingen toe prijken op uwen feesteiijken disch. Nog vijf jaren en het vierde van eene eeuw zal ver vlogen zijn, sedert gij, op de roepstem van mijnen groot vader, vrijwillig de wapenen hebt aangegord om het voor beeld te geven van hetgeen een volk vermag dat door lief de voor zijn vaderland en trouw aan den vorst, die het re geert, gedreven wordt. Zoo de Almagtige, in wiens hand het menschelijke le ven rustmet het uwe ook mijn hoofd zoo lang spaart danoude verdedigers van den staatzal het mij een ge fioegen zijn, op dat voor u belangrijke tijdstip van 1856, uwer aller indachtig te kunnen wezen. Gij toont door uwe opkomstdat het hoofdbeginsel van voor twintig jaren nog wrikkeloos in uwe harten leeft, en daarom vertrouw ik dat een welgemeende feestdronk uit uw midden zal opgaan voor het heil van ons dierbaar vader land ook door uwen arm toenmaals beschermd. Weest overtuigd dat ik er van harte mede instem. God spare u nog eene lange reeks van jaren zoowel voor uwe onderscheidene werkkringen als voor alles wat u naauw aan het harte ligt, en schenke vrede in en om ons.' De feestdronk op koning en vaderland werd na het le zen van dien brief, met luide geestdrift ingesteld. Den 13 dezer werd te Leyden het herinnerings-feest gevierd van den veldtogt van 1831 door de voormalige academische jager-kompagnie. Even als te Utrecht en Gro ningen werd de missive van Z. M. den koning voorge lezen gezonden teti geleide van drie statuetten van wijlen Z. M. koning IVillem II. Dingsdag avond arriveerde Z. Exc. de minister van binnenlandsche zaken te Assen, dineerde den volgenden dag bij den commissaris des koningsbezocht vervolgens het hun- nebed bij Rolde en den volgenden dag de koloniale gestich ten van weldadigheid te Veenhuizenen vertrok vrijdag naar Winschoten, ten einde zondag te Groningen te zijn en al daar het middagmaal bij den commissaris des konings te ge bruiken. Z. Exc. wordt op deze reis vergezeld door zijne echtgenoote. Eene telegrafische depeche uit Triestvan den 13, meldt de aankomst aldaar der Egyptische landmail. De berigten uit Batavia loopen tot den 23 junij doch behelzen niets gewigtigs behalve de tijding, dat de cholera weinig vorde ringen meer had gemaakt en scheen af te nemen. STATEN-GENERAAL. eerste kamer. Zitting van 14 Augustus. De heer D. C. C. IV. baron <TAblaing van Giessenburg is, na het onderzoek zijner geloofsbrieven, toegelaten. I11 de vergadering zijn onder anderen ingekomen de navolgende wets-ontwerpen alseen wets-ontwerp tot wijziging van hoofdstuk VI der Staatsbegrootfng van 1850; een wets-ont werp tot regeling der bevordering enz. der officieren bij de landmagt; een tot regeling der pensioenen bij de landmagt een tot regeling der bevordering enz. der officieren bij de zeemagteen tot regeling der pensioenen bij de zeemagt; wets-ontwerpen tot wijziging der begrootingen van 1850 en 1851, ter zake der opleiding van de adelborsten der mari ne op de koninklijke militaire akademie te Breda; een wets ontwerp tot onteigening ten algemeenen nutte; een wets ontwerp tot staking van de heffing der scheepvaart-regten op de Maaseen wets-ontwerp tot goedkeuring eener over eenkomst betrekkelijk de Maasvaart-regten een wets-ontwerp ter goedkeuring eener dading over eene domaniale zaak (erven Teenaerteen wets-ontwerp tot bekrachtiging vaa provinciale belastingen in Frieslandeen wets-ontwerp tot goedkeuring van een traktaat van handel en scheepvaart inet Sardinië; een wets-ontwerp tot goedkeuring van de additionnele overeenkomst tot het handels- en scheepvaart verdrag met Griekenland van 1848; 29 wets-ontwerpen tot naturalisatie van even zoo vele personen. Zitting van 16 augustus. In deze zitting is kennis gegeven dat door de afdeelingeu verkozen zijn: tot hare voorzitters, de heeren Marlens van Sevenhoven Philipsede Brauw en van Rjckevorseitot hare onder-voorzitters, de heereuvan Swinderen Cost Jordens Insinger en Bosch van Drakestein. Omtrent de navolgende wets-ontwerpen is verslag £uitge- bragtals: 1. de negen-en-twintig bij de kamer aanhangige wets-ontwerpen, tot het verleenen der hoedanigheid van Nederlander aan even zoo vele personen 2. dat tot bekrach tiging van provinciale belastingen in Friesland 3. dat tot goedkeuring eener dading in eene domaniale zaak 4. dat tot wijziging van het Vide hoofdstuk der Staatsbegrootlng voor 1850 (kindergelden en pensioenen), en 5. die tot wij ziging van de Staatsbegrootingen voor 1850 en 1851, ter zake van de opleiding der adelborsten voor de marine op de militaire akademie te Breda. De beraadslagingen over deze wets-ontwerpen zouden heden, maandag, plaats hebben. Naar men verzekert, zou uit de, door de commissie van rapporteurs aan den minister van financiën ingezonden nota nopens het aan de tweede kamer der Staten-Generaal aange boden wets-ontwerp tot heffing eener belasting op de renten van kapitalen niet bestaande in onroerend goed noch aan gelegd tot eeuigen tak van nijverheid, blijken: 1. Dat die commissie met eene meerderheid van 4 stemmen tegen 1van oordeel isdat het bestaande belastingstelsel wel verbetering, maar geene radicale hervorming behoeft. 2. Dat zij zich, met eene meerderheid van 3 tegen'2 stemmen niet heeft kunnen vereenigen met de door de rege ring voorgestelde wijzigingen. 3. Dat zij van oordeel isdat er aan geene afschaffing van belasting kan worden gedacht, zoo lang men niet verzekerd is een ander middel in de plaats te bezitten. 4. Dat, al ware dit echter het gevaldan nog de belasting op de brandstoffen niet de eerste in aanmerking kan komen. 5. Dat, indien men daartoe overging, de accijnsen od het gemaal althans wat de rogge, en die op het geslagt'voor zoo veel de varkens en schapen betreftin de eerste plaats in aanmerking zoude behooren te komen; (slechts één lid moet voor de afschaffing van den accijns op de brandstoffen in de eerste plaats gestemd geweesL zijn). 6. Dat de voorgedragen belasting op de renten geen be hoorlijk equivalent daarstelt. 7. Dat de meerderheid begreep, dat het uitschrijven dier belasting op de renten zou strijden met art 173 der grondwet 8. Dat die belasting niet beschouwd wordt als eene bill lijke en met de lessen der staathuishoudkunde overeenstem mende regeling van het belastingstelseldaar men bij bet voorstel slechts op het oog heeft ééne klasse van ingezetenen de zoogenaamde rentenierste treffen. 9- Dat de meerderheid er groot bezwaar in heeft gevon den dat geene uitzondering wordt gemaakt ten behoeve van kleine rentheffers. 10. Dat de voorgestelde belasting aan de meerderheid niet aannemelijk schijnt, noch uit het oogpunt van het nationaal belang, noch uit dat van het belang van's lands financiën, vooral met bet oog op eene nieuwe rente-vermindering. 11. Dat zij wenscht, dat er eene proef worde genomen met eene algemeene inkomsten-belasting dat daarmede gepaard zou kunnen gaan eene wijziging of opheffing van het regt van patentdat zij ook de aandacht heeft gevestigd op de invoering van eene matige belasting op de successie in de regte lijn en op de goederen in de doode hand. Ook is in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1851 | | pagina 1