MIDDKLBURGSCHE COURANT. N°. 157. Dingsdag 31 December. JL I^untctüattbsclte De abonnemcnts-prijs dezer Courant is f2,75 voor drie maandenen franco per Post f 3» De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomenen de betaling geschiedt comptantof bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vóór 10 ure, indien men dezelve in het eerst uit te geven nommer wil geplaatst hebben. De Advertentien Worden berekend tegen 22 cents de regel, met uitzondering vq.n Huwe lijks- Geboorte- en Doodbekendmkkingenwaarvan de prijs isvan één tot zes regels f 1 ,50 en voor iederen regel daarboven 22 cents. Dezelve behoeven niet op gezegeld papier geschreven te zijnalzoo bij elke plaatsing ecner Advertentie het Regt van Zegel (35 ets.) moet worden betaald. ARMBESTUREN. Middelburg, den 30 December 1850. De VEREENIGING tot het bezoeken der Armen maakt 1 ire melding eener op gisteren bij det avond-godsdienst mt- gene gift van twee mut t bil letten 110. 1170 en 158288, er a f 10, zamen 20. De Directie der Vereenignig voornoemd VAN REIGERSBERG VERSLUYS, Voorzitter. N. VEIUIULST Wz.Penningmeester. DIAKENEN der Nederd. Ilerv. Gemeente alhier berig- teudat het op gisteren avond gecollecteerde verzegelde couvert, ten opschrift hebbende: Vereeniging Armbezoekers is uitgereikt aan den Heer IV. Verhuist Wz. Middelburg, 30 Dec. 1850. Diakenen voornoemd, J. REVERS Praeses. W. A. DORMAAR Hz.Scriba. De COMMISSIE alhier mag met vernieuwde dankzegging melding maken van de ontvangst eener gift, ter leniging der diepe armoede en ellende, op den 28 December 1850, *bij den Heer de Blaecke de Ligny te Middelburg, zijnde een Russische coupon 110. 41424, groot f 50, vervallende den 1 Januarij 1851. Arnemuidenden 30 December 1850. De Commissie voornoemd, J. BLIEK Hz., Diaken. W. BAAS. De COMMISSIE tot voorziening in den buitengewonen nood der Armen maakt bij deze dankbare melding der ont- vangene giften als: den 19 dezer van B. f 5, en den 28 de zer bezorgd bij den Heer ,7. Lievenseeen Russische cou pon no. 27207 groot 50. Westkapelle, den 30 December 1850. De Commissie voornoemd A. van ROOIJEN. L. VERHULST Wz. I^DDELBURG, den 30 December. behaagdbij hoogstdeszelfs besluit van ingang van den 1 januarij aanstaande :ieren te bevorderen als tot kapiteins- lluitetiants-ter-zee A. C. van Braam t Hoofttot kapitein-luitennnts- (•-zee iste klasse J. H. Volmer Knol- f Tjassenstot luitenants-ter-zee ^nts-ter-zee der 2de klasse .7. N. fullerF. R. Toe Water J. A. J. Iioelofs en ridder IV. J. C. |[uitenants-ter-zee der 2de klasse, \W. Binkes M. O. de Kanter A. C. J. Edeling O. van Slooten A. Dron- rvoortG. IV. C. Voorduin k TV. A. Holmberg de Beck- jilïïcier van gezondheid der |idheid der 2de klasse H. [der 3de klasse, den ad- ITtjtot kapitein bij het A. Leupen tot isten .den luitenant IV. P. Lsluit de officieren van \sen, B. IV. Viggers ter 11 onder toe- rontsku.it het vaste Nedeicbe marine. heeft i gemaaktdat Utrecl. in üctie treedt, de wet van den 1 junij het koninklijk besluit van den 110. 56) benoemd bij Zr. Ms. er 1850 110. 40, bestaande uit folikvoorzitter en lid belast met Ipectetir essayeur-generaal der munt lid, belast met de werkzaamheid van C. Hora Siccama lid belast met de paradijn en dat dientengevolge, van het al de werkzaamheden bij opgemelde wet 'gezegd collegie omschreven aan hetzelve ft. Ms. besluit van den 20 dezer is de titulaire 'der iste klasse bij 's Rijks werf te Rotterdam rP. F. Jansen met primo januarij aanstaande be- Prd tot ingenieur der iste klasse en overgeplaatst bij rRjjks werf te Hellevoetsluis. Door Z. M. zijn tot leden der Staats-commissiegevor derd tot het onderzoeken der rekeningen over het jaar 1849, benoemd mt IV. H. Cost Jordens en jhr. mr. J. C. Mar- tens van Sevenhoven, leden van de eerste kamer der Staten- Generaal E. C. U. van Doorn en mr, A. IV. Engelenleden van de tweede kamer der Staten-Generaaljhr. JC. R. van Hoorn van Burgh en .7. D. graaf van Rechteren van Ahnemleden van den Raad van State .7. P. van Mans- velt en C. H. T. baron Nahuijsleden van de Algemeene Rekenkamer. Bij besluit van 28 december j 1.heeft Z. M. goed gevonden ter vervulling der wethouders-plaatsen in de ste den der onderscheidene^ provj eten die ten gevolge van de gewone aftreding met 2 januarij 1851 zullen openvallen, bij continuatie tot wethouders te benoemende heeren P. de Stoppelaarte Middelburg; jhr. K. IV. de Jongete Zierikzee J. Walraven van Kerkwijk te Goes .7. Pické te Tholen D. Uyttenhoovente Vlissiugen,7. D. Oerle- mans te Veere .7. .7. Schansmante Sluis; mr. P. Alva- rez Geenete Hulst; P. de Koeijer te Axel. Z. M. heeft nog benoemd tot ridders met de Ster der orde van de Eikenkroonden heer F. W. L. baron Rengers, staatsraad in buitengewone dienst, oud-gouverneur van Gronin gen en .7. L. IV. baron de Geer van Jutphaasgewezen griffier van de eerste kamer.tot ridder grootkruis dier orde, den heer E. Cannemanstaatsraad in buitengewone dienst, commissaris des konings bij de Ned. Handelmaatschappij en tot kommandeur dier orde, den heer Hoijer bankier te 's Hage. Voor hen die verlangen in Zr. Ms. zeedienst te treden, als scheeps-onder-officierenmatrozen der isce, 2de en 3de klasse, ligtmatrozen en jongens, bestaat voor het tegen woordige gelegenheid. Zij kunnen zich daartoe aanmelden bij de kantoren van aanneming van zeevolk te Amsterdam Willemsoord, Rotterdam en'Vlissingen. Men schrijft uit 's Hage 27 december H. M. de koningin-raoeder is gisteren bij hare terug komst, 11a eene langdurige afwezigheid, in deze residentie, door eene groote volksmenigte aan het station van den spoor weg opgewacht en verwelkomd. H. M. is in de vestibule van het buitenverblijf Buitenrust door Z. M. den koning ontvangen en ook aldaar waren velen bijeengekomen om H. M. te begroeten. Gisteren nacht is alhier overleden de heer mr. IV. W. Hofstederaadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden." Men leest in de Amsterd. Courant van den 28 dezer Onze correspondent aan het Nieuwe-Diep zendt ons heden een hoogst ongunstig berigtaangaande den toestand van den heer Bruce. Zaturdag jl. was Z. Exc. juist zeven weken aan boord der sumatra en daarvan ruim zes weken bedlegerig. Zondag jl. kon de zieke een kwartier uurs op zitten doch maandag verergerde zijn toestand zoodanig, dat men de familie daarvan kennis gaf en dr. Deen uit Zwolle ontbooddie dan ook eergisteren morgen aan boord der sumatra arriveerde. Op dien dag was er nog al hoop op herstel, maar gisteren namen de koortsen zoo toe, dat men het ergste vreesde." STATEN-GEBTE» AAIj EERSTE KAMER. Zitting van 24 december. Zijn ingekomen een adres van den heer H. van Stralen en een adres van den heer Oudijk van Putten, daarbij verlan gende benoemd te worden de eerste tot griffierde laatste tot commies-griffier der kamer. Van de tweede kamer zijn op de gebruikelijke wijze ontvangen: de wets-ontwerpen hou dende hoofdstuk XI (koloniën) en hoofdstuk XII (onvoor ziene uitgaven) van de begrooting voor 1851 het wets-ont- werp tot vaststelling der middelen voor 1851 het wets-ont- werp tot aanvulling der wet van 14 september 1849, be trekkelijk provinciale belastingen in Friesland; de wets-ont werpen tot heffing van provinciale belastingen in Noord holland, Friesland, Overijssel, Drentheen Limburg, en het wets-ontwerp tot vaststelling van de begrooting van het pen sioenfonds voor burgerlijke ambtenaren voor 1851. De ver gadering heeft bepaald, dat op den 28 dezer zou worden overgegaan tot de benoeming van een griffier der kamer; terwijl de benoeming van een commies-griffier eerst later zal plaats hebben. Door de commissie van rapporteurs voor het wets-ontwerp tot afschaffing van leges in zaken van in- en uitgaande regten en accijnsen is daaromtrent verslag uitgebragt. Zitting van 27 december. Daarin heeft de voorzitter berigt gegevendat door de af- deelingen der kamertot hare rapporteursvoor het wets ontwerp tot aanvulling der wet van 14 september 1849 om trent provinciale belastingen in Friesland; omtrent die tot heffing van provinciale belastingen in Noordholland Fries land, Overijssel, Drenthe en Limburg, en omtrent dat tot regeling der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren over het jaar 1851, benoemd zijn de heeren de Brauw Borski van Heeckeren van Was senaar en Martens van Sevenhoven. Voorts is bepaald dat op den volgenden dag onmiddellijk na afloop der verkiezing van den griffier, de beraadslagingen zullen plaats hebben over het wets-ontwerp tot afschaffing der leges in zake van in- en uitgaaude regten en accijnsen. Onder de ingekomen stukken behooren een adres van dec heer J. J. F. Noordziek, redacteur der Nederlandsche Staats courant, tijdelijk in dienst van de beide kamers der Staten- Generaaialsmede adressen van de heerenH. B. Weeninck en F. W. J. vait Pallandtstrekkende de eerste om tot griffier en de twee laatsten om tot commies-griffier bij de kamer te worden aangesteld. Zitting van 28 december. In deze zitting heeft de benoeming plaats gehad van een griffier der kamer, tot welke betrekking met 28 van de 35 stemmen verkozen is jhr. mr. .7. A. Singendonck commies van staat bij den raad van state waarnemende de dienst van commies-griffier, bij de kamer, die zijne nieuwe betrekking terstond aanvaard heeft. Daarna heeft de beraadslaging plaats gehad over het wets ontwerp tot opheffing van leges in zake van in- en uitgaande regten en accijnsen, welk wets-ontwerp met 26 tegen 9 stemmen is afgestemd. De commissie van rapporteurs voor de Staats-begrooting over 1851 heeft haar verslag daarom trent uitgebragt; de aanvang der beraadslaging is bepaald op maandag. Na afloop der beraadslaging over de Staats-begroo ting zal plaats hebben de discussie: 1. over het ontwerp van wet ter aanvulling der wet van 14 september 1849, be trekkelijk provinciale belastingen 111 Friesland; 2. over de wets-ontwerpen tot heffing van provinciale belastingen in Noordholland Friesland OverijsselDrenthe en Limburg 3. over het wets-ontwerp tot regeling der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren voor 1851. Provinciale Staten van Zeeland. Buitengewone Vergadering van den 28 December 1850. Tegenwoordig: de staatsraad commissaris des konings voorzitter, twee-en-dertig leden en de griffier. Nadat de vergadering, door den voorzitter, namens den koningis geopendwordt door den griffier voorgelezen Zr. Ms. besluit van den 18 dezer, no. 7, houdende mag- tiging tot het buitengewoon bijeenroepen der provinciale Staten. Bij den voorzitter zijn ingekomen kennisgevingen van de heeren mr. PVagtho van Voorst Catshoekmr. Vogelvanger Piersensvan den Broecke de Smidt en Moolenburghdac zijom verschillende redenen de vergadering niet kunnen bijwonen. Hierna worden voorgelezen: 1. eene missive van Zijne Excellentie den minister van binnenlandsche zakenbevat tende nadere bedenkingen omtrent de op den 30 november jl., met wijziging, vastgestelde begrooting van enkel pro vinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1851, en 2. de beschouwingen dienaangaande van gedeputeerde Staten. Er wordt geoordeeld, dat deze zaak niet valt in de ter men van art. 37 van het reglement van orde en dat zij al- zoo onmiddellijk in overweging kan worden genomen. Vervolgens voeren de heeren mr. van DeinseVerhagen Mooijaart, jhr. van Cittersjhr. de Jonge, van Diggelen, Beumer HardenbergFransen van de Puttemr. van der Swalme jhr. mr. Schuurbcque Boeije en Buyze het woord. Door deze sprekers wordt in het algemeen de door den mi nister verlangde vermindering van de 6 opcentenwelke van de hoofdsom der grondbelasting, ten behoeve van de pro vincie worden geheven onbillijk ja onregtvaardig geacht, vooral daar het wets-ontwerp waarop dat verlangen is ge grond nog niet tot wet is verheven. Ook komt hierbij ter sprake, het onderhoud der meubelen, zich bevindende in de woning van den commissaris des konings in de pro vincie, waarvoor eene zekere som primitivelijk door de pro vinciale Staten in uitgaaf was voorgedragen terwijl de mi nister susteneert, dat dit onderhoud noch ten laste der pro vincie noch ten laste des rijks kan komen men acht dat hierdoor wordt belet, dat de Staten het bepaalde bij het 5de lid van art. 107 der provinciale wet behoorlijk naleven. Volgens het voorstel van gedeputeerde Staten wordt be sloten om de onderwerpelijke begrootingovereenkomstig des ministers verlangen, te wijzigen, des echter dat de post voor het onderhoud der zoo even bedoelde meubelen, voor memorie zal worden uitgetrokken wordende die begrooting alzoo nader vastgesteld in ontvang en uitgaaf, respective- lijk op f 70,829. Vervolgens wordt vastgesteld de door gedeputeerde Sta ten ontworpen geleidende missive ter opzending der be grooting aan den minister. Hierbij wordt den dank der vergadering betuigd voor het meerder abonnement voor het onderhoud der groote wegen van de 2de klasse (waarvoor f 2000 is toegestaan) maar daaruit blijkt tevens van het leedwezen der vergadering, over den dwang, welke de re gering haar wil aandoen en over de neiging van deze om te oordeelen en te beslissen, omtrent hetgeen niet van het rijkmaar der provincie is. De heer Verkagen vraagt inlichting omtrent het lot der begrooting voor 1851 van het provinciaal bestuur, voor zoo ver het rijks-bestuur is; waarop door den voorzitter, onder verwijzing naar art. 66 der provinciale wetwordt aange merkt, dat hij aan de vergadering geene gelegenheid mag geven, om zaken te behandelen welke aan de tegenwoor dige bijeenkomst vreemd zijn. Wordt wijders besloten om de voormelde geleidende mis sive door middel der dagbladen openbaar te maken. Op voorstel van den voorzitter, worden de notulen van het verhandelde in deze bijeenkomst welke staande dezelve zijn opgemaaktgeresumeerd en behoudens eene geringe aanvulling, goedgekeurd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1850 | | pagina 1