MIDDELBURGSCHE
O U 11 N T.
te'
W°. 155.
Donderda
1850.
26 December.
;v
ïscsImvcu cm bminiaraticm.
iumicniUnbodiG CijbiugcM.
-
*3
ar
De STAATSRAAD COMMISSARIS des KONINGS iu
de firovincie ZEELAND
\pffwictigt de belanghebbenden dat de Provinciale Staten
van dit Gewest, in buitengewone vergadering zijn bijeen
geroepen, tegen Zaturdag den 28 dezer, des voormiddags
ten elf uur dat die vergadering zal worden gehouden in
de Concertzaal te Middelburg en dat de deur van die Ge
bouw uitkomende op de Groenmarkt voor het Publiek
zal worden opengesteld.
Middelburg, den 25 December 1850.
De Staatsraad Commissaris des Konings voornoemd
VAN VREDENBURCH.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
brengen bij deze ter kennissc van een iegelijk dien zulks zoude mogen
aangaan, dat, ter voldoening aan de bepalingen^, voorgeschreven bij
de Wetten van 8 Januarij 1817 cn van 27 Aaril 1820, betrellende
de Nationale Militie, op den 2 Januarij aans™ande zal worden ge
opend het Register van Inschrijving tot de loting voor dezelve Militie.
Dat dit Register dagelijks (uitgenomen destöondags), des namiddag!
van 12 tot 5 urenop de Secretarie zal gereed liggen tot en met
den 20 derzelfde maand dat hetzelve alsdan opgemaakt en door het
Hoofd van het Bestuur onderteekend zal worden, en dat de zoodani-
gen welke daarnn*worden bevonden in hunne verpligting nalatig te
zijn'gebleventot en met den 28 Januarij nog op het Register zullen
worden gebragtdoch met cene boete van 5 tot 100 Gulden gestraft
moeten worden cn dat de nalatigendie eerst na den 28 Januarij
zullen worden ontdekt, dadelijk gearresteerd moeten worden, om tot
de dienst te worden ingelijfd, zonder tot het aanvoeren van eenige
reden van vrijstelling te kunnen worden toegelaten.
En worden mitsdien alle Jongelingenhun domicilium of vaste
woonplaats binnen deze Stad of derzelver Ambachten hebbende welke
op den 1 Januarij 1851 hun negentiende jaar zullen zijn ingetreden
en hetzelve niet hebben volbragtcn dus alle die in het jaar 18o2 ge-
horen zijn, bij deze opgeroepen cn aangemaand om zich op voor
schreven plaats en uren vridr den 20 der maand Januarij aanstaan
deter inschrijving in het Register aan te dienen, met overlegging
van een extract tot opgave van den datum hunner geboorte; gelijk
de Ouders, Voogden, Curators of Gcmagtigden van afwezigen worden
opgeroepen, om hunne Kinderen ol Pupillen binnen den bepaalden
tijd ter inschrijving aan te geven en alsdan aan het Plaatselijk Bestuur
zoodanige onderrigtingen te vcrschalfen of te doen verschattenals
van de Lotelingcn zclven zouden kunnen worden verlangd; wordende
voorts aan al de Jongelingen die hun negentiende jaar zijn ingetre
den bij deze te kennen gegeven, dat zij zich na den 1 Januarij 1851
noch vdrfr den 1 Junij daaraanvolgende tot geenc vrijwillige Militaire
Dienst bij de Armee te Land of ter Zee kunnen of mogen verbinden
naar aanleiding der bepalingen dienaangaande, vervat in Art. g4 Litt.
gg der Wet van den 8 Jannarij 1817; terwijl al verder tot voorko
ming van alle misvatting welke zoude kunnen ontstaan met betrek
king tot de verpligtingcn die bij de bestaande Wetten worden voor
geschreven aan de belanghebbende Ingezetenen dezer Stad cn Am
bacht, bij deze, wordt onder het oog gebragt:
1.) Dat alle Jongelingen, in den jarc 1332 alhier geboren, cn
alhier hunne woonplaats hebbende, moeten worden ingeschreven zon -
der onderscheid of voor hen ai dan niet eenige reden van vrijstelling
kan worden bijgebragt.
2.) Dat gehuwden en afwezenden ook in dc inschrijving moeten
worden begrepen, en dat de gehuwden hunne bewijsstukken bij den
Militie-Raad moeten overleggen, op hetzellde tijdstip, hetwelk tot
overlegging van andere bewijzen van vrijstelling bepaald wordt.
5.) Dat de Ouders Voogden en Regenten verpligt zijn hunne Kin
deren of Pupillen in persoon, of door iemand daartoe gemagtigd, te
doen inschrijven, cn daarin nalatig blijvende, verbeuren zullen de
boeten bij de bestaande wetten bepaald.
4.) Dat de straffen, op het niet voldoen aan de verpligtingen be
trekkelijk de inschrijving, zijn vermeld in de Artikelen 53, 63, 64,
65, 66, 67, 68 en 166 der Wet van den 8 Januarij 1817 en in
Art. 10 en u der Wet van den 27 April 1820.
5.) Dat nopens de woonplaats of het domicilium van inschrijving
bij Art. 56 der Wet van den 8 Januarij 1817 het volgende is bepaald
De wettige woonplaats of domicilie voor de inschrijving^ hier-
boven vermeld, wordt gehoudenvoor hen die ongehuwd zijn, dc
woonplaats der Ouderen, en bij overlijden van beide, die van den
s eerstbenoemden Voogd; voor de gehuwden, de plaats alwaar zij hun
j> bestaan hebben;— in twijfelachtige gevallen omtrent gehuwden, zal
B voor dc wettige woonplaats gehouden worden die plaats, alwaar zij
op den 1 Januarij van elk jaar, tot de uitoefening van ecnig beroep,
b Patent hebben bekomen of wel voor het middel van het Personeel
n en Mobilair, of dat hetwelk in de plaats daarvan zoude mogen
b worden geïntroduceerd, beschreven zijn, en voor zoo verre zij daar
n in niet beschreven zijn, noch Patent hebben bekomen, de plaats,
s waar zij zich bevinden; met. deze verdere bepalingen, dat zij, die
in een vreemd Land, uit Ouders, ter oorzake van 'sLands dienst
b afwerend of anderzins op reis zijnde, buiten het Rijk zijn geboren,
1 zullen worden ingeschreven binnen de plaats alwaar zij hunne wettige
b woonplaats hebben; dat Jonge Lieden, door hun Vader of Moeder
n Voogd of Curator achtergelaten, en geen bestaan hebbende, op de
lijsten van die Gemeente zullen worden gebragt, alwaar hunne Ou-
ders, eerst in rang benoemde Voogd of Curator, het laatst hunne
B woonplaats hebben gehad, en wanneer deze woonplaats niet bekend
a mogt zijn, of dat dezelve buiten het Rijk is gelegen op die van de
B plaats alwaar zij zich bevinden.
b Zij, die geene Ouders, Voogden of eigen bestaan ^hebbenzullen
b worden ingeschreven op de plaats alwaar zij zich bevinden.
B De Gealimentcerden en Kinderen in Godshuizen cn liefdadige Ge-
stichten zullen worden ingeschreven in de plaatsen, alwaar de Gods-
a huizen zijn gelegen ol dc alimentatie geschiedt.
B Ten opzigte van de Gevangenen welke in dc jaren der loting val-
B len zullen de Regenten der Gevangenissen verpligt zijn, voor den
xo Januarij aanstaande, aan het llcstuur van dc Gemeente, alwaar
a die Gevangenen hunne vaste woonplaats hebben, eenc naauwkeurigc
a op»avc te doen van alles wat hetzelve voor de opschrijving noodig
heeft te weten, met bijvoeging der misdaad, waarvan zij beschul-
S digd of om welke zij veroordeeld zijn geworden, en van den tijd voor
a denwelken zij zijn geconfinecrd.
G.) Dat bij het laatste lid van Art. 5g van cvengemclde Wet nog
wordt bepaald
b Tot de Gemeente, in welke iemand, bij net intreden van des-
b zelfs 19de jaar, voor de eerste klasse ^zai zijn ingschreven hij,
smet betrekking tot de Nationale Militie, zal blijven, werwaards
hij zijn domicilie, gedurende den tijd dat hij in de jaren der Mili-
a tic valtmoge overbrengen."
En eindelijk7.) Dat Buitenlanders, welke zich, als Ingezetenen
an het Rijk, binnen deze Gemeente met der woon hebben gevestigd
vereenkomstig Art. 6 der Wet van den 27 April 1820, zich, voor
ooverre zij nog in dc jaren der Militie vallen, insgelijks binnen den
bepaalden tijdmoeten aangeven tot inschrijving in dat Register,
waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren.
En opdat een iegelijk hiervan kennis drage, zal deze worden ge
drukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Courant
geplaatst.
Gedaan lenRaadhuize der Stad Middelburg, den 20 December 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT VAN GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare,
M. F. LANTSHEER.
SP RIN STIEREN-RE UR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
Gezien het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer
Provincie, van den 6 dezer maand, 110. 18 (Provinciaal
Blad ito. 158) houdende mededeeüng van den uitslag der
in de maand September jl. plaats gehad hebbende keuring der
Spritigstieren
Maken bij deze, naar aanleiding van art. 16 van het
Provinciaal Reglement op de Springstieren de namen der
navolgende in de Gemeente aanwezige Stierenhondersmits
gaders de meerdere of mindere deugdzaamheid der gekeurde
rfngstierB bekend als
'ome lis W-ulnierseeen ejarige Vaalbonte Stier, goed.
brakam^dionst een 3jarige Grijsbonte Stierzeer goed.
Andrief Buijseen sjarige Zwarbonte Stier, zeer goed.
Jan Pieterse een 3jarige Vaalbonte Stier, goed.
En opdat de belanghebbenden fyn deze mededeeling de
noodige kennis dragen zal deze worden afgekondigd mits
gaders in dezer-Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 20 De
cember 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare",
M. F. LANTSHEER.
VERROOPING vaxn GENIE-GOEDEREN.
Door den Majoor, Plaatselijken Kommandant te NEUZEN
als daartoe gemagtigd door Zijne Excellentie den Heer Mi
nister van Oorlog, zal aldaar, op den 9 Januarij 1851
en des noodig daarop volgende dagen, in het openbaar,
bij afslagaan den hoogstmijnenden verkocht worden eene
aanzienlijke partij oude en buiten dienst gestelde GENIE
GOEDEREN bestaande hoofdzakelijk in Boomstammen
voorts Gordingen, Gereedschappen, Koper, Ijzer enz.
Die Goederen zijn van heden dagelijks en op den dag
vóór de Verkoopingmet aanwijzing, te bezien.
Neuzen den 24 December 1850.
De Majoor Plaatselijke Kommandant
VON SALISSENINS.
MIDDELBURG, den 25 December.
Wij zijn onderrigtdat bij het muzijkgezelschap Uit Kunst
liefde wederom het voornemen bestaat om een concert te
geven ten behoeve der armen. Het is te hopen dat deze
poging om iets bij te dragen tot leniging der armoede in
onze stad met eene algemeene en ruime deelneming moge
bekroond worden.
In de voorgaande week heeft de jaarlijksche algemeene
vergadering van de Vereeniging tot bevordering der Toonkunst
plaats gehad waarin den leden de rekening van het nfge-
loopen dienstjaar werd overgelegd en tevens een verslag van
de werkzaamheden des bestnursin het belang der toonkunst
en een overzigt van de muzikale aangelegenheden in onze
stad, uitgebragt werd. Jammer is hetdat ook deze verga-,
dering als naar gewoonte niet door vele leden werd bijge
woond; immers dan zoude het nut, dat deze vereeuiging
inderdaad tot de instandhouding en bevordering der toonkunst
doet, meer algemeen aan het licht komen te meer zoude
dit van belang zijn daar misschien zelfs onder de leden velen
zijn die met het eigenlijke doel en de verrigtingen dezer mu
zikale vereeniging niet volledig bekend zijn. Het is daarom
niet ondoelmatig een oppervlakkig overzigt van de werk
zaamheden dier vereeniging mede te deelen.
De vereeniging heefc zich alleen ten doel gesteld de in
standhouding en bevordering der toonkunst in deze stad. Voor
de geringe contributie van 10 's jaars het lidmaatschap ver
krijgende heeft men daarvoor het regt ódn zijner kinde
ren het klassikaal onderwijs op de zang- en muzijkschool
gratis te doen genieten.
Het wordt toch hoe langer hoe meer erkend van hoeveel
nut dusdanig grondig onderwijs in de beginselen der toon
kunst is, voor hen die later, 't zij de zangkunst 't zij een of
ander muzijk-instrument willen beoefenen. Het onderwijs
wordt op die school grondig en met goed gevolg door den
allezins bekwamen muzqk-ondgrwijzerden heer Ceulen
gegeven. Die leden, die het laatst gehouden examen nog
hebben bijgewoond zullen dit voorzeker geheel beamen.
Van niet minder nut zijn de verscheidene subsidien die
aan eenige musici en muzikale inrigtingen in deze stad ver
strekt worden. Hierdoor worden b. v. aan het hier bestaande
orchest eenige bekwame en onmisbare instrumentisten ver
zekerd die zonder die subsidie door gebrek aan een vol
doend bestaan ongetwijfeld hier niet zouden verblijven.
Ook de volks-zangschoolofschoon meer bepaald onder
het toezigt staande van het departement der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeenis voor een groot deel hare daar-
stelling aan deze vereeniging verschuldigd terwijl dezelve
nog voortdurend voor zoo ver de fondsen der vereeniging
3
-
i f fjij
óit gedoogen geldelijk wordt ondersteund.
Voor de instandhouding van het muzijkkorps der sikfeïij&e
schutterijhetwelk bij iedere gelegenheid steeds l^tjéid is'
aan onze stadgenooten genoegen te verschaffenen welks
instandblijving voorzeker niet onverschillig iswordt mede
eene toelage gegeven.
Maar het zou te wijdloopig zijn, indien til de verrigtin
gen van de vereeuiging werden opgesomd-.- -Alleenlijk zij
hier nog met een woord melding gemaakt van het /muzikaal
genot, dat van tijd tot tijd aan de leden verstrekt w$rdt
getuige daarvan het dezer dagen plaats gehad hebbenèjcjóu-
cert; immers ieder muzijkliefhebber heeft hetzelve zéker
met de meeste voldoening bijgewoond. Wij hoorden daar de
algemeen als uitstekende zangeres bekende mevr. Offermans
(jvan Iiovej, en het was ons niet minder aangenaam ook
onze talentvolle stadgenooten, de heeren Ceulen, Labrant
en Lisoyals solisten te zien optreden.
Het ware te wenschen dat ieder die de toonkunst ter
harte gaataan deze vereeniging deel nameen hierdoor
eene zoo edele kunst ook in onze stad meer en meer konde
bevorderd worden. Medegedeeld
Bij de alhier in 1847, door de heeren Pistorius, H. J.
Dronkers en .7. Ilirschmann daargestelde gymnastische inrig-
tingonder de spreuk tot oefening en uitspanningwaarop
een aantal jongelingen onderwijs genieten is ook een af
zonderlijk en gewijzigd oefenings-onderrigt voor meisjes daar-
gesteld.
Men schrijft ons uit Nisse van den 23 dezer:
Gisteren avond, omstreeks 8 ure, ontstond er brand op
de hofstede van de heeren Buyt en Pijkebewoond door
Jacob van Leeuwen, welke zoodanig toenam, dat de schuur
in zeer weinige oogenbiikken geheel in vlammen stondzij
is dan ook vol met granen 23 stuks vee en al de gereed
schappen totaal verbrand. Niets is kunnen gered worden
de oorzaak is onbekend." QGoes. Ct.j
Bij besluit van Z. M. van den 6 dezer zijn onderscheidene
benoemingen geschiedtot ridders der militaire Willems
orde bij het leger in Oost-Indie ter belooning van hun ge
houden gedrag bij de in 1849 en in de eerste maanden dezes
jaars plaats gehad hebbende krijgsverrigtingen in het Palem-
bangsche.
Z. M. heeft, bij onderscheidene besluiten, goedgevonden:
1. Het pensioen te verleenen aan den intendant der iste
klasse G. A. van Haeften onder toekenning tevens van den
rang van hoofd-intendaut, en aan de kapiteins-kwartiermees
ters II. de Vogel en II. J. Thijsrespectivelijk bij het ko
loniaal werfdepot en het 4de regeraent infanterieonder toe
kenning aan beiden van den rang van majoor.
2. Te benoemen bij de dienst der militaire intendancetot
intendant der iste klasse, den intendant der 2de klasse J. van
Oosterhouttot intendanten van de nde klasse de onder-in
tendanten van de is te klasse IV. Craay en S. T. Mulder
tot onder-intendanten van de iste klasse: den majoor titulair
F. V. von Wattenwij look genaamd de fVattevillerege-
ments-kwnrtiermeester bij liet 5de regement infanterie en
den kapitein-kwartiermeester II. Hardenbergvan het rege
ment grenadiers en jagers. Tot onder-intendanten van de
2de klasse, volgens ancienneteitde adjunct-intendanten
E. A. A. J. de Roy van Zuidewijn en J. van den Bosch.
Bij het regement grenadiers en jagers, tot kapitein-kwar
tiermeester, volgens ancienneteit, den isten luitenant-kwar
tiermeester J. II. van IVelijvan het regement; bij het
4de regement infanterie tot kapitein-kwartiermeester, volgens
ancienneteit, den eersten luitenant-kwartiermeester C. J. Swal.
mius van der Linden, van het 2de regement vesting-artille-
riebij het 5de regement: infanterie, tot kapitein-kwartier
meester, volgens ancienneteit, deu isten luitenant-kwartier
meester D. C. Otkenvan het bataillon mineurs en sapeurs;
bij het instructie-bataillon tot kapitein-kwartiermeester bij
keuze, den isien luitenant-kwartiermeester J. C. N. van
Hees, van den staf der infanterie, laatstelijk werkzaam bij
het departement van oorlog bij het 8ste regement infante
rie tot isten luitenant-kwartiermeester, volgens ancienneteit
den aden luitenant-kwartiermeester P. F. de Groot, van het
corps; bij het iste regement vesting-artillerie, tot isten lui
tenant-kwartiermeester vol gens ancienneteitden eden luite
nant-kwartiermeester A. Ohorstvan het 7de regement in
fanterie bij den staf der infanterie, tot isten luitenant
kwartiermeester, bij keuze, den 2den luitenant-kwartiermees
ter C. C. E. dlEngelbronnerwerkzaam bij het departement
van oorlog.
3. Te verplaatsen: bij het koloniaal werfdepot, als kapi
tein-kwartiermeester den onder-intendant der 2de klasse
J. .7. B. Kesmanbij het wapen der infanterie van het le
ger in Oost-Indie den 2den luitenant C. J. R. Listvan
het 6de regement infanterie.
Naar wij vernemen, zegt het Weekblad van het Regt,
worden de onderhandelingen russchen de Nederlandsche en
Fransche regeringen over de handhaving van den eigendom
van letter- et) kunstvoortbrengselen, met ijver voortgezet,
en heeft men alle reden om zich met een goeden uitslag
daarvan te vleijen.
Dezer dagen is in de Staats-courant geplaatst eene
rekening en verantwoording omtrent de gelden, bestemd tot
oprigting van het standbeeld van prins Willem den eersten
binnen de residentie. Men verneemtdat het geldelijk be
heer aan die zaak verbonden, in het jaar 1842, bij be
schikking van den toenmaligen minister van binneniandsche