MIDDELBURGSCHE COURAN N°. 45. Zaturda 13 April. Be^iurcti cm üJIbmintsitïaticn. 13 urnenlAt!b0chc ÏSTijbiugcti. 15uitenlattb0c!te ^ijbiugen. <rr MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, PROFIN CIE ZEELAND AANBESTEDING. Op Donderdag, den 2 Mei des jaars 1850, des voormid dags ten 10 ure, zal, onder nadere approbatie, door den Staatsraad Gouverneur der Provincie Zeeland ofbij des- zelfs absentie, door een der Leden van de Gedeputeerde Staten en in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Wa terstaat, in de Provincie Zeeland, aan het Lokaal van het Gouvernement, te Middelburg, worden aanbesteed: Hor ~»nprhnnrl pn herstel der KH AM- KTJS- en AARDEWERKENbenevens dar der Sluizen Bruggen Gebouwen en alle andere voorwerpen op het Kanaal van Neuzen en het Zij-Kanaal naar Hulst; alles met het leveren der benoodigde Materialenen der Brand- en Lichtstoffen ten dienste der Sluizen te rekenen van den 1 Januarij 1850 en eindigendeden 1 Januarij 1853. 2. Het bouwen van eenen Uitwaterings-Duiker voor de Oost- of Binnen Vlooswijk-Polder met de leveran- cie van alle de Materialen en Arbeidsloonen. Deze Aanbesteding zal geschieden bij inschrijving volgens artikel n en 15 der Bestekken. De Bestekken der bovengemelde Aanbesteding zullen bo ven en behalve aan het Lokaal van het Ministerie van Bin- nenlandscbe Zaken en aan dat van het Gouvernement er Provincie Zeeland, te Middelburg, ter lezing liggen op alle zoodanige plaatsen alwaar gewoonlijk de Bestekken van Waterstaats-werken in gemelde Provincie ter lezing gelegd worden. Zullende op den 22 en 23 april de noodige aanwijzing in loco worden gedaan en voorts nadere informatien te beko men zijn bij den Hoofd-Ingenieur te Middelburg, en bij den Ingenieur J. Strootmante Neuzen. De Minister van Binnenlandsche Zaken THORBECKE. MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. PROFINCIE ZEELAND. AANBESTEDING. Op Zatnrdag den 4 Mei des jaars 1850, des voormid dags ten 10 ureden Staatsraad, Gouverneur der Provincie Zeeland, of, bij des- zelfs absentie, door een der Leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Wa terstaat in het elfde District aan het Lokaal van het Gou vernement te Middelburg worden aanbesteed Het vernieuwen* der RIJSWERKENen het maken van STEENGLOOIJINGENaan al de Calamiteuse Polders van Zeeland, gedurende het jaar 1850, met het onderhoud van alle de Werken tot den 1 April 1851 daaronder begrepen de leverancie van alle vereischte Materialen; en zulks in drie-en-dertig Per- ceelen van Aanbesteding. Deze Aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Het Bestek der bovengemelde Aanbesteding zal boven en behalve aan het Lokaal van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, en aan dat van het Gouvernement der Provincie Zeeland, te Middelburg, ter lezing liggen op alle de zoo danige plaatsen alwaar gewoonlijk de Bestekken van Wa terstaats-werken in gemelde Provincie ter lezing gelegd wor den. Zullende zes dagen vóór de Besteding de noodige aanwij zing in loco worden gedaanen voorts nadere informatien te bekomen zijn bij de Ingenieurs van den Waterstaat te Goeste Sf. Maartensdijk te Middelburg, te Breskens en Terneuzen bij elk voor zoo veel zijn Arrondissement aan gaat en bij den Hoofd-Ingenieur te Middelburgvoor het geheel. De Minister van Binnenlandsche Zaken THORBECKE. INSPECTIE. FERLOFGANGERS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG; Gelet op het Besluit van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van den 3 dezer Provinciaal Blad no. 42.) Verwittigen bij deze de Verlofgangers, welke zich in de Gemeente bevinden, dat zij zich zullen moeten vervoegen op Woensdag den 8 Mei aanstaande des middags ten twaalf ure op de Heerenbeurs al hier ten einde door den Heer Militie-Commissaris te worden geïn specteerd,* zullende van deze Inspectie slechts zijn verschoond de zoo- danigen welke nog niet van militaire Kleeding zijn voorzien en de zulken die zich met een tijdelijk verlof in hunne Haardsteden be vinden. En worden mitsdien de belanghebbenden herinnerd aan de vol gende bepalingen bij de wetten, van den 8 Januarii 1817 en 27 April 1820 vastgesteld 1°. Dat zij gehouden zijn om op de bepaalde Inspectie voor de Verlofgangerste verschijnen op poene van bij gebreke daarvan, wanneer zij voor hun achterblijven geene ten genoegen van den Mi litie-Commissaris voldoende redenen mogten kunnen aanvoeren overeenkomstig het bepaalde bij artikel 183 der wet van 8 Januarij 1817 te worden gestraft. 2°. Dat zij op de gemelde Inspectie zullen behooren te verschijnen gekleed in de uniform en voorzien van de verdere Kleeding en Èquipementstukken die bij bet vertrek van het Korps aan hen zijn gelaten benevens van het Attest litt. H. H. bun door het Plaatselijk Bestuur hunner Gemeente uitgereikten dat zij gedurende gemelde Inspectie zijn onderworpen aan de Militaire discipline. 3°. Dat zij hunne Kleeding en Èquipementstukken steeds in waarde zullen moeten houden en zij zich van dezelve zoo lang zij niet zijn gepasporteerd om geeuerlei reden mogen ontdoen. 4°. Dat wanneer zij zich buiten de Proviheie willen begeven om te verblijven, zij derzelver Verlofpassen aan het Plaatselijk Bestuur hunner Gemeente moeten terug vragen en dat zij zich binnen vier weken moeten aanmelden hij het Bestuur der Gemeente in welke zij t voornemens zijn te willen verblijven, op straf van als deserteur te worden behandeld. 5». Dat wanneer zij zich langer dan tweemaal vier-en-twintiguren uit hunne Gemeente willen verwijderen zij daarvan in Persoon moe ten kennis geven aan het Plaatselijk Bestuur met opgave der Ge meente werwaarts zy zich begeven op straf van een arrest van 2 tot 6 dagen door het Plaatselijk Bestuur op te leggen. 6°. Dat zij zich op gelijke straf, ingeval zij langer dan tweemaal vier-en-twintig uren buiten hunne Gemeente verblijven bij het Plaatselijk Bestuur der Gemeente alwaar zij zich bevinden moeten aanmelden. Terwijl verder aan de Miliciens Verlofgangers naar aanleiding der circulaire van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van den 28 Junij 1845 Provinciaal Blad no. 65) wordt ter kennis ge- bragtdat door de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Oor- lo" is bepaald, dat zii die ter zake van insubordinatie onbetame lijke gearagtngen of wegens het verwaarloozen van hunne Kleeding of Èquipementstukken bij herhaling in de termen vallen om door den Militie-Commissaris gestraft te moeten worden voor het vervolg wanneer daartoe voldoende redenen door den Heer Staatsraad Gou verneur zullen worden gevonden aan het Departement van Oorlog zullen worden opgegeven ten einde dezelve dadelijk voor zekeren tijd onder de wapenen te roepen. En zal opdat een iegelijk hiervan kennis dragedeze worden afgekondigd mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 11 April 1850. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT vak GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare M. F. LANTSHEER. ZIE KE N -FONDS. BESTUURDERS-VERGADERINGtot opname van Leden, Dingsdag i(5 April 1850, des avonds ten 7 ure, in het Sint-Joris op de Balans. De Secretaris J. J. PIETERSE Tz. MIDDELBURG, den 12 April. In eene op dingsdag den 9 dezer maand gehoudene open bare plegtige zitting van het provinciaal geregtshof in Zee land is jhr. mr. IV. C. de Jonge als substituut-griffier van dat hof geïnstalleerd. Nadat deheer president de ver gadering had geopend verklaard heeft de heer procureur- generaal eene toepasselijke rede gehouden en de voorlezing van het koninklijk besluit en van de akte van beëediging gerequireerd. Na die voorlezing heeft ook de heer presi dent den nieuwbenoemden substituut-griffier gelukgevvenscht en hem verH"--J ij" vv aurnx dv.At hof heeft toegesproken en zich bijzonder aanbevolen ook aan den heer procureur-generaal en aan den heer griffier', en daarna nog eenige vriendschappelijke woorden totdehee- ren advokaten en procureurs gerigt heeftdie daarop door den dekep van de orde der advokaten hebben geantwoord. Daarna is de zitting opgeheven. Z. M. heeft bij onderscheidene besluiten goedgevonden i° te benoemen tot hoogstdeszelfs adjudant in buitenge wone dienst den lnit.-kol A. P. F. Rigot de Begninsvan den gen. staf; bij het 6de reg. infanterie, tot isten luit. bij anciënniteit, den 2den luit. C. van 't IVest Eindevan het korps; en 20 het pensioen te verleenen aan den isten luit. B. Harsveldtvan het 6de reg. inf. RH en verneemt, dat de Zweedsche gezant, de luit.- generaal von Mansbach, in een bijzonder gehoor aan Z. M. den Koning aangekondigd heeft het voornemen van Z. K. H. den kroonprins van Zwedenom in den loop dezer maand, een bezoek te komen brengen aan het doorluchtig hoofd van het koninklijk geslachtwaarmede Z. K. II. zich weldra in zoo naauwe betrekking zal verbinden en dat Z. M. bij die gelegenheid op eene zeer vereerende wijsappartementen in hoogstdeszelfs eigen paleis ter beschikking van Z. K. H. gedurende zijn aanstaand verblijf, zou aangeboden hebben. De kroonprins van Zweden wordt den 21 dezer in de residentie verwacht. De Leydsche Courant meldtdat vergunning is gevraagd, om eene ijzeren-schroefstoomboot-dienst tusschen Leyden en 's Gravenhage over den Leydschendamaan te leggen. De booten zouden 's zomers acht malen heen en weder varen, en de ondernemers zouden zich met de bestaande schipperij willen verstaan. Bij het afbreken van een oud gebouw te Zwolle een gedeelte van de zoogenaamde Vilsterenshuizeheeft men ge vonden 250 munten uit'de 13de, 14de en 15de eeuw, waar onder vele bisschoppelijke. (JZw. C.) Door de Nederl. Handelmaatschappij zijn elf schepen bevracht, als: voor Amsterdam: ChinaZeelandTriton, Eensgezindheid en A. R. Falck-, voor Rotterdam 1 Samarang, Drie Vrienden Nova Zemb/a en Christiaan Huygensvoor Dordrecht: .lacob Catsen voor Schiedam: Maasnimph. Bij Zr. Ris. besluit van den 10 dezer is, ten gevolge van het overlijden van den kapitein-ter-zee D. J. baron Ren- gers, met den 16 daaraanvolgende benoemd tot kommandant van Zr. Ms. zeemagt in de Maas en Goedereede tevens kommandant van het wachtschip de schelde de kapitein ter-zee IV. J. Jollydie voorts met den 1 mei aanstaande wordt benoemd tot directeur en kommandant der marine te Hellevoetsluismet bepaling dat hij tevens belast zal blijven met het bevel over gemeld wachtschip. Wij vernemen uit eene goede bron dat de erfgenamen van wijlen Koning Willem II thans besloten hebben de na latenschap van den overleden Vorst te aanvaarden dat op 17 dezer de daartoe strekkende verklaring zal worden afge legd en dat reeds den volgenden dag een aanvang met de be taling der schulden van de nalatenschap zal worden gemaakt. (iV. Rott. Cr.) Bij het departement van marine is berigt ontvangen van de Kaap de Goede Hoop, waaruit blijkt dat op 7 ja nuarij jl. in de Tafelbaai, op de terugreis uit Nederlandsch Indie naar Nederland is aangekomen Zr. Ms. schoonèrschip de lansier, onder bevel van den luit.-ter-zee iste klasse IV. H. Dittlof Tjassens. Staten Generaal. eerste kamer. Zitting van 8 april. Is ingekomen eene missive van den heer van Nispen van Pantserdendaarbij kennis gevendedat hij laatstelijk is herbenoemd tot burgemeester van Zevenaar en dat hij die benoeming heeft aangenomen en verzoekende dat door de vergadering beslist worde de vraag of hij alsnog als lid der vergadering te beschouwen is. De vergadering heeft mee 21 tegen 4 stemmen beslistdat de heer van Nispen van Pannerden niet opgehouden heeft lid der Kamer te zijn. Daarna heeft de heer Hofman eenige vragen aan het mi nisterie geiigt betrekkelijk de jongste benoemingen van bur gemeesterswaarbij hij meende, dat de nog bestaande daarop betrekkelijke verordeningen niet in' het oog gehouden zijn. De minister van binnenlandsche zaken heeft de gedane vra gen beantwoord en daarbij de bedoelde benoemingen als in overeenstemming reet de bestaande verordeningen verdedigd. Door den voorzitter is kennis gegeven aan de vergade ring dat door de afdeelingen verkozen zijntot hare voor zitters de heeren Martens van Sevenhoven van Weideren RengersGevers van Endegeest en Groeninx van Zoelen tot hare onder-voorzitters de heeren: Hofmanvan Pallandt van Waar denburg en Neerijnen Taets van Ame rongen en Insinger. Tot hare rapporteurs voor het wets-ontwerp tot bekrach- ting van provinciale belastingen in Friesland, de heeren: Martens van Sevenhovenvan Pallandt van Waardenburg en Neerijnende Jonge van Ellemeet en Groeninx van Zoe len-, en tot hare rapporteurs voor het wets-ontwerp betrek kelijk de brieven-posterijde heeren: Martens van Seven hoven, van Pallandt van Waardenburg en Neerijnen, Taets van Amerongen en Groeninx van Zoelen. Door de commissie voor de verzoekschriften is bij monde van den heer Taets van Amerongen rapport uitgebragt omtrenc eeuige adressen betrekkelijk het wets-ontwerp omtrent de brieven-posterijwelke adressen ter griffie zullen worden nedergelegd. iaoov «to "^mmissie van rapporteurs voor het wets-ont- "werp tot bekrachtiging van provinciale belastingen in Fries land is verslag daaromtrent uitgebragt. De beraadslaging over genoemd wets-ontwerp is bepaald op woensdag den 10 april, nadat de vergadering verschil lende voorstellen van de heeren van Mcursvan Sasse vatt Tsselt en Tonckens, strekkende om de vergadering, uithoof de van de weinige werkzaamheden welke voorhanden zijn uiteen te doen gaan tot den 17 of 19, verworpen had. Zitting van 10 april. In deze zitting is aan de vergadering kennis gegeven dat door de afdeelingen de heeren Martens van Sevenhoven van Weideren Rengersvan Nispen van Pannerden en Groe ninx van Zoelen verkozen zijn tot rapporteurs voor het wets ontwerp tot verhooging der begrooting van 1849, wegens uitgifte van schatkistbiljetten en dat tot verhooging der be grooting van fondsen voor kwade posten, 1843—1848. Over die beide wets-ontwerpen is verslag uitgebragt en werd de beraadslaging over dezelve bepaald op donderdag. Daar na heeft de beraadslaging plaats gehad over het wets-ontwerp tot bekrachtiging der heffing van provinciale belastingen in Friesland voor 1850, hetwelk met algemeene stemmen is aangenomen. Duitschland. Keulen 9 april. De koninklijke Neder- landsche staatsraad von Scherf reikte den 5 dezer, in de zit ting der centrale bonds-commissie te Frankfort, zijne ge loofsbrieven als gevolmagtigde voor het groothertogdom Luxemburg over. Op het vorstelijk slot te Berlijn werd zaturdag een ministerraadin tegenwoordigheid des konings gehouden in welke de Duitsche zaak weder het hoofdpunt der beraad slagingen uitmaakte. De minister von Manteufel zou zon dag naar Erfurt afreizen. Men hield het voor zeker dat het gelukt was zich met Oostenrijk ten opzigte der betwiste pun ten te verstaan. Men houdt zich te Berne verzekerd dat Pruissen er sedert lang op bedacht is eene zoo naauw mogelijke tolver- eeniging met Zwitserland daar te stellen hetwelk ook uit een staatkundig oogpunt beschouwd zeer gewigtig zijn zou. Een beambte van het voormalig rijks-handels-ministerie houdt zich, zegt men, met dit doel reeds sedert eenige weken in Zwitserland op. Rlag men de berigten uit Sleeswijk-Holstein gelooven dan lijdt de koning van Denemarken aan eene krankheid die hem hoogstens nog eenige weken levens vergunnen zal. In den Beijerschen ministerraad zou besloten zijn den staat van oorlog in de Paltz vooreerst nog niet op te heffen, en dit besluit aanleiding tot ernstige interpellatien in de ■Tweede Kamer geven. Frankrijk. Parijs 8 april. In de zitting der wet gevende vergadering van heden is gestemd over den 4den onder-voorzitter. De heer Jules de Lasteyrie welke bij eene eerste verkiezing voor die waardigheid had bedanktis dit maal met eene groote meerderheid weder gekozenen heefc

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1850 | | pagina 1