MDDELBURGSCHE m C 0 II II A N T. W. 21. 1850. 16 Februarij. f Zaturdfig is es Uitren cti £&bmuu0tv*fltieu.. £inuenlAnb0che ®ijbiagen. Buitc&tlatt&^cfrc vEijbingcn. ZIE KEN-FONDS. BESTUURDERS-VERGADERINGtot opname van Leden, Dingsdag 19 Februarij 1850, 's avonds ten 7 ure, in het Sint-Jorisop de Balans. De Secretaris J. J. PIETERSE Tz. WELDADIGHEID. Viissingen den 14 Februarij 1850. Mogten DIAKENEN der Nederduitsche Hervormde Ge meente te Viissingen zich onlangs verheugen in de ontvangst eener buitengewone gift van f 10, andermaal hebben zij het genoegen te kunnen berigten dat op Woensdag den 13 de zer, bij de Avond-Godsdienstoefening, eene dergelijke som bij hen is ontvaugen mede bestemd tot eene Extra-bedeeling. Openlijk betuigen zij hunnen dank aan de milde hand die het hare bijbragt tot leniging der behoeften van ben die aan hunne zorg zijn toevertrouwd, en wenschen zij, dat de onbekende gever voor deze zijne weldadigheid, in de ruimste mate den zegen moge erlangen van Hemdie aan zoodanige offers een welbehagen heefc. Diakenen voornoemd Namens dezelve, C. P. LUITWIELER, Praeses. T. C. DOMMISSE Scriba. MIDDELBURG, den 15 Februarij. De Staats-Courant van gisteren behelst onder anderen een koninklijk besluit van 24 januarij jl. van den volgenden inhoud Wij WILLEM IIIenz. Op de voordragt van onzen minister van justitie voor- loopig belast met het bestuur van het departement voor de zaken der Hervormde eeredienst enz. van den 8 dezer no. 12, strekkende tot intrekking van het besluit van den Souvereinen Vorst van 1 februarij 1815, no. 15 {Staats- blad no. 10) waarbij met alteratie alleen in zooverre van het bepaalde bij art. 2 van het besluit van 28 september 1814 no. 4 Staatsblad no. 102), is verklaard: dat de eigenaars der heerlijkheden en andere wettige collatoren welke tot het jaar 1795 het volstrekte colladeregt tot be geving van predikants-plaatsen hebben gehad datzelfde regt voor het vervolg zullen uitoefenen zonder vooraf gaande nominatie van kerkeraad of gemeenteen zulks zonder ouderscheid of op zoodanige plaats het tracte- ment geheel proflueert uit de plaatselijke kerkelijke goe- deren of dat het geheel of gedeeltelijk uit *s Lands kas n wordt betaald Gezien de bij voormelde voordragt overgelegde missive van de algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde kerk, van den 10 augustus 11.waarbij de intrekking van voor meld besluit wordt verzocht Den Raad van State gehoord (advies van den 22 januarij 1850 no. 4) Hebben goedgevonden en verstaanhet voormeld besluit van den 1 februarij 1815, no. 15 {Staatsblad no. 10) in te trekken en buiten werking te stellengelijk geschiedt bij deze." Bij besluit van den 13 dezer, heeft Z. M. op voor dragt van den minister van binnenlandsche zaken van den 12 "dezer goedgevonden ter beschikking van gedeputeerde Staten van Noordbrabant te stellen eene som van hoogstens acht duizend gulden, tot leniging der behoeften van de lij denden ten gevolge van den tegenwoordigen watersnood "op zoodanige wijze als gedeputeerde Staten zullen vermee- nen het best te leiden tot bereiking van dat doel en onder bepaling dat deze gelden slechts zullen worden gebezigd ren behoeve van dezulken voor wie het aan andere midde len van voorziening ten eenenmale ontbreekt. Nopens het in ons vorig nommer vermeld ongelukbe treffende zekeren leidekkerwelke aan de gevolgen van den val onmiddelijk is overleden vernemen wij nog naderdat die persoon een braaf en oppassend mensch was en eene weduwe in hoogzwangeren staat met drie kinderen achter laat welke door het verlies van hunnen man en vader als kostwinner in zeer hulpbehoevende omstandigheden verkeeren en daarom dringend worden aanbevolen aan de bekende mild dadigheid hunner stad- en iandgenooten zijnde de heer S. van Leeuwen griffier bij het kantongeregt te Viissingen be reid om elke liefdegifthoe gering ookvoor dit zoo on gelukkig huisgezin, ten zijnen huize met dankbaarheid te ontvangen. Ook aan het bureau dezer courant is men be reid om daartoe liefdegiften in te zamelen. Onder de gemeente Stoppeldijkin het 5de district dezer provincieis op zondag den 10 dezerdes morgens omtrent half 7 ire bij den koehouder J. F. Serrarensin den Pau- luspolder 'een diefstal gepleegd van ongeveer 300 een gouden ing en een paar gouden oorbellen. De vrouwelijke dien; W. is;die alleen te huis was, is door drie mansper- sonenlk^vvallen geblinddoekt en op een'stoel vastgebon- defl^^ftfeedreiging van haar te vermoorden als zij ooit iets et voorgevallene. Daarop hebben de dieven het ht, kisten en kasten met geweld opengebroken, bovengenoemde ontroofd. Toen Serrarens en zijne vrouw omstreeks 9 ure uit de kerk kwamen, vonden zij de meid nog gebonden op den stoel, hoewel zij zich eenigzins had weten los te wringen. Der justitie is van dit feit kennis gegeven, en twee personen, werklieden in de gemeentezijn op vermoeden voorloopig in hechtenis ge nomen. Den 12 dezer heeft dt* arrondissements-regtbank te Amsterdam uitspraak gedaan in drie correctionele zaken in welke de hoofdredacteur en de uitgever van de Ilydra betrokken waren. De eerste zaak betrof twee ingezonden stukken in dat blad geplaatst, de schrijver van welke ver oordeeld werd tot 6 maanden gevangenis, 1000 boete en ontzetting gedurende 10 jaren van de burgerschapsregten ver meld in art. 4-2 C. P. de. ho hedacteur ,7. de Vries werd vrijgesproken. De tweede zaak gold eene bij N. W. van Nifterick uitgegeven brochure, de schrijver van welke ver oordeeld werd als boven en eene vergoeding van ƒ100, ter wijl de uitgever naar het kantongeregt is verwezen. De derde zaak stond weder in verband met twee ingezonden stukken in de Hydra zoowel de inzender als de hoofdre dacteur werden tot eene geldboete van 250 ieder in sol'tdum verwezen. 's Gravenhage 11 februarij. Gisteren middag heeft er aan het hotel van Z. Exc. den minister van binnenlandsche za ken een buitengewone ministerraad plaats gehad. In de, residentie is aangekomen en aan het hotel de Oude Doelen afgestapt, de ridder Sandoval, nieuw benoemd Spaansch gezant bij dit hof, ter vervanging van den ridder de Bazo die als zoodanig naar Denemarken zal vertrekken. Heden morgen ten half elf ure, heeft er in de kazerne weder een aanslag plaats gehad en wel nu op het leven van den korporaal W. F. R. Teeuwen, van de jagers. Die aan slag werd door den jager J. Montfroy ondernomen doch gelukkig heeft het geweer geweigerd, en daardoor werd het doel gemistbeiden zijn bij het 3de bat. 3de kompagnie. De heden ontvangen berigten van de rivieren luiden wederom gunstiger. Te Keulen was de Rijn heden morgen wederom een voet gedaald, en stond daar 22 voet 9 duim aan de peilschaal. Ook op de Nederlandsche boven- en beneden-rivieren was het water aanhoudend vallende en de vrees voor nieuwe gevaren verminderd. Op alle langs de hoofdrivieren gelegen punten was men onvermoeid bezig de beschadigde dijken die wegens den nog steeds hoogen wa terstand en de natte weêrsgesteldheid al meer en meer door weekt worden gedurig te versterken en zooveel mogelijk voor verdere schade te vrijwaren. Utrecht 12 februarij. Wij vernemen, dat H. M. de Ko ningin-Weduwe tegen april haar verblijf op Biljoen zal ver wisselen tegen hoogstdeszelfs koninklijk buitenverblijf Soest- dijkprovincie Utrecht. Men heeft reden om te vermoe den, dat, bij de aanvaarding van de nalatenschap van wij len Z. M. Koning Willem II.door de koninklijke erfgena mende Koningin-Weduwe Soestdijk zal overnemen. Voor de gemeente Soest en Baarn welker welvaart gedeeltelijk van het verblijf van H. M. de Koningin afhangt, is dit een aangenaam berigt. KerknieuwsDoor den breeden kerkeraad der Ne derduitsche Hervormde gemeente te Viissingen isop laatst leden woensdag-avond ter vervulling der door het vertrek van Ds. Gann Dun voortdurende vacature uit het laatste lijk op nieuw geformeerde viertalberoepen tot haren herder en leeraar Ds. Creutzbergte Veere. Tweede Kamer der Staten-Ceneraal. De Kamer heeft dingsdag laatst], hare werkzaamheden hervat. Het nieuw benoemde lid uit Zuidholland de heer de Fremeryheeft de bij de grondwet gevorderde eeden af gelegd en zitting genomen. Ook het nieuw benoemde lid uit Gelderland de heer van Dam van Isseltheeftnadat zijne geloofsbrieven onderzocht en in behoorlijke orde be vonden waren mede de bij de grondwet gevorderde eeden afgelegd en zitting genomen. Onder de ingekomene stukken behooren i°. vier ko ninklijke boodschappen ten geleide der navolgende wets ontwerpenmet de daarbij behoorende memorien van toelich ting, als: een wets-ontwerp omtrent het toezigten de zorg van de zaken der munteen wets-ontwerp omtrent de be grootingen der fondsen voor kwade posten van het perso neel en het regt van patent over 1843 tot 1848; een wets ontwerp tot verhooging der begrooting van 1849 ter zake van renten en onkosten voor uitgifte van schatkistbiljetten; een wets-ontwerp houdende bedreiging van straf tegen overtreding van keuren of policie-verordeningen van waterschappen. 20. eene koninklijke boodschap ten geleide van het ver slag der algemeene rekenkamer omtrent hare werkzaamheden over 1848, welk stuk verzonden is naar eene commissie be staande uit de heeren Duymaer vaj-i Twistvan Rijcke- vorselMeeussenvan Walcheren en van Hoëvell. 30. eene missive van den minister van binnenlandsche za ken ten geleide van de rekening van het fonds voor ko- lonisatie van behoeftigen over 1848, welk stuk in handen gesteld is van eene commissie, bestaande uit de heeren: de Monchyvan Doornvan Randwijcivan Heemstra en Leclercq. De voorzitter heeft aan de vergadering de redenen ken baar gemaakt, waarom hij de Kamer eerst tegen heden bij eengeroepen heeft. Hij verklaarde dit gedaan te hebben noch op verzoek van leden der Kamer, noch op verzoek van de Regering. De voorzitter stelde de bijeenroeping uit, om dat op het voor de hervatting der werkzaamheden bepaalde oogenblik de overkomst voor de leden der Kamer moeijelijk I en nog geene dringende werkzaamheden voorhanden wardn. Op voorstel van den heer Lotsy heefc de vergadering be sloten om woensdag morgen aan de Regering de vraag te rigtenof de laatstelijk tot burgemeesters benoemde lecfen der Kamer die benoeming hebben aangenomen, ten einde bij toestemmende beantwoording dier vraagvervolgens de kwestie te behandelen of de betrekking van burgemeester behoort tot de bezoldigde staatsambten, bedoeld in art. 91 alinea 4 der grondwet. De commissie benoemdom in vereeniging met eene com missie uit de Eerste Kamer en in overleg met de Regering, de overbrenging van het bestuur der openbaarmaking van het verhandelde in de Kamers te regeleuheefc bij monde van den heer Boreel van Hogelandenha3r verslag uitge- bragt, en is vervolgens belast geworden met het nemen van verdere maatregelen ter invoering der stenographie. Na de trekking der afdeelingen voor de maanden februarij en maart, zijn door die afdeelingen gekozen tot hare voor zitters, de heeren: Boreel van Hogelandenvan Dam van Isselt, van Heemstra, Duymaer van Twist en de Mantot hare onder-voorzitters, de heeren: Verwey Mejan, Backer Lotsy, Groen van Prinsterer en Storm van s Gravesande en tot leden der commissie voor de petitien de heeren Wintgensvan Heiden Reinestein ZijlkerSloet tot Old- huis en Poortman. Woensdag heeft de vergadering beraadslaagd over den zin van art. 91 alinea 4 der grondwet, in verband met de laatste herbenoeming van drie leden der Kamer tot burge meester. De vergadering is tot die beraadslaging overge gaan nadat: 1. voorlezing gedaan was van eene missive van den heer Wijnaendtsdaarbij kennis gevende dat hij zich van deelneming aan de beraadslaging zou onthouden daar hij meende door zijne herbenoeming tot griffier van een kan tongeregt in april II. in hetzelfde geval te verkeeren als de drie nu als burgemeester herbenoemde leden 2. door den minister van binnenlandsche zaken verklaard wasdat bij zijn departement nog geen berigt ontvangen was dat de drie bedoelde leden hunne herbenoeming tot burgemeester niet hadden aangenomen zoodat het allezins te vermoeden was dat zij die betrekking hadden aanvaard. In den loop der beraadslaging is eerst door den heer Lotsy het voorstel ge daan dat de Kamer zou beslissen dat de aanneming van eene benoeming tot burgemeester valt in de termen van art. 91 alinea 4 der grondwet. Later heef: de heer Godefroi voorgesteld, dat de Kamer zou beslissen, dat de aanneming van eene herbenoeming tot burgemeester niet valt in de ter men van de bedoelde bepaling der Grondwet. En eindelijk heeft de heer van Zuylen van Nyeyelt het voorstel gedaan dat door de Kamer beslist zou worden dat de aanneming van eene herbenoeming tot een bezoldigd staatsambt niet in de termen der bedoelde grondwets-bepaling valt. Nadat de beraadslaging gesloten wasis de vergadering in de eerste plaats overgegaan tot eene stemming over het voorstel van den heer van Zuylen van Nyeveltwaarbij 23 leden zich voor en 23 tegen hetzelve verklaard hebben. Daar de stem men alzoo staakten, is, overeenkomstig art. 42 van jhet re glement van orde, het nemen van het besluit tot eene vol gende vergadering uitgesteld. Bij bovenvermelde beraadslaging heefc ook de heer van Dam van Isselt het woord gevoerd die zijne rede aanving met te kennen te geven, dat hij meende zoowel aan de Ka mer als aan de kiezers van het iste kiesdistrict van Gelder land eenige verklaring schuldig te zijn omtrent de reden waarom hij in de maand mei van het vorige jaar de verga dering verliet. Die «eden was dezehij achtte het behoud van het toenmalig ministerie in het belang des Lands goed en nuttig, doch hij vond, om redenen die hij kiesciiheids- halve thans verzwijgen zou voor zich geene vrijheid om dat ministerie te ondersteunen. Er schoot hem, als eerlijk man, dus niets anders over dan om als lid der Kamer zijn ontslag te nemen. ©asltselilanil. Frankfort 11 februarij De prins van Prtiissen is den 8 dezer uit Karlsruhe hier aangekomen en heefc des avonds eene luisterrijke partij bij den Engelschen gezant, lord Cowley bijgewoond. Het zeggen, dat deze partij zou gegeven zijn ter eere van de beëediging der Pruissi'sche constitutie, schijnt echter van allen grond ont bloot te wezen. Heden heeft Z. K. H. het middagmaal ge bruikt bij den heer M. Bethmannden Pruissischen consul. Over het algemeen baart het nog al bevreemdingdat deze prinsals de troonopvolger in Pruissen niet tegenwoordig is geweest bij het bezweren van de nieuwe constitutie in zijn vaderland, vermits er althans, voor zoo ver men kan nagaan, geene overwegende reden was, welke hem in Baden terug hield. Van hier zal hij naar Berlijn vertrekken. Uit Erfurt wordt gemeld, dat daar dagelijks verschei dene der tot leden van het Duitsch-Pruissische parlement ge kozene personen aankomen ten einde zich van woningen te voorzien gedurende den tijd dat die vergadering daar ter stede hare bijeenkomsten zal houden. Ook vele dezer per sonen hebben in den laatsten tijd daar en in de nabij gele gene steden Weimar en Gotha woningen gehuurd en uit Kösen en Thuringer-Walde schrijft mendat algemeen ver wacht wordt, dat die badplaatsen in het aanstaande saizoen buitengemeen zullen worden bezochtten gevolge van het grooter verkeer van personen hetwelk de bijeenkomst van het Duitsch-Pruissische parlement in het nabijgelegen Erfurt zal veroorzaken. Het bestuur der stad Erfurt zal binnen eenige dagen beraadslagen over het voorstel om de leden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1850 | | pagina 1