MIDDELBUBGSGHE
C O I! R A N T.
W°. 5.
Donderda
1850.
10 Januarij.
ISiuttcnlanbdrfte &ijbiugcu.
<r
L»
NATIONALE MILITIE
BETALING zoo ten Kantore van den Betaalmeester als
bij Heeren Ontvangers onder het Arrondissement Middelburg
behoorende: i°. Der Pensioenen over het 4de Kwartaal 1849.
20. Der Rente Geldelijke Borgtogten over de 2de zes maan
den des afgeloopen jaars; en 30. der Aiademie-School-en
Kindergelden over 1849, aankomende Heeren Predikanten op
het Eiland PValcheren.
De ONTVANGER der Stad VLISSINGEN daartoe door
Heeren Burgemeester en Wethouders geautoriseerdzalte
rekenen van den 20 dezer maand des Woensdags van iedere
week gedurende de eerstvolgende drie maandendes voor-
middags van 10 tot 12 ure, ten zijnen Kantore uitbétalen
de Intressen op de Obligatien ten laste van gemelde Stad
verschenen den 31 December j8oo negen-en-veertig; zul
lende bij die gelegenheid gelijktijdig de uitgifte plaats heb.
ben van de Couponbladen overeenkomstig het nadere des
wegens door den Raad vastgestelde plan.
Vlissingen den 8 Januarij 1850.
De Ontvanger voornoemd
A. R. JONGERHELD BOONE.
Ten Kantore van VAN DER LEIJÉ Co.te Middel
burg worden overgenomen de OBLIGATIEN laste de Stad
VLISSINGEN ter ontvangst der Interessen.
SPAARBANK.
Het BESTUUR der SPAARBANK te Middelburgmaakt
bekend, dat door hetzelve gedurende den loop dezer maand
en de maand Februarij aanstaande, des Woensdags van iedere
week, op de gewone plaats van 1 tot 2 ure, des namiddags,
tegen aanteekening op de Inlegboekjeszal worden geva
ceerdtot uitbetaling der Interessen over de tweede helft
van het jaar 1849; zullende de niet afgehaalde renten eerst
na verloop der maand Februarij als Kapitaal worden bijge-
boekt.
Middelburg, den 8 Januarij 1850.
Namens het Bestuur voornoemd
HUBERTUS REKKER, Secretaris.
LOON FOOR WERK.
Met hartelijke dankbaarheid is door de Commissie Loon
voor Werk van een' onbekende ten behoeve harer Inrigting
ontvangen, twee Coupons 2^ pet. Werk. Schuld, versche
nen 1 Januarij 1850, No. 67318 en 67319, ieder ad
12, 375 aan het adres van den eerst-ondergeteekende in
gesloten bezorgd.
Middelburg, den 9 Januarij 1850.
De Commissie voornoemd
Namens dezelve,
A. M. CRAMER Voorzitter.
HUBERTUS REKKER, Secretaris.
weldadigheid.
Arneinuiden den 8 Januarij 1850.
De COMMISSIE ter voorziening in den buitengewonen
nood der Armen alhier maakt dankbare melding van de ont
vangst eetier giftbij den Heer de Blaecke de Ligny te Mid
delburg op gisteren bezorgd, van N. N.zijnde een Tien
guldenstuk. Edele Menschenvrienden elke gift zal wel
kom wezen, want de nood is hier hoog waarom wij bidden
dat God en raenschen ons mogen helpen 1
De Commissie voornoemd,
J. JOOSSEN.
J. van BELZEN, Klz.
MIDDELBURG, den 9 Januarij.
Men verneemt, dat dezer dagen, naar aanleiding der vroe
ger aan de Staten-Generaal aangebodene wet op het lager
onderwijsdoor den heer D. J. den Beer Poortugael
aan den minister Thorbeckeis aangeboden eene uit
voerige memorie, ten geleide zijner vroeger uitgegevene ver
handeling, over de ligchamelijke opvoeding in Nederland
enz. Zoo wij wel onderrigt zijn beoogt de schrijver eene
algemeene invoering op de staatsscholen van een stelsel v*n
gymnastie waarvan hij in gemelde verhandeling toont, een
groot voorstander te zijn waarop hij ook bij vorige mi-
nisterien Schimmelpenninck en de Kempenaerheeft aange
drongen en waartoe hij zich ook vroeger tot het hoofdbe
stuur der maatschappij tot Nut van V Algemeen, gewend
heeft. Het wenschelijke eener meer ligchamelijke opvoeding
wordt dan ook in deze verhandeling met gepaste duidelijk
heid en genoegzamen aandrang aangetoond.
Bij besluit van den 4 januarijheeft Z. M. jonkhr.
IV. R. Boddaert op nieuw benoemd tot mede-directeur van
wege den handel bij het vrije entrepot te Middelburgen
wel «oor den tijd van drie jaren in te gaan den 1 april
aanstaande.
Bij besluit van den 5 dezer heeft Z. M. goedgevon
den aan den heer P. PVellenberghop zijn verzoek, eervol
ontslag te verleenen als hoofd-ingenieur van den waterstaat
van de iste klasse, te rekenen van 1 april aanstaande, en
zulks onder dankbetuiging voor zijne veeljarige aan den lande
bewezen diensten.
Z, M. heef: bij besluit van den 16 december 11.no.
51 gelieven te bepalen dat het in Zeeland gestationeerde
gedeelte van het ïste regement vesting-artillerie door het in
Limburg garnizoen houdende deel van het 2de regement ar
tillerie zal worden vervangen en zulks met 1 mei dezes
jaarsen wel in de volgende orde
iste regement artillerie, onder bevel van den kolonel Meyl
de staf en de ïste, 9de, 12de, en 13de komp.gekom-
mandeerd door den majoor Verschoorvan Vlissingen, Bres-
kens en Terneuzen naar Maastricht, de ade en 10 komp.
van Vlissingen naar Venlo.
2de Regement artillerie, o der bevel van den kolonel Hey-
denreich, de staf en de 3de, 4de, 15de, en 16, komp.,
gekommandeerd door den majoor Verniers van der Loef
van Maastricht en Venlo naar Vlissingen de ïste komp.
onder den kapitein Gaget naar Terneuzen de 2de komp.
onder den kapitein van Dort naar Breskens. Terwijl de
komp. van het ïste regement artillerie, ouder bevel van den
majoor de Beer Poortugaelaan den Helder garnizoen hou
dende, mede op dat tijdstip met de kompagnien onder den
majoor Engelbertste Grave in bezettiug liggendevan
standplaats zullen verwisselen.
De heer mr. du Buisson Beciusdoor den lieer Staats
raad gouverneur van Zeeland benoemd tot lid en voorzitter
van de commissie van bestuur over de school tot aankwee
king van heelmeesters en vroedvrouwen in deze provincie
ter vervanging van wijlen den heer mr. M. P. M. van Vis
vlietheeft in de vergadering dier commissie van eergiste
ren gemelde functie aanvaard en als zoodanig zitting genomen.
Laatstleden maandag-avond vierde de vereeniging van boek
drukkers- en boekbinders-gezellen benevens die uit de daar
aan verwante vakken alhiervoor het grootste gedeelte met
derzelver vrouwen of meisjesweder het Koppermaandag-
feest in het Klein-schuttershof. De zaal van hetzelve wa»
daartoe in een netten smaakmet vaderlandsche vlaggen
en met toepasselijke zinnebeelden van de bedrijven die zij be
oefenen enz. versierdterwijl de afbeelding var. Laurens
Coster en de standaard der vereeniging, met hare zinspreuk
Harmonie en Vriendschap het doel der zamenkomst aanwe
zen. Door sommige leden werden lezingen gehouden of
gepaste toespraken gedaan en overigens werd deze feestelijke
avond in vrienschappelijke vrolijkheidzonder de minste
stoornis, tot algemeen genoegen doorgebragt.
Naar men uit Leeuwarden schrijft zou door de
hooge regering veel belangstelling worden betoond in de zaak
betrekkelijk het uitbreiden en vergrooten der zeehaven te Har-
lingen. Alle des betreffende stukken enz. zouden korten tijd
geleden door haar van het provinciale gouvernement opge
vraagd zijn geworden. In de gewone staten-vergadering van
Friesland des vorigen jaars is tot gemeld werk besloten, en
tot de daartoe benoodigde gelden ad. ƒ130,000, zal worden
bijgedragen door de stad Harlingen f 15,000, door de pro
vincie f 57,500, terwijl de hooge regering, in het alge
meene belang om gelijke subsidie van 57,500 is aangezocht.
Volgens partikuliere brieven uit Alexandrievan den
12 en 21 december jl. was Prinses Marianne den 7 dier
niaand aan boord der Engelsche stoomboot Indus aldaar
gearriveerd. De Prinses werd bij hare komst verwelkomd
door den Nederlandschen consul en vice-consul aldaar, en
had voorts haren intrek genomen in het Hótel de POrient.
Daar de Prinses volstrekt verkoos een strikt incognito te bewaren
zijn de burgerlijke en militaire autoriteiten verhinderd de
gewone eerbetooningen aan haar te bewijzen. De Prinses
heeft voorts al de merkwaardigheden van Alexandrie bezig-
tigd en des zondags eene godsdienstoefening bijgewoond ten
huize van den vice-consul den heer S. IV. Ruyssenaers.
Deze had namelijk den weleerw. heer van Senden verzocht,
den doop aan een zijner kinderen toe te dienen waaraan
gaarne voldaan werd. Op verzoek der ouders hield de prin
ses het kind ten doop hetwelk met hare toestemming naar
haar genaamd werd. Den 12 vertrok de Prinses aan boord
eener stoombootdoor het gouvernement ter harer beschik
king gesteld en in gezelschap van den heer Ruyssenaers naar
Kaïrome: het doelde reis van daar over El Arish en
Gaza naar Jerusalem voort te zetten. Naar luid van een
schrijven uit Kaïro was echter het plan door de woestijn
Jerusalem te bereiken, opgegeven, uit hoofde het verge
vorderde saizoen dien togt thans zeermoeijelijk maakte, daar
hevige windvlagen en stormregens de reizigers aldaar thans
wachten. Het reisplan zou dus in dier voege veranderd zijn,
dat de Prinses tegen het einde der maand december naar
Alexandrie zou terugkeeren en van daarhetzij met eetie
Fransche stoomboot naar Beyrut'h vertrekken of wel met
een Egyptisch oorlogschipdoor den Pacha van Egypte
ter harer beschikking gesteld naarjaffa, om vervolgens hare
reis door Palestina voor te zetten. De Prinses en haar ge
volg genoten den besten welstand.
Zaturdag jl. heeft Z. K. H. Prins Hendrik aan den
Helder 's rijks werf en oorlogschepen geinspecteerd en te
vens aan hen die zich bij de Balische expeditien onderschei
den hebben, de hun toegekende belooningen uitgereikt.
Dordrecht 5 december. Heden morgen was de rivier in
de Noord vol drijf-ijsde Middelburgsche stoomboot, welke
van Rotterdam naar Middelburg stoomdeis na in het Mal-
legat geweest te zijn, genoodzaakt geworden door het ijs
terug te keeren en alhier bij de Vuilpoort in den Bom eene
schuilplaats te zoekea. De stoomboot Amicitiavan Ant
werpen komendeheeft de reis van hier naar Rotterdam
vervolgd.
De communicatie aan de veeren Zwijndrecht en Papen-
drecht op deze stad, is door het vele drijf-ijs zeer moeijelijk.
7 januarij. Zaturdag is het menigvuldig afkomende drijfijs
van de bovenrivierentusschen Hardinxveld en Sliedrecht
zoodanig opeen geschoven dat het daar zich onbewegelijk
heefc vastgezet. Ook beneden uit zit het op sommige plaat
sen vast. Voor deze stad is het vol heusch-ijs.
Zutphen 3 januarij. Een zeer geacht en bemiddeld grond
eigenaar alhier, heeft eene aanzienlijke som beschikbaar ge
steld tot het oprigten van een hervormd weeshuis zijnde
het vroeger bestaande in 1812 gesuprimeerd.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
brengen bij deie ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude mogen
aangaan, dat, ter voldoening aan de bepalingen, voorgeschreven bij
de Wetten van 8 Januarij 1817 en van 27 April 1820, betreffende
de Nationale Militie, op den 2 Januarij aanstaande zal worden ge
opend het Register van Inschrijving tot de loting voor dezelve Militie.
Dat dit Register dagelijks (uitgenomen des Zondags), des namiddags
▼an 12 tot 3 uren, op de Secretarie zal gereed liggen tot en met
den 20 derzelfde maand dat hetzelve alsdan opgemaakt en door het
Hoofd van het Bestuur onderteekend zal worden, en dat de zoodani-
genwelke daarna worden bevonden in hunne verpligtiug nalatig te
zijn gebleven, tot en met den 28 Januarij nog op het Register zullen
worden gebragt, doch met eene boete van 5 tot 100 Gulden gestralt
moeten worden en dat de nalatigcn, die eerst na den 28 Januarij
zullen worden ontdekt, dadelijk gearresteerd moeten worden, om tot
de dienst te worden ingelijfd, zonder tot het aanvoeren van eenige
reden van vrijstelling te kunnen worden toegelaten.
En worden mitsdien alle Jongelingen, hun domicilium of vaste
woonplaats binnen deze Stad of derzelver Ambachten hebbende welke
op den 1 Januarij 1850 hun negentiende jaar zullen zijn ingetreden
en hetzelve niet hebben volbragten dus alle die in het jaar 1831 ge
boren zijn, bij deze opgeroepen en aangemaand om zich op voor
schreven plaats en uren vrio'r den 20 der maand Januarij aanstaan
de, ter inschrijving in het Register aan te dienen, met overlegging
van een extract tot opgave van den datum hunner geboorte; gelijk
de Ouders, Voogden, Curators of Gemagligden van afwezigen worden
opgeroepen, om hunne Kinderen of Pupillen binnen den bepaalden
tijd ter inschrijving aan te geven en alsdan aan het Plaatselijk Bestuur
zoodanige onderrigtingen te verschaften of te doen verschaften als
van de Lotelingen zeiven zouden kunnen worden verlangdwordende
voorts aan al de Jongelingen, die hun_negentiende jaar zijn ingetre
den bij deze te kennen gegevendat zij zich na den 1 Januarij 1850
noch vrirfr den 1 Junij daaraanvolgende tot gcene vrijwillige Militaire
Dienst bij de Armee te Land of ter Zee kunnen of mogen verbinden,
naar aanleiding der bepalingen dienaangaande vervat in Art. g4 Litt.
gg der Wet van den 8 Januarij 1817; terwijl al verder, tot voorko
ming van alle misvatting, welke zoude kunnen ontstaan met betrek
king tot de verpligtingen die bij de bestaande Wetten worden voor
geschreven aan de belanghebbende Ingezetenen dezer Stad en Am
bacht, bij deze, wordt onder het oog gebragt:
1.) Dat alle Jongelingen, in den jare 1831 alhier geboren, en
alhier hunne woonplaats hebbende moeten worden ingeschreven zon
der onderscheid of voor hen al dan niet eenige reden van vrijstelling
kan worden bijgebragt.
2.) Dat gehuwden en afwezenden ook in de. inschrijving moeten
worden begrepen, en dat de gehuwden hunne bewijsstukken bij den
Militie-Raad moeten overleggen, op hetzelfde tijdstip, hetwelk tot
overlegging van andere bewijzen van vrijstelling bepaald wordt.
3.) Dat de Daders Voogden en Regenten verpligt zijn hunne Kin
deren of Pupillen in persoon, of door iemand daartoe gemagligdte
doen inschrijven, en daarin nalatig blijvendeverbeuren zullen de
boeten bij de bestaande wetten bepaald.
4.) Dat de straffen, op het niet voldoen aan de verpligtingen be
trekkelijk de inschrijvingzijn vermeld in de Artikelen 53, 63, 64,
65, 66 67, 68 en 166 der Wet van den 8 Januarij 1817 en in
Art. 10 en 11 der Wet van den 27 April 1820.
5.) Dat nopens de woonplaats of het domicilium van inschrijving
bij Art. 56 der Wet van den 8 Januarij 1817 het volgende is bepaald:
De wettige woonplaats of domicilie, voor de inschrijving hier-
boven vermeld, wordt gehouden: voor hen die ongehuwd zijn, de
a woonplaats der Ouderen, en bij overlijden van beide, die van den
a cerstbenoemden Voogd voor de gehuwden de plaats alwaar zij hun
1 bestaan hebben;in twijfelachtige gevallen omtrent gehuwden, zal
d voor de wettige woonplaats gehouden worden die plaats, alwaar zij
a op den 1 Januarij van elk jaar, tot de uitoefening van eenig beroep,
a Patent hebben bekomen, of wel voor het middel van het Personeel
1 en Mobilair, of dat hetwelk in de plaats daarvan zoude mogen
worden geïntroduceerd, beschreven zijn, en voor zoo verre zij daar
a in niet beschreven zijn, noch Patent hebben bekomen, de plaats,
a waar zij zich bevinden; met deze verdere bepalingen, dat zij, die
in een vreemd Land, uit Ouders, ter oorzake van 'sLands dienst
1 afwezend of anderzins op reis zijnde, buiten het Rijk zijn geboren,
zullen worden ingeschreven binnen de plaats alwaar zij hunne wettige
«woonplaats hebben; dat Jonge Lieden, door hun Vader of Moeder
a Voogd of Curator achtergelaten,, en geen bestaan hebbende, op de
a lijsten van die Gemeente zullen worden gebragt, alwaar hunne Ou-
ders, eerst in rang benoemde Voogd of Curator, het laatst hunne
«woonplaats hebben gehad, en wanneer deze woonplaats niet bekend
mogt zijn, of dat dezelve buiten het Rijk is gelegen op die van de
s plaats alwaar zij zich bevinden.
Zij, die geene UudersVoogden of eigen bestaan hebben, zullen
1 worden ingeschreven op dc plaats alwaar zij zich bevinden.
De Gealimenteerden en Kinderen in Godshuizen en liefdadige Ge-
stichten zullen worden ingeschreven in de plaatsen, alwaar de Gods-
s huizen zijn gelegen of de alimentatie geschiedt.
Ten opzigte van de Gevangenen, welke in de jaren der loting val-
lenzullen de Regenten der Gevangenissen verpligt zijn, voor den
10 Januarij aanstaande, aan het Bestuur van de Gemeente, alwaar
s die Gevangenen hunne vaste woonplaats hebben eene naauwkeurige
opgavg te doen van alles, wat hetzelve voor de opschrijving noodig
heeft te weten, met bijvoeging der misdaad, waarvan zij beschul-
digd of om welke zij veroordeeld zijn geworden, en van den tijd voor
denwelken zij zijn geconfineerd."
6.) Dat bij het laatste lid van Art. 59 van evengemeldc Wet nog
wordt bepaald
Tot de Gemeente, in welke iemand, bij het intreden van des-
9 zelfs 19de jaar, voor de eerste klasse zal zijn ingschreven hij,
met betrekking tot de Nationale Militie, zal blijven, wcrwaards
hij zijn domicilie, gedurende den tijd dat hij in de jaren der Mili-
a tie valt, moge overbrengen."
En eindelijk, 7.) Dat Buitenlanders, welke zich, als Ingezetenen
van het Rijk, binnen deze Gemeente met der woon hebben gevestigd
overeenkomstig Art, 6 der Wet van den 27 April 1820, zich, voor
zooverre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks binnen den
bepaalden tijd moeten aangeven tot inschrijving in dat Register,
waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren.
En opdat een iegelijk hiervan kennis drage, zal deze worden ge
drukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Courant
geplaatst.
Gedaan tenRaadhuize der Stad Middelburg den 14 December 1849.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT VAN GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare,
M. F. LANTSHEBR.