HIDDELBUMSCHE
COUR A !V T.
W. 2.
Doudcrda
1850.
3 Januarij.
ftcsturcu cu ^bminiötirAtiett,,
ÜmuKuïau&öchc &ijbhigcti.
intitculaub^chc &ijbiugett.
<r
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad VLIS-
SINGEN
Brengen bij deze ter kennis van een iegelijk dien zulks
zoude mogen aangaan dat de Raad dier Stadbij besluit
van den zeventienden December 1800 negen-en-veertig, het
welk aan de Staten van de Provincie Zeeland is medegedeeld
heeft goedgevonden in' de bepalingen voorkomende in de
Artikelen een, elf, vijftien, zeventien, achttien, negentien,
vijf-en-dertig, vier-en-twintigzes-en-veertig, drie-en-vijf-
tig, eeu-en-zeventigvier-en-zeventig en negentig van het
Reglement van Algemeene Plaatselijke Policie dezer Stad
gearresteerd den 2 Januarij 1827, eenige wijziging te bren
gen en dat deze Artikelen overeenkomstig het evengemelde
besluit van den Raad voortaan zullen luiden als volgtte
weten
Art. 1. Geen Gebouw binnen deae Stad ral aan de straatzijde
geheel nieuw Opgebouwdnoch ook geheel of gedeeltelijk Herbouwd
mogen worden tenzij met voorkennis van Heeren Burgemeester en
Wethouders, en dan niet anders dan volgens de teekeningen of schet
sen van den platten grond zij- en voorgevels van de Gebouwen
door de Eigenaars of Aannemers daarvan overgelegd en door den Stads-
Architect opgenomen ten einde zoude kunnen worden toegezien
dat hieromtrent niet worde gehandeld tegen de bepalingen bij de
algemeene wetten voorgeschreven en de Stad niet worde ontsierd.
Desgelijks zullen geene Stoepen mogen worden daargesteld ver
nieuwd verlegd of hersteld tenzij met voorkennis en vergunning
van en op geene andere dan op de door Heeren Burgemeester en
Wethouders toegestane of bepaalde wijze.
Een ieder is gehouden op de Deurkozijnen zijner Gebouwen aan
de straat uitkomende de Letters en Nummers die tot kenmerk der
Wijken dienen duidelijk uit te drukken.
Iedere overtreding zal gestraft worden met eene boete van drie tot
zeven Gulden.
Art. 11. Niemand vermageigener gezag, te leggen, te stapelen,
of te doen leggen of stapelen op de Straten Kaaijen Pleinen of
eenige andere publieke plaatsen Steenen Klinkers Houtwaren of
andere Bouwstoffen, Afbraak, of eenige andere voorwerpen van dien
aard, noch ook Koopmans- of andere Goederen hoegenaamd,* men
is verpligt daartoe vooraf de vergunning te vragen aan den Burge
meesterdie, daarin toestemmende, de plaats zal laten aanwijzen,
wair de bouwsteden of andere voorwerpen, die bij het bouwenher
stellen of afbreken van een Gebouw of tot eenig ander einde, voor
eenen korten tijd op de straat moeten verblijven zullen kunnen ge
legd of gestapeld worden zoo als de zaak en gelegenheid zulks zullen
vorderen. Alle3 op de boete van drie Gulden ten laste van den
eigenair of beheerder der gemelde Goederen.
Art. 15. Geene Lijnwaden, Garens of andere voorwerpen mogen
onder eenig voorwendsel te drongen gehangen worden op kleer-
stoltken latten, kooiden of andersints buiten de op de straten of
kaaijen uitkomende veugsters of openingen der Gebouwen noch op
de straten op publieke wegen; ook zullen dezelve niet mogen gehan
gen worden op hekwerken, noch tusschen de boomen op de kaaijen,
straten of publieke wandelwegen.
Evenmin zullen eenige Kleedingstukkeo Zeilen Lijnwadeu of an
dere Goederen mogen gebleekt of uitgespreid worden op de straten
pleinen wallen en op of langs de publieke wandelwegen aUes op
de boete van ééne Gulden.
De op voorschrevene wijze uitgehangen of uitgespreide Goederen
zuilenter ontdekking van de overtreders in bewaring genomen worden.
Art. 17. Geene Wagens, Karren, Sleden of andere rij- of voer
tuigen mogen gedurende den naeht op de straten en publieke plaatsen
hetzij voor de Stallen Koetshuizen of ergens anders verblijven op
de boete van drie Gulden.
Evenmin zullen deze voorwerpen bij dag op zoodanige wijze op de
straten of andere publieke plaatsen mogen nedergezet of gesteld wor
den dat de behoorlijke doortogt hierdoor belemmerd wordten zulks
op eene boete van twee Gulden.
Art. 18. De Voerlieden en alle andere Personen die Gruis Puin
Aarde, Zavel, Zand, Mest, Beer en andere voorwerpen van dien
aard vervoeren zijn gehouden tot dat werk te gebruiken Karren
of Wagens die behoorlijk digt zijn zoodanig dat niets uit deze Voer
tuigen op de straat worde gestort.
De straten en andere publieke plaatsen zullen bij onverhoopte ont-
reiniging door die Voerlieden of andere Personen moeten worden
schoougemaaktalles op de boete van drie Gulden.
Art. 19. Niemand vermag op de Straten, Kaaijen en andere publie
ke plaatseo en evenmin in de Buiten- of Binnen-Havens en Grachten
Dok of Buitenvesten, te werpen: Vuilnis, Steenen, Mest, Slijk,
Asch Looge Roet uit de Schoorsteenen Kapijzer Potscherven
gebroken Glasafval van Beesten Ingewanden van geslagt Vee af
val van Visch of eenige andere diergelijke voorwerpen doch zullen
deze naar de Stads Mestput kunnen gebragt worden. Eigenaars of
gebruikers van Stallen en andere die geene vaste bakken hebben,
en echter de voorschevene Specien verlangen te behouden zullen
hunne Mestspecien van de straat moeten geweerd hebbendes Zo
mers voor negen en des Winters voor tien ure in den morgenalles
op de boete van twee Gulden.
Art. 35. De bewoners en gebruikers van Huizen Stallen of andere
Gebouwen en bij gebreke der zoodanigen de eigenaars dertelve
aijn verpligt:
1. Wanneer ten gevolge van IJzel, Sneeuw of Vorst de straten glad.
zijn dagelijks Asch of Zand op hunne stoepen en de straat voor
dezelve te strooijeu op de boete van drie Gulden.
2. Om binnen vier uren na bekomene aanzegging van wege Burge
meester en Wethouders, de Sneeuw, IJzel en Ijs op de stoepen
en straten aanwezig, overeenkomstig de bij die aanzegging aange
duide wijze, daarvan te weren zoo tot veiligheid en gerijf der Voet
gangers als ten einde de goten niet verstopt worden op eene
boete van ééne Gulden; en eindelijk
3. Om wanneer bij vriezend weder of groote droogte gebrek aan
water mogt ontstaan zich te onthouden van de straten stoepen
of huizen te schuren of glazen te wasschen anders dan met Zout
water en zulljs van het oogenblik dat dit zal zijn afgekondigd
op de boete van drie GuldeD.
Art. 44. Zoodra Burgemeester en Wethouders ter kennis van de
Ingezetenen zullen hebben gebragt dat de werkzaamheden der
Kruidkeering in de Magazijnen een aanvang nemen zullen zoo lang
dezelve blijkens aan te duiden teekens voortdurende navolgende
maatregelen van voorzorg moeten worden in acht genomen
a. Dat er alsdan op te bepalen uren volstrekt geen Vuur zal mogen
worden gestooktin de Huizen en Gebouwen waar zulks eeniger-
mate mogt worden gevaarlijk geacht en die telkens in de daar
over uit te vaardigen bekendmakingen zuilen worden aangewezen
b. Dat geene Rijtuigen Wagens of Voertuigen gedurende dien tijd
voorbij de Kruidmagazijnea waarin gewerkt wordt zullen mogen
voorbij rijden
c. Dat er gedurende de meergemelde werkzaamheden volstrekt geene
Zee- of Binnenschepen in eene der Stadshavens noch opdeSoheep-
makerswerven zullen mogen gebrand worden en
d. Dat de bewoners der Huizen en Gebouwen waar zulks eenig-
I sints gevaarlijk mogt worden geacht gedurende het Vervoeren
Losseu of Laden van Buskruid hunne vuren dadelijk zullen moeien
uitdooven en niet vermogen te Stoken wanneer daartoe naar aan
leiding van Artikel 58 van de Wet van den 26 Januarij 1815, No.
57Staatsblad No. 7) van wege de Policie aanzegging wordt
gedaan.
Elke overtreding van de bepalingen van dit Artikel zal gestraft
worden met eene boete van 6 Gulden.
Art. 46. Het is verboden des nachts na 10 uren des Winters en
na 11 uren des zomers tot aan het opgaan der zon te Verhuizen of
eenig Huisraad of andere Goederen vau welken aard ook te vervoe
ren zonder schriftelijk bewijs van den Commissaris van Policie op
eene boete van 3 Gulden onverminderd welke boete bij gebreke van
zoodanig bewijs men zal moeten gedoogen dat die goederen worden
onderzocht door de Ambtenaren van Policie de Nachtwacht en alle
andere Personen aan welke de zorg voor de algemeene veiligheid en
bet toezigt op de inning van de Stechélijke Belastingen is toevertrouwd.
Indien de Vervoerder zieh deswegens niet kan verantwoorden
zullen de goederen worden aangehouden onverminderd de bepalin
gen van het Wetboek van Strafregt.
slot in het volgend no.)
7VELDA BIG HEID.
De DIRECTIE der VEREENIGING tot het Bezoeken der
Armen heeft de eer aan hare geachte Stadgenooten te be-
rigtendat bij de door het Reglement voorgeschreven jaar-
lijksehe aftreding van Leden des Bestuurs, Jonkhr. Schorer
van de Souburgen, tot dus ver Voorzitter der Vereeniging,
zijn verlangen heeft kenbaar gemaakt om niet herkozen te
worden. In plaats van Jhr. Schorer van de Souburgen is
tot Lid der Directie gekozen de Heer Mr. .7. IV. de Bruijn.
Wijders is tot Voorzitter benoemd Jhr. van Reigersberg
Versluistot tweeden Voorzitter de Heer A. M. Gramer
tot Penningmeester de Heer N. Verhulst TVz. (de beide laat
ste bij continuatie) en tot Secretaris de Heer J. M. Brieve
in plaats van den Heer J. J. de Kanter, die verzocht heeft
van dien post ontslagen te worden.
Men wordt diensvolgens verzocht de uitgegevene Naam
lijsten van de Leden der Vereeniging (voortdurend bij den
Boekverkooper E. Hendrikse gratis verkrijgbaar) volgens bo
venstaande opgaven te veranderen terwijl de Directie de
vrijheid neemt de genoemde Vereeniging aan de welwillend
heid en milddadigheid harer medeburgeren aan te bevelen.
Middelburg, 31 December 1849.
De Directie der Vereeniging voornoemd,
A. M. CRAMER, Voorzitter.
J. J. de KANTER, Secretaris.
Middelburg, den 2 Januarij 1850.
De VEREENIGING tot het Bezoeken der Armen maakt
dankbare melding van de volgende op 31 December jl. ont-
vangene giften, van H.-M. en L. f 99i75> zijnde de op
brengst van eene Kinderloterij van A. B. f 200in vier
Coupons 5 pet. Russ. Oblig.No. 454°45!32758383
en 61382 en van A. C. Z. 10, gecollecteerd bij de gods
dienst-oefening in de Nieuwe Kerk alsmede op heden van
O.J. 24,75, 'n 'wee Coupons 2y Pct- Werk. Schuld,
No. 132859.
De Directie der Vereeniging voornoemd
J. van REIGERSBERG VERSLUYS, Voorz.
N. VERHULST Wz.Penningmeester.
Middelburg, den 1 Januarij 1850.
DIAKENEN der Nederd. Hervormde Gemeente alhier,
maken dankbare melding van de ontvangst van s 2 Russis.
coupons 110. 51328 en 57463 ieder groot 50 bezorgd
bij Broeder J. van Nederveen, op den 31 Dec. jl., onder
het opschrift: A. B. voor extra bedeeling-, van eene gift
groot 50 onder het opschrift: Diakonietenzelfden dage
in de N. K. gecollecteerd; van eene gift ad ƒ10, gevon-
in de Kerkcollecte van heden, onder het opschrift: Diaconie
extrabedeeling van B en van 100, op heden bezorgd bij
den eerst ondergeteekende onder het opschriftNederd.
tlerv. Diaconie Middelburg van X. f 100.
Het verzegelde pakje gemerkt A. C. Z.voor de Ver
eeniging, en de 50 cents, onder de letters I. W. P. voor
de Noodlijdende kerken, op 31 Dec.; alsmede het verze
gelde pakje voor de Noodlijdende kerken en personen op
heden in de kerkcollecten gevonden zijn respectivelijk aan
den Heer N. Verhuist IVx. en aan Ds. A. Slotemaker Cz.
uitgereikt.
Diakenen voornoemd
J. DHONT Pz.Praeses.
W. A. DORMAAR Hz., Scriba.
Middelburg, 2 Januarij 1850.
DIAKENEN der Evangelisch-Luthgrsche Gemeente maken
dankbare melding eener gift groot f 10, in een verzegeld
pakje, met het opschrift: Luthersche Diaconie van X, op
den i dezer bij hun ontvangen.
A. de VRIES.
ZOELLER.
MIDDELBURG, den 2 Januarij.
Bij besluit van 29 december jl. heeft Z. M. goedgevon
den, met het begin dezes jaars eervol ontslag' uit de dienst
te verleenen aan onderscheidene districts-commissarissen in
Zeeland aan jhr. IV. de Jongedistrict Zierikzee den heer
J. B. Bekaardistrict Sluis, en bij besluit van den 1 dezer
aan den heer P. P. F. Piersensgemelde functie waarnemende
in het district Hulst.
Wij zijn van goeder hand onderrigt, zegt het IVeekblad
van het Regtdat de commissie benoemd bij koninklijk
besluit van 5 februarij 1849 Staatsblad no. 5) ten einde
te onderzoeken: 1. welke wetten en verordeningen vati vroe-
geren oorsprong, hier te lande van kracht, reeds dadelijk
zouden behooren te worden afgeschaftwelke behoudèlpof
gewijzigd worden, en 2. in het algemeen wat zou kunnèn
worden gedaan om zekerheid te erlangen omtrent het be
staan en het verband van alle algemeene wetten decreten
en besluiten in de afgeloopen week hare werkzaamhe
den heeft geëindigd, en haar verslag gearresteerd, zoodat
dit laatste eerstdaags den Koning zal worden aangeboden.
De minister van financien, ondervonden hebbende dat
de omloop van vreemde koperen munten in dit rijk, onge
acht de meermalen daartegen gerigte waarschuwingen steeds
blijft aanhouden heeft nogmaals ter algemeene kennis ge
bragt, dat die munten op Nederlandsch grondgebied geen
wettigen koers hebben, of gangbaar zijn dat zij in alle pu
blieke kassen worden uitgeschoten en afgewezen en nie
mand alzoo verpligt is die in betaling aan te nemen.
Men schrijft van den Helder van den 28 december:
Met 1 januhrij 1850 is de luitenant der 2de klasse jhr.
A. Klerck dienende aan boord van Zr. Ms. fregat prins
van oranje, benoemd tot adjudant van Zijne Exc. den mi
nister van marine. De volgende officieren tot dezen bo
dem behoorende, zijn met den 15 januarij 1850 op non-ac
tiviteit gebragt: de luit. iste kl. A. Hoek, de luits. 2de kl.
jhr. J. B. E. von Schmidt auf Altenstadt en IV. de Fremery,
de officier van administratie C. A. Jeekel en de officier van
gezondheid iste kl. J. P. Terbeek-, terwijl reeds vroeger de
volgende officieren hunne non-activiteit erlangd hadden als
de luits. iste kl. IV. F. von Noël en M. van Vreeland,
en de luit. 2de kl. A. van de Poll. De officier van ge
zondheid A. H. Thepass is aan 'sRijks hospitaal te Utrecht
geplaatst.
„Met den 15 januarij 1850 zijn geplaatst aan boord van
Zr. Ms. fregat prins van oranje de luits. iste kl. H. de
Kramp en IV. A. Berghuisde luits. 2de kl. jhr. E. de IVendt
Alberda van Ekenstein K. G. TV. baron van TVassenaer
.1. L. Kleinsma en de officier van administratie iste kl. C.
Kohier(Utr. Ct.
Het provinciaal geregtshof van Noordbrabant heeft den
27 dec. uitspraak gedaan in de zaak van Philip Nathan
Hartog en hem schuldig verklaard aan moord met voorbe
dachten radegepleegd op zijne vorige beminde Bet je Staal,
en dienvolgens veroordeeld om ter plaatse waar men ge
woon is van wege dat hof criminele executie te doen op
een daartoe opgerigt schavotinet den strop aan de galg te
worden gehangen dat er de dood na volgt. De heer pre
sident rigtte eene treffende aanspraak tot den veroordeelde,
die echter geenè uiterlijke teekenen gaf van daardoor ge
troffen te wezen.
In eenige dagblad-artikelen waarbij de onlangs aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal ingezonden wets-ont-
werpen tot regeling van de belangen der Nederlandsche
scheepvaart beoordeeld wordengaat men van de stelling
uitals ware het de bedoeling der regering om gelijktijdig
met de afschaffing van de begunstiging welke tot nu toe
aan de nationale vlag wordt toegekend ook bij den invoer
in de koloniën alle onderscheiding in de regten op de goederen
te doen vervallen.
Intusschen zal men noch in de bedoelde wets-ontwerpen
noch in de daarbij gevoegde memorie van toelichting iets
aantreffen, wat tot zoodanige stelling aanleiding kan geven.
Deze ontwerpen hebben, even als de nieuwe Engelsche wet
ten geen ander doel dan de regeling van de regten en 011-
gelden waaraan de scheepvaart onderworpen is. Wat de
inkomende regten van de goederen aangaat, zal bij de ver
wezenlijking der aangekondigde voornemens slechts deze
wijziging in het bestaande stelsel gebragt worden, dat, ter
wijl thans de goederen voorzien van Nederlandsche certifi
caten van oorsprong alleen tot het verminderd regt in de
Nederlandsche Oost-Indische bezittingen worden toegelaten,
wanneer die onder nationale vlag worden ingevoerd in het
vervolg die goederen ook gelijke gunst zullen erlangen bij
aanvoer onder vreemde vlag.
Men heeft deze teregtwijzing noodig geoordeeld om eene
verdere verspreiding van genoemde dwaalbegrippen te voor
komen. Staats Courant.')
Te Axel is den 27 december 11. door den heer bur
gemeester van Diggelen, een prachtig vaandel geschonken
aan de muziekvereeniging Concordia welk vaandel smaak
vol was bewerkt door de dochter van Z. Ed. Achtb.
Engeland. Londen 28 december. Heden ochtend en
middag is de vloed hier gestegen tot een voet beneden de ka
den der rivierwelke hoogte het water zelden of nooit be
reikt maar de door velen gevreesde overstroomingen heb
ben niet plaats gehad.
Duilschland.ÏVeenen 26 december. De typhus
die in onze hospitalen met buitengewone hevigheid woedde
heeft bij de tegenwoordige drooge koude een minder gevaar
lijk karakter aangenomen.
De runderpest heeft dezer dagen in Zevenbergen groote
verwoestingen aangerigt. Volgens officiële opgaven werden
daar tot nu toe niet minder dan 14425 stuks door deze ziek
te aangetast, van welke 7501 stierven.
De geregtelijke commissie te Breslau heeft gewigtige
ontdekkingen gedaan ten opzigte van de plannen der propa
ganda te Parijs. Vooral zijn groote bezwaren gerezen tegen