iUDDELBUR&SCHE C 0 II M A IV T. N°. 152. Donderdag 1849. 20 December. re: JjcöIuccu en OlbmiuiötvMticn REGT OP VRIJSTELLING OPROEPING [De oproeping ter inschrijving voor de Nationale Militie van de Jongelingen geboren in 1831 in het volgend no.] STEDELIJKE POL IC IE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG Ontvangen hebbende een request van A. Schijf, namens J. Brakmanhoudende verzoek om in Perceel Wijk G. No. 20, in den Kortendelft, een' nieuwen Bakkers-Oven te mogen maken Brengen het bovenstaande verzoek ter kennis der Ingeze tenen onder mededeeling, dat, naar aanleiding van het Koninklijk besluit van den 31 Januarij 1824 Staatsblad no. 19) rakende de vergunning ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken op Vrijdag den 28 dezer maand, des namiddags ten één uurten Raadhuize dezer Stad de vereischte hiformatien de commodo et incommodo met opzigt tot dezen Bakkers-Oven zullen worden genomen. Wor dende mitsdien een iederdie vermeenen mogt daartegen eenige bezwaren te moeten kenbaar maken uitgenoodigd zich ter aangewezen plaats en uur daartoe te vervoegen. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 17 De cember 1849. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare, M. F. LANTSHEER. MIDIi ELlt 17R G S CUE SPdviR 11 ANK. Uit hoofde van het aanstaande Kersfeestzal de laatste zitting van het Bestuur der Spaarbank, in dit jaar, in plaats van op Woensdag den 26 December, gehouden worden op Maandag den 24 dezer maand, des middags van 1 tot 2 ure, op de gewone plaats. Middelburg, den 19 December 1849. Namens het Bestuur der Middelburgsche Spaarbank HUBERTUS REKKER, Secretaris. Aandeel. Ook kan men zich tot denzelfden prijs voorzien van Loten of Naamlooze Aandeelendoch de houders daar van worden niet als Leden aangemerkt en kunnen geene aanspraak maken op den Niet-Prijs welke alleen voor de Leden bestemd is. Voor de VERLOTING zijn bereids aangekocht de navol gende KUNSTWERKENH. van de Sande Bakhuizen een Landschap aan de Moezel; J. A. Cantaeen Lezend Meisje H. G. ten Cate een Boschgezigt; C. Cunaeustwee Honden; IV. A. van Deventer, Gezigt op Pampus,- P. F. Gruyter Jr.een Strandgezigt te Scheveningen F. H. Hen driks een Geldersch Landschap; .7. HilverdinkZeegezigt bij Vroegen MorgenII. Hollander Cz.eene Droevige Tij ding; .7. M. H. ten KateVis^hend?. Kinderen; P. Kiers, de laatste eer aan de Nieuwe Haring E. Koster eene Straat in Dresden C. Leikerteen Riviergezigt bij Avond; .7- Pelgrom eene Onweêrsbui in het Gebergte .7. van Raven- zivaay Gz.een Landschap bij Zomer; C. Rochussen en Roo- hol, eene Geïllustreerde Legende XlIIde Eeuw, .7. A. B. Stroebei, een Lezend Vrouwtje; C. E. Taureleen Tee- kening naar .7. C. Mertz, en zal bij meerdere deelneming dit getal nog steeds worden vergroot. Tot Niet-Prijs is bestemd eene Gravure van den Heer D. .7. Sluyternaar de Schilderij van Ary Schejfervoorstel lende Magdalena aan den voet van het Kruis. Men kan zich dagelijks laten Inschrijven en voorzien van Loten, aan het Lokaal der Maatschappij Arti et Amicitiae op het Rokin, of bij de Correspondenten in de onderschei dene steden, onder anderen te Middelburg, bij de Gebroeders Abrahams. De Verloting is onder nadere goedkeuring van Zijne Exc. den Staatsraad Gouverneur vastgesteld op Vrijdag den 28 December 1849, des avonds ten Acht ure. Amsterdam, nDec. 1849. Namens Bestuurderen A. OLTMANS, Secretaris. ISinttenlanb^che &ijbhtgeu. MIDDELBURG, den 19 December. Bij koninklijk besluit van den 17 dezer, is tot lid der commissie van administratie over het burgerlijk en militair huis van verzekering te Middelburg, benoemd de heer B. Bommein plaats van wijlen den heer mr. G. J. Ackermans. Men verneemt dat den 28 dezer, bij het provinciaal geregtshof van Zeeland de zaak zal worden behandeld van den stads-apotheker Eybaardbeschuldigd van langdurige en ei gendunkelijke opsluiting van eene zijner dochters. De heer mr. P. J. G. van Diggelen is door den beschuldigde ver zocht als advokaat voor hem op te treden. Men schrijft uit Goes van den 17 dezer: Het onstuimige weder der laatste dagen heeft wederom treurige gevolgen gehad. Schipper D. Franssenmet zijn schip de Dankbaarheid, geladen met steenkolen, komende van Brussel en bestemd naar Leyden, was op vrijdag den 14 dezer, uithoofde van het slechte weder, de Zandkreek binnengeloopen en aldaar ten anker gekomen. Den volgen den dagzaturdag des avonds ten 7 urebemerkte men eensklaps dat het schip in zinkenden staat verkeerde. Het gevaar waarin men zich bevond nam zoo plotseling toe dat de bemanning, bestaande uit den schipper, twee knechts en drie kinderen slechts even den tijd had om. zich met de boot van het zinkende vaartuig te verwijderenen allen behouden aan wal te komen terwijl bijna onmiddelijk daarna het schip in de diepte wegzonk. Moge men dus wel geen menschenlevens te betreuren hebbenschip en lading zijn echter reddeloos verloren. Naar men verneemt was alleen de lading geassureerd." VEREENIGING TOT RE VORDERING VJN BEELDENDE KUNSTEN. Elk een kan zich laten inschrijven als Lid en daarbij één of meerdere Aandeelen bekomentegen betaling van 5 per De minister van financien in aanmerking nemende dat de inwisseling der stukken van 25 centen naar de wet van 1816 vervaardigd, bepaald bij Zijner Majesteits besluit van den 12 november 1849 Staatsblad n° 57), door verhin derde communicatien op sommige plaatsen vertraging zou kunnen hebben ondervinden en willende aan de bezwaren daaromtrent te gemoet komenheeft het agentschap van 's Rijks schatkist te Amsterdam de betaalmeesters in de arrondissementen en de ontvangers der belastingen gemagtigd, om de opgemelde specie alsnog bij voortduring in te wisse len op den voet der bekendmaking van den 14 november laatstleden en om die ook in betaling aan te nemen tot en met zaturdag den 29 december 1849. Men leest in de Staats-Courant het volgeude Het groot belang, hetwelk hier te lande, algemeen en te regtin eene geregelde en spoedige overkomst van de brief wisseling met de overlandpost uit Nederlandsch Indie gesteld wordt, is steeds voor de betrokkene departementen van al gemeen bestuur eene beweegreden geweestom alles te doen wat strekken kon om in die behoefte te voorzien. Nadat er van tijd tot tijdin dat opzigt verschillende maatregelen, zoowel in het moederland als in de kolonie, met het beste gevolg waren genomen is er nu laatstelijk weder een onderzoek ingesteld naar hetgeen er weder zoude kunnen gedaan worden om het tijdstip der verzending van de paketten der overlandpost uit Parijs naar herwaarts te vervroegen zoomede om de overbrenging van die paketten door het wegnemen van alle aanleiding tot oponthoud onder weg, aan gene zijde der Nederlandsche grenzen, te bespoe digen, des noods met behulp van buitengewone vervoermid delen en zelfswaar dit vereischt wierd van eenen extra spoortrein over een gedeelte van den afstand. Vermits intusschen de middelen van uitvoering niet stonden ter beschikking van de Nederlandsche post-administratie heeft de zaak het ontwerp moeten uitmaken van onderhande lingen met de Fransche en Belgische postbesturen wier toe stemming buitendien voor elke verandering in den bestaan- den loop der posten of wijze van overbrenging der brief wisseling over hun grondgebied loopende vereischt werd. Die onderhandelingen zijn thans afgeloopen en hebben ge leid tot het maken van nieuwe schikkingen met gemeenschap pelijk overlegwaarvan reeds bij de aankomst van de eerst daags verwacht wordende Oost-Indische brievenmaal het ge volg zal kunnen worden ondervonden. De brieven namelijk zullen voortaan wanneer er geene onvoorziene beletselen tusscben beide komen een dag vroeger dan tot dusverre het geval was, en wel, onder gunstige omstandigheden reeds in den morgen en anders in den avond van den vorigen dag in onze koopsteden ontvangen worden. Ook ten aanzien der brieven bestemd voor andere gedeelten van het Rijk zal de maatregel gunstig werken wanneer de ligging der plaatsen in verband met den loop der posten dit toelaat. Op eenen bepaalden dag of uur van aankomst der brieven hier te lan de, valt echter evenmin bij vervolg als vroeger te rekenen omdat het tijdstip van de aankomst der paketbooten te Mar- seille geheel van omstandigheden afhangt en daardoor onze ker is. Vrijdag heeft de Dordrechtsche afdeeling van de Hol- landsche maatschappij van landbouw eene vergadering ge houden waarin onder anderen het voorstel is aangenomen om in overeenstemming met de afdeeling Beijerland en omstreken, te Dordrecht in het najaar van 1850 eene tentoonstelling van voortbrengselen van landbouw te houden. Als eene bijzonderheid meldt de Amsterd. Cour.dat het eerste goudvan Californie door de Nederl. Handel maatschappij aangevoerd, maandag te Rotterdam aan de markt was. De twee baartjestezamen 600 oneen zwaar had den eene gehalte van en fijn bij TVVV en tVVV zilver- Het Nederlandsche stoomschip IVillem Ikapitein .7, H. Savertis II. vrijdag van zijne reis naar de Middelland- sche zee in Texel teruggekomen. Te Amsterdam hebben dezer dagen wederom, door het openen van sloten als anderzinsdiefstallen plaats gehad. Zoo kwam onlangs in een der aanzienlijkste logementeneen persoon, volgens zijne spraak een vreemdeling, bestelde eene kamer en een diner voor drie personen. Na het schrijven van eenen brief bij de gedekte tafel verwijderde hij zich voor een oogenblik schijnbaar om den brief zelf op den post te brengen, doch nam zes paar zilveren lepels en vorken mede hij zelf is tot dus ver niet terug gekeerd. De lepels en vorken zijn in eene bank van leening terug gevonden. De onbekende is naar gissing omstreeks 30 jaren oud, gezet van postuur, blozend van kleur en spreekt gebrekkig Neder- duitsch hij was gekleed in een zwart lakenschen mantel en had rotting en parapluie bij zich. Uit Leeuwarden wordt gemeld dat de besmettelijke longziekte zich in den stal van een onder het gebied dier stad wonenden landman heeft geopenbaard. In de provinciën Groningen en Drenthe heeft men onder het rundvee de tongblaar waargenomen. Staten-Generaal. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft maandag 17 december hare werkzaamheden hervat. In deze zitting zijn onder anderen ingekomen de navolgende zes door de Tweede Kamer aangenomen wets-ontwerpen als dat tot overgang in werkelijke schuld van uitgestelde schuld en kansbiljetten en die bevattende de hoofdstukken IIIIIIIV en VIII der staatsbegrooting voor 1850. In diezelfde zitting heeft de vernieuwing der afdeelingen voor de maand december plaats gehad. In de avondzitting van de Tweede Kamer op zaturdag jl. gehouden heeft de beraadslaging plaats gehad over het VlIIste hoofdstuk der staatsbegrooting voor het jaar 1850 (marine), welk hoofdstuk nadat de afzonderlijke artikelen van hetzelve achtervolgens onveranderd waren goedgekeurdmet algemeene stemmen is aangenomen. In de zitting dier Kamer van maandagochtend, is de voort zetting van de behandeling van het Vde hoofdstuk der staats begrooting, uit hoofde van de ongesteldheid van den minis ter van binnenlandsche zaken op nieuw uitgesteld. Daarna is de vergadering overgegaan tot de beraadslagingen over het Vide hoofdstuk (Hervormde en andere Eeredienst'en behalve de Roomsch-Katholijke), welke beraadslagingen maandag avond zouden worden voortgezet. Uit een schrijven van Valletta (eiland Maltha) blijkt dat H. K. H. Prinses Marianne der Nederlanden voorne mens was den 26 november Maltha te verlaten en naar Alex- andrie te stevenen van daar per stoomboot door het Mah- mudisch kanaal naar Afrek aan den Nijl, en verder te wa ter naar Boulak en Caïro te reizen, aldaar de graven der Kalifshet Moccatem de pyramiden de sphynxen en spe lonken te bezigtigen en vervolgens naar Sachara en Mirra- thene te vertrekken waar zich het kolossale standbeeld van Sesostris en de pyramiden Van Dashoul bevinden. Van daar zou de Prinses naar Caïro terugkeerenentijdens het uit stapje naar de Egyptische gedenkteekenen in de spelonken overnachten. Naar Alexandrie teruggekeerd zon de vorste lijke persone Jaffa bezoeken en van daar naar Jeruzalem reizen, om door BethaniëJericho de Jordaan en de Doode zee te trekken. Vervolgens naar Jeruzalem teruggekeerd door Birmoest de reis gaan naar het aloude Bethel en Nablous om de Jakobsbron en de bergen van Gerizim en Ebal te zien verder naar Sebasta of Samaria en Jenindoor de vlakte van Esdralon naar Nazareth en Kapernaum. Van VAN BE DIENST BIJ DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG verwittigen een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan dat bij Art. 21 der Wet van den 8 Januarij 1817 op de Nationale Militie is be paald, dat zich jaarlijks aan het Plaatselijk Bestuur, in geschrifte, moeten adresseren de voor zichzelven dienende Manschappen die in den loop van het nog loopende jaar, overeenkomstig de bepalingen bij Art. 91 en g4 der Wet gemaakt, regt op Vrijstelling hebben ver kregen en hun ontslag diensvolgens zouden verlangen; en datbij deze Verzoekschriften zullen moeten worden overgelegd de noodige Bewij zen, ingerigt overeenkomstig de voorschriften, bij de aangehaalde Art. 91 en g4 vastgesteld. En worden mitsdien alle Jongelingen, mitsgaders alle Ouders Voog den Curators of Gemagtigden voor hunne Einders en Pupillen wel ke, volgens Art. 91 en g4 der Wet, in de termen van Vrijstelling vallende, hun ontslag uit de dienst der Nationale Militie zouden mo gen verlangen, opgeroepen en aangemaand, om vdór den 5 Januarq aanstaande, aan Heeren Burgemeester en Wethouders in te zenden de schriftelijke aanvrage om ontslag uit de dienst, met bijvoeging van de behoorlijke bewijzen bij Art. 21 en 22 derzelve gevorderd zullende omtrent degenen die verzuimd mogten hebben vóór den bo ven opgegeven dag daaraan te voldoen, geene toegevendheid worden gebruikt en de verzoeken die later ten hunnen hehoeve ter beko ming van verlof of opheffing van werkelijke dienst mogten worden ingediend worden van de hand gewezen. Terwijl alverder aan alle belanghebbenden bij deze wordt herinnerd dat, bijaldien deze aanvragen niet tijdelijk bij Heeren Burgemeester en We'thouders zijn ontvangen, of niet van de vereischte Bewijsstukken zijn voorzien, dezelve niet meer voordat jaar zullen worden geadmit teerd, overeenkomstig de bepalingen dienaangaande, vervat in Art. a3 der meergemelde Wet. En ten einde een iegelijk hiervan kennis drage zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Cou- rant geplaatst. Gedaanten Raadhuize der Stad Middelburg den 14 December 1849. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare, M. F. LANTSHEER. VAN VRIJWILLIGERS VOOR DE NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, gelet op de bepalingen, vervat in de Wet op de Nationale Militie, ten opzigte van het leveren van Vrijwilligers voor de contingenten der onderscheidene Steden en Plaatsen brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat van heden, tot den 3i der maand Januarij aanstaande, dagelijks, uitgenomen des Zon dags, des namiddags van 12 tot 5 uren, ter Secretarie dezer Stad, zal gereed liggen het Register tot de inschrijving van Vrijwilligers be stemd. En worden mitsdien alle geboren Nederlanders welke gedurende de laatste vijftien maanden in de Gemeente van Middelburg hebben ge woond en de vereischten hebben bij de Wet bepaald met den mees ten aandrang opgeroepen om zich voor de dienst der Nationale Mi litie vrijwillig tc laten inschrijven; zullende aan iederen Vrijwilliger, van Stadswegeeene behoorlijke Premie worden toegelegd, zoodra de zelve door den Militie-Raad zal zijri goedgekeurd. En ten einde een iegelijk hiervan kennis drage zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Cou- rant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 14 December 1849. Burgemeester en Wethouders voornoemd, PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare, M. F. LANTSHEER. 1 in 1 ^t* 1 «ju 1 >*r lx.t*.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1849 | | pagina 1