MIDDELMttGSCHE c o u n A N T. N°. 137. Donderdag 1849. 15 November. Ï5cötut*c« et» ^tbminiötraticu BELASTING LANTAARNGELD. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG brengen bij deze ter kennis der Ingezetenen dat het Suppletoir-Kohier voor de Stedelijke Belasting, bekend onder den naam van Omslag voor de Lantaarn-Brand spuit- en Nachtwacht-Gelden voor het jaar 1849, door den Heer Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland invor derbaar verklaard gesteld is in handen van den Heer Ont vanger der Plaatselijke Belastingen ten wiens Kantore.op de bij de Aanslag-Biljetten te vermelde dagen en uren, tot de ontvangst dezer Belasting zal worden gevaceerd wordende een ieder aangemaandom het bedrag van zijnen Aanslag stiptelijk binnen de daarvoor bepaalde en in de Aanslag-Bil jetten vermelde twee termijnen te voldoen onder herinne ring tevensdat de bezwaren welke tegen den Aanslag mogten bestaan, binnen eene maand, na de ontvangst van het Aanslag-Biljet, bij het Stedelijk Bestuur schriftelijk zul len moeten worden ingeleverd. En zal deze worden afgekondigd mitsgaders in dezer Stads courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 9 No vember 1849. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun-Edel Achtbare, M. F. LANTSHEER. BRAND SCHOUWING. BURGEMEESTER efn WETHOUDERS der Stad MID DELBURG, Brengen bij deze ter kennis der Ingezetenendat op Maan dag den 26 November aanstaande en volgende dagen eene jaarlijksche Algemeene Brandschouwingaan alle Huizen, Pakhuizen en Gebouwen door de Generale Directie over het Brandwezen vergezeld van den Heer Commissaris van Policie, zal worden gehouden, en manen mitsdien een ieder aanom voorschreven Ambtenaren in hunne betrekkingen behoorlijk te erkennen in zijne woningen en gebouwen toe te laten en inspectie te laten nemen mitsgaders hunne uit spraak omtrent het aanleggen verbeteren en veranderen der Vuurplaatsen schoonmaken van Schoorsteenenverleggen van Brandstoffen als anderzins, ten spoedigste na'te komen, en in alles zich naauwkeurig te gedragen overeenkomstig de bestaande Reglementen van Policie op het Brandwezen zul lende op de nalatigen en overtreders worden toegepast de straffen en boeten bij gemelde Reglementen vastgesteld. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 12 No vember 1849. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare, M. F. LANTSHEER. BEN GST EN-KEUR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG verwittigen mits deze de belanghebbenden, dat, volgens eene door Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro vincie, bij besluit van den 26 October jl. {Provinciaal Blad no. 103) medegedeelde opgave der namen en standplaatsen van de Hengsthouders in de Provincie Zeeland, over het jaar 1849, als zoodanig voor het iste District zijn opgegeven de navolgende Personen als Aarnout Moenste Biggenkerke, Zach. Koensaldaar; Paulus Copoolse, te Oostkapelle; Leyn Geschierete Melis- kerke; Jan de Pagterte Domburg; Jacobus Goedbloed teGapinge; Isaac Geschierete Serooskerke J. Hovijn te KoudekerkeHubregt Schoutte Serooskerkeen Marinus de Jonge te Kleverskerke alsmede dat van deze de Hengst van Jacobus Goedbloedte Gapinge is afgekeurd. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 12 No vember 1849. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare, M. F. LANTSHEER. UITLOTING KANSBILJETTEN De COMMISSIE tot verevening en amortisatie van de gevestigde Schulden der Stad MIDDELBURG brengt bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat, ter voldoening aan het Koninklijk Besluit van den 13 Februarij 1819, Let ter M', waarbij is gearresteerd geworden een Plan van Ver evening van de achterstallige Interessen op dezer Stads Obli- gatien verschuldigd, op den 23 dezer maand, des namiddags ten twee ure op het Raadhuisin het openbaar zal wor den overgegaan tot de uitloting van honderd stuks Kansbil jetten van de Stedelijke rentelooze Schuld te zamen een Kapitaal opleverende van vijftig duizend Gulden. Middelburg, den 12 November 1849. De Commissie voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van dezelve M. F. LANTSHEER. BIJBEL GE NO O T SCHAP. De DIRECTEUREN der Middelburgsche Afdeeling van het Nederlandsch BIJBELGENOOTSCHAP maken bij deze bekend, dat op Donderdag den 22 November, des avonds teil zes ure, in de Nieuwe Kerkdoor den Wel-Eerw. Heer B. H. Carpverslag van den staat des Genootschaps uit- gebragt en tevens eene toepasselijke redevoering zal gehou den worden; zij noodigen dus alle hoogschatters van den dierbaren Bijbel vriendelijk uit om hunne belangstelling in deszelfs verspreiding aan den dag te leggen door bijwoning eener Godsdienstige zamenkomst waar men tevens den verderen zegen des Allerhoogsten over deze heilige zaak zal inroepen. Middelburg, den 15 November 1849. H. DU BUISSON BECIUSPresident. A. M. CRAMERSecretaris. iSittttettlatibdcfte SÜTijbiugcu. MIDDELBURG, den 14 November. N Bij besluit van den 9 november jl. heeft Zijne Majesteit aan den heer jhr. mr. J. T. H. Nedermeijer van Rosenthal, minister van justitie, op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als wethouder der stad Arnhem. Men verneemtdat de heeren Thorbecke en van Rosenthal bij de aanstaande benoeming van de leden der Tweede .Kamer te Leyden en te Arnhem, de stemgeregtigden zullen verzoe ken, om geenszins op nieuw voor die betrekking in aanmer king te komen. LI. zaturdag heeft H. M. de Koningin vergezeld van de twee Prinsen, Willem en Mauritsden generaal Boreel, en verder gevolg het museum van natuurlijke historie te Ley den bezocht. De heer dr. Schlegelconservator bij genoemd museum had de eer H. M. en HH. KK. HH* rond te ge leiden in gezelschap van den heer mr. IV. H. Dozy, se cretaris van heeren curatoren der akademie. Vervolgens heeft H. M. met de beide Prinsen en gevolg zich naar de grofsmederij begeven alwaar zij doorliet be stuur werd ontvangen en bij monde van den presidentden heer A. IlarteveltJz.verwelkomd, die H. M. het be- iang eener zoodanige inrigting in Nederland aantoonde; wel ke toespraak H. M. op het minzaamst beantwoorddeen zich wijders met de meeste belangstelling met de leden van het bestuur heeft onderhouden. De prins van Canino, Charles Lucien Bonapartebevindt zich sedert 14 dagen teLeyden, teneinde de merkwaardig heden van het museum aldaar te onderzoeken. Vrijdag morgen hebbende heeren mrs. PhilipseQn P.Buy- kes de eerste als president de laatstgenoemde als vice-pre- sident van het provinciaal geregtshof In Zuid-Holland den gevorderden eed voor den Hoogen Raad der Nederlanden afgelegd. Dienzelfden dag, des namiddags ten half twee ureheeft bij het provinciaal geregtshof in Zuid-Holland de plegtige installatie plaats gehad van genoemde heeren. Op daartoe ingekomen verzoek heeft de Koning zijne goedkeuring verleend aan het voornemen, om in 1852 in de stad Arnhem eene tentoonstelling van voortbrengselen van nationale nijverheid te houden waarbij ook voorwerpen uit andere provinciën dan Gelderland alsmede uit 's Rijks over- zeesche bezittingen kunnen worden toegelaten. Uit Dordrecht den 12 november wordt gemeld: Gisteren heeft de Israëlitische gemeente alhier een tref fend verlies geleden, door het overlijden van den wel eerw. zeer gel. heer J. Koster, rustend leeraar dier gemeente, in den gezegenden ouderdom van 91 jaren. Gedurende 54 ja ren mogt zij zich in zijn bezit verheugen en de vruchten van zijne diepe geleerdheidvromen levenswandel en welda dig hart genieten. Hij was de vraagbaak van allen de troost der bedrukten. Die zijn edel karakter kenden zijne alge meene kennis bewonderden zullen beseffen welk zwaar ver lies zijne gemeente en talrijke betrekkingen in hem betreuren." Men meldt uit 's Hertogenbosch van den 10 dezer: Heden avond is het eindelijk gelukt de gezonken stoom boot Jan van Arkel No. IIuit den mond der Z. Wvaart in de Dieze te slepen, ten gevolge waarvan de gestremde vaart dadelijk is hersteld. Dit werk dat verbazende krachts ontwikkeling en veel beleid vereischtewerd bestuurd door de heeren L. Smitvan den Kinderdijk en C. van den Esch van/s Bosch, en geheel naar het plan van eerstgenoemden uitstekenden scheepsbouwmeester. Tot teregtwijzing eener onnaauwkeurigheid in eenige nieuwsbladen overgenomen dientdat de vrouw van den bij de bewuste ramp omgekomen persoon uit Haarenwel verre van ontijdig verlost en overleden te zijn, zich, voor hare droevige omstandighedenvrij wel bevindt." In de vergadering der Synode van de christelijke afge scheiden gereformeerde kerk in julij jl. te Amsterdam gehouden "iszegt men, doordat kerkgenootschap besloten tot de oprigting eener theologische leerschoolter opleiding van predikanten. Die school zal gevestigd worden in de voormalige akademiestad Franeker. Voorloopig zijn aan dezelve benoemd drie docentenwelke niet professoren of hoogleeraars mogen heeten maar den naam voeren van hoofdonderwijzers. Zij zullen tevens met hun drieën het werk waarnemen van één predikant (herder en leeraar) bij de gemeente, van het genootschap in Franeker bestaande welke het door haar den leeraar toegekende traktement als nu aan de school uitkeert. De drie benoemden zijn H. F. de Haan G. F. Gezelle Meerburg en S. van Velzende tweede is reeds als leeraar te Franeker beroepen, de laatste in dienst als zoodanig bij de gemeente van Amsterdam. De heeren Meerburg en van Velzen zijn voormalige kweekeiingen der Leydsche hoogeschool. Volkstelling. Wij zijn verzocht om tot inlichting der ingezpï«tót,;-Ja onze courant op te nemen het koninklijk besluit van ber jl. betreffende de volkstelling. Wij voldoen daafaatr door heden het grootste gedeelte van dat besluit te laten volgen zullende het vervolg en slot in onze courant van aanstaande zaturdag worden medegedeeld. -- Wij WILLEM IIIbij de gratie GodsKoning der Nederlanden Prins van Oranje Nassau Groot- Hertog van Luxemburg enz. enz. enz. Gezien het rapport van onzen minister van binnenlandsche zaken van den 19 October 1849 no. 74, 1ste afdeeling; Gelet op ons besluit van den 19 dezer Staatsblad no. 55); Den Raad van State gehoord (advies van heden no. 3) Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen dat de algemeene Yolks-lelling zal plaats hebben naar de volgende voorschriften. AFDEELING I. Algemeene bepalingen. Art. 1. De derde algemeene Volkstelling heeft ten doel 1°. De kennis van het getal personen in iedere gemeente op 19 november aanstaande aanwezig; 2°. Het aanleggen in iedere gemeente met 1 januarij 1850 van registers der bevolking, bevattende alle die opgaven, de personen der ingezetenen betreffende welker kennis in het belang van den Staat van de algemeene en 'de bijzondere besturen en van de inge zetenen nuttig en noodzakelijk is bevonden. Art. 2. De Volkstelling heeft plaats naar het werkelijk verblijf in den strengsten zin des woords toegepast. Iedere persoon, inboorling of vreemdeling op den 19 november aanstaande aanwezig wordt ingeschreven in de gemeente waar hij den nacht van 18 op 19 no vember heeft doorgebragt. Tevens wor^t op het inschrijving-biljet in de kolom verblijf de aard van dit verblijf opgegeven door volgens de kunne waartoe men behoort: onder het mannelijk of het vrouwelijk geslacht, bij gewoon verblijf eene G bij tijdelijk verblijf eene Ten wanneer men tot de doortrekkende personen behoort eene D in te schrijven. Art. 3. Onder de tijdelijk verblijvenden worden gerangschikt alle personen die buiten de plaats hunner inwoning langer dan ééne maand in dezelfde gemeente aanwezig zijn. Hiertoe béhooren wanneer zij zich bevinden buiten de gemeente van hunne inwoning of van die hunner ouders of voogden kinderen hij voedsters of minnen geplaatstminderjarige dienstboden of dienst doende personen, leerlingen in kostscholen of opvoeding.gestichten studenten en kweekelingen aan hooge scholen, athenaea akademien, seminarien de kadetten op de koninklijke militaire akademie en op. het koninklijk instituut voor de marine krijgs- en zeelieden onder de wapenen of in de kazerne met de hen vergezellende 'tot hun gezin behoorende personen gevangenen zij die in werkhuizen be- delaarsgestichlen koloniën van weldadigheid gasthuizen krank zinnigen of liefdadige gestichten tijdelijk zijn verpleegd of opge- nemen. Art. 4. doortrekkend zijn personen niet langer dan ééne maand in eene gemeente vertoevende zonder onderscheid of zij zich in eene herberg een kosthuis of in eene bijzondere woning bevinden. AFDEELING II. Inschrijving-biljetten. Art. 5. Aan ieder hoofd van een huisgezin wordt door of van wege het gemeentebestuur een inschrijving-biljetovereenkomstig het modelachter dit besluit gevoegd ter hand gesteld. Hij is verpligt dat biljet volgens den stand van zijn huisgezin op den 19 november naauwkeurig, volledig en volkomen naar waarheid in te vullen of te doen invullen, en is daarvoor aansprakelijk. Art. 6. Onder huisgezin wordt verstaan iedere vereeniging van twee of meer personen gemeenschappelijk levende met inbegrip vati alle in welke betrekking of onder welken titel ook bij hen inwo nende en niet in de uitzondering van het Volgende artikel vallende personen. Art. 7. Personen afzonderlijk levende of huisgezinnen hij andere inwonende hetzij zij in herbergen of kosthuizen of in bijzondere woningen hun gewoon verblijf houden ontvangen een afzonderlijk inschrijving-biljet. Hieronder zijn begrepen kweekelingen leerlingen studenten kadetten bij bijzondere personen niet in voormelde hoedanigheden in eene instelling inwonende krijgs- en zeelieden, wonende bij in gezetenen buiten de kasernen. De hoofden der huisgezinnenbij welke de hiergenoemde personen inwonen zijn voor de naauwkeu- rige invulling aansprakelijk. De in de vorige alinea bedoelde krijgs- en zeelieden zijn dier halve onder de in art. 4 opgenoemde tijdelijk verblijvende personen niet begrepen. Bij hen wordt de gemeente waar zij hunne ambts-* betrekking uitoefenen met inachtneming der bepaling van art. 77 van het burgerlijk wetboek als hun gewoon verblijf beschouwd. Art. 8. De personen van het gezin worden overeenkomstig de be paling van art 2 alinea 1in de volgende orde op het biljet inge schreven Het hoofd van het gezin, de vrouw, de kinderen, de bloedverwanten en de aaugehuwden van het hoofd van het gezin de overige inwonende niet in familie-betrekking staafde personen als inwonende dienstboden of werklieden eindelijk de niet tot het gezin behoorende, tijdelijk verblijvendemits niet in de uitzondering van art. 7, alinea 2 vallende, en de doortrekkende personen, tel kens het mannelijk geslacht het eerst en naar den rang van ouderdom Art. 9. De inschrijving-biljetten zijn op een huisgezin van hoog stens twaalf personen berekend. De gemeente-besturen dragen zorg dat aan ieder gezin wraarvan het getal leden de twaalf te hoven gaatnaar dien maatstaf twee of meer biljetten worden afgegeven. De biljetten behouden nogtans ook in dit geval één en hetzelfde nommer en worden onderscheiden door de letters a, bc, d en e gevoegd achter het nommer, b. v. no. 25a, 25b 25c. 25d en 25c. Art. 10. Ten einde het aanleggen van een naauwkeurig bevolking register (waarvan het model met de noodige voorschriften voor den 1 januarij aanstaanden ter kennisse der plaatselijke besturen zal ge- bragt worden) doenlijk te maken, geschiedt op ieder biljet, onder de kolom van aanmerkingen opgave van het getal en geslacht der tijdelijk uit het gezin afwezigen waartoe de tijdelijk in eene an dere gemeente binnen het Rijk of buiten 's lands verkeerende en de wegens de in art. 3 opgenoemde redenen afwezige personen wor den gerekend te behooren. De tijdelijk afwezigen zijn verpligt terstond na hunne terugkomst in de gemeente hunner inwoning, hiervan aangifte te doen hij den wijk-commissaris of het gemeente-bestuur, ten einde in liet hoofde lijk invulling-register te worden bijgeschreven. Art. 11. De naam en de voornamen van iederen persoon worden op het biljet voluit geschreven. Art. 12. In de twee kolommen aanduidende het getal der tot ieder huisgezin behoorende personen wordt het totaal der manne lijke en vrouwelijke leden van het huisgezin ingeschreven. Art. 13. Yan personen ouder dan één jaar wordt enkel iiet ge boortejaar hij kinderen beneden het jaar d. i. geboren op of na d9 november J848tevens de maand der geboorte opgegeven. Art. 14. Zij die op het grondgebied des Rijks binnen Europa zijn geboren voegen bij de opgave van de stad of gemeente der geboor te tevens die van de provincie waarin die geboorteplaats is gele gen. Zij die in Nederlands bezittingen buiten Europa of in den vreemde mogten geboren zijn hebben in stede van de provincie het land der geboorte op te geveu.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1849 | | pagina 1