BIJBLAD VAN DE AIIDDELBUBG80DE 10! RAM ]V° 71*. 1849. van Donderdag 14 Junij 3ti0es0nbctt Stukke». ALLERLEI. TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS. Pauperlsmus Met hooge belangstelling zal menig welgezinde in de Midd. courant (no. 69) gelezen hebben het artikel over het Pau- perismuswaarin de schrijver op afdoende wijze grondige schetsen geeft van de verarming en derzelver oorzaak en van den zedelijken achteruitgang ook onzer natie, en tevens op het eenige middel wijst, waardoor de toeneming dezer maatschappelijke kwaal zoude kunnen worden gestuit. Het ongeloof, vreemd van de openbaring, of altijd rede nerende uit grondstellingen welke in strijd zijn met hetgene deze leertzoekt steeds de volmaakbaarheid der menschen uit de ontwikkeling van hetgene men zijnen zedelijken aanleg noemt, en waarvan men dan in deszelfs eindelijke consequen tie die perfectibüiteit van het menschelijk geslacht uit en door zichzelven verwacht. Onderscheidene philosophen ook der vorige eeuwdweep ten met deze onderstelling, waarop ook nog tegenwoordig velen steunen. Doch de ongenoegzaamheid, of laat ik liever zeggen de verderfelijkheid dezer ongeloovigephilosophie zoo wel als van die eener afgetrokkene zedeleerzijn reeds aan het licht gekomen, en vinden, zoo als de schrijver te regt oordeelt, eene schrikbarende oplossing in de schandalen en opstanden, met vertreding van alle gezag, waardoor half Europa wordt geteisterd. Dat het menschelijk hart is verdorven geworden van na ture afkeerig van het goede en geneigd tot het kwade is eene leer niet uit de menschen maar het is het woord van Gods openbaring, volgens hetwelk ook alle goede gave van bovenkomt, en dus ook van daar alleen verwacht moet wor den; en alle zedelijke verbetering welke niet langs dien weg gewrocht wordt, is een gebouw op een' zandgrond opge trokken en hetwelk bij het uitbreken van orkanen en water- stroomen in puin storten zal. Of, volgens den schrijverde maatschappij van landbouw haren werkkring al of niet te buiten ga, met bemoeijingen van onderzoek naar den toestand der arbeidende klasse en naar de middelen tot verbetering van derzelver lot, willen wij nog niet beslissen, liever willen wjj aannemen dat dit genootschapwelks leden toch tot de Christelijke kerken be- hoorenal is deszelfs bepaald doel de verbetering van land bouw en veeteelt, toch ook zal coonen als grondslag van alle wijsheid en alle ook tijdelijke welvaart aan te nemen dat gene wat de kouinklijke wijzehet beginsel der wijsheid" noemt. Zonder dit toch, zouden de pogingen dier maat. schappij veel meer afbreken dan opbouwen. En wensche- lijk is het, dat hetgene bij hare aanstaande algemeene ver gaderingen moge worden behandeldde stellige blijken van die, wijsheid drage. De bovengedachte schrijver geeft onder anderen een' be langrijken wenk daarin, dat men niet alle verbetering p de pogingen van genootschappen moet laten aankomenof daarvan zeer veel verwachten en zekerlijk hebben die ge nootschappelijke plannen en voornemens, in verhouding van hetgene zij wel zouden doen verwachten steeds weinig ge volg. Een iegelijk werke dus al vast in zijne eigene onmid- delijke omgeving, zijn huisgezin, zijne onderhoorigen enz., dat is ook de natuurlijke gang van alle ontwikkeling en le ven. Niet ten onregte helaas I vergelijkt de schrijver verder het waarachtig levend christendom bij een legerkamp dat tot binnen de muren der kerkgebouwen is teruggedrongen zoo dat niemand zich uit dit kamp meer schijnt te mogen begevenzonder zijn uniform verwisseld en zijne wapenen afgelegd te hebben., En dat is juist het ongeluk der burger maatschappij want daardoor wordt ook het eenig bederf werend beginsel daaraan onttrokken. Indien het zout sma keloos wordt, waarmede zal het gezouten worden, het deugt nergens meer toe."Vreesèlijk beginnen dan ook de natiën daarvoor te boeten. Mogt men hierbij eens stilstaan en als eerlijk manook in het maatschappelijk leven uitkomen voor hetgene men door kerkgaan en het waarnemen van andere kerkelijke gods- dienst-pligten en regtenbetoont te erkennenen alzoo niet christen binnen de kerk en heiden op de straat, maar overal, in genootschappenvereenigingenook in maatschappijen van landbouW, huldigen dien eenigen Naam, welke ter za ligheid gegeven is. Dan zoude men ervaren dat de god zaligheid tot alle dingen nut is dat ze den arbeider in zijnen nederigen werkkring, zoo wel als den koning in zijn vorste lijk gezag, tevredenheid en moed schenkt; dat zij ware ver lichting des verstands geeft, den wil heiligt, en alle werk en wetenschap dienstbaar maakt aan de eere Gods en daarbij ook tot welwezen der menschen. Dan zoude ook weder eene versche levenskracht de natiën doorstroomen; de krank heid der armoede worden gelenigd en genezenen de broei nesten van ontevredenheid en oproer worden weggeruimd. Indien iemand dit nog mogt betwijfelen hij ga slechts rond en bezoekein de mindere rangen der maatschappij de steeds schaarscher wordende verblijfplaatsen waar nog de godsvrucht woont, en zonder twijfel zal hij, ook bij den tegenwoordigen druk der tijden de waarheid gestaafd vinden van dat woord des BijbelsIk ben jong geweestook ben ik oud geworden, doch nimmer heb ik den regtvaar- digen zien gebrek lijden noch zijn zaad zoekende brood." Onderwijs. In een vorig nummer dezer courant waagden wij het een blik te werpen op den toestand der lagere volksklassen, en kwamen tot de slotsom, dat, voor zoover er redding mo gelijk iswij die eeniglijk verwachten van opregten gods dienstzin. Deze is de vrucht der opvoeding. De opvoeding der min dere klasse en ten plattenlande bepaalt zich bijna alleen tot het onderwijs op de volksscholen. Wil men dus werken op den godsdienstzin, zoo behoort het lager-onderwijs ook te omvatten de kennis van het éénige noodige. Als onderwijs methode volge men daarin onzen grooten meester: men kieze verhalen en gelijkenissen; de natuurlijke weetgierigheid der kinderen schenkt voor de eersten luisterende ooren; de laat- sten scherpen de opmerkzaamheid en oefenen het nadenken. Schrijver dezes herinnert zich steeds dankbaar, hoe hij als kind de Geschiedenis van Jozefvan IVester als leerboek kreeg en het moest kunnen oververtellen eer men hem een ander boek gaf; de daarin vervatte groote waarheden zijn hem in moeijelijke twijfelachtige gevallen menigmaal te pas gekomen, en leeren hem nog dagelijks de zaken niet te be- oordeelen naar de uitkomst maar naar beginselen. Dezer dagen het volksboekje van Heldring, getiteld: de Bedelknapendoorbladerende, trof het onze aandacht dit on derwerp op eene eenvoudige en onderhoudende wijze, in levende voorbeelden te zien voorgesteld. Wij achten dat stukje der lezing overwaard voor allen die, met de gestelde beginselen instemmendeverlangen om daarbij te worden voorgelicht door ervarene en echte menschenvrienden. Onze bedoeling was het daarom iets bij te dragen, waardoor dit ge schrift meer mogt gelezen, onderzocht of getoetst en in toepassing gebragt worden door zoo velen die het goede wel willenen daartoe ook de middelen bezitten maar de regte wijze niet kennen, en daardoor of werkeloos blijven of ter goeder trouw een dwaalspoor bewandelen dat nood wendig op teleurstelling moet uitloopen. Het zij ons vergund dooreen paar aanhalingen de strekking van dit boekje te doen kennen. Er is niets moeijelijker dan menschen te leiden, en dat alleen, 0111 dat er niets moeijelijker is dan hun vertrouwen te winnen. Menscheniiefde zonder godsdienst is eigenlijk zelfs in hare heerlijkste gedaante niets anders dan ver tooning, schijn en zelfzucht. Menscheniiefde, gegrond op het geloof, heeft slechts ten doel menschenzielen te behouden. Allen geldt het gebod in het zweet uws aanschijns zult gij brood éten maar boven al uwen arbeid staat met groote letteren de dood geschreven. Dit steeds bedenkende zal men leeren om het hoogere even dat tot opschrift de eeuwigheid heeft, met oneindig hoogere inspanning te zoeken. Er zijn twee wegen 'om rijk te wordende eene is die waar gij den zegen van God zoekt; de andere, waar gij dien van den mensch verwacht. Van den laarsten wordt gezegd: vervloekt is de mensch die vleesch tot zijnen arm stelt." Van den anderen geldt de belofte: dat hem alle dingen zullen medewerken ten goede." Dit woord maakt rijk. Die niets hooger stelt dan de liefde van God ondervindt een onbegrijpelijken zegen. Het komt mij voor dat er bij kinderen van arme lie den eene andere rigting aan het lager-onderwijs gegeven moest worden. Deze kunnen gewoonlijk zeer weinig school gaan en op de school leeren zij doorgaans niet anders dan in den Braven Hendrik, eenige vertelseltjes, een aardrijks- of geschiedkundig boekje lezen maar van den Bijbel leeren zij niets. Zoo doende komen er naderhand vrij goede cou rantenlezers van maar in het boek der boeken kunnen zij niet te regt. Eu als zij tot jaren gekomen zijn en gele heid krijgen om naar de herberg te gaan, wordt dat nog zoo veel te erger. Het leeren is en blijft leeren. Hoe goed en noodig ook het maakt geene godsdienstige menschen. De godsdienst is de zaak des harten en des levens. Voorbeeld en leering te zamen genomen met dagelijksche oefening, doen haar alleen ontstaan en toenemen. Kinderen zonder godsdienstige opvoeding en daarbij werk zaam gehouden, verkrijgen gewoonlijk een' wil, die nimmer met hunne overtuiging en toestemming gebroken wordt. Zij worden nog wel eens nuttige leden der maatschappijmaar zijn altijd zeer stijfhoofdig en moeijelijk te leiden." Beproeft alle dingen en behoudt het goede. Uitgegeven te Arnhem bij G. van Eldik Tkiemeprijs 25 cent. Landhuishoudkundige Courant. De uitgever neemt de vrijheid om op nieuw dit weekblad aan allen, die belang stellen in den landbouw aan te beve len. Hoewel het groot aantal geabonneerden ten duidelijk ste aantoontdat de courant eene bestaande behoefte ver vult en den goeden weg heeft ingeslagen zoo blijft het even wel ter bereiking van het groote doel dat zij zich heeft voorgesteld, wenschelijk, dat een nog grooter aantal mede- lezers den uitgever in de gelegenheid stelt om zijn blad al meer en meer te volmaken. Een beknopt overzigt van het geen in het verloopen viereljaar in de courant is opgeno men, moge ter aanbeveling verstrekken. In onderscheidene hoofd-artikels heeft de redactie zich beijverd om den tegen woordigen toestand van den landbouw in Nederland te be handelen en dien in zijne gebreken zoowel als in zijne deugden in het licht te stellen. De akkerbouw de veeteelt en de boschbouw hebben elk hun beurt gehad, In een bui tengewoon blad is onder anderen een zeer lezenswaardig opstel gegeven over vette koeijen en ossen hier te lande hetgeen door een tweede over vette kalveren gevolgd zal worden. De zoo belangrijke vraag van het onderwijs in den landbouw is met vereischte volledigheid behandeld gewor den. Van alle werken zonder onderscheid die er ten aan zien van den landbouw hier te lande uitkomen is en wordt voortdurend verslag gegeven, en jaarlijks zal in een uitgebreid register ook het hierin vermelde worden opgenomen zoodat men telkens eene volledige index bezit op alles hoegenaamd wat er in Nederland betrekkelijk den landbouw is uitgege ven. Onder de rubriek Berigten wordt alle nieuws van den dag ten aanzien van onzen landbouw met de meeste zorg bijeenverzameld. Alle vergaderingen en zamenkomsten van landhuishoudelijke maatschappijen en alle markten die er hier te lande plaats hebben worden naauwkeurig aangekon digd en de programma's van alle tentoonstellingen en prijs- uitschrijvingen medegededeeld. Reeds meer dan 260 ver- koopingen van landgoed hier te landeter grootte van meer dan eenen bunderzijn T11 de courant geannonceerd gewor den terwijl alle voorname verkoopingen van roerende voor werpen van landbouw over het geheele koningrijk, naauwkeu rig worden opgenomen, waardoor dit blad eene groote waar de verkrijgt voor allen die bij koop en verkoop van land goed en landbouwvoorwerpen belang hebbenen dus voor verkoopers en heeren notarissen in het bijzonder. Hierdoor is de courant ook uitnemend geschikt tot het plaatsen van aankondigingengelijk het steeds aangroeijend aantal annon ces al meer en meer bewijst. De Landhuishoudelijke Courant staat onder de hoofdredac tie van dr. .7. IVttewaalwelke door een aantal medehel pers, uit alle oorden van het vaderland wordt bijgestaan. Van haar verschijnt er wekelijks een nommer terwijl er bij overvloed van stof niet geaarzeld wordt om buitengewo ne bladen zonder verhooging van prijsuit te geven. Het abonnement is in het viereljaar 1,35 en vrachtvrij door het geheele rijk 1,50. Enkele nommers, voor zoo ver de voorraad strektzijn verkrijgbaar voor ƒ0,15. Aankondi gingen van acht regels en minder, worden geplaatst voor 1,25; elke regel meer voor 0,10, zonder afzonderlijke berekening van zegeiregt. Alle brieven te plaatsen stuk ken en aankondigingen, gelieve men in te zenden aan de re dactie onder couvert van den uitgever J. G. Meijer boek handelaar te Arnhem. De bij de redactie niet bekende in. zenders vrachtvrij. Exemplaren zijn ter inzage bij de uitge vers der Middelburgsche Courant. Landverhuizing. Volgens de Staats-Courant bedraagt het geheele aantal landverhuizers, die gedurende 1848 uit Nederland over zee zijn vertrokken, 2160 personen of 678 hoofden van huis gezinnen of op zichzelven staande personen waarvan 100 welgestelden 461 mingegoeden 117 behoeftigen. Hiervan kwamen uit Noord-Braband 244 personen, Gelderland 350, Zuid-Holland 217 Noord-Holland 91Zeeland 399 Utrecht 39, Friesland 91, Overijssel 218, Groningen 344, Dren the 160, Limburg 7. Het getal Christelijk afgescheidenen bedroeg hiervan 169 personen; dat der R. Katholijken 157. Onder de 678 vertrokken hoofden van huisgezinnen en enkele personen waren 90 arbeiders, 25 boerenknechts, n broodbakkers en winkeliers, 37 daglooners en linnenwevers. 15 dienstknechts, 16 dienstmeisjes, 18 kleermakers, 10 kooplieden, 111 landbouwers, 8 metselaars14 schoenma kers 15 smids en smidsknechts, 47 timmerlieden en tim mermansknechts, 6 verwers6 warmoezeniers, 8 wevers, 9 winkeliers 63 zonder beroep of onbekend 1 diamant zetter1 modewerkster, 2 onderwijzers, 1 rentenier, 3 school-onderwijzersx student, 1 steendrukker enz. De ouderdom der landverhuizers was van 20 tot 60 jaren. Er waren vertrokken tot verbetering van stand en bestaan 384, terwijl ook verscheidene ten doel hadden om hun for tuin te verbeteren 2 waren vertrokken om weinig re wer ken en veel te verdienen 34 om godsdienstige meeningen 18 om meerdere godsdienstvrijheid te verkrijgen, 3 uitzucht naar verandering, 23 0111 met anderen mede te gaan of reeds vertrokkenen te volgen 14 wegens achteruitgang van zaken, 22 uit gebrek aan bestaan, 12 uit vrees voor armoede, 1 uit reislust1 om te huwen 1 uit vrees om schutter te worden 2 om vervolging van schulden te ontgaan 51 om onbekende redenen enz. Een der vertrekkers had aan contanten x 300 een 1200 een 1600, een f 1700, vier 1000, een 1500, een ƒ1700, een 2000 enz. Een uit Zuid-Holland bezat 5000 en een uit Limburg 16000. lïljks-Archieven in Bclgic. De Emancipation berigtdat men thans bezig is met eene regeling der archieven des rijkswelke de historische na sporingen zeer zal begemakkelijken men rangschikt er na melijk in tijdrekenkundige orde de staatspapieren uit de 16de en de eerste helft der 1 7de eeuw, die men in boekdeelen bijeen zamelt en laat inbinden. Onder die documenten telt men 4 deelen met brieven (waaronder veel eigenhandige) van wil- lem den zwijger 2 deelen met brieven tusschen gerard van groesbeek (bisschop van Luik) en margaretixa van Oostenrijk hertogin van Panna en den hertog van Alba 50 deelen met instructien en depeches der ambassadeurs; 12 deelen met instructien over de oorzaken en de bedrijvers der onlusten in de 16de eeuw; 6 deelen met papieren over den ioden en 2osten penning enz. Men berekent dat de geheele verza meling meer dan 500 deelen zal uitmaken.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1849 | | pagina 1