MIDDELBURKSCHE
C IJ It A I T.
N°. 61.
Dingsdag
1849.
22 Mei.
ïacöhircu Slbministe'attcn.
Oir GE IJKT VAATWERK.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
Gezien de circulaire van den Heer Staatsraad Gouverneur
vart Zeeland Provinciaal Blad no. 58)
Herinneren bij deze alle belanghebbenden, aan de bepa
lingen van het koninklijke besluit van den 31 December 1834
(1Staatsblad 110. 45) art. 2 volgens welke het oude Vaat
werk slechts tot 1 Januarij 1850 tot afleveringen zal mogen
gebezigd worden zonder ijk of herijk te ondergaan en om
11a dat tijdstip als maat te kunnen worden gebruiktvolgens
art. 5, in overeenstemming met den inhoud van het nieuwe
Vaatwerk, bij art. 1 aangeduid gebragt en behoorlijk geijkt
zal moeten zijn.
En opdat niemand hiervan onkundig zijzal deze worden
afgekondigd en aangeplakt.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 18 Mei
1840, Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Huu-Ed. Achtbare
M. F. LANTSHEER.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad VLIS-
SINGEN
Brengen door deze ter kennis van de belanghebbenden
dat door den Raad, als een noodzakelijk gevolg van de wet
van den 27 September 1841 Staatsblad no. 35), eenige
nadere, bepalingen aangaande de Stedelijke gevestigde Schuld
zijn vastgesteld en dat het daaromtrent opgemaakte Plan
bij Koninklijk besluit van den 15 Augustus 1847 No. 74,
goedgekeurd, bij den Stadsdrukker P. C. Verhoef, legen be
taling van 25 centzal verkrijgbaar zijn.
Gevende Burgemeester en Wethouders tevens kennis, dat
de Raad de onderteekening en uitreiking der uit te gevene
Coupons, mitsgaders de behandeling van alles wat tot de
Stedelijke Schuld betrekkelijk isvoor het vervolg aan eene
bijzondere en blijvende Commissie uit deszelfs midden heeft
opgedragen bestaande deze Commissie voor het tegenwoor
dige uit de heeren .7. C. Dutilh, Wethouder; J. Fraserlid
van den Raad, en Mr. van der SwalmeStads-Secretaris.
Vlissingen den n Mei 1849.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. W. CALLENFELS.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare
S. vajs der SWALME.
Bij de vorige plaatsing stond er abusivelijk uitgegevene.
AANBESTEDING.
De DIJKS-DIRECTIE van den Polder POORTVLIET zal
aanbesteden: het bouwen van eene nieuwe Steenen SUATIE-
SLUIS met de daarbij behoorende WerkenDpnderdag den
24 Mei 1849, des namiddags 5 ure, op het Gemeentehuis
te Poortvliet.
Den 21 en 22 dier maand zal aanwijzing van het Werk
geschieden en op het Gemeentehuis Bestek en Teekening ter
inzage liggen.
Poortvliet, den 10 Mei 1849.
De Dijks Directie voornoemd,
M. M. de LANGE
Ter ordonnantie van dezelve,
J. A. van RIIEE.
AANBESTEDING.
Op Maandag den 4 Junij 1849, des middags ten 12 ure,
zal het Bestuur der Stad SLUIS, ten Raadhuize aldaar,
overgaan tot de openbare aanbesteding bij inschrijving en
opbod van
Het Bouwen van een nieuw SCHOOL-LOCAALmet
de levering der daartoe benoodigde Materialen.
Waarvan het bestek en de voorwaarden dagelijks, uitge
zonderd des Zondags in den voormiddag, ter Stads-Secre-
tarie voor een ieder zullen ter inzage liggenzullende de
aanwijze van het werk op Zaturdag den 2 Junij des voor
middags ten 10 ure plaats hebben.
MIDDELBURG, den 21 Mei.
Wij kunnen meldendat de vier lieden die zich in het
begin dezer maand, op onderscheidene plaatsenin de nabij
heid dezer stad, door kaartspelen hebben weten meester te
maken van gelden en zilveren voorwerpen ten nadeele van
verschillende personen te Zierikzee in hechtenis zijn genomen.
Naar men verzekertzal Z. M. de Koning den 25
dezer naar Rotterdam vertrekken om alsdan aan die stad
een bezoek als gehuldigd Koning te gevenen eenige da
gen 11a Pinksterentot hetzelfde einde de stad Leyden be
zoeken.
Bij koninklijk besluit van den 10 dezer, is de kapi
tein der Oost-Indische artillerie M. Rijnenthans met ver
lof hier te lande benoemd tot kommandant der gevangenis
voor veroordeelde vrouwen te Gouda.
Bij besluit van Z. M. is onder het aantal benoemin
gen bij de orde der Eikenkroon geschiedonder anderen die
van den heer J. A. Bezierkolonel-kommandant van het
korps marinierstot kommandeur dier ordealsmede de ge
pensioneerde luitenant-generaal (V. C. de Virieuxoud lid
van het hoog militair geregtshof. Die generaal is een der oudste
veteranen van het leger; zijne aanstelling tot kapitein dag-
teekent van 1783.
Z. M. heeft aan de volgende personen vergunning verleend
tot het aannemen en dragen der versierselen van de daarbij
vermelde orden, als: aan den generaal-majoor Nepveuvan
den generalen stafadjud. van Z. M. in buitengewone dienst
van die van grootkruis der orden van de IJzeren Kroon en
van den Witten Valk hem respectivelijk door Z. M. den
keizer van Oosteurijk en Z. K. H. den groothertog van
Saksen-Weimar-Eisenach geschonken; aan den luit.-kol. op
non-activiteit A. H. baron Sloei van Oldruitenborgh ad
judant van Z. Mj. in buitengewone dienst,van die van kom
mandeur der Kon. orde van Verdienste van St. Michael
hem door Z. M. den Koning van Beijeren geschonken aan
jhr. G. Clifordkamerheer van Z. M. van die van rid
der der orde van de Wurtembcrgsche Kroonhem door
Z. M. den koning van Wurtemberg geschonken aan den
graaf .7. P. j. A. van Zuijlen van Nyeveltsecretaris van
Zr. Ms. gezantschap bij het hof van Belgievan die van
officier der Leopolds-ordehem door Z. M. den Koning
van Belgie geschonkenen aan den heer C. C. Travers
Nederl. consul-generaal te Athene het aannemen en dragen
der versierselen van ridder van het Gouden Kruis der orde
van den Verlosser, hem door Z. M. den koning van Grie
kenland geschonken.
Men verneemt, dat uit de door H. M. de Koningin
ten behoeve der algemeene armen ter beschikking gestelde
gift van f 2000 op heden (maandag) eene uitdeeling van
brood en kaas aan de armen zoo te 'sGravenhage als Sche-
vcningen zal plaats hebben.
H. M. de Koningin-Weduwe is vrijdag naar het bui
tengoed Spaanin Gelderlandvertrokken, 0111 aldaar eeni-
gén tijd te verblijven.
LI. vrijdag morgen is aan het 3de bataillon van het
regement grenadiers en jagers van wege Z. M. eene batail-
lons-vlag uitgereikt
Mén schrijft uit Amsterdam
Zoo men verneemt heeft het Z. M. behaagd nog de vol
gende benoemingen te doende predikant Wildschutdoor
wien des zondag de leerrede in de Westerkerk gehouden is,
tot kommandeur der orde van den Nederlandschen leeuw
en voorts de hoogleeraren Bosscha en van Geuns, benevens
den heer kolonel Ludentot kommandeurs der orde van de
Eikenkroon."
Men meldt uit Zierikzee
Ds. H. G. Klijn leeraar bij de Christelijk afgeschei
dene gemeente te Middelburg, heeft II. donderdag avond al
hier voor eene talrijke schaar eene afscheidsrede gehouden
hoogstwaarschijnlijk vertrekt zijn-eerw. den 19 junijmet ruim
honderd zielen naar Noord-Amerika."
Uit Rotterdam, 18 mei, schrijft men:
Heden avond waren nog 6 brandspuiten op het terrein
in onverpoosde werking, daar de vlammen op vele plaatsen
nog gedurig opstijgen, ofschoon alle gevaar voor verdere
verspreiding buiten het terrein is geweken.
Als aanvulling van het medegedeelde wegens de brand
spuiten die in het blusschen en bewaren met elkander ge
wedijverd hebben, dient, dat die van het Gereformeerd bur
gerweeshuis niet alleen insgelijks werkzaam is geweestmaar
vooral tot zoo veel mogelijke beveiliging der panden aan de
noordzijde der Nieuwesteeg, uitstekende diensten heeft be
wezen.
Hoe hevig de gloed wasdie de uitgestrekte vlammen
te weeg bragten kan onder anderen daaruit worden opge
maakt, dat verscheidene gouden en zilveren muntstukken
gevonden zijn in eene in haar geheel geblevene secretaire
in het huis aan den Zuidoosthoek van het tooneel van den
brand, en waar het vuur niet was doorgedrongen, die of
geheel versmolten of als tot één klomp vereenigd waren
hoewel de stempel nog zigtbaar was."
Zr. Ms. stoomschip cycloop onder bevel van den
kapitein-luitenant-ter-zee A. J. de Smit van den Broecke
is II. vrijdag morgen van Hellevoetsluis in zee gestoomd naar
Londenaan boord hebbende Z. K. H. Prins Hendrik en
deszelfs adjudant den heer van Rappardbenevens den vice-
admiraal Lucas en den luitenant-kolonel Rigot. Het doel de
zer reis schijnt om aldaar over te brengen de versierselen
van kommandeur der Bad-orde gedragen door wijlen Z. M.
Koning Willem de II.
Tweede Kamer dier Staten-Gencraal.
In de avondzitting van den 16 dezer zijn de beraadslagin
gen over de algemeene strekking der wet tot regeling van het
regt van vereenigiug en vergadering voortgezet en ten einde
gebragt. Daarna is art. 1 der wet in beraadslaging gebragt
doch heeft daarover niemand het woord gevoerdwaarna het
in hoofdelijke omvraag gebragt zijnde, met 55 tegen 5 stem
men is verworpen. Alstoen isop voorstel van den heer
Thorbeckede vergadering terstond overgegaan tot de stem
ming over de wet in haar geheel en is deze met 54 tegen 6
stemmen verworpen.
Vóór hebben gestemd de heeren van Nispen van Sevenaer
Schooneveld Mutsaers van Voorstde Monchy en Donker
Curtius.
In de zitting van den 18 heeft de commissie voor de ver
zoekschriften eenige rapporten uitgebragtmet welker on
derscheidene conclusien de Kamer zich achtereenvolgens heeft
vereenigd, 11a eene korte beraadslaging te hebben gehouden
over de twee adressen van J. Steyn Parvè en andere hooi
den van ondernemingen van grooten landbouw op Java, be
trekkelijk zeker reglement op de huur en verhuur van lan--
den in de rijken van Soeracarta en Djocjocartaalsmedëoyei*
twee adressen van II. Stieltjesthans zonder beroep
vroeger 2de luitenant der artillerie, betrekkelijk den eed der
officieren en zijn ontslag uit genoemde betrekking. Omtrent
eerstgenoemde adressen is besloten ze ter griffie neder te
leggen en bij afschrift te verzenden aan den minister van kolo
niënomtrent de beide laatste, ze ter griffie te depoueren.
In de zitting van den 19 dezer is beraadslaagd over het
wets-ontwerp tot regeling van het gebruik van het koloniaal
batig slot over 1847. Die beraadslagingen zullen op maan
dag aanstaande worden voortgezet.
iSuitcttlaubscfrc
ïkusïand. Petersburg 1 mei. De keizer heeft een
manifest uitgevaardigd, waarbij Z. M. zijnen volkeren ver
kondigt datvermits het vuur van den opstand eerst in de
aangrenzende Turksche landschappen Moldavië en Walachije
is doorgedrongen, en die opstand verder in Hongarije, door
het toestroomen van de Poolsche landverraders van 1831
en van land- en overloopers uit andere landen een zoo be
denkelijk aanzien heeft bekomendat de keizer van Oosten
rijk zelf de ondersteuning van Rusland heeft ingeroepen te
gen den gemeenschappelijken vijand hij die hulp niet heeft
geweigerd, maar, onder aanroeping van den Heer der heir-
scharen last heeft gegeven aan zijne legers om ter bescher
ming der regtvaardige zaak op te trekken. God zij met
ons (dus eindigt het manifest) en niemand zal ons kunnen
tegenstaan. Zoo, wij houden ons daarvan overtuigd spreekt
in het onder Gods bescherming staande rijk elke Rus en ge
trouwe onderdaan en Rusland zal zijn heiligen pügt be
trachten."
Engeland. Londen 17 mei. In Canada zijn ernstige
ongeregeldheden uitgebarsten. Den 25 april begaf de gou
verneur lord Elginzich naar het parlement te Montreal
om kennis te geven dat de koningin aan een groot aantal
wets-ontwerpenen onder anderen ook aan datwaarbij
schadevergoeding toegestaan werd voor de verliezen tijdens
den opstand van 1837 geleden, hare goedkeuring geschon
ken had. Verschillende zaraenscholingen vormden zich voor
het gebouwwaarin de wetgevende vergadering hare zittin
gen hield, en toen de gouverneur weder in zijn rijtuig huis
waarts keerdewerd hy met steenen en stinkende eijeren
geworpendes avonds had er eene bijeenkomst van 5000
personen plaatsen den volgenden dag stonden duizenden
personen voor het parlements gebouwwaarop men met
steenen de glazen begon in te werpen. De leden der ver
gadering verlieten daarop de zaaldie onmiddelijk door de
menigte werd binnengedrongen. Verschillende onstuimige
tooneelen hadden er toen plaats en plotseling deed zich de
kreet van brand hooren. Binnen weinigen tijd stond dan
ook het geheele gebouw in lichtelaaije vlam doch bleven
de voor hetzelve vergaderde personen rustige toeschouwers
van den brand. Bij deze gelegenheid zijn een aantal kost
bare werken en documenten een prooi der vlammen gewof-
den. Te middernacht ging de menigte rustig uiteen. Den
27 april werden de uitgevers van de Montreal-Gazette be
schuldigd van medepligtigheid aan het in brand steken van
het parlementsgebouw in hechtenis genomen waarop we
der eene groote gisting onder het volk ontstond en meer dan
3000 personen voor de gevangenis bijeenkwamen en dreigden
indien men de gevangenen niet in vrijheid steldehaar open
te breken. Den 28 had eene bijeenkomst plaats, waarin men
middelen beraamde om de rust te herstellen. Als eerste be
paling daartoe vorderde men dat lord Elgin binnen den tijd
van eene week vertrekken zoude, terwijl men het bestuur
dan aan sir Benjamin cTIIobau zou toevertrouwen. Een
Fransch overheidspersoon was door het woedende graauw bijna
vermoord gewordende troepen schenen rustig al deze too
neelen te aanschouwen. De huizen van verschillende ver
tegenwoordigers en van den procureur-generaal zijn tot den
grond toe vernield. Bij het afzenden dezer tijdingen (2 mei)
was de rust hersteld maar heerschte nog altijd eene groote
gisting in de stadten gevolge der daar ontvangene tijding,
dat de Fransche bevolking tegen Montreal oprukte en dat
er met de royalisten die insgelijks op het vernemen van
het te Montreal voorgevallene, opgetrokken waren, eenige
botsingen hadden plaats gehad.
De Times deelt op gezag van een partikulieren brief
uit Buenos-Ayres dd. 7 maart, mede, dat de aangelegen
heden van la Plata op het punt zijn van op eene bevredi
gende wijze geschikt te worden.
Gisteren werd in het Lagerhuis geredetwist over het al of
niet wenschelijke der bevordering van emigratie uil Ierland op
eene ruime schaal. De heer J. O. Connell sloegals amen
dement op een daartoe betrekkelijk voorstel van den heer
Monsellde verklaring voor, dat de landverhuizing een on
genoegzaam hulpmiddel voor Ieriands rampen zijn zoumaar
dit amendement werd met 45 tegen 10 stemmen verworpen.
In de Vereenigde Staten heerscht rust en algemeene tevre
denheid met het bestuur van den president Taylor. Het in
Canada gebeurde schoof in de openbare aandacht zelfs het
goudland California op den achtergrond.
Hier ontvangene berigten uit het Fransche legerkamp te
Paolo, bij Rome, van 9 en 10 mei, melden, dat twee af
gevaardigden van de Romeïnsche republiek te weten de
(heeren Ronconi en Pescantininaar Engeland gezonden wa
ren, cm de bemiddeling van lord Palmerston in te roepen en
dat de generaal Oudinotofschoon met zijne krijgsmagt
de stad Rome naderendebeloofd had zijn aanval niet te
zullen herhalen voor dat de uitslag van die zending bekend
t, i