MIDDELBURGSCHË
w
C O III A RJ T.
W. 58.
Diiigsdag
1849.
15 Mei.
Sesrtitrcti en Clbmtwötvaticu.
33itittCtiUtiböchc Sijbiugcn.
-
STEDELIJKE REKEKIKG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
In aanmerking nemende dat de Rekening dezer Stad over
het jaar 1847, door Ileeren Gedeputeerde Staten, bij reso
lutie van den 20 April jl. 110. 37, is gearresteerd;
Gelet op art. 4 van het koninklijk besluit van den 1 Maart
1831 110. 14
Brengen hiermede ter kennis der Ingezetenen dat gemelde
Stads-rekening en de daartoe betrekking hebbende Begrooting
op de Woensdagen en Zaturdagengedurende deze en de
volgende maand van des voormiddags ten tien tot des na
middags ten twee ure ten Raadhuize ter visie zullen liggen.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 11 Mei
»84P-
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van IIun-Ed. Achtbare
M. F. LANTSHEER.
AA KB EST EDIK G.
De CENTRALE DIRECTIE der Watering van den Ka
pitalen Dam, zal op Woensdag den 23 Mei 1849, des na
middags ten drie ure, in het Hof van Koophandel, bewoond
Bij J. Sturm te IJZENDIJKE in het openbaar aanbesteden
Het uitdiepen van ruim 2700 strekkende Ellen van
het Kanaal DE LIGNE tusschen het zoogenaamd
Keizertje en de Tonnebrug.
Het bestek zal acht dagen te voren in genoemd Logement
te lezen liggen en de aanwijzing ter plaatse zal op den
21 en 22 Mei des voormiddags ten negen ure gedaan wor
den waartoe de Vergaderplaats aan het Keizertje bepaald
wordt.
AAKBESTEDIKG.
De DIJKS-DIRECTIE van den Polder POORTVIET zal
aanbesteden: het bouwen van eene nieuwe Steenen SUATIE-
SLUIS met de daarbij behoorende Werken Donderdag den
24 Mei 1849, des namiddags 5 ure, op het Gemeentehuis
te Poortvliet.
Den 21 en 22 dier maand zal aanwijzing van het Werk
geschieden en op het Gemeentehuis Bestek en Téekening ter
inzage liggen.
Poortvliet, den 10 Mei 1649.
De Dijks-Directie voornoemd,
M. M. de LANGE.
Ter ordonnantie van dezelve
J. A. van RIIEE.
VERKOOP1NG van STRAKDGOEDEREK.
De OPPER-STRANDVONDER Bewesten-Schelde ad inte
rim zal, op Vrijdag den 18 Mei 1849, des voormiddags ten
tien ure op de Hofstede de Oranje-Zon en daarna op de
Hofstede bewoond door Gerrit Willemseonder Oostkapelle
in het openbaarten behoeve der Regthebbendenom gereed
Geld presenteren te verkoopen eene partij STRAND
GOEDEREN waaronder een Steng lang 9 een Bovensteng
lang 8,50, een Gaffelspriet lang 8 Elen voorts bestaande
in Greinen en Eiken Deelen Knieëneen Watervat en ver
dere Scheeps-Afbraak.
Alles aldaar voor een ieder te zien.
BETALING van Riddersoldij en Broedertoelageten
Kantore van den Betaalmeester en Heeren. Ontvangers.
De SUB-COMMISSIE tot het oprigten van een STAND
BEELD binnen 's Gravenhage ter nagedachtenis van Z. M.
WILLEM II verzoekt hen die nog ingevulde Inschrij-
vings-Biljetten mogten hebben deze bij den ondergeteeken-
den Secretaris te doen bezorgen verder geefc zij te ken
nen dat er nog gedurende twee dagen ter Stedelijke Griffie
gelegenheid zijn zal om in te schrijven.
Middelburg, den 14 Mei 1849.
Namens de Sub-Commissie
J. J. SPRENGER, President.
W. C. BORSIUSSecretaris.
Middelburg, den 14 Mei 1849.
DIAKENEN der Nederduitsche Hervormde Gemeente alhier
maken melding van den ontvang en de uitkeering van vijftig
Gulden in Goud onder de letters N. N. en een Gulden
onder de letters A. B.door hen gecollecteerd op gisteren
voormiddag bij de Godsdienst-oefening in de Nieuwe Kerk
voor het Zendeling-Genootschap.
Diakenen voornoemd
F. C. MATZINGER, Praeses.
Cs. NUYS, Scriba.
MIDDELBURG, den 14 Mei.
Gisteren morgen werd alhier in de Nieuwe Kerk bij de
Nederduitsche Hervormde gemeente in het heilige dienstwerk
bevestigd, de van Breda herwaarts beroepen leeraar, de
wel-eerw. heer J. P. Hasehroek, door zijnen ambtgenoot den
wel-ecrw. heer J. R. de Bruine, die tot grondslag zijner
leerrede legde Matt. 28 vs. 18-20; des avonds hield de
bevestigde leeraar zijne intree-redetot tekst hebbende 2 Kon.
2 vs. 9. Beide godsdienstplegtigheden werden bijgewoond
door eene talrijke schare van toehoorders zoo dat het
kerkgebouw haar naauwelijks kon bevatten.
Men verzekertdat tot kommandeurs der orde van den
Nederlandscben leeuw benoemd zijn de heerenmr. P. W.
Provó Kluit, president van het provinciaal geregtshof in
Noord-Holland; en mr. P. Ras, president van het hoog-
milicair-geregtshof te Utrecht.
Tot ridders der orde van den Nederlandschen leeuw zijn
onder anderen, beuoemd de heeren: mr. L. Asser, regter in
de arrondissements-regtbank te 's Hage; mr. O. W. Stavenisse
de Brauwreferendaris bij het .ministerie van oorlog; mr.
P. A. van Steenbergen raadsheer in den Iloogen Raad der
Nederlanden; D. van Hoijtema, secretaris-generaal bij het
ministerie van financien; enz.
Nog wordt gemeld dat Z. M. tot kommandeur der orde
van den Nederlandschen leeuw heeft benoemd den Oosten-
rijkschen graaf Merveldtdie in last had aan den Koning
brieven van rouwbeklag en gelukwensching van zijnen sou-
verein aan te bieden.
Z. M. heeft de volgende benoemingen gedaan bij het mi
nisterie van oorlog, als: tothoofd-commiesden heer .7. PI.
Graauwenhaancommies; tot commies, den heer C. J. Hup-
scheradjunct-commies; en tot adjunct-commiesen de heeren
Jansen en van der Hoek, eerste schrijvers bij dat ministerie.
Het heeft H. M. de Koningin behaagd onzen stad
genoot, den gunstig bekenden violistC. de Groot, een gou
den cijlinder-horologie te vereeren als een bewijs van hoogst-
derzelver tevredenheidover eenige in der tijd door dien
heer aan H. M. opgedragene muzijkale compositie.
Uit Zierikzee 11 mei wordt gemeld
Heden zijn met de stoomboot Stad Zierikzee weder on
geveer 30 landverhuizers naar Rotterdam vertrokken allen
ingezetenen dezer stadom zich aldaar met nog meerdere
van hunne stadgenooten te vereenigen ten' einde zich met
het koopvaardij-barkschip J. C. Schotel, naar Noord-Amerika
te begeven. Eene alom geachte familiebestaande uit 5 ge
zinnen maakt het grootste gedeelte dezer landverhuizers uit.
Bij velen nog, zoowel in deze stad als in de eilandeu
Schouwen en Duivelandbestaat het voornemen de thans
vertrokkenen eerlang te volgen.
Dc Inhuldiging des Konings te Amsterdam
Heden morgen ten 8 ure heeftovereenkomstig het vast
gestelde programma een koninklijk saluut van 101 kanon
schoten en het luiden der klokkende plegtigheid van 's Ko
nings inhuldiging op nieuw aangekondigd.
De Nieuwekerk dit eerbiedwekkendoud gothisch ge
bouw, dat zich zoo fier naast het door van Campen ge
wrochte achtste wereldwonder verheftis voor de huidige
plegtige feestviering wederom, even als ten jare 1840, in
een betrekkelijk kort tijdsbestek als door eene tooverkracht
op eene schitterende wijze in gereedheid gebragtom het
Vorstelijke Paar te ontvangen met II. D. talrijken stoeten
ongeveer vier duizend aanschouwers der plegtigheid. Sier
lijkheid en tooi zijn ruimschoots verspreid en geen oud
gothisch gebouw neen een feestelijk ingerigte tempelzal
al die menschen bevatten.
Inkomendestaat men verbaasd over zoo veel majesteit
en pracht, in dien <4 la Renaissance ingerigten tempel.
De wacht aan het paleis en aan de kerk werd door de
grenadiers en jagers waargenomenin de '{ei'k zelve bevond
zich eene eerewacht der schutterij.
De kerk was reeds geopend ten 9! ufé, als wanneer veel
plaatsen op de tribunes reeds werden ingenomen. De Sta-
ten-Generaalingevolge het daartoe strekkende besluit des
Koningszich reeds vóór twaalf ure op het paleis hebbende
vereenigd gingen op dat uur, in groot costuum gekleed
begeleid door een escorte infanterie, te voet naar de kerk,
welke zij door de Damdeur binnentraden. Zij werden bij
hunne komst door aide-ceremoniemeesters ontvangen en naar
hunne zitplaatsen geleid tegen over den troon alwaar zij
zich in eene openbare vereenigde zitting constitueerden. De
voorzitter der Eerste Kamergraaf van Limburg Stirum
opende die vereenigde zitting met de volgende toespraak
Heeren leden der Staten-Generaal 1 Eene verhevene pleg
tigheid brengt ons thans zamen in de hoofdstad des rijks
zoo straks zal Z. M. willem iii de heilige beloften afleggen
van te zullen onderhouden en handhaven, de grondwet, te
verdedigen de onafhankelijkheid van het grondgebied des rijks
te beschermen de vrijheden en regten zijner onderdanenen
daarna door u als vertegenwoordigers des volks te worden
gehuldigd als koning, met de wederkeerige belofte, dat
wij, als getrouwe Staten-Generaal, zijne onschendbaarheid
en de regten zijner kroon zullen handhaven. Tot het afleg
gen en ontvangen dezer wederkeerige belofteis deze ver
gadering bestemd waarvan ik overeenkomstig de bepaling
der grondwetdie leiding op mij neem en die ik thans ver
klaar te zijn geopend."
Kwartier voor één ure reed H. M. de Koningin met HH.
KK. HH. de Prinsessen voorafgegaan en gevolgd door een
escorte kavallerie en begeleid door de eerewacht te paard
in de prachtige staatsiekoets die gisteren bij de plegtige in
trede diende, van het paleis naar de kerk. Het gevolg van
H. M. en van HH. KK. HH. was in hofkoetsen gezeten.
Door de deur onder het orgel in de kerk gekomen zijnde
werd de vorstin door den ceremoniemeester en zijne aides
ontvangen en naar de koninklijke tribune geleid. De slepen
van de mantels van II. M. en van IIH. KK. I1H. werden
door pages gedragen. Orgeltoonen werden aangeslagea bij
de komst der Koningin in het Godsgebouw.
Een kwartier later, precies ten 1 ure, werd het- geschift
gelost en de klokken geluid en dat was het teekeh., Uatïl
Z. M. de Koning met HH. KK. IIH. de Prinsen het^païéfs'
verlieten van waar H. D. zich te voet naar de kerk begaven.
De staf van Z. M. was schitterend allerluisterrijkst.
Eene commissie uit de Staten-Generaal wachtte Z. M. den
Koning aan de deur der kerk op. Door deze commissie
ontvangen werd H. D. ook door haar naar den troon ge
leid voorafgegaan en gevolgd als hierboven omschreven is.
's Konings binnentreden in de kerk werd door trompetge
schal aangekondigd, terwijl het orgel speelde tot dat Z. M.
was gezeten en de schitterende stoet zich had geschaard.
IIH. KK. HH. dc Prinsen namen plaats nevens Z. M.
de groot-officieren plaatsten zich achter H. D. zetel het
militair huis, de adjudanten en de kamerheeren regts en
links, op de trappen van den troon; de standaard van het
koningrijk bevond zich regts en het rijkszwaard links, op
den tweeden trap van den troon op den eersten trap van
den troon waren het vaandel der schutterij en dat der gre
nadiers en jagers regts en het vaandel der infanterie en de
standaard der kavallerie links geplaatstvoorwaarts ter reg-
terzijde was de plaats van den kamerheer ceremoniemeester,
en de beide koningen van wapenen bevonden zich regts en
links van den troon.
De Koning was gekleed in een rood purperen mantel met
hermelijnen voeringop welken mantel een groot aantal
gouden leeuwen waren verspreid, en onder dien mantel eene
donker blaauvte kleeding.
H. M. de Koningin was gekleed in wit satijn met herme
lijn en had eene kroon op het hoofd.
Prinses frederik zat aan de linkerzijde der Koningin, en
een weinig achter H. K. II., hare dochter. Ter regterzijde
der Koningin zat Prins maurits en regts van dezen, de
Kroonprins.
Z. M. den troon hebbende bestegen, hield eene aanspraak,
waarna Z. M. weder van zijnen zetel opstond en de vol
gende bij art. 51 (5de hoofdstuk) der grondwet voorge
schreven eed uitsprak
Ik zweer aan het Nederlandsche Volk dat Ik de grond-
wet van bet rijk steeds zal onderhouden en handhaven.
Ik zweer, dat Ik de. onafhankelijkheid en het grond-
gebied des rijks met ai mijn vermogen zal verdedigen en
bewaren dat Ik de algemeene en bijzondere vrijheid van
alle mijne onderdanen zal beschermen en tot instandhou-
ding en bevordering van de algemeene en bijzondere wel-
vaart alle middelen zal aanwendenwelke de wetten ter
mijner beschikking stellen zoo als een goed Koning
schuldig is te doen.
Zoo waarlijk lielpe Mij God Almagtig!
Alle aanwezigen waren gedurende deze plegtigheid van.
hunne zitplaatsen opgestaan.
Alstoen werd de Koning overeenkomstig het programma
door de Staten-Generaal gehuldigd. Te dien einde kwam de
voorzitter der vereenigde zitting voor den troon, en sprak
de bij art. 52 der grondwet voorgeschreven plegtige ver
klaring uit.
Wij ontvangen en huldigen, in naatn van het Nederland-
sche volk en krachtens de grondwet, U als Koning wij
zweren dat wij Uwe onschendbaarheid en de regten uwer
kroon zullen handhaven wij zweren alles te zullen doen,
wat goede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen.
Zoo waarlijk helpe ons God Almagtig
Deze verklaring werd vervolgens door den voorzitter en
door elk der leden van de beide kamers, hoofd voor hoofd,
beëedigd en bevestigdwelken eed Z. M. zittende ontving.
Onmiddelijk na de hoofdelijke beëediging zwaaide de eer
ste koning van wapenen zijnen schepter, sprak met luider
stem Zijne Majesteit koning willem de derde is ingehul
digden riep drie malen leve de Koning! uit: welke kreet
door den tweeden koning van wapenen driemaal werd her
haald.
Naauwelijks was dit volbragtof het trompetgeschal liet zich
hooren het Vaderlandsche Wilhelmus bragt allen in nog hoo-
gere geestdriftwelke tevens niet weinig werd opgewekt toen
men in de kerk duidelijk het luid hoeraleve de Koning
vernam dat door de digte drommen op den Dam zamen-
gepakt, werd aangeheven. I11 de kerk klonken de heerlijke
orgeltoonen, tot dat HH. MM. de kerk hadden verlaten.
Voor het vertrek echter van den Koning werd het sein ge
geven dat de volbragte plegtigheid den volke zou worden be
kend gemaakt door een koninklijk saluut van 101 schoten en
door het spelen van alle klokken hetgeen ook onmiddelijk
plaats greep.
Daarna begaven de beide koningen van wapenen zich bui
ten de kerk en wierpen strooipenningen onder de menigte.
Gelijktijdig begaven de vier herauten van wapenen ieder ver
gezeld van een kommando kavallerie te paard zich naar al
de stads pleinen en de hoeken der voornaamste straten ver
kondigden daar dat de inhuldiging had plaats gehad en wier
pen zilveren en bronzen strooipenningen.
Z. M. de Koning verliet alstoen de kerk en keerde naar
het paleis terug, op dezelfde wijze en in dezelfde orde als
boogstdezelve was ingekomenterwijl de commissie uit de
Staten-Generaal HD. uitgeleide deed. Vervolgens keerden
ook H. M. en IIH. KK. HH. de Prinsessen naar het paleis.
Onmiddelijk daarop volgden de leden der Staten-Generaal
met hun escorte de ministershoofden van ministeriele de
partementen en de leden van den Raad van State begeleid als
bij het inkomen. Het korps diplomatique en de staats-amb-
tenaren verwijderden zich na deze, terwij! eindelijk al de
overige aanwezigen het kerkgebouw verlieten, aan welks ge-
OP ZATURDAG 12 MEI.