MIDDfiLBURGSCUE
I It A T.
M°. 51.
Zaturdas
1849.
28 April.
Ëe^tureu ct» £lbmtuiötv\itieu.
M. Verbrugge.
A. G. van Vredenburch.
H. A. Abrahams.
M. K. Jeras.
23iuucMÏatib0c!te ^ijbitijjcn.
iSuitcniaubdrfic ij buigen.
BEKENDMAKING.
De COMMISSIE uit het Provinciaal Geregtshof in Zee
landte zamen gesteld ter voldoening van Art. ii der Wet
op het Notaris-Ambt, van den 9 Julij 1842 Staatsblad no.
20), tot het afnemen der examina van hen, die verlangen
mogten zich in staat gesteld te zien om naar het Ambt van
Notaris te dingenmaakt bij deze aan de belanghebbenden
bekend, dat zij tot het bedoelde einde zal vaceren op IVoens-
dag den drie-en-twintigsten Mei eerstkomendedes voormid
dags ten tien ure en volgende dagenis 't nood in een
der Vertrekken van het Hofgebouw.
De Commissie herinnert voorts de Adspïranten aan de
voorschriften van Art. 13, der voorschreve Weten ver
langt overigens dat zoodanige stukken, welke aan haar moe
ten worden ingediend tijdig en portvrij zullen worden be
zorgd ter Griffie van den Hove.
Middelburg, den 18 April 1849.
De Commissie voornoemd
De Prokureur-Generaal G. van IJSSELSTEYN,
bij den Hove, Raadsheer.
ACKERMANS. A. J. van DEINSE,
Raadsheer.
PUBLICATIE. HE BIJK.
BURGEMEESTER en "WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG;
Gelet op de resolutie van Heeren Gedeputeerde Staten van den
30 Maart jl.no. 36 Provinciaal Blad no. 39) betrekkelijk den
Herijk der bevorens reeds geijkte en herijkte Lengtematen Inhouds
maten en Gewigten voor het jaar 1849
Gezien de missive van den Heer Arrondissements-IJkervan den
17 dezerno. 6
Brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden dat met de
Verificatie en Herijk der Lengte- Inhoudsmaten en Gewigten binnen
deze Stad een aanvang zal worden gemaakt op Dingsdag den 1 Mei
aanstaande, in het daartoe ingerigte Lokaal in de Stads-Waag, op
de Balans en voorts op de dagen hieronder vermeld des voormid
dags van tien tot twaalf en des namiddags van drie tot vijf ure en
zulks tot en met den 1 Junij daaraanvolgende als wanneer het Kan
toor tot het doen der IJktournee zal gesloten worden.
Dat ten einde de werkzaamheden geregeld en met de meeste
naauwkeurigheid zouden kunnen geschieden door den Heer Arron
dissements-IJker stiptelijk de navolgende orde zal worden in achtge
nomen als
Des Maandags voor de IJzeren en groote Koperen Gewigten van
een Nederlandsch Pond en daarboven
Des Dingsdags voormiddags voor de kleine Koperen Gewigten en
des namiddags tot het justeren en in orde brengen der te
ligt bevondene stukken welke alsdan kunnen worden af
gehaald
Des Woensdags voor de Lengte- en Inhoudsmaten voor Drooge
Waren
Des Donderdags voor de Maten en Gewigten der Landlieden en
Bewoners der Landelijke Gemeenten;
Des Vrijdags voormiddags voor de Vochtmaten en des namiddags
voor de groote Ijzeren Gewigten;
Des Zaturdags alléén des voormiddags, voor het Medicinaal-het
Goud- en Zilver-Gewigt.
Dat alle Maten en Gewigten behoorlijk schoongemaakt en gereinigd
moeten worden aangeboden en bij gebreke van dien als wordende
de verificatie daardoor onmogelijk gemaakt zullen worden afgewe
zen en dat geene Maten en Gewigten na de herijking zullen afgege
ven worden, waarvan de ijkregten en reparatie-Ioonen niet zijn voldaan.
En ten einde een iegelijk hiervan kennis drage zal deze worden
gedrukt, afgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads-Cou-
rant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg den 23 April 1849.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT van GRIJPSKERKE
Ter ordonnantie van Hun-Ed. Achtbare
M. F. LANTSHEER.
De zich alhier gevormd hebbende Sub-Commissie tot het
oprigten van een Standbeeld te 's Gravenhageter nage
dachtenis van Z. M. Koning WILLEM IItwijfelt niet
of dit denkbeeld zal ook bij Middelburgs Ingezetenen ruim
schoots bijval vinden vermits toch ook een ieder ter dezer
Stede gaarne de gelegenheid zal aangrijpen om door daden
te toonen, zoowel, dat men de groote verpligtingeu erkent,
welke Nederland aan den overledenen Vorst heeft als ook
dat de band die het Vaderland en het Huis van Oranje
sedert eeuwen vereenigde nog even hecht als ooit te vo
ren is.
Maar om dit in waarheid een Nationaal gedenkteeken te
doen zijnmoeten allen daaraan kunnen medewerken en het
is daarom dat de Hoofd-Commissie bepaald heeftdat de
hoogste bijdrage de vijf Gulden niet mag te boven gaan en
daarentegen iedere gift, hoe gering ook, met blijdschap zal
worden ontvangen.
Ten einde nu de deelnemi ng aan alle nog gemakkelijker
te makenzullen er aan de woningen der Ingezetenen ge
drukte biljetten worden bezorgd en drie dagen later terug
gehaaldwaarop een iederdie tot het voorgestelde doel
wenscht mede te werken verzocht wordt duidelijk zijnen
naam, rang of betrekkingwoonplaats en het bedrag zijner
bijdrage in te vullen en op welke biljetten ook door meer
dan één Persoon zal kunnen geteekend worden Zullen
de bovendien nog voor hen die, geen biljet mogten ontvangen
hebben dagelijks op de Stedelijk Griffie de gelegenheid zijn
om in te schrijven.
Middelburg, den 26 April 1849.
De Sub-Commissie voornoemd,
J. J. Sprenger, President.
Paspoort van Grijpskerke.
W. C. Borsius, Secretaris.
MIDDELBURG, den 27 April.
Wij vernemen dat een tjalkschipgevoerd door schip
per Kokhetwelk II. dingsdag van hier is afgevaren, met
meubelen en andere goederen voor eene van hier naar
'sGravenhage vertrokkene familie, op de Oosterschelde is
gezonken de aan boord zijnde personen zijn ter naauwer-
nood gered. Waarschijnlijk heeft het schip gestooten en
daardoor een lek bekomen.
P. S. Later vernemen wij dat de lading is overgescheept
en grootendeels zou behouden zijn.
De stoomboot Soho kapitein .7. Cullenvan Londen
naar Antwerpen gaande is heden nacht bij de Nieuwe Sluis
vastgeraakt. Zoo wij vernemen is zulks veroorzaakt door
de zware mistzijnde tot tweemaal toe het ankertouw aan
stuk geraakt.
De Hooge Raad kamer van strafzaken, heeft uitspraak
gedaan in de zaak van den procureur-generaal bij het hof
in Zeelanddie zich in cassatie heeft voorzien tegen een
arrest van dat hof, waarbij Catharina Elisabeth IVols is
vrijgesproken van moedwillige brandstichting. De Hooge
Raad heeft het arrest van Zeeland vernietigd en ten princi
pale regt doende, C. E. IVols schuldig verklaard aan moed
willige brandstichting en te dier zake veroordeeld tot de
straffe des doodsdoor middel van verworging, uit te voe
ren binnen de stad Middelburg.
Bij besluit van den 22 dezer, heeft Z. M. goedgevonden
eervol en ouder dankbetuiging voor de door hen aan het Rijk
bewezen diensten te ontslaan de heeren mr. M. PM. van Vis
vliet en P. IV. Steenkampals leden der bij koninklijk be
sluit van den 18 maart 1841 110. 110, ingestelde commissie
tot onderzoek omtrent hetgeen alsnog verschuldigd mogt zijn
wegens schadeloosstelling voor eigendommen, welke in der
tijd zijn ingenomen tot den aanleg van het kanaal van Gent
naar Neuzen en van het zijkanaal van Axel naar Hulst.
Bij besluit van den 16 dezer, heeft Z. M. aan den heer
IV. PVoltersdirecteur der groote grofsmederij te Leiden
vergunning verleend tot het aannemen en dragen der ver
sierselen van ridder der orde van St. Stanislas 3de klasse,
hem door Z. M. den keizer van Rusland geschonken.
Z. M. de Koning heeft bij onderscheidene besluiten onder
anderen, de volgende benoemingen gedaan:
Van jhr. F. V. A. ridder de Stuerswaarnemend admi
nistrateur der koloniale bestellingen bij het departement van
koloniën tot generaal-majoor-titulair. Van den heer L. A.
van Meertenlid van den raad der stad Delft, tot ridder der
orde van den Nederlandschen leeuw. Tot kamerheeren in
buitengewone dienst, de heer IV. graaf van der Goltz, ma
joor bij liet 3de regement dragonders, en den heer von Al-
terwerelt Ilautayngepensioneerd majoor der kavaierie. Tot
hoogstdeszelfs adjudant in buitengewone dienst de gepen
sioneerde kolonel van het leger in Nederlands Iudie IV. A.
Roest. Tot ridders van de Eikenkroon, de heeren: graaf
van Limburg Stirum intendant van het Loo en onderhoo-
righedenD. Bas-Backerburgemeester te Apeldoorn, en
.7. A. N. Morreeslandhuishoudkundige.
Op daartoe gedaan verzoek heelt Z. M. aan den luitenant-
generaal H. graaf de Crucqtienbourg een eervol ontslag ver
leend als hoogstdeszelfs adjudant in buitengewone dienst,
met vergunning van het dragen der uniform.
Door sommige bladen is medegedeeld, dat het Limburg-
sché 'contingent, daartoe opgeroepen, zich naar Sleeswijk-
Holstein op marsch had begeven de rimsterdamsche Courant
beweert, in staat gesteld te zijn, dit ten volste tegen te
spreken de oproeping waswel is waargebeurd maar
van wege onze regering zijn bezwaren daar tegen in het
midden gebragtten gevolge waarvan het contingent niet is
vertrokken en alzoo de regering alle aanleiding tot misver
stand met Denemarken wenscht te vermijden, is zij ook niet
voornemens dit contingent ter dispositie van den Duitsciien
bond te stellen.
Men leest in de Zierikzeescke Courant
Er heeft dezer dagen binnen deze stad een request ge
circuleerd hetwelk thans aan de E. Achtb. regering dezer
stad is ingediendhoudende verzoek van: geheele afschaf-
fing der stedelijke belastingen zoo wel die bij wijze van
opcenten op 's Rijks accijnsen, als die bij wijze van ste-
delijke eigen middelen geheven worden en dezelve te doen
vervangen door een hoofdgeld of belasting naar de ver-
moedelijke gegoedheid der ingezetenen bij classificatie
hetwelk door vele notabele ingezetenen is onderteekend.
Het is te wenschen dat het stads bestuur daarop al die
aandacht zal vestigen, welke hetzelve verdient, en door
drongen zal worden van de overtuiging, dat het hoofdgeld
eene der eenvoudigste billijkste en onkostbaarste belastingen
is, bij uitnemendheid geschikt 0111 de kwijnende burgerklasse
op te beuren uit de last die haar drukt; dat het tegenwoor
dige belastingstelsel handel en nijverheid met eenen geheelen
ondergang dreigt; dat de uitgedrukte wensch van zoo vele
ingezetenen alles behalve een Utopiaansch denkbeeld isen
dat het stadsbestuur alzoo de aangewende pogingen met een
gewenscht gevolg zal bekroonen."
De Groninger Courant behelst twee adressen aan de
leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaalwelke ter
teekening aan de ingezetenen dier stad worden aangeboden;
het eerste houdt in een verzoek tot verwerping der ingezon-
dene wets-ontwerpenwaarvan het één het vermogen en het
ander de politieke vrijheid der ingezetenen bedreigt. Het
tweede adres strekt om bij de aanstaande regeling van het
inkomen des Koningshetzelve te willen vaststellen op een
bedrag, overeenkomstig met en geëvenredigd aan $e b/hoefce
van het onder belastingen gebukte Vaderland.
De wel-eerw. zeer geleerde heer V. H. Guyejytedikaiit
te Maastricht, heeft het beroep bij de Waalsche gemeente
te Groningen aangenomen.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Dingsdag 24 april.
In de zitting van heden zijn de algemeene beraadslagingen
over de voorgestelde wijzigingen in het Vide hoofdstuk van
het reglement van orde der Kamer voortgezet. Die beraadsla
gingen zullen morgen voormiddag ten 11 ure worden hervat.
Zitting van IVoensdag 25 april.
In deze zitting zijn de beraadslagingen over de algemeene
strekking van de voorgesielde wijzigingen in hoofdstuk VI
van het reglement van orde der Kamer (van het verzenden
der voorstellen des Konings, hetzij van wet, hetzij andere,
naar de afdeelingenvan de werkzaamheden aldaar en van
die der rapporteur) voortgezet en ten einde gebragten is
daarna op voorstel van den voorzitter der Kamer door de
vergadering beslist, dat thans in de eerste plaats zou worden
overgegaan tot eene stemming over de artikelen jfa tot 77e
ingesloten als bevattende het stelsel van zelfstandige rap
porteursdoor de commissie tot herziening voorgedragen,
in zijn geheel. Dat stelsel is daarop met 39 tegen 25 stem
men verworpen en zijn de beraadslagingen verdaagd tot
morgen ochtend ten 11 ure.
Dultscliland. Weenen 21 april. De zaken schijnen
in Hongarije tot eene beslissing te zullen komen. De bele
gering en blokkade van Komorn wordt voortgezet en volge
houden De bevelhebbers stellen er het hoogste belang in,
om zich van die gewigtige vesting meester te maken, en de
Hongaren laten niets onbeproefd om dezelve te ontzetten.
De generaal IVolgenuth dekt de belegering en kan zoo
men verzekert, over eene krijgsmagt van 20 k 22,000 man
beschikken, waartegen de Hongaarsche bevelhebber Görgey
een gelijk getal zoude kunnen overstellen. De eerstgenoemde
bevelhebber staat in verband en kan zich des noods ver
eenigen met de brigadendie bij Gran en Parkeny staan.
Men verhaalt altijd dat Waitzenna in handen van de
opstandelingen te zijn geweest, weder door de keizerlijken
is bezetdoch ambtshalve is dit nog niet als zeker aange
kondigd. Zoo het schijnt, hebben de Hongaren hunne magt
noordwaarts doen trekken, ten einde de strijdkrachten, on
der den generaal Görgey, zoo veel mogelijk te versterken;
immers men meldt uit Pesth van den 19, dat de generaal
von IVeldenna zich een korten tijd in genoemde stad te
hebben opgehouden, weder naar Gran is vertrokken; datde
vereenigde troepen van den generaal Schlick en den Ban, die
voor Pesth stonden op eens bevel hebben bekomen om
op te rukken en zich naar de zijde van Waitzen hebben ge
wend en dat men alsnu verwachtte dat de Hongaren zoo
wel door het observatie-corps van Komorn, als door de
troepenwelke tusschen Gran en Ofen op den regter-oever
van den Donau stonden en door die welke voor Pesth ge
posteerd waren geweest, aan alle zijden zouden worden aan
gegrepen.
Een Weener correspondent der Constitutionnele Zeitung
meldt in dato 20 april des avonds 5 ure
Heden ontvang ik de tijding van den veldslag, bij de
stad Gran geleverd in welken de Hongaren totaal geslagen
zijn en 2000 gevangenen verloren."
Frankfort 23 april. Den 21 dezer keurde de Pruissische
eerste kamer dat gedeelte des voorstels van den heer Rodber-
tus goed waarbij verklaard wordt dat die kamer de rijks
constitutie tot welke na herhaalde lezing besloten isvoor
geldig houdten overtuigd is dat eene verandering daarvan
alleen op zoodanige wijze geoorloofd is als door de consti
tutie zelve is voorgeschreven. De andere gedeelten des voor
stels zijn echter verworpen.
Door den Pruissischen president-minister is eene verklaring
afgelegduit welke men opmaakt dat de koning de hem door
de rijks-vergadering aangeboden kroon stellig van de hand wil
wijzen.
Volgens sommiger meening bestaat tusschen het Pruissische
hof en de vier overige koninklijke regeringen in Duitsch-
land eene geheime verstandhouding ten opzigte van het Duitsche
vraagstuk en is niet eene daarvan geneigd hare souvereiniteit
aan de Duitsche eenheid ten offer te brengen. Veeleer zou
den zij, altijd volgens die gissingen, willens zijn een nieu
wen statenbond te vormen die alleen uit hare vijf staten be
staan zouterwijl de kleinere staten onderling verdeeld en
ingelijfd zouden worden.
Naar men verneemt, heeft de heer Camphausen, op het
ontvangen der nieuwe instructien van de Pruissische regering,
zijne betrekking als gezant van Pruissen bij het rijks-bestuur
nedergelegd.
Keulen 24 april. Reizigers die Stuttgardt eergisteren
morgen verlieten, verzekerden bij hunne aankomst te Frank
fort dat de koning van Wurtembergop de dringende ei-
schen des volks en der stenden een inwilligend besluit ge
nomen en zich tot het erkennen der Duitsche rijks-constitu
tie bereid verklaard had. Ook zelfs in de vraag wegens het
rijks-opperhoofd had hij toegestemd onder voorwaarde dat
de koning van Pruissen de keizerskroon wilde aannemen. Op
last des ministers van oorlog was tegenbevel gezonden aan
de Wurtembergsche troepen, die, volgens geheime last van