MIDDELBUttGSCHE C 0 U B A IV T. N°. 44. Donderdag 1849. 12 April. GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND enz. ISuutcnliuibsciic Ci;bht0cw. ISuitctilanbddtc 3ri|biii0c^ i HERIJK DER 'mJTÈW EK GEJFIGTEJW 'Vervolg en dot. Zie ons vorig No. Art. G. De Burgemeesters der Steden en Gemeenten worden uit- genoodigd om aan den Arrondisseraents-IJker vóór den aanvang van den Herijk of bij deszelfs komst in de Gemeente eene naamlijst te doen geworden van de Inwoners hunner Gemeente welke, uit hoofde van hunne betrekking of hun bedrijf, verpligt zijn gebruik te ma ken van Maten of Gcwigten. Tot het opmaken dezer lijsten zal het Register der Patenfpligtigen worden geraadpleegd en voorts op dezelve ook gebragt worden de Ambtenaren en publieke Administratien welke in hunne Ambts betrekkingen van Maten' of Gewigten, tot het constateren van lcve- ranlien of werken gebruik moeten maken wordende met betrekking tot de zamenstelling der bedoelde opgaven eene bijzondere naauw- keurigheid aanbevolen opdat daarin uitsluitend alle erkende IJk- pligtigen en geene andere dan de zoodanigen worden opgenomen. Arb 7. De Arrondissements-IJkers zullen betrekkelijk de door hen in iedere Gemeente in welke zij hebben gevaceerd gedane verificatie en herijk een relaas opmaken en daarbij opgeven de amb tenaren publieke administratie!! en particulieren welke in de vo rengenoemde lijsten begrepen zijnde, hun niet zijn gebleken aan der- zelver verpligting betrekkelijk den herijk te hebben voldaan. Afschriften dezer relazen zullen door de Arrondissements-IJkers na den afloop van den termijn, gedurende welken de Herijk is open gesteld aan ons wordeO gezonden. Art. 8. De Arrondissements-IJkers zullen ten minste tweemaal in het jaar op onbepaalde tijden en voorts zoo dikwijls zij zulks noodig achten, vergezeld v n den Commissaris van Policie, of hi] ontsten tenis van zoodanig Ambtenaar, van een Lid van liet Plaatselijk be stuur, in al de Gemeenten van hun District visttatien doen inde opene Werkplaatsen, Magazijnen en Winkelsop de Markten Vleeseh- hallen publieke Wagen en op de Molens, en zich daarbij verzeke ren, dat in dezelve geene dan de nieuwe Maten en Gewigten oanwezic zijn en dat die behoorlijk zijn herijkt. Zij zuilen de oude7 afgeschafte Maten en Gewigten alsmede die welke niet zijn herijktin beslag nemen en met het deswege op te maken Proces-Verhaal aan den Oliicier bij de Arrondissements-Regtbank van hun ressort inzenden; van hun verrigte ten deze en van liet resultaat hunner bevinding in elke Gemeente zulleu zij bij de aan ons in te dienen rapporten omstandige opgaven doen. Art. 9- Iliea onverminderd zullen de Burgemeesters der Gemeente ten I'lattelande n nar aanleiding van Art. 62 en 87 van liet Regle ment op het bestuur ten Plattenlande ten minste viermalen in het jaar gelijke visitatie doen en zorgen dat afschriften van de daarvan opgemaakte Processen-Verbaalovereenkomstig laatstgemeld artikel aan den Staatsraad Gouverneur worden ingezonden. En worden Bur gemeesters en Wethouders der Steden uitgenoodigd om de vereischte orders te stellen dat gelijke opneming door den Commissaris van Policie of het Lid van het Bestuurhetwelk met de l'olicie is be last worde gedaan. Art. 10. Het wordt aan alle op publiek gezag aangestelde of be- eedigde Landmeters Wegers en Meters verboden eenige Certifica ten 'Weeg- of Meetbrieven af te geven waarin de Maat of het Ge- wigt anders dan in de nieuwe alleen wettige benamingen is uitge- diukt, en zullen door hen geene andere dan de wettig erkende Maten en Gewigten mogen worden gebezigd. Art. 11. Insgelijks wordt aan de Plaatselijke Besturen Godshui zen of Armbesturen en aan alle Ambtenaren en publieke Adrainistra- tïen verboden eenige neten plans bestekken of beramingen te doen opmaken aan Ie nemen of daarop regard te slaan in welke de hoeveelheden en afmetingen niet inde nieuwe maten of gewigten zijn opgegeven. Art. 12. Aan alle Ambtenaren publieke Administratien en Inge zetenen binnen deze Provincie wordt bij deze hunne verpligting herinnerd om de door hen gebezigd wordende Maten eö Gewigten binnen den in Alt. 1 bejaaalden termijn, te doen herijken, bij ge mis van welke formaliteit, de door hen gebezigd wordende of in hunne opene werkplaatsen magazijnen of winkels bevonden wordende Maten en Gewigten in beslag kunnen worden genomen, en degenen, die bevonden worden dezelve te hebben gébruikt, of in hunne opene werkplaatsen, magazijnen of winkels voorhanden te hebben, volgens de bepalingen vin het Koninklijk besluit van den 30 Maart 1827, (Staatsblad no. 13), zullen worden verwezen in eene boete van 10 tot 100. Aan hen worden tevens herinnerd de bepalingen van Art. 14 van liet Koninklijk Besluit van den 18 December 1819, Staatsblad no. 57) volgens welke alles, wat met de Maten voor drooge waren in dat besluit opgegeven wordt gemeten met den Strijkel behoorlijk moet worden afgestreken, en dus allen, die van zoodanige maten gebruik maken, ook van Strijkels voor dezelve belmoren te zijn voor zien, van welke, die voor de halve en voor de kwart Mudde ook moeten worden geijkt en geverifieerd: wordende de Plaatselijke Be sturen alsmede de Arrondissements-IJkers aangemaand om voor de nakoming dezer verordeningen le waken, en daarop bij hunne visi- tatien voor zoo veel een ieder aangaat te letten; terwijl van de be vinding ten deze in de bij Art. 7 en 9 bedoelde Processen-Verbaal of Relazen speciale melding zal moeten worden gemaakt. Art. 13. Alle Ambtenaren en publieke Administratien worden uit genoodigd aan de nakoming van het legenwooidig Besluit de hand le houden en worden de Plaatselijke Besturen aangeschreven om de Arrondissements-IJkers in de uitoefening hunner fimctien zoo veel mogelijk behulpzaam te zijn, en speciaal op hunne aanvrage dadelijk den Commissaris van Policie of daar waar zoodanig Ambtenaar niet aanwezig is of verhinderd wordt de vereischte assistentie te ver- leenen een Lid van het Plaatselijk Bestuur te delegeren, om hen hij de door hen voorgeuoinene visitatien van winkels en werkplaat sen te vergezellen. Art. 14. Hit Besluit zal, door insertie in het Provinciaal B/ad gebragt worden ter kennis van de Districts Commissarissen Burge meesters en Wethouders der steden en Burgemeesters en Wethou ders of Assessoren der steden en gemeenten ten platten lande in deze Pro vincie; mitsgaders van de Ar rónd issements-Ijkersen van den Bevelheb ber van het Luitenantschap der Maréchaussee te Sas van Gent ook voor dc ondcrhetzelve ressorterende Brigade-bevelhebbers tot informatie en narigl en wijders, door de zorg der Plaatselijke Besturen worden afge kondigd en aangeplakt in al de Steden en Gemeenten van deze Provin cie, ten welken einde een genoegzaam aantal inplano gedrukte exem plaren van hetzelve aan voornoemde Besturen zal worden toegezon den zullende wijders exemplaren van dit Besluit worden uitgereikt aan het Provinciaal Geregtshof, den Procureur-Generaal bij hetzel ve en door diens lusschenkomstaan de Ambtenaren van het Open baar Mi nisterie bij het provinciaal Geregtshofen bij de Arrondisse- ments-Regtbanken gelijk mede aan de Kanton-Regters in deze Provincie. Middelburg, den 30 Maart 1849. Gedeputeerde stalen voornoemd VAN VREHENBURCH. Ter ordonnantie van dezelve S L E G T. FEEM ARKT op bet Dorp KIEÏI7FLJND Woensdag den 18 April 1849, des voortniddsgs 9 ure. MIDDELBURG, den 11 April. Men verzekert, dat de inhuldiging van Z. M. den Koning den 8 mei te Amsterdam zal plaats hebben. Dit berigt liep in 's Gravenhage het dagblad de Nederlander meent van goederband te weten dat daaromtrent nog niets met zeker heid bekend is, ja dat dit welligt tot junij kon worden uit gesteld. Volgens het blad de Toekomstzouden Zr. Ms. ministers hebben besloten zich ais zoodanig niet in te laten met de oprigting van het standbeeld voor Koning Willem LIdaar zulks eigenaardig geheel aan de Natie behoort, die daartoe bijdragen wil inzamelen. Men schrijft uit s Gravenhage den 9 dezer: In de residentie is aangekomen de commissie, welke uit Luxemburg naar Z. M. den Koning afgevaardigd is, om in hare handen den eed re ontvangen, welke Z. Al. Koning Willem Mop de staatsregeling van het groothertogdom Luxem burg moet afleggen. Deze commissie bestaat uit de lieeren Würtz de la Fontaine de Marie Weehl en Eberhard. Heden morgen ten half eif ure is de commissie uit hot groothertogdom Luxemburg bij Z. M. den Koning ten gehoore ontvangen. Nog is aldaar aangekomen de heer iVillmargouver neur van het groothertogdom Luxemburg. Niettegenstaande den eersten paaschdag is er gisteren avond raad van ministers en heden ten één ure een kabi netsraad gehouden." II. M. de Koningin heeft aan den kunstschilder, den heer Paul Tétar van Elven onzen verdienstelijken stadgenoot, uit belangstelling voor zijn talent, een prachtig gouden zak- horlogie met smaakvolle ketting ten geschenke doen over handigen. Men verneemt, dat in de residentie door eenige burgers eene eerewacht wordt opgerigtbij gelegenheid van 's Ko- nings plegtige intrede in hoogstdeszelfs residentie, na de in huldiging, en dat bereids Zr. Ms. toestemming daartoe is gevraagd. Onze verdienstelijke landgenoot, de heer van der Een, beroemd beeldhouwer, bevindt zich op dit oogenblik in de residentie. Men verzekert dat hij zich bezig houdt met het vervaardigen van een juist afbeeldsel van Z. M. Koning Willem III, ten behoeve van 's Rijks munt te Utrecht, en wel, zoomen zegt, voor de Nederlandsche muntdie voort aan geslagen zal worden, alsmede voor den gedenkpenning en de strooipenniugen die, bij gelegenheid van de aanstaan de plegtige inhuldiging des nieuwen Konings in de- hoofdstad des Rijks zullen worden geslagen en verspreid. Behalve den reeds vernielden penning op het overlijden van Koning Willem IIis ook door den heer ,7. I'. Schou- bnrgeersten stempelsnijder aan 's Rijks munt te Utrecht, een andere zoodanige gedenkpenning vervaardigd. II. M. de Koningin-moeder is voornemensvan tijd tot tijd den grafkelder te Delft te bezoeken en hare aan dacht te wijden aan de laatste overblijfselen van haren dier baren gemaal en van haren waarden tweeden zoon. Zij heeft tot dat einde eenen nieuwen trip voor den grafkelder doen vervaardigen die met een rouwkleed is overspreid. Zij heeft echter tevens verlangd dat de oude trap die als het ware een deel van den grafkelder uitmaakt, en waaraan alzoo me de treurige herinneringen verbonden zijn zal worden be houden." Men leest in de Rotterdamsche courant-. Wij vernemen dat onze verdienstelijke stadgenootde heer mr. W. C. Meesthans secretaris der kamer van koop handel en fabrieken alhier enz., benoemd is tot secretaris der Nederlandsche bank gevestigd te Amsterdam." Men schrijft uit Erp (Noordbraband) „Op eene brutale wijze is alhier den 25 maart 11., des na middags ten half vier ure, op den openbaren weg naar Ge- mert aangerand en voorts bestolen Lucia Reekmanshuisvrouw van Lambertus Dongti. De koninklijke maréchaussée heeft met den meest mogelijken spoed zich dadelijk in beweging gesteld, maar heeft den dader tot heden niet kunnen achter halen." En uit Waspik 5 april Naanwelijks is het een drietal weken geleden, dat zekere Hendrik de Kok alhier, op last der justitie werd aangehou den als verdacht van eene aan hem toebehoorende woning in brand gestoken te hebben, of de naburige gemeente Capelle wordt in onrust gebragtdoor het vinden van eenen zoogenaam- den brandbrief voor de deur der huizing van zekeren Johan- nes.van der Schoot aldaar, inden vroegen morgen van den 27 maart 11. De meest mogelijke waakzaamheid legde dadelijk de wacht meester der koninklijke maréchaussée brigade Waalwijk aan den dag; ook de heer kanton-regter mr. Gerris bevond zich een en andermaal hier en te Capelle en kreeg eindelijk door vergelijking van schriften den schrijver op het spoor terwijl hij op dat oogenblik vernam dat ook de heer offi cier van justitie uit 's Hertogenbosch gisteren eene huis zoeking heeft bewerkstelligd bij zekeren Adriartus van Schaf ten alhier 11a afloop waarvan op last van genoemden ambte naar van justitie, Adriaans van Schaften en diens huisvrouw Dimphna Kamp, zijn gesteld in hechtenis, als verdacht van bovenbedoelden brandbrief geschreven en daarna gelegd te hebben." jt ,,'~J Turkije. Volgens de jongste berigten Btj/Konstanti- nopelzouden de geschillen tusschen Rusland eiiitde fwtg,, wegens de Douau-vors:endommenin der minne zijn bijgelegd. Engeland. Londen 4 april. I11 het hoogerhuis kwamen zoowel eergisteren als gisteren de Italïaansche aangelegenhe den ter sprake. Lord Brougham vroeg, of de Engelsche regering den Poolschen generaal met dien niet uit re spreken naam QChrzanowski') aan den koning van Sardinië had aanbe volen en lord Aberdcen beweerde, dar de regering zich in hare bemiddeling tusschen Sardinië en Oostenrijkten nadeele van eerstgenoemd land, zeer partijdig had betoond. De mar- quis van Lansdowne ontkende dit laatste en antwoordde lord Broughamdat de regering den bedoelden generaal niet aan den koning van Sardinië had aanbevolen. De graaf van El- lenborough hoopte dat de regering geene inkrimping vau het Piemontescbe grondgebied zou gedoogen en lord Brougham raadde eindelijk nog aati de bemiddeling tusschen Oostenrijk en Sardinië aan Frankrijk over te laten. Het huis heeft gis teren hare zittingen tot den 19 dezer verdaagd. Londen 7 april. De openbare inkomsten des rijks hebben gedurende het den 5 dezer geëindigd kwartaal 10,787,286 p. st. bedragen, zijnde ^64,093 p. st. minder dan gedu rende dat zelfde kwartaal des vorigen jaars. Over het ge- heele jaar is eene vermeerdering van 867,289 p. st. Uit Boulogne wordt de aankomst van twee groote Engelsche stoomlaooten berigtdie een aantal onzer lands lieden derwaarts hebben overgebragt, welke een bezoek aan Frankrijk geven. Lord Brougham was de eerste die aan land stapte. Uit erkentelijkheid voor de gastvrije wijze, op wel ke ten vorigen jare de Fransche nationale garden in Enge land ontvangen werden, had de minister van binnenlandsche zaken der republiek last gegeven de vreemde bezoekers met alle eerbe wij zing te ontvangen. De nationale garde was dan ook in de wapenen gekomen, hare muzijk speelde het: God save the Queen en daarna de Marseillaiseaan ieder der van boord komenden werd door net gekleede matrozen een bloemruiker aangebodenen na de ontscheping riepen de nationale garden en het volk: Lang leve koningin Kictoria hetwelk door de Engelschen met den kreet: lang leve de Fran sche Natie! beantwoord werd. De onderprefect en rnaire hielden zeer welsprekende redenen die door den heer Lloyd, in naam zijner iandgenootenin de Fransche taal werden beantwoord. De bezoekers werden vervolgens door een eere- boog naar eene met de vlaggen der beide natiën versierde zaal geleid waar hun champagne als eerewijn werd aan geboden met welken men op de broederlijke unie tusschen Engeland en Frankrijk dronk. De autoriteiten en inwoners van Boulogne zijn voornemens, bij de terugkeering der En gelsche bezoekers van hunnen togt naar Parijs, op den 13 dezer, hun een feestmaal en bal te geven tot bijwoning waar van al de te Boulogne wonende Engelschen genoodigd zul len worden. Lord Minto (die in het verloopen jaar met eene langdurige zending in Italië belast is geweest) is weder naar het vasteland vertrokken. Vau den ministerielen kant wordt voorspelddat de eerstvolgende tijdingen uit Oost-Indie belangrijk zullen zijn; namelijk dat daarin gehandeld zal worden over de geheele inlijving van het voormalige Rijk van Lahore in de Britsche bezittingen. De beurs was heden op nieuw zeer flaauw voorna melijk wegens den toestand der Duitsche zaken. Duitschland. Weenen 3 april. De verkiezingen van leden voor het parlement van Frankfort, welke nog zouden moeten plaats hebben zijn afgezegd de derwaarts vertrokken afgevaardigden zullen teruggeroepen worden doch zonder dat Oostenrijk daardoor wil gerekend worden zijne betrekking tot Duitschland te hebben opgegeven. De berigten uit Zevenbergen zijn zeer ongunstigen behelzen het tegendeel van hetgeen men naar luid van te voren bekend gemaakte officiële opgaven, regt had te ver wachten. In stede dat de generaal Bem is verslagen en naar Wallachije geweken, is het de keizerlijke generaal Puchner die het opperbevel heeft nedergelegd en derwaarts is gevlugt. I11 plaats dat er eene aanzienlijke versterking van Russen al daar is binnengeruktzijn ook deze troepen naar Wallachije teruggetrokken, is de belangrijke bergpas van den roodentoreu in handen der opstandelingen en verwacht men het berigt dat ook Kroonstadt door hen zal zijn bezet en even als Her- manstadt, gebrandschat. Den 2 dezer heeft men een begin gemaakt met het be schieten van de oude vesting Komorn met gloeijende ko gels uit eene batterij van 24ponders. De door verschillende dagbladen medegedeelde geruchten als zouden de Russen op het punt zijn Galicie binnen te rukken worden bepaald tegengesproken. Bijzondere brieven te Triest ontvangen melden dat de Oostenrijksche troepen reeds te Alessandria zijn binnengerukt. Berlijn 6 april. Blijkens hetgeen in de laatste dagen zoo hier als elders voorgevallen isschijnt het einde van de Duitsche opperhoofds-questie en zoodoende de verwezenlij king van den door velen gekoesterde» wensch naar een ver- eenigd Duitsch keizerrijk nog verre verwijderd zoodat zich weder donkere wolken over Duitschland zamen pakken. De deputatie uit den rijksdag is gisteren vertrokken zeer teleurgesteld over den uitslag harer zending. Als vertegen woordiger van den ryksdagdie zij als de opperste magt

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1849 | | pagina 1