MIDDELBUMSCHË
C 0' IJ R A N T.
N°. 43.
Dinssdag
1849.
10 April.
Ti ,-r-c]
.ve—5
ücstuvcu cn !3lbmi«i0tcaticu.
HERIJK HER MATEN EN GEJFIGTEN.
STAATS-7, O TE RIJ.
Achtervolgens artikel 3 van Zr. Ms. besluit van den 6
Januarij 1831, no. 68 Staatsblad no. 2.) heeft Zijne Ex
cellentie de Minister van Financien bij resolutie van den
zesden dezer maand bepaald de prijzen, het opgeld daar
onder begrepenwaarvoor de CollecteursSplitters en
Debitanten der Koninklijke Nederlandsche Loterijde Loten
en gedeelten van dien voor de derede week der trekking
van de laatste Klasse der 207de Loterij zullen mogen uit
geven te weten
4. '5
Geheele Loten .ƒ45»
VEEMARKT op het Dorp KRUIN IN GEN
Woensdag den 18 April 1849; aanvang des morgens 6 ure.
maatschappij tot NUT TAN 'T algemeen.
VERGADERING op Woensdag den 11 April 1849,
des avonds ten zes ure. Verkiezing van een Lid voor
het Bestuur Voorlezing en Bijdrage-
Namens Bestuurders,
P. de MAIIETTAK, Secretaris.
!5uuK»i<utb0dic Sijbiagcw.
iSuitcuIaubsdte 3iïjbiugcïi.
GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND
In aanmerking nemende, dat, naar aanleiding van de Koninklijke
Besluiten Tan den 28 September 1819, Staatsblad, no. 49) en Tan
den 30 Maart 1827, Staatsblad no. 13) jaarlijks een Herijk Tan al
de Nederlandsohe Maten en Gewigten, welke in omloop zijn gebragt
en in den handel gebruikt worden behoort plaats te hebben
Gelet op het Reglement op den Herijk in deze ProrincieTan den
15 Februarij 1822;
Gezien de Missive Tan Zijne Excellentie den Minister Tan Bmnen-
landsche Zaken Tan den 9 NoTember 1848 no. 107 2de afdeeling;
Besluiten
Artikel 1. De Herijk OTer het jaar 1849 Tan de Nederlandsche ma
ten en gewigten welker gebruik in het Torige jaar verpligtend is
geweest, en mitsdien Tan alle gewigten, lengte-maten inhouds
maten Toor drooge waren Tocht-maten TOOr den handel in het klein
en in het grootmitsgaders Tan de wissezal in deze Provincie
worden aangevangen met den 4 Mei aanstaande en gesloten op den
d Augustus daaraanvolgende.
Art. 2. De letter e (Gothische vorm) zal, overeenkomstig boven
gemelde aanschrijving, voor ijkletter gedurende dit jaar gebezigd
worden en op al de geijkt of herijkt wordende maten en gewigten
benevens het bijzondere merk van den Arrondissements-IJker wor
den afgedrukt of ingebrand.
Art. 3. De Arroodissements-IJkers zullen, overeenkomstig art. o
van Toorschreven Reglement, behalve in de plaats hunner woning,
nog tot den Herijk Taceren in die gemeenten van derzelTer arrondis
sementals door ons bij Resolutien Tan den 10 April 1840 no. 4b
van den 26 Maart en 2 April 1841 no. 24 Provinciaal Blad no.
34) van den 30 Junij 1843, no. 11 en van den 17 April 1846
no. 27, {Provinciaal Blad no. 48) zijn aangewezen, en op de da
gen, gedurende welke zij niet in de gemeenten buiten hunne woon
plaats vaceren ten minste gedurende vier uren daags hunne kanto
ren geopend houden om aan de Ingezetenen gelegenheid te geven
tot de verificitie hunner maten en gewigten.
Art. 4. Zij zullen van de uren waarop hunne kantoren zullen
geopend zijnmitsgaders Tan de dagen op welke zij uit hoofde der
vereischte vacatiën in andere gemeenten niet tot den herijk der
maten en gewigten ten hunnen kantore zullen vaceren aan Burge
meester en Wethouders hunner woonplaats kennis geven welke
daarTan door Publicatie en door insertie in de Stedelijke of in de
binnen-derzelver Stad meest gelezen wordende Courant, aan de be
langhebbenden zullen doen kennis dragen.
Art. 5. De Arrondissemenls-ijkers zullen Burgemeester en Wet
houders of Assessoren der gemeente in welke zij in overeenstem
ming met het bepaalde in art. 3, tot den herijk zullen vaceren
van "hunne op handen zijnde komst ten minste acht dagen te voren
informeren, en zullen deze gehouden zijn, den Burgemeesters en
Assessoren der andere gemeenten voor welke gelijktijdig wordt ge
vaceerd daarvan kennis te geven, ten einde de ambtenaren, publie
ke administratien kooplieden winkeliers en andere belanghebben
den door hen worden verwittigd van de plaats en van den tijd waar
op tot den herijk zal worden gevaceerd en van hunne verpligting
om de bij hen 'in gebruik zijnde maten eu gewigten mitsgaders de
strijkels der halve en kwart mudden te doen herijken zullende de
Plaatselijke Besturenbehalve de ten deze vereischte openbare be
kendmaking tevens zoo veel mogelijk den belanghebbenden In
gezetenen hunner gemeente welke zij weten dat van matén en ge
wigten gebruik maken, ten hunnen huize eene waarschuwing of ken
nisgeving laten doen.
Het slot in ons volgend No.)
bij verkoop
Geheele Loten f 83
Halve - 41 5°
Vijfde - 16 60
Tiende - 8 30
Twintigste
BIJ VERHURING
Halve- - 22 50
Vijfde - 9»
Tiende - 4,5°
Twintigste
1 25
Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd dat bij
voornoemd artikel van Zr. Ms. besluituitdrukkelijk is
vastgesteld, dat de Collecteurs, Splitters. en Debitanten ge
houden zijn, om zich naar die prijsbepaling te regelen, en
dezelve gedurig ter inzage voor het Publiek beschikbaar te
hebben.
Middelburg, den 7 April 1849.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Bij delegatie van denzelven
De Burgemeester der Stad Middelburg
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
BETALING van PENSIOENEN over het iste Kwar
taal 1849, ten Kantore van den Arrondissemenls-Betaalmees-
ter te Middelburg.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad VLIS-
jSINGEN zullen, op Dingsdag den 17 April aanstaande, des
liamiddags om een ure precies, ten Raadhuize dier Stad,
mubliek trachten te Verpachten bij inschrijving en opbod
Pl' JAGT onder de Ambachtsheerlijkheden Koudekerke Be-
-ke en Krommenhoeks mitsgaders Zoutelande en TVeeren-
ke en zulks voor den tijd van twee of vijf jaren of
"tsaizoenen ter keuze van het Stedelijk Bestuur en wij-
's op de voorwaarden ter Stedelijke Griffie ter lezing lig-
'e.
'lissingen den 6 April 1849.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. W. CALLENFELS Vt.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare,
S. van der SWALME.
N E BE RL. HANBEL-MAATSCnAPPIJ.
De DIRECTIE maakt bekend, dat door haar zullen wor
den geveild
Te ROTTERDAMop Donderdag den 10 Mei 1849.
169,67 Kranj. en Kan. Java SUIKER, liggende aldaar.
463,37 '•)'co DITO, ligg. te Amsterdam.
30,20 Dito DITO, Dordrecht.
50,97 Dito DITO, Middelburg.
De Notitien met de Veil-conditien zullen in tijds worden
uitgegeven.
Amsterdam, den 5 April 1849.
VAN DER OUDERMEULEN, President.
GOUDSWAARD, Direct, fung. Secretaris.
MIDDELBURG, den 9 April.
De regterlijke magt heeft alhier weder een verlies geleden
door het overlijden, op 11. donderdag, van den heer tnr. P.
Herklotsraadsheer in het geregtshof dezer provincie, rid
der der orde van den Nederlandschen leeuw; een man die
deze en onderscheidene andere betrekkingen met bekwaamheid
eer en regtschapenfieid heeft vervuld en wiens gemis zeer
wordt betreurd.
Z. M. heeft benoemd tot grootkruis der orde van den Ne
derlandschen Leeuw, den luitenant-generaal O. ,7. //.graaf
van Limburg Stiruni opper-bevelhebber der vesting Maas
tricht en der troepen in het Limburgscbe, buitengewoon ad
judant van wijlen Z. M. Koning HA Hem II.
Bij besluit van 31 maart jl. heeft Z. M. tot ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd den heer nir.
.7. AMutsaers minister voor de zaken der lloomsch-Ka-
thoüjke Eeredienst.
Bij besluit van dienzelfden dag heefr Z. M. aan den baron
E. Sirtema van Grovenstinshoogstdeszelfs gezant bij de
hoven van Spanje en Portugalvergunning verleetd tot het
aannemen en dragen der versies-den van ridder der orde van
den Rooden Adelaar 2de klasse, hem door Z. M. den koning
van Pruissen geschonken.
In onderscheidene steden van ons Vaderland worden
commissien gevormd voor de medewerking tot het oprigten
van eeii standbeeld voor wijlen Koning iVillem II.
De gezanten die het overlijden des Konings naar de on
derscheidene regeringen moeten overbrengen, zijn. successi-
velijk uit de residentie naar hunne bestemmingen vertrokken.
Betrekkelijk den vervoer van reizigers over den Hol-
landschen ijzeren spoorweg op den 4 dezer verneemt men
de volgende bijzonderheden: van 's Hage naar Delft zijn om
streeks 30 treinen vertrokken. Het getal personen, dat van
's Hage naar Delft is vervoerd heeft ruim 43°° beloopen.
Van Delft zijn naar de verschillende plaa'sen vervoerd om
streeks 9000 personen. Van Rotterdam naar Delftonge
veer 4000 personen. In het geheel zijn over de spoorlitiie
van Amsterdam naar Rotterdam dien dag vervoerd omstreeks
20,000 personen. Ten 10L ure 's avonds is de laatste trein
van hier naar Amsterdam vertrokken; alle reizigers die zich
derwaarts begaven zijn toen medegevoerd. Rekent men nu
bij deze opgave het groot getal personen dat zich met andere
gelegenheden naar Delft heeft begeven dan kan men zich
een denkbeeld vormen van de ontelbare menigte die zich
aldaar had vereenigd.
Men schrijft uit s Gravenhage van den 7 dezer:
Heden namiddag ten 2 ure heeft ds. Ruitenschildin
de Kloosterkerk, eene lijkrede uitgesproken ter nagedachte
nis van wijlen Z. M. Koning IVillem II. De voor zang be
stond in Psalm 103, vs. 8,9. De leeraar, die de ge
meente toesprak, herinnerde, dat de ontslapen Konin'g regt
en aanspraak op hare gedachtenis had, en zij met de Vor
sten die behoeft. Nu volgde een vurig gebed waarin des
Hoogstens zegen tverd afgesmeekt. De tekst was I T'iessalo-
nicensen IV vs. 18: Zoo dan vertroost elkander met deze
woorden. Ten einde waardig en nuttig des Vorsten uitvaart
te vieren werd en zijn aandenken en de troost van het
Evangelie in herinnering gebragt, vooral bij de grootheid in
menig opzigt, en bij de beminnelijkheid van dien door
Neeriands volk geëerden, werd stilgestaan. De opmerking
der Evangelie-vertroostingen, naar gewigt, zekerheid en
vruchtbare aanwending, werd hierna dienstbaar gemaakt aan
de opwekking van waardige en hooge gevoelens."
H. M. de Koningin heeft aan mejufvr. Bronovo te Helle-
voetsluis een kostbaar geschenk toegezonden als een bewijs
van hooge tevredenheid over hoogstderzelver ontvangst aldaar.
Van Rotterdam den 6 dezer meldt men
Heden avond arriveerden te gelijk voor deze stad twee
stoombooten, welke van Dordt af in concurrentie hadden
gevaren; bij het zwaaijen voor de stad werd de Zeeuwsche
stoomboot de Stad Zierikzee door hare mededingster aange
varen en verloor daarbij haar geheele galjoen. Natuurlijk
heerschte er een groote schrik onder de passagiers, allen
kwamen echter daarmede vrij."
Met genoegen verneemt men, dat de lezing voor eeni-
gen tijd te Amsterdam en dezer dagen te Utrecht uitgespro
ken door mr. .7. van Lennephandelende over de verzoe
ning van Tromp en de Ruiterin het eerstvolgend nummer
van het tijdschrift Nederland zal voorkomen onder den ti
tel De twee Admiralenzoo zullen zij, die het nier moge
gebeuren deze heerlijke lezing te hoorenin de gelegenheid
worden gesteld er kennis mede te maken.
Mfiaitsclilaml. IVeenen 30 maart. Men verneemt
treurige bijzonderheden van de barbaarschheid met welke
de oorlog in Hongarije zoowel als in Zevenbergen wordt
gevoerd. De Serben hebben 22 Israëlieten opgehangen, al
leen omdat zij verdacht waren van de keizerlijken te begun
stigen. De Russen hebben, behalve de 5 Poolsche hoofd
officieren, die met name worden genoemd, nog 75 Poolsche
officieren en onder-officieren laten ter dood brengen. Bij
voortduring wordt gemelddat de Russen eene aanzienlijke
versterking in Zevenbergen hebben bekomen.
Volgens berigten uit Verona en Milaan, is in de gewelven
van het koninklijk paleis te Novara eene belangrijke som gelds
in gouden en zilveren specien gevonden. Dit geld behoorde
aan de uit Milaan gevlugte Lombardijsche consulta waar
mede deze tot dusverre den oorlog tegen Oostenrijk voort,
zette en hare vrijkorpsen betaalde.
De IViener Zeit. deelt een uitvoerig verslag van de
krijgsoperatien tegen Komorn mede, waaruit blijkt, dat de
verovering der vesting aldra mag te geinoet gezien worden.
Berlijn den 3 april. De door de Duitsche nationale ver
gadering herwaarts gezondene deputatie is gisteren alhier
aangekomen, en heden ten 12 ure bij Z. M. den Koning
toegelaten. Nadat de voorzitter van genoemde vergadering,
de lieer Simsonin eene korte rede, het doel der zending
van de commissie aan den koning had ontvouwd antwoordde
Z.M. daarop liet volgende
Mijne iieeren
De boodschap tot overbrenging waarvan gij tot mij
gekomen zijn, heeft mij diep getroffen. Zij heeft mijn bli
tot den Koning der koningen gewend evenzeer als op de
heilige en onschendbare pligtenwelke mij als koning vau
mijn volk en als een der magtigste Duitsche vorsten zijn op-
opgelegd. Zulk een blik, mijne heeren maakt het oog hel
der en het hart zeker.
In. het besluit der Duitsche nationale vergadering het
welk gij mij overbrengt, mijne heeren, herken ik de stem
der vertegenwoordigers van het Duitsche volk. Dit beroep
geeft mij een regtwelks waarde ik "weet te schatten. Het
voïdertwanneer ik het volge, van mij tallooze offers. Het
legt mij de zwaarste pligten op.
De Duitsche nationale vergadering heeftdaar waar
het geldt Duitschlands eenheid en kracht te grondvesten
vóór allen op mij gerekend. Ik vereer haar vertrouwen en
betuigt gij baar daarvoor mijnen dank. Ik. ben bereid met
der daad te bewijzen dat die mannen zich niet bedrogen
hebben welke hun vertrouwen op mijne bereidvaardigheid,
op mijne getrouwheid op mijne liefde voor het gemeen
schappelijke Dui tsche vaderland bouwen.
Maar, mijne heeren! Ik zou uw vertrouwen niet regt-
vaardigen, ik zou de meening van het Duitsche volk niet
beantwoorden ik zou de eenheid van Duitschland niet be
vorderen zoo ik, met miskenning van heilige regten en tegen
mijne vroegere uitdrukkelijke en plegtige verzekeringen, zon
der de vrije medeweruing der gekroonde hoofden, der vors
ten en der vrije stéden van Duitschland een besluie nam
dat voor hen en voor de door hen bestuurde Duitsche stam
men de meest gewigtige gevolgen hebben moet.
Aan de regeringen der afzonderlijke Duitsche staten zal
het dus thans zijn in gemeenschappelijk overleg te onder
zoekenof de staatsregeling vopr ieder op zichzelven en
voor allen passende is, of de mij toegedachte regten mij in
staat zullen stellen, met sterke hand, gelijk zoodanige roe
ping van mij vorderthet lot van het groote Duitsche vader
land te leiden en de hoop zijner volken te vervullen.
Hiervan mag echter Duitschland zeker zijnen dit kunt
gij, mijne heeren, in al zijne gewesten verkondigen heeft het
't schild of zwaard van Pruissen tegen binnen- of buiten-
landsehe vijanden noodig zoo zal ik ook zonder geroepen
te worden niet ach'er blijven. Ik zal dan veilig den weg
van mijn huis en van mijn volk gaan, den weg der Duitsche
eer en trouw.
Z. M. onderhield zich vervolgens met de leden der com
missie die ten hove dineerden.
Berlijn 5 april. Uit de mededeeling der ministers blijkt
dat door Pruissen aan al de Duitsche regeringen eene cir
culaire is gezondeninhoudende De aanspraak van Z. M.
aan de rijksbezending behoeft geene uitlegging. Terwijl zij
aan de eene zijde van de bereidwilligheid van Z. M. doet
blijken, om zich aan het hoofd der Duitsche aangelegenhe
den te stellen, heeft Z. M. aan den anderen kant het begin
sel vastgehouden dat de hem opgedragene betrekking alleen
kan worden aanvaard langs den weg van gemeen overleg en
met de vrije goedkeuring der regeringen om eene volledige
wettigheid te erlangen. Om ook den schijn van beaekten
dwang te vermijden, is de keuze zelfs niet, gelijk van meer
dan ééne zijde werd verwacht, onder het voorbehoud eener
nader te erlangen toestemming aanvaard."
Bij het in acht nemen van eene dergelijke omzigtigheid
heeft de Pruissische regering zich intusschen geregtigd en
zelfs verpligt gerekend, een ernstig woord tot de Dui'sehe