MIDDELBURGSCHE 1 C
OU IA
IV T.
I
W. 37.
Dingsdag
A
27 Maart.
1849.
iscöluvcu cu &bmit«£ttratiew.
iSittuculaubdchc JTijbhigcu.
iSuitcnlAttbdche ®ijbiu0cti.
SCHIJFSCHIETEN.
BURGEMEESTER, en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
Ontvangen hebbende eene missive van den Heer Garnizoens-
Kommandant dezer Stad van den 17 dezer maand, houdende
kennisgeving dat van af den eersten April aanstaande en
voortdurend tot de maand October daaraanvolgende, weke
lijks viermalen, en wel des Dingsdags Donderdag sVrijdags
en Zaturdags van iedere weekvan des morgens ten 9 tot
des namiddags ten 3 ure, door de Infanterie-bezetting alhier,
tusscheh den Galgenpolder en het Fort Ram int ken s naar den
Schijf zal worden geschoten
Brengen het bovenstaande, ter voorkoming van ongeluk
ken, bij deze ter kennisse van een iegelijk.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 23 Maart
1849.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun-Ed. Achtbare,
M. F. LANTSHEER.
VEEMARKT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG brengen bij deze ter kennis der belanghebben
den, dat de Voorjaars Paarden- en Veemarkt, naar aanlei
ding van het besluit van Zijne Excellentie den Minister van
Bir.nenlandsche Zaken, van den 14 Maart jl 2de afdeeling
No. 109, bij wijziging van vroegere bepaling, voortaan zal
plaats hebben op den tweeden Donderdag der maand April en
alzoo dit jaar op den 12 dier maand.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburgden 26 Maart
1849.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun-Ed. Achtbare,
M. F. LANTSHEER
MIDDELBURG, den 26 Maart.
Gisteren is alhier overleden de wel-eerw. zeer geleerde heer
A. I. Snouck Hurgronjetheol. doet., ridder der orde van
den Nederlandschen Leeuw rustend leeraar bij de Neder-
duitsche Hervormde gemeente dezer stad voor welke hij
sedert 1805 een ijverig en zeer bemind herder was. De dood
van dezen braven en algemeen hooggeachten grijsaard stort
niet alleen zijne familie en vrienden in diepen rouw maar
ook alle inrigtingen voor godsdienst, wetenschap mensch-
lievendheid en voor alles wat goed en schoon isbetreuren
in hem zoo wel een warm voorstander als een krachtdadigen
ondersteuner, en de armen een onschatbaren weldoener.
Ds. J. F. Kuyper gaf gisteren in de voormiddag-gods
dienstoefening der Nederduitsche Hervormde gemeente kennis,
dat hij de beroeping tot predikant te Leyden heeft aangeno
men. Met leedwezen vernam men het besluit van zijn-eerw.
dien men, als een uitmuntend en geacht evangeliedienaar,
gaarne langer had willen behouden.
Uit Feere wordt ons gemeld dat de aldaar beroepen
predikant bij de Hervormde gemeente Ds. L. G. F. Creutz-
bergte Chaam dat beroep heeft aangenomen.
Op last van Z. M. den Koning zijn de ministers voor
de zaken der Hervormde en andere eerediensten en voor de
zaken der Roomsch-Katholieke eeredienst aangeschreven, de
godsdienstige gezindheden uit te noodigen, om zich op den
eersten zondag 11a het ontvangen der uitnoodiging, met ge
beden tot den Allerhoogste te wenden, om bij de aanvaarding
van 's Konings regering af te smeeken dat de Goddelijke
zegen de pogingen ondersteune welke Z. M. ernstig voor
heeft tot bevordering van het welzijn van het Nederlandsche
Volk aan te wenden.
Eene commissie van leden der Tweede Kamer van de Sta-
ten-Geueraal heeft den 23 dezer aan Z. M. den Koning over-
gebragt het navolgende door die Kamer vastgestelde adres
Sire
Door den raad van ministers is aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal de treurmare overgebragt van het onverwacht
overlijden van U. Ms. Koninklijken Vader, Willem II,
onzen hooggeschatten en geliefden Koning, wiens nagedach
tenis in de dankbare herinnering des Volks zal blijven leven.
Bij de innige droefheid die ons heeft getroffenbeseffen
wij levendig de grievende smartwaarmede de ziel vervuld
is van Uwe M., die niet alleen met ons de algemeene ramp
des Vaderlands, maar tevens eenen beminden Vader betreurt.
Als vertegenwoordigers eener Natie, die met onwankel
bare trouw is verbonden aan het Doorluchtige Stamhuis van
Oranje, gevoelen wij de behoefte Uwer M. de betuiging aan
te bieden, dat wij, met het geheele Nederlandsche Volk,
in de droefheid deelen van Uwe M. ,van Uwe zoo te regt
door allen geëerbiedigde en geliefde Moeder en van geheel
het Koninklijk geslacht.
Weldra zullen de Staten-Generaal UweM. plegrig als Ne
derlands Koning huldigen; maar reeds nu geven wij aan Uwe
M. de verzekering, dat de Tweede Kamer bereid is, om, in
gemeen overleg met UweM., mede te werken tot het wel
zijn van het trouwe Volk, waarover gij, Sire! voigens de
voorschriften der grondwet geroepen zijt te regeren.
Moge bij de algemeene deelneming der Natiede troost
der Godsdienst de smart van Uwe M. lenigen, en de God
delijke Voorzienigheid aan Uwe M. moed en kracht schen
ken om de gewigtige pligten die op den Koning rusten
te vervullen.
Door Z. M. den Koning is op dit adres het volgende ge
antwoord
MlJIfB IlEEREir 1
Ik ben diep getroffen door de deelneming welke de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal mij betoont, bij het grievend verlies waar
door aan mij mijne geliefde Moeder en aan miju Huis eene zoo
smartelijke wonde is toegebragt.
Die deelnemingde dankbare vereering der nagedachtenis van
mijnen onvergetelijken Vader, de uitdrukking van de trouw en ver
kleefdheid der Natie maken mij dit adres zeer welgevallig en ver
troostend en ik verzoek u, mijne lieeren mijne erkentelijkheid
deswege aan de Kamer te betuigen.
Het zal mijn streven zijn de voetstappen van mijn voorganger te
drukken wiens hart tot zijnen laatsten stond voor Nederland klopte
en hel verheugt mij de verzekering te ontvangen, dat de Tweede
Kamer in afwachting van mijne aanstaande plegtige inhuldiging
reeds nu bereid is met mij mede te werken tot het welzijn van het
trouwe Volk waaraan mijn leven voortaan zal zijn toegewijd en
welks geluk ik als één beschouw met het mijne.
Men leest in de Staats-courant van zaturdag
's Graven'aage den 24 maart.
Heden morgen ten half twaalf ure hebben de heeren gene
raals tn activiteit, in de residentie aanwezig, met de adju
danten van den Koning, en die van Z. K. H. den Prins
Veldmaarschalk, benevens de hoofd- en verdere officieren
van den staf, de hernieuwing van den eed van getrouwheid
in handen van Z. M. afgelegd.
Ten twaalf ure heeft de minister van oorlog den eed aan
alle verdere officieren in de residentie tegenwoordig voor
het front van de daartoe verzamelde troepen afgenomen het
geen voorafgegaan werd door de voorlezing der proclamatie
van den 21 dezer, en gevolgd door eene dagorder voor het
leger, door den Koning uitgevaardigd, van den navolgen
den inhoud
D AGOR DER.
Generaals officieren van alle rangen onder-officieren en soldaten
Door liet afsterveD van mijnen onvergetelijken Vader, hebt gij te
vens uwen opperbevelhebber en aanvoerder verloren die het leger
herhaaldelijk ter overwinning geleidde 1
Dat smartelijk verlies wordt door ons allen diep gevoeld.
I)e innige betrekking, waarin de Koning tot het leger stond de
liefde welke hij het toedroeg maken het mij tot eenen heiligen pligt
met dezelfde vaderlijke zorg de belangen daarvan te behartigen.
Ik gevoel daartoe te meer behoefte omdat ik mijne militaire loop
baan bij dat leger heb begonnen waarvan het welzijn steeds een
mijner vurigste wenschen heeft uitgemaakt.
De eed*, welken gij op nieuw hebt afgelegd strekt mij tot waar
borg dat gij de liefde en trouw waarmede gij aan uwen afgestorven
Veldmaarschalk en Koning waart gehechtop mij zult overbrengen
en dat gij, zoo als altijd, met eere en onderscheiding, uwe diensten
aan het dierbaar Vaderland zult toewijden.
's Gravenhage den 23 Maart 1849. WILLEM.
Stalen-denera al.
In de bijeenkomst van de Eerste Kamer isden 23het nieuw
benoemde lid, de heer van Lidth de Jeude nadat zijne ge
loofsbrieven waren onderzocht en in orde bevondenals
zoodanig toegelaten.
Daarna zijn de ministersmet uitzondering van den heer
van Heemstra (die ongesteld is) ter vergadering verschenen,
en heeft de minister van marine aan de Kamer mededeeling
gedaan van het smartvol verlies't welk het Vaderland, door
het overlijden van den beminden Koning Willem IIheeft
getroffen, en van het aanvaarden van het bewind door Koning
Willem III.
De vergadering heeft daarop beslotendat eene commissie
zoude worden benoemd tot het opstellen van een adres van
rouwbeklag. Zij heeft zich in de afdeelingen verdeeld in
elke van welke een lid voor die commissie zal worden ver
kozen, en zouden 24 op nieuw bijeenkomen.
In de zitting van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van
den 24 dezer heeft de voorzitter der vergadering kennis ge
geven dat door de afdeelingen verkozen zijn tot hare voor
zitters de heeren: Martens van Sevenhoven, Cost Jordens
van Beeck Follenhoven en Gevers van Endegeesttot hare
onder-voorzitters de heeren van Sasse van Tsselt, Corver
HooftBorski en van Weideren Rengerscn tot leden der
commissie voor het ontwerpen van een adres van rouwbe
klag aan Z. M. Koning Willem III, wegens het overlijden
van Z. M. Koning Willem II, de heeren van Nispen van
Pannerden Cost Jordensvan Beeck Follenhoven en Gevers
van Endegeest
Tot leden van de commissie voor de verzoekschriften zijn
door den voorzitter benoemd de heeren van Sasse van Ts
seltHofman, de Jonge van Ellemeetvan Swinderen en
Beerenbroek.
De voorzitter heeftvervolgens kennis gegeven, dat de
commissie voor het opstellen van evengenoemd adres haar
ontwerp in gereedheid gebragt heeft. Dit stuk is naar de
afdeelingen verzondenten einde aldaar onmiddellijk door
de leden onderzocht te wordenwaarop de vergadering tot
ten drie ure geschorst is.
Nadat de vergadering ten drie ure heropend washeeft
de voorzitter kennis gegevendat de commissie voor het
aan Z. M. Koning Willem III aan te bieden adres, 11a de
aanmerkingen der afdeelingen overwogen te hebben haar
ontwerp nader had vastgesteld. Op voorstel van den heer
Hofman is de Kamer terstond overgegaan tot de beraadsla
ging over dit stuk aldus luidende
Sire!
1. Met gemengde aandoeningen naderen wij voor de eer
ste maal den troon van Uwe Majesteit.
2. Het treffend verlies van den ontslapen Koning heeft ge
heel Nederland met innige smart vervuld. Wij beseffen ten
volle hoe diep dit leed is gedrongen in de harten der leden
van het Koninklijk Geslachtvan de bemiucïe Ktoning/n-
Weduwe en van Uwe Majesteit, die allen IiUdén,afgestorven
Vorst óf eenedel Hoofd, óf een geliefdeh ÈcHtgehóotóf
een waardigen Vader betreuren. Wij volbrengen dan ook
met ontroering den smartelijken pligt, om aan Uwe Majesteit
onze opregte deelneming aan de algemeene droefheid pleg-
tig te komen betuigen.
3. Uw onvergetelijke Vader, Sire! die nimmer schroom
de zijn bloed voor het Vaderland te plengen, arbeidde ook
onvermoeid aan het welzijn van den Staat. Door wijzigin
gen in de grondwet te bevorderen behartigde hij 's lands
wezenlijke belangen en bewaarde hij in zorgvolle tijden on
schatbare rust en orde. Vertegenwoordigers van het getrou
we Volk van Nederland, verheugen wij ons Sire, in u te
mogen begroeten den opvolger in het Koningschap, die het
gewigt zijner moeijelijke taak gevoelt, die het zijne roeping
acht het werk te voltooijen waarvan Willem II de grond
slagen heeft gelegd.
4. Op onze medewerking tot bereiking van dat verheven
doel kan Uwe Majesteit volkomen rekenen.
5. Het is onze vurigste wensch dat de vereenigde pogin
gen van Koningen van Vertegenwoordiging, eendragtiglijk
aangewend, zullen strekken tot heil der Natie en van Uwer
Majesteits aloude Stamhuis, beide zoo innig aan elkander
verbonden.
6. Moge de Goddelijke Voorzienigheid bij het algemeen
gevoelde leed ook zachte vertroosting schenken en aan u
Sire! moed en krachten verleeuen om uwe gewigtige taak
luisterrijk te volbrengen.
Na de goedkeuring der algemeene strekking van dit adres
en van de bijzondere paragraphen is het adres in deszelfs
geheel met algemeene stemmen aangenomen. De commissie,
belast met het overbrengen van hetzelve aan Z. M. Koning
Willem III'zalbehalve uit de leden der commissie voor
de redactie, bestaan uit de heeren: Hofman en van Ileec-
keren van Wassenaar.
Tot leden der commissie voor de huishoudelijke zaken der
Kamer zijn door de vergadering verkozen de heerenGever
van Endegeest en Hofman.
In de zitting van de Tweede Kamer van 11. vrijdag heefc
de commissie, die belast is geweest met het overbrengen van
het adres van rouwbeklag aan Z. M. Koning Willem III, bij
monde van den heer van Goltstein haar rapport uitgebragt.
De commissie is, blijkens dat verslag, ten half 2 ure op de
gebruikelijke plegtige wijze bij Z. M. ontvangen en heeft
het adres overhandigd, waarop de Koning het hierboven me
degedeelde antwoord gegeven heeft.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden.
Uit Tilburg 22 dezer schrijft men
Heden morgen ten 6 ure is Z. M. Willem III alhier
aangekomen en aan de pastorij bij den bisschop van Gerra
alwaar H. M. de Koningin logeert, afgestapt. De ontmoe
ting des Konings met zijne [Moeder en met zijnen Broeder,
Prins Hendrik, was zeer aandoenlijk. De Koning die reeds
bij zijne aankomst in de stad tranen stortte toen hij de
heerschende sombere stilte opmerktebegaf zich na die
eerste ontmoetingterstond naar het oude paleisom het
lijk zijns onvergetelijken Vaders te zien.
Morgen verwacht men hier volgens geruchtZ. K. H.
Prins Frederiken H. K. H. de Erfgroothertogin van Sak
sen-Weimar-Eisenach.
Alle handel staat hier stil, zoo lang het Vorstelijk lijk
hier aanwezig zal zijn."
Z. M. de Koning is den 23 des morgens omstreeks elf
ure van Tilburg in de residentie teruggekomen, vergezeld
van den schout-bij-nacht Arriens.
Naar men met zekerheid verneemt, moeten, op specialen
last van H. M. de Koningin-Weduwe, op de lijkkist van
wijlen Z. M. Koning Willem IIin een lauwerkrans, ge
plaatst worden de woordenWaterloo en Quatre-Bras
en op zijde van dezen krans de woorden Hasselt en Leuven
zijnde de geheele in orde brenging dezer Koninklijke lijkkist
aan de zorg van den heer J. C. Boonbouwmeester der
Koninklijke paleizen, opgedragen.
Men zegt dat H. M. de Koningin-weduwe het paleis
aan den Bezuidenhoutschen-wegvroeger betrokken geweest
door wijlen Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden, zal
gaan bewonen; reeds worden daartoe de noodige toebereidse
len gemaakt.
Men verneemt, dat een groot aantal ingezetenen uit
den deftigen burgerstand der residentie voornemens zijn als
een bewijs van hulde en hoogachting voor den ontslapen
Koning, de laatste eer aan het stoffelijk overschot van Z. M.
te helpen bewijzen. Er moet zich te dien einde reeds eene
commissie hebben gevormd.
Engeland. Londen 22 maart. Ten einde geen na
deel toe te brengen aan den handel en de nijverheid heeft
H. M. gelast dat de rouwwaarin het hof verkeert wegens
het overlijden van Z. Nederl. M.niet zal gedragen worden
op den 29sten maartop welken dag eene groote receptie
ten hove was vastgesteld.
De met iederen dag verwacht wordende West-Indische
stoomboot Dee moet 800,000 pst. aan boord hebben zijnde
de grootste som, welke immer door een koopvaardijschip in
dit land is aangebragt de grootste geldsom die ooit door
een oorlogschip herwaarts is gebragt, bedroeg 1,000,000 pst.