MIDDELBUMSCHE C 0 u IV T. N°. 29. Donderdag 8 Maart. 1849. Besturen en Célbminiötratietu ftinucttlanbschc STijbingcti. Bititcnlanbsefic tSijbitigea. MAATS CHAP PIJ TOT BEVORDERING EN AANMOEDIGING VAN DE IV LAJDBOUW en DE VEETEELT IN DE PROVINCIE ZEELAND. Het HOOFDBESTUUR der Maatschappij brengt hiermede ter alge- roeeoe kennis dat naar aanleiding van het reeds vermelde in de Middelburgsche Courant van den 15 Februari) 11.wegens het houden der Algemeene Tergadering en de Tentoonstelling van Vee en andere Voorwerpen den Landbouw betredende binnen de Stad THOLEN daartoe als nu de dagen zijn aangewezen op Dingsdag Woensdag en Donderdag den 12, 13 en 14 Junij aanstaande; zullende het uur en de plaats der Vereeniging later in het Programma worden vermeld. Terwijl op bovenvermelde Tentoonstelling de volgende Premien zul len worden uitgeloofd Voor den besten Hengst van 3 jaren40 Hengst boven de 3 jaren->25 Voor het beste 3jarig Inlandsch Akker-Merriepaard - 40 Tweede Prijs - 25 Rijtuig-Merriepaard - 40 Tweede Prijs - 25 Voor het beste 2jarig Merrie-Akkerpaard- 30 Tweede Prijs -15 Voor het beste éénjarig Merriepaard- 20 Tweede Prijs - 10 Voor den besten Stier geboren voor 1 Januarij 1846 - 30 Tweede Prijs - 15 geboren na 1 Januarij 1847 - 25 Tweede Prijs - 10 n geboren na 1 Januarij 1848 - 20 Tweede Prijs - 8 Voor de beste Melkkoe25 Tweede Prijs - 15 Voor de beste Vaars, geboren na 1 Januarij 1846 - 20 Tweede Prijs - 12 j> geboren na 1 Januarij 1847 - 15 Tweede Prijs - 8 geboren na 1 Januarij 1848 - 10 Tweede Prijs - 5 Voor den besten éénjarigen Ram- 20 Tweede Prijs - 12 Voor den besten Ram boven de twee jaren - 15 Tweede Prijs - 10 Voor de beste drie stuks éénjarige Hamels- 20 Tweede Prijs - 10 Voor de beste vijf stuks éénjarige Ooijen- 20 Tweede Prijs - 10 (Al de Schapen moeten geschoren zijn.) Voor den besten Beer15 Tweede Prijs - 8 Voor de beste Zeug- 10 Tweede Prijs - 5 Insgelijks zullen Premien of Medailles worden toegewezen voor nieuw uitgevondene of ingevoerde Werktuigen welke ten algemeenen nut te doelmatig worden geoordeeld alsmede voor aangebragte verbete ringen aan bestaande Landhuishoudelijke Werktuigen voor puike nieuwe Zaden en kunstmatig bereide Mestspecien met aanduiding der laagste prijzen en aanwijzing van de middelen ter verkrijgbaarstelling. Het bedrag dezer Premien zal door de Algemeeue Vergadering wor den geregeld doch zal vijftig Gulden niet vermogen te boven gaan. Overigens wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt om ter kennis van belanghebbenden te brengen, dat, aangezien bij art. 20 van het Reglementtot instandhouding der Paardenfokkerij in deze Provincie, goedgekeurd bij Zr. Ms. Besluit van 12 Junij 1848, no. 88, is vastgestelddat jaarlijks in een of meer Districten der Provinoie welke daartoe door den Voorzitter der Commissie van Landbouw zul len worden aangewezen uit het Provinciale Fonds van den Land bouw drie premien van ƒ50 van ƒ30 en van ƒ20 voor de beste en schoonste Veulendragènde Merrien die ouder dan drie en jonger dan zes jaren zijn kunnen worden toegewezen mits daarbij vol daan zij aan de verdere bij gezegd artikel gestelde voorwaarden dientengevolge is goedgevonden te bepalen om, in aanmerking ge nomen de geschikte gelegenheid welke daarvoor de jaarlijks gehou den wordende Algemeene Tentoonstellingen dezer Maatschappij aan bieden daartoe voor het jaar 1849 de hierboven aangekondigde te bestemmen en wordt alzoo bij deze aan een iederook voor hen die geen Leden dezer Maatschappij zijn de gelegenheid tot mededinging opengestelden de Landlieden uitgenoodigd aan de hiermede be oogde verbetering van het Paardenras bevorderlijk te willen zijn. Wordende eindelijk elke inzender van Vee en andere voorwerpen andermaal uitgenoodigd om uiterlijk vóór den 1 Mei aanstaande aan den Secretaris van deszelfs Afdeelingsbestuur daarvan kennis te geven met opgave van hetgeen hij voornemens is aan te brengen onder bijvoeging eener verklaring houdende aanduiding van de soort en den juisten ouderdom van het Vee, en eene bepaalde vermelding van heiverder bij 80 der Statuten dienaangaande voorgeschrevene. Middelburg den 8 Maart 1849. Namens het Hoofdbestuur der Maatschappij voornoemd W. Pu. 'VIS. MIDDELBURG, den 7 Maart. Bij besluit van 5 dezer heeft Z. M. tot militie-commis saris in de provincie Zeeland, in plaats van den heer luit.-kol. du Puy overleden benoemd den majoor A. J. M. van der Mey van het iste regement infanterie. Bij dispositie van den minister van binnenlandsche zaken van den 3 dezer, is naar aanleiding van 's Konings besluit van den isten te voren,' ingetrokken de bestemming voor de dienst van den waterstaat in het 3de district, provincie Drentheaangewezen aan den ingenieur van den waterstaat den heer D. J. Storm Buysing en bepaald dat te rekenen van I april aanstaande, als ingenieur, belast met de dienst van hoofd-ingenieur in dat district zal werkzaam zijn de heer C. Brunings als ingenieur in het 5de district, provincie Gel derland de heer II. S. J. Rosé en in algemeene dienstbij de werken aan het kanaal van Maastricht naar Luik, de ad- spiraiir-ingenieur de heer T. D. N. van Deventer. Men verneemt met genoegen dat het Z. M. den keizer van Ruslaqd behaagd heeft jhr. mr, J. C. de Jongestaats raad archivarius des rijks tót kommandeur der orde van Si. Annaen den heer J. A. de Zwaan Cz.commies chartermeester tot ridder der orde van St. Stanislas 3de klasse te benoemen. Wij vernemen dat de wel-eervv. heer II. G. Klijn leeraar bij de Christelijke afgescheidene gemeente alhiereen beroep naar Noord-Amerika heeft ontvangen. Naar men verzekert, heeft de Staats-commissie voor het hooger onderwijsmet het denkbeeld der Staats-commis sie voor de geneeskundige Staatsregelingom aan de hoog leeraren der geneeskundige faculteit volstrekt alle practijk te verbieden zich vereenigd en dit tot de hoogleeraren der regtsgeleerde faculteit uitgebreidzonder echter den hoog leeraren de aanneming van lidmaatschap der Staten-Generaal of van Staats-commissien te willen verbieden. De geleerde wereld en de gemeente der Doopsgezinden te Amsterdam hebben een gevoelig verlies geledendoor het afsterven van den verdienstelijken IV. Cnoop Koopman se dert 1827 hoogleeraar aan het seminarie der Doopsgezinden aldaar, die in den nacht van den 4 dezer, na langdurige ongesteldheid in den ouderdom van 48 jaren is overleden. Men schrijft uit Arnhem van den 3 dezer De heer mr. T. M. J. A. baron van Lamsweerda raads heer in het provinciaal gereg'shof van Gelderlanddie in het begin der maatid januarij II. in gijzeling was gesteld is weder daaruit ontslagen waarschijnlijk ten gevolge eener schikking tnsschen dien baron en het vereenigd R. K. kerk en armbestuur te Zurphenhetwelk hem tot rekening en ver antwoording had geroepen. Tweede Kanner der Stalen-CSeneraal. Zaturdag I Maart 1849. Is ingekomen eene koninklijke boodschap ten geleide van een wets-ontwerp tot regeling van het gebruik van het ko loniaal batig slot van 1847. Voorts is ingekomen eene missive van den Hoogen Raad der Nederlanden houdende kennisgeving van het overlijden der raadsheeren van Weideren Rengers en Vaillantalsme de van de reden waarom voor alsnog door den Raad geen aanbevelingslijst van candidaten aan de Kamer wordt inge zonden ten einde daarop bij de door haar ter vervulling der ontstane vacatures op te maken nominatien achtte slaan Deze reden is daarin gelegen dat aan den Raad een besluit des Konings is toegezonden bij hetwelk hoogstdezelve ge bruik maakt van de hem bij art. 83 van de wet op de reg- terlijke organisatie verleende bevoegdheidom de openge vallen plaatsen in den Hoogen Raad tot het minimum van twaalf leden onvervuld te iaten. Door de afdeelingen zijn tot hare rapporteurs voor het voorstel van een gewijzigd regiement van orde der Kamer benoemd de heeren BorretTerbruggen Ilugenholtz van Dam van Isseltvan Rijckevorsel en Thorbccke. Engeland. Londen 3 maart. Er zijn berigten van Indie loopende van Bombay tot den 3 febr. en van Cal- cutta tot den 20 januarij. Uit deze blijkt, dat de belegering van Moultan thans ge ëindigd is en dat de devvan Moolraj zich zonder voorwaar den met zijne geheele krijgsmagt, den 22 jan, had over gegeven. Van de oevers van de Jhelum zijn minder gunstige tijdin gen ontvangen. Er had een zeer bloedige veldslag plaats ge had; de zege bleef aan de Engelsche troepen, onder lord Goughmaar geen verder resultaat is daardoor te weeg ge- bragtdaar de sikhs, met nog grootere magt dan ooit, op vier mijlen afstands van het Britsche kamp gelegerd zijn. At- tock heeft zich eindelijk aan de Affghans moeten overgeven. De dappere bevelhebber dezer plaats luitenant Herbertbe vindt zich thans in handen van Chutter Singh even als de majoor Lawrence en zijne gemalin. Bij den veldslag aan de oevers van de Jhelum hebben de sikhs een aantal personen verloren, terwijl van de zijde der Eligelscben bij die gelegenheid 93 officieren en 2500 militai ren op het slagveld zijn gebleven. Ook deelen de Indische bladen het verslag mede eener ex peditie tegen eene versterkte positie in de Baree Doab waar bij deze plaats door het Engelsche leger werd ingenomen een officier gedood en twee of drie gewond werden. Ram Singh en de sikhs zijn het ontvlugt. Berigten van de Kaap de Goede-Hoop van 21 december melden dat de gouverneur zich genoodzaakt heeft gezien om de wetwaarbij de ingezetenen tot de krijgsdienst ver- pligt werden, in te trekken. Ware dit niet geschieddan zouden ernstige onlusten uitgebroken zijn. Het noorden van Ierland wordt thansbehalve door honger en gebrek ook door de cholera ontvolkt. In ver scheidene groote dorpen wordt geen gezond man vrouw of kind meer gevonden. Z. K. de prins van Oranjemet zijn gevolgis eergisteren te Liverpool aangekomenen heeft deelgenomen aan eenen te zijner eer door den" mayor dier stad gegeven gastmaal. Duitschland. JVeenen 1 maart. De generaal von Welden heeft in het officiële dagblad van gisteren het 25ste leger bulletin omtrent de krijgsverrigtingen in Hongarije bekend gemaakt. Daaruit blijktdat prins Windischgrdtz den 24 februarij uit Ofen opgebroken dien zelfden dag tot Hatvan en den volgenden tot Göngyös voortgerukt is en aldaar zijn hoofdkwartier heeft gevestigd. Hierdoor is de gemeenschap met den generaal Schlick hersteld. Volgens de laatste berig ten uit Zevenbergen, had de generaal Urban den 18 feb. andermaal eene overwinning behaald op de insurgenten, hen bij Baiersdorf, in de nabijheid van Bictritz aangevallen en 11a een hardnekkig gevecht tot Magyaros terug gedrongen. Hem was daarbij een grooten buit in handen gevallin be staande in 3 stukken geschuteenige vaandels en eene hoé veelheid mondbehoeften en bagage. Tevens had mL-den overste der opstandelingen Nitzkobenevens 2 officiereh<^n 200 man gevangen genomen. Van de zijde der keizerlijken" was daarbij echter de opper-luitenant graaf Baudessin gesneu veld. Na afloop van den strijd had de generaal Urban zich weder naar Bictritz teruggetrokken, In de tijdingen uit Opper-Hongarije wordt de inneming van Eperies en van Kaschau door de brigaden van de oversten Göz en Jablo- nowsky bevestigd. Uit Kroonstadt in Zevenbergen schrijft men den 10 febr., dat ook de verwachte Russische Uhlanen daar binnen waren gerukt, en door hunne schoone houding en fraaije paarden de algemeene bewondering tot zich trokken. De Czechen hoe zwaar ook door den Russischen generaal von Engelhardt geteisterd,, waren echter weder te Marienburg binnengetrok ken en hadden ook de gemeente Heldsdorf op rantsoen gesteld. Frankfort 2 maart. De gevolmagtigde voor Limburg bij het centraal bestuur van Duitschland de heer von Scherf heeft aan den president van den rijksministerraad een afschrift overhandigd van den brief, welke den 12 februarij aan den koninklijken Nederlandschen gezant te Berlijn gezonden is, en strekt ter beantwoording der Pruissische circulaire nota van 23 januarij. Men vindt daarin het volgende: Vermits de nationale vergadering ten aanzien van den tegenwoordi- gen toestand- van het hertogdom Limburg in zijne betrekkin gen tot Duitschland moeijeliikheden heeft doen ontstaan waarvan de oplossing aan diplomatieke onderhandelingen is voorbehouden wenscht Z. M. zich geluk dat de Pruissi sche regering den exceptionelen toestand van dit hertogdom heeft willen erkennen, door het in zekere opzigten op ééne lijn te stellen met Oostenrijk en Denemarken, waaruit volgt dat Limburg, hetwelk een integrerend dee! uitmaakt van het koningrijk der Nederlanden nimmer door eeneandere grond wet dan die van dit koningrijk kan worden bestuurd en dat Z. M. die voor dit hertogdom niet treden kan in de voor Duitschland voorgeslagene vereeniging tot eenen Bondsstaat, gaarne toetreden zal tot eene minder innige en minder naauwe vereeniging gelijk dit eveneens door bovenbedoelde nota wordt voorgesteld vermits de verwezenlijking van dit ont werp de te Frankfort gerezene moeijelijkheden geheel uit den weg ruimen en de betrekkingen van het hertogdom Limburg tot den Duitschen Bond handhaven zalvolgens welke dat hertogdom met die verpligtingen blijft belast, welke de Bond aan zijne medeleden oplegde, om wederkeerig hunne onaf hankelijkheid te verzekeren en de in- en uitwendige veilig heid der Bondsstaten te beschermen. Men schijnt nu weder minder door het opzeggen van den wapenstilstand door Denemarken verontrust dan bij de eerste tijding daarvanen begint zich op nieuw met eene vreedzame schikking te vleijen. De Deensche regering zou den wapenstilstand niet hebben willen verlengen dan op voor waarden in welke Pruissen onmogelijk kon bewilligen. Voor het onverhoopt geval der hervatting van de vijandelijkheden, is bevel tot het zenden van troepen naar Sleeswijk gegeven. I11 dat Hertogdom spreekt men van eene bijeenroeping der Lands-vergaderingom over de vraag te beraadslagen of men koning Frederik VII van de regering over de hertog dommen vervallen verklaren en de kroon aan een der naaste agnaten overdragen zal. Tusschen Rusland en Denemarken zou voor zekere geval len een of- en defensief verbond gesloten zijn. Tot de geruchten, te Berlijn in omloop, behoort nu ook dat tusschen de groote mogendheden van het vasteland Frankrijk uitgezonderd, onderhandelingen op het tapijt zijn, om in zekere mogelijke omstandighedende integriteit der vredestraktaten van 1815 streng te handhaven, en die als verderen grondslag voor den staat van Europa aan te merken. Rusland zou op enkele punten hebben toegegeven. Italië. Men verzekert thansdat de groothertog van Toskane met het Engelsche stoomschip Bull-dog tot hetwelk hij zijne toevlugt had genomen naar Gaëta is gestevend. Het geheele corps diplomatique had hem derwaarts vergezeld. Door een derjGenuesche dagbladen wordt gemeld, dat men aan de hoofden van het leger en de nationale garde heeft doen verkondigen dat het ontslag van den minister Gioberti een gevolg is geweest van deszelfs inconstitutionele handelwijze, vermits hij het bevelom troepen in Toskane te doen bin nenrukken heeft gegeven zonder daaroverhetzij met den koning, hetzij met de overige leden van het kabinet, te spreken. De provisionele regering van Toskane heeft den 23 dei- vorige maand bèrigt ontvangen dat generaal Laugier door tusschenkomst van den gemeenteraad van Massa wilde kapi- tuleren. Den vorigen dag namelijk, op het oogenblikwaar op Laugier zich gereed maakte naar Lucca te trekken ont ving hij eene depeche van den groothertog, die hem zijn vertrek naar Gaëta aankondigde en hem tot zijn zaakgelas tigde in Toskane benoemdehem tevens aanbevelende den burgeroorlog en het vergieten van menschenbloed te vermijden. Door dit vertrek van den groothertog naar een vreemd land gevoelde de generaal zich van alle verpligting ontslagen. Bij zijn aanbod om te kapituleren vraagt hij voor zich alleen zijne demissie en voor zijne troepen dat zij zullen erkend wor den als lieden getrouw aan hunnen eed en pligtalsmede dat zijne militairen hunne graden en eereteekenen zullen be houden. Uit Maccrata wordt gemeld dat de graaf Gaetano Mastai,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1849 | | pagina 1