MIBDELBUBfiSCHE C 0 Si K A ft T. m W°. 26. Donderdag m/mi 1849. 1 Maart. 25i«nc«ï.inb0chc STtjbhtgcu. ËuitcnlAubdche Sijbiugct*. MIDDELBURG, den 28 Eebruarij. Heden wordt alhier herdachtdoor het uitsteken van vlag gen, de jaardag van Z. K. H. Prins Frederik der Neder landen. Men verneemt, dat met i april, hier ter stede, een zie kenfonds in werking zal komen', van hetwelk men zich, als deszelfs oorsprong verschuldigd zijnde aan de hier ten ver leden jare opgerigte vereeniging van genees- en heelkundi gen, en dus uitsluitend van geneeskunstoefenaren uitgaande, veel goeds durft voorstellen. Het hoofddoel van dit fonds zou daarin bestaan, om aan de niet-bedeelden en wel voor namelijk aan de ambachtsklasse, die-in gezonde dagen zich nog het noodige kan verschaffen, maar helaas! bij zieke lijkheid zoo vaak in derzelver maatschappelijken toestand ach teruit gaat, tegen eene betrekkelijk geringe wekelijksche bij drage, genees- en heelkundige hulp benevens medecijnen te verschaffen. Zoo wel uit een menschlievend oogpunt als doordrongen van de behoefte aan zoodanig eene nuttige in- rigting hier ter stede, moet het geheele personeel van ge neeskunstoefenaren en apothekers, slechts enkelen uitgezon derd zich bereid verklaard hebbenaan hetzelve mede te werken. Denkelijk zal het reglement reeds in het begin van maart het licht zien. Uit 's Gravenhage 26 dezer meldt men Aanstaanden dingsdag en donderdag zal er groot diner ten hove zijn waarop genoodigd zijn, den eersten dag de leden van de Eerste Kamer en den tweeden dag die van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Heden middag zal er bij den minister van justitie een groot diner worden gehouden." II. M. de Koningin heeft in de vorige week de nieuwe kerk te Delfc bezocht en eenige oogenblikken bij de vorste lijke graftombe vertoefd. Bij besluit van den 19 dezer heeft Z. M. tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw benoemd, den kapitein op non-activiteit, L. van Bronkhorstsecretaris van Z. K. H. den Prins van Oranje. Bij besluit van den 20 dezer heeft Z. M. tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw benoemdden heer J. van Lokhorsthoofd-commies bij het departement van bui- tenlandsche zaken. Men verneemt, dat de vroeger in dienst gehouden mi liciens der ligting van 1847, en ook die van 1848, succes- sivelijk met groot verlof naar hunne haardsteden worden te ruggezonden. De vaderlandsche toonkunst heeft een groot verlies ge leden. In den avond van den 24 overleed te Amsterdam de heer G. H. Broekhuizen als compositeur met lof be kend, na eene kortstondige ziekte, in den ouderdom van 31 jaren. Zr. Ms. fregat ceres, onder bevel van den kapitein ter-zee J. Enslie van Batavia laatst van Joana (Commo- rische eilanden) en de Kaap de Goede Hoop is den 24 in Texel binnengekomen. Een brief aan boord van de prins van oranje van de Kaap de Goede Hoop geschreven, meldtdat men den 16 december 11. van daar de reis zou voortzetteu. Van de 150 kolonialen was nog maar één overleden, en van de 500 man equipagie was tot hiertoe slechts één menschenverlies te betreurenzijnde de scheepsjongen met name Penningh die over boord geslagen is. Dezelfde brief behelst nog het volgende: De gezondheid,die aan boord beerscht, is alleen toe te schrijven aan het vele en bijzonder goede water dat wij hebbenzelfs zóó als het maar met mogelijkheid kan verlangd worden." Volgens tijdingen"van Batavia was het schip Pauline kapitein Postvan Sourabaija te Batavia gearriveerd. Het schip de Phoenixkapitein Kassehad den 13 december 11. de reis van Panaroekan naar Middelburg aanvaard. Staten-Seneraal. Eerste Kamer. In de zitting van maandag heeft de voorzitter aan de ver gadering kennis gegeven, dat het laatstelijk door haar vast gestelde antwoord op de troonrede door de daarvoor benoem de commissie 11. zaturdag op de gebruikelijke wijze aan Z. M. den Koning is aangeboden. Vervolgens is de heer Engelkensdie thans op eene met het voorloopig kiesreglement overeenstemmende wijze van tijd en plaats zijner geboorte had doen blijken als lid der vergadering toegelaten. Op voorstel der commissie voor het reglement van orde'der Kamer, is de beraadslaging over het concept-reglement, zoo als hetzelve laatstelijk door de commissie gewijzigd is ge worden vastgesteld op dingsdag morgen ten 11 ure. Tweede Kamer. In de avond-zitting van zaturdag II. is de beraadslaging over het adres van antwoord op de troonrede voortgezet en ten einde gebr3gt. Nadat achtervolgens de 4de en 5de pa- ragraphen van het adres onveranderd waren aangenomen is dit stuk in zijn geheel met 61 tegen 1 stemmen door de vergadering goedgekeurd. Tegen het ontwerp hebben ge stemd de heeren Sloet tot Oldhuis en van Randwijck. De hiervoren vermelde adressen zijn van den volgenden in houd: Dat der Eerste Kamer, Sibi; Als leden van de Eerste Kninei der Staten-Generaalhij het nieuwe tijdperk d.wij thans intreden, voor de eerste maal tot Uwe Majes teit sprekende gevoelen wij terstond de behoefte aan u de verzeke ring te geven dat wij geen ander doel hebben dan 'om met warme belangstelling, zonder vooringenomenheid, in beraden overleg met Uwe Majesteit en den anderen tak der wetgevende magt, voor bet heil des Vaderlands werkzaam te zijn en onze hooge roeping onder alle omstandigheden te vervullen. Het gewigt onzer taak voor oogen houdende worden wij bemoe digd door de gedachte vertegenwoordigers te zijn v n een volk, dat bij de afgeloopene verkiezingen heeft getoond niet alléén zijne reg- ten op prijs te stellen maar ook die te willen uitoefenen met kalm te in ordelievcnden zin. liet deed ons genoegen te vernemen dat de goede verstandhou ding met andere stalen is bewaard gebleven. Bij den onrustigeu toe stand van Europa mag dit vooral eene weldaad worden genoemd. Wij wenschen met Uwe Majesteit, dat, op grond der traktaten, de moeijelijkheden welke de betrekkingen van het hertogdom Lim burg tot deu Duitscken bond hebben opgeleverd zullen mogen wor den uit den weg geruimd. Het verheugt ons dat rust en orde waar die op enkele plaatsen in dat hertogdom werden bedreigd daar zoo wel ais elders met medewerking der landmagtop prijzenswaardige wijze zijn gehandhaafd. Wij hebben bet onaangeroerd laten van een gedeelte der geld sommen met avelke de begrooting van oorlog voor den jare 1848 werd verhoogd het voornemen tot vermindering van die begrooting voor dit jaar, en het aannemen van een gewijzigd minder kostbaar stelsel van verdediging, met bijzonder welgevallen vernomen. In onze dagen vooral mag in Nederland niet worden vergeten dat de toestand der geldmiddelen de meest mogelijke spaarzaamheid en een voudigheid vordert. Verblijdend was voor ons de betuiging van Uwe Majesteit dat de zeemagt door hare diensten alle reden van tevredenheid blijft geven. Doelmatig ingerigtis zij voor Nederland van het hoogste belang. Wij wenschen dat die zeemagt tot eene krachtige bescherming voor onze buitenlandsche bezittingen en handelsvloot zal mogen strekken en dat de aanmerkelijke versterking van oorlogsbodems het beoogde doel zal treilen. Wanneer wij bet oog vestigen, Sire! op bet overwegend belang dat er voor Nederland gelegen is in het bezit onzer Oost- en West- Indische koloniën dan kan het beerschen eener gewenschte rust al daar niet op te hoogen prijs gesteld worden. Die rust te bestendi gen den bloei dier koloniën te bevorderen door een wijs bestuur door de ontwikkeling van alle takken van nijverheid, zij steeds het streven der Nederlandsche Regering. Den tegenspoed betreurende welken onze wapenen in weerwil der dapperheid van het leger op Bali hebben ondervonden hopen wij dat de beraamde maatregelen tot herstel met den gewenschten uitslag zullen worden bekroond. Ook het gunstige dat zich volgens Uwer Majesteits betuiging in de inwendige gesteldheid des Rijks opdoetvernamen wij met het meeste genoegen. Ons verlatende op den rustigen en bedaarden zin onzer landgenooten mogen wij verwachten dat zij zich bij voort during zullen blijven onderscheiden door gehechtheid aan orde en door eerbied voor wet en gezag die grondslagen voor welvaart en ware vrijheid. De beroeringen in Europa hebben voorzeker in ons Rijk eenen nadeeligen invloed op de bedrijvigheid van handel en nijverheid uit geoefend. Moge herstelde rust beide wederom verlevendigen en de toekomst betere dagen opleveren. Dankbaar erkennen wij de sparende hand dei Voorzienigheid welke ons voor grootere rampen bij de laatste watervloeden heeft behoed. Met hooge belangstelling hebben wij Uwe Majesteit hooren verkon digen dat hoogstdezelve na de herziening der grondwet de aandacht heeft gevestigd op de wijze, waarop 's Rijks uitgaven kunnen worden verminderd. Uwe Majesteit dank zeggende voor deze bemoeijingenbetuigen wij dat naar onze meening vereenvoudiging in het bestuur en be sparing van staats uitgaven zoo verte de belangen van het Rijk dit gedoogen voor ons eene dringende behoefte ja schier eene voor waarde van bestaan is te achten. Sire Wij juichen het denkbeeld toe dat de wetten ter uitvoe ring onzer gewijzigde staatsregeling in milden zin worden ontworpen en zijn bereid tot de daarsteiling daarvan getrouwelijk mede te wer- keu. Wij erkennen datook bij vrijzinnige staats-instellingen eene krachtige Regering een eerste vereischte is. Met leedwezen vernamen wij dat de stremming door de gebeur tenissen der laatste tijden in het onderling verkeer der volken te weeg gebragtook nadeelig op de schatkist heeft teruggewerkten dat er middelen zullen moeten worden voorgedragen om in de daar door ontstane tekorten te voorzien. Vordert nu het belang en het crediet des Landsdat de lasten van het oogenblik niet op de toekomst worden geschoven zoo hopen wij niettemin dat die middelen zullen kunnen worden gevonden welke op de meest doelmatige en voor de natie minst drukkende wijze in de bestaande behoeften kunnen voorzien. Tevens vermeenen wij dat eene ruimere ontwikkeling onzer na tuurlijke bronnen van welvaartdoor goede maatregelen bevorderd een volstrekt vereischte is om duurzaam de lasteu der ingezetenen dragelijker te maken. De leus onzer vaderen was Eendragt maakt magt. Levendig ge voelende datzoo immer in onze tijden eendragt behoefte is zul len ook onze beste pogingen om deze te bevorderen zich met de uwe, Sire vereenigen. Moge het Opperwezen onzen arbeid zegenen tot bestendig geluk des volks van Nederland en lot heil van Uwe Ma jesteit eu zijn doorluchtig geslachtzoo naauw aan dat volk verbonden. Door Zijne Majesteit den Koning is op dit adres het vol gende geantwoord Mijne Ileeren 1 Ik ontvang met veel genoegen dit antwoord der Eerste Kamer op mijne toespraak bij de opening van de tegenwoordige zitting der Sta ten-Generaal. Ilaar adres boezemt mij een levendig vertrouwen in dat de Kamer hare pogingen met de mijne en die van den anderen tak der wetge vende magt zal vereenigen, tot bevordering van eendragt, van rust en orde en van den voorspoed van het dierbaar Vaderland. Zeer gevoelig ben ik voor de gezindheden welke dit adres uit drukt voor mij en mijn Huis. Dat der Tweede Kamer, Sire De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft met warme belang stelling de mededeelingen vernomen welke zij bij de opening der tegenwoordige zitting van Uwe Majesteit mogt ontvangen betredende de belangen en den toestand des Vaderlands. Levendig beseffen wij bet gewigt der pligten welke de grondwet aan de Volksvertegenwoor diging oplegt. Wij wenschen tot vervulling der groote veelom vattende laak waartc# zij den wetgever roept mede te werken inet het doel dat tusschen de Natie en hare Regering die innige over eenstemming welke de kracht der Regering is, meer dan immer worde gevestigd. Dit heeft Uwe Majesteit gewild toen Uw Konink rijk woord de hervorming besliste en hieraan moetin ons oog de onverwijlde ontwikkeling der vrijheden eu regten welke de grond wet aan liet Nederlandsche Volk waarborgthieraan moet de rege ling van bestuur, die zij verlangt, dienstbaar wezen. Wij gelooven Sire, dat, wanneer aldus de Regering nationale kracht wordt de moeijelijkheden welke onze finantiele toestand aanbiedtkunnen worden te boven gekomen. Die inoeij^lfjkhe^eij, zijn vermeerderd door een tekort; doch zullen met dekkino- van rjat tekort niet verdwijnen. Zij eisehen vooral, dat en ons 'stelsel.'va» uitgaven en dat onzer belastingen worden herzien en verbetert}. D< Natie zal des te gewilliger zijn naar mate zij meer overtuigd is dat de offers die meu van haar vergt te regt worden geTraagd naar belmoren verdeeld en doeltreffend besteed. Aan den wil zal het vermogen zich paren zoo de njjverhélA haar levensbeginsel, vrije beweging, door wetgeving eu bestuur ziét-ëai.-J. biedigen en bij beide een juist begrip harer belangen ontmoet. De koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen hebben hooge aanspraak op nationale belangstelling. Wij zullen het onzen pligt achten van het huishouden dier gewesten zorgvul dig kennis te nemen, en de maatregelen, welke lot bevordering van hunnen voorspoed noodig zijn ijverig te ondersteunen. De Natie Sire kan niet vergeten dat Gij het zijt die haarriept tot uitoefening van het regt, waaruit wij onzen oorsprong ontleenen. Wij schatten ons gelukking U hiervoor de hulde harer erkentelijk heid te mogen brengen. Koning en Volk zijn tot elkander genaderd en in deze overtuiging sluiten wij ons aan Uwe Majesteitom het nieuwe tijdperk dat gij opendetmoedig met vertrouwen op den Goddelijken zegen in te treden. Zijne Majesteit de Koning heeft op dit adres het volgen de geantwoord Mijre Heeres Ik verzoek u aan de Tweede Kamer mijnen dank te betuigen voor de hulde welke zij mij bij haar adres van antwoord heeft gebragt. Ik merk in dit adres tevens met genoegen op dat de Tweede Kamer het meer dan immer vestigen van eene innige overeenstem ming tusschen de Regering en de Natie als een doel beschouwt naar hetwelk de Volksvertegenwoordiging bij het vervullen harer ;;c - wiglige pligten moet streven. Ook ik wensch mijnerzijds tot het bereiken van dit doel mede te werken. Van zijne goede gezindheid heeft mij de andere tak der Welge- vende Magt mede de verzekering gegeven. Aldus aaneengesloten mijne heeren 1 kunnen wij de moeijelijk heden van het oogenblik met minder schroom te gemoet gaan en mogen wij eerbiedig den Goddelijken zegen verbeiden op onze po gingen ten behoeve van een trouw Volk met hetwelk ik mij innig verbonden reken. Engeland. Londen 24 februarij. De wet tot be teugeling van woeling en opstand in Ierland is in bet Huis der lords voor de tweedemaal gelezenzonder tot dus ver veel tegenstand te ontmoeten.Van goederhand werd ver zekerd dar de nieuwe Oostenrijksche gezant, graaf Collored verklaard had, dat zijne regering niets hoegenaamd van hare territoriale regten in de provinciën Lombardije en Venetio denkt op te geven en gereed isom die regten met al de kraehten van het rijk te verdedigen; dat zij aan hare Irali- aansche Staten milde en vrijzinnige instellingen wil geven maar daarbij alle tusschenkomst van vreemde mogendheden afwijst. Zaturdag was de beurs te Londen tamelijk vast. Graaf Colleredo reikte eergisteren in partikuliere au diëntie, zijne geloofsbrieven als Oostenrijksch ambassadeur aan de koningin over. Op het lévé door H. M. gehouden, was ook de prins van Oranjemet de beide hem vergezel lende adjudanten tegenwoordig. De Hollandsche dwerg, onder den bijnaam van admi raal Tromp bekendheeft de eer gehad bij H. M. op het paleis van Buckinghamen bij verscheidene andere leden der koninklijke familie te worden toegelaten. In de fabriek der heeren Smith <2? Boothin South- gate alhier is de uitvinding van zekeren James Millsvan Horton, om, door eeiie zeer eenvoudige werking een stoom werktuig van 30 paardenkrachten bijna oogenblikkelijk te doen stilstaan, met het beste gevolg toegepast. ISuitscXaXaiid. IVeenen 21 februarij. Gisteren is hier ter stede een nieuw leger-bulletin verschenen dat be langrijke mededeelingen behelst omtrent de operatien van het keizerlijk leger in de provincie Zevenbergen. De aldaar kommanderende generaal, luitenant-veldmaarschalk Puchner, vernam op 3 febr. dat de Poolsche hoofdman Bem die thans eene magt van 12,000 man en 27 kanonnen onderzijn bevel heefthet voornemen had opgevatden 5 op Hertnan- stadt een aanval te wagen. De keizerlijke veldheer breekt, in den vroegen morgen van 4 febr. op en ontmoet nabij Salzburg het vijandelijke leger»in eene zeer voordeelige stel ling. Door behendige manoeuvres weet hij echter de insur- genten uit te lokken die stelling te verlaten en slag te leveren, waarop hij hen met zijne magt zoo hevig aantastdat zij weldra terug trokken en eindelijk in groote overhaasting de vlugt namen. Generaal Puchner behaalde in dat gevecht een aanzienlijken buit 13 kanonnen, 10 kruidwagensvele wapenen en bagaadjebenevens 140 insurgenten vielen in zijne handen terwijl 700 gesneuvelde vijanden het slagveld bleven bedekken. Van onze zijde bedroeg het verlies 70 man aan dooden en ïóo aan gekwetsten. Bij het vertrek dei- jongste tijdingen werden de insurgenten nog altijd in hunne vlugt nagejaagd. Het binnenrukken van Russische troepen in Zevenbergen en dus op Oostenrijksch, of liever Hongaarsch grondgebied, is zeker, en het berigt daarvan wordt in hec officieel dag blad medegedeeld, Het blijkt daaruit, dat de generaal Puchner-, beducht zoowel voor de veiligheid van Hermanstadt als van Kroonsradtbeide welke plaatsen eene aanzienlijke waarde aan koopgoederen bevatteden na het houden van een krijgsraad, op eigen gezagen alzoo zonder bevel vzw de Oostenrijksche regeringgewapende ondersteuning heefc verlangd van den in Wallachije bevelvoerenden Russischen generaal dat deze dien onderstand heeft verleend dat daarop den eersten februarij 6000 man Russische troepen in Kroonstadt en den 4den 4000 man in Hermanstadt zijn binnengekomen, doch dat deze strijdkrachten geen deel hebben genomen aan de gevechten, bij welke de keizerlijken de opstandelingen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1849 | | pagina 1