MIDDELBURGSCHE
C O U B A Rf T.
N°. 3.
Zaturdas
1849.
6 Januarij.
öeöhtvcu cu 3bmMÜ$U~Aticit.
üSuutcttliuibscitc tTijbiugeu.
iSuiicuIaubdchc Si)biugcti.
PROFIJT ClILE GELDLEEJTIJTGEN.
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie
ZEELAND
Brengt bij deze ter kennis van de Houders van Aandeelen
in de na te melden Ge'dleeningen dat op den eersten Ja
nuarij 1849 en volgende dagen ten Kantore van den Ar-
rondissements-Betaalmeester te Middelburgzullen worden
uitbetaald
1. De INTERESSEN over den jare 1848:
a. Van bet onafgeiost gedeelte der Negotiatie van 290,000
voor de verbetering der groote Communicatien en We
gen in Zeeland
b. Van het onafgelost gedeelte der Negotiatie van 20,000
voor de instandhouding der bestaande Stoombootdienst
in het Veer van Elissingen op Breskens.
e. Van de Negotiatie van 24,000, voor de verbetering
der Communicatie tusschen Zuid en Noord-Bevelanden
Vau de Negotiatie van f 220,000, ter verbetering der
Wegen in het Vierde en Vijfde District dezer Provin
cie; en zuiks tegen intrekking van de daarvoor afge
geven Interest Coupons.
a. De KAPITALEN der, op den 4 September 1848, in
het openbaar, uitgeloten Aandeelenin de hiervoren
onder a. b. en d. omschreven Geldleeningente weten
a. Van de Negotiatie van 290,000 zeventien Aandee-
len ieder van Duizend Gulden, zijnde de Nommers
24, 38, 49, 58 77- 9°' 92. «oto, 117, 126.
150, 163, 192, 213, 215, 252 en 269, roet twaalf
percent Premie op de aflossing; welke Negotiatie met
1850 geheel zal zijn afgelost.
b. Van de Negotiatie van f 20,000 drie Aandeelen ieder
van Vijfhonderd Gulden, zijnde de Notnmers4, 14
en 15; en
e. Van de Negotiatie van f 220,000 zeven Aandeelen
ieder van Duizend Gulden, zijnde de Nommers: 7,
26, 44, 51, 165, 169 en 191 en zulks tegen in
trekkingder voor ge noemde Amdeelen afgegeven Obli-
gatien met de daarbij behoorende niet verschenen In
terest-Coupons.
Wordende de belanghebbenden tevens verzocht, de voor
schreven Interessen en aflosbare Kapitalen, zoodra mogelijk,
ter aangegevene plaatste doen ontvangen.
Middelburg, den 30 December 1848,
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCH.
De Persoon van ERNEST FERDINANDUS HEYSE
laatst woonachtig geweest te 's Gravenhagewordt verzocht
zich onverwijld ter Stedelijke Secretarie dezer Stad aan te
melden.
AtDFERTEJTTlE.
De ONTVANGER der Stad VLISSINGEN daartoe door
Heeren Burgemeester en Wethouders geautoriseerd zal op
Woensdag den 10 Januarij 1849, en vervolgens eiken Woens
dag in de maanden Januarij Februarij en Maart eerstkomende
des voormiddags van 10 rot 12 ure, ten zijnen Kantore uit
bellen de Interessen op de Obligatien ten laste van gemelde
Stad, verschenen den 31 December 1848.
Vlissingen, den 3 Januarij 1849.
De Ontvanger voornoemd
A. R. JONGERHELD BOONE.
Ten Kantore van VAN DER LEIjÉ Co. te Middel
burg worden overgenomen de OBLIGATIEN laste de Stad
VLISSINGENter ontvangst der Interessen.
SPA 4REJMC.
Het BESTUUR der SPAARBANK re Middelburgmaakt
bekend, dat door hetzelve, gedurende den loop dezer maand
en de maand Februarij aanstaande des Woensdags van iedere
week op de gewone plaats van 1 tot 2 ure des namiddags
tegen aanteekening op de Inlegbockjeszal worden gevaceerd,
tot uitbetaling der Interessen over de tweede helft van liet
jaar 1848. Zullende de niet afgehaalde renten eerst 11a
verloop der maand Februarij als Kapitaal worden bijgeboekt.
Middelburg, den 5 Januarij 1849.
Namens het Bestuur voornoemd
HUBERTUS REKKER,
Secretaris.
KEJTJT1SGEFIJTG.
Het BESTUUR der HULPBANK brengt ter kennis van
alle belanghebbenden dat de zittingen van genoemde Bank
zullen plaats hebben des Zaturdags middags van twaalf tot
twee ure, ten Stadhuize in het Lokaal waar de Spaarbank
gewoonlijk hare zittingen houdt, en van den Kassier-Boek
houder des Maandags middags van twaalf tot twee ure, ten
Kantore van den Heer A. II. G. Fokker in de korte Gort
straat, I. 344; dat de eerste zitting van het Bestuur der
Hulpbank bepaald is op Zaturdag 6 Januarij, en van den
Kassier-Boekhouder op 15 Januarij 1849.
Tot het leeren kennen van de strekking en het gebruik
dezer Hulpbank is van heden af een kort Onderrigt bij de
Gebroeders Abrahams te Middelburg verkrijgbaar gesteld
voor de som van twee cents.
Middelburg, 1 Januarij 1849. Het Bestuur voornoemd
Mr. G. A. FOKKER, Voorzitter.
Mr. M. F. LANTSHEER, Secretaris.
JF E LI) AI) IGIIE11)
Middelburg 2 Januarij 1849.
DIAKENEM der Nedf-rduitsclie Hervormde Gemeente Ze Middelburg
maken dankbare melding van eene gift van 50 ten behoeve barer
Armen ontvangen, onder de letters J. B. bij den Broeder IEA.
Dormaar Hz.; terwijl zij den edelen gever of geefster kennis ge
ven d it overeenkomstig het verlangen dezelve als collecte zal wor
den beschouwd.
Diakenen voornoemd
P. CORNAEY, Praeses.
C. NUTS Scriba.
Arneniuiden 5 Januarij 1849.
Ilartelijk verblijdt zich liet Diaconie-Armbestuur alhier dankbare
melding te mogen maken van eene gifl van een' onbekenden het
zelve door tusschenkorrist vari den lieer CJ. Baars den 4 dezer
ter band gesteld beslaande in twee goudstukken ieder van 5
te samen ƒ10; hopende dat de goede God dezelve door vele ande
ren doe volgen, om eenigzins aan de groote ellende en onbeschrij
felijke armoede alhier beerschende te gemoet te komen waartoe
zich voornoemd Armbestuur met hare armen aan alle edele rijken
en weldoeners der armen ten nederigste en inet vertrouwen aanbeveelt.
Het I) iaconie-Arm bestuur voornoemd
J. 0E HAMER. I Diakenen
P. MEULEMEESTER. l
MIDDELBURG den 5 Januarij.
De minister van financiën, daartoe, in overeenstem
ming met artikel 6 der wet van den 28 april 1834 Staats
blad no. 14), gemagtigd, heeft ter kennisse van de belang
hebbenden gebragt, dat de rentebetaling op de, volgens die
wet, daargestelde schatkistbiljetten, na de respective ver
schijndagen in het jaar 1849, op den in vorige jaren ge-
bruikelijken voet zal plaats hebben bij de betaalmeesters in
de hoofdplaatsen der provinciën, en bij dien te Rotterdam;
alsmede dat, voor zooveel de aflossing dier biljetten verlangd
wordt, dezelve gedurende het jaar 1849, mede op de wijs
waarop zuiks vroeger plaats vond ten kantoren van gezegde
ambtenaren kunnen worden opgezegd, om aldaar te zijner
tijd te worden afgelost.
Men verneemt, dat de vergaderzaal der provinciale Sta
ren van Zuid-Iiolland op het bfyienhof re 's Hage zal wor
den ingerigt voor de openbare zittingenzoowel van die Sta
ten als van de Eerste Kamer der S'aten-Generaal. In den
aanvang der volgende maand zal dit werk beginnen om met
den meesten spoed te worden voltooid.
Met nieuwejaar hebben in sommige departementen van al
gemeen bestuur reorgauisatien plaatsgehad eti worden er nog
meer te gemoet gezien.
Met den eersten dezer zijn de kavalleristen aangewe
zen om dienst te doen bij de marechausséesnaar hunne
bestemmingen vertrokken.
Gedurende het jaar 1848, zijn in de registers van den
burgerlijken stand der stad Vlissingen ingeschreven als ge
boren 289 kinderen; 152 van het mannelijke en 137 van
het vrouwelijke geslacht; overleden: 256 personen 145 van
het mannelijke en 111 van het vrouwelijke geslacht. On
der de overledenen zijn begrepen 18 elders gestorven en al
hier ingeschreven; levenloos aangegeven: 16 kinderen, 7
van het mannelijke en 9 van het vrouwelijke geslachtge
huwd 50 paien; echtscheidingen: geene.
Met betrekking tot den ouderdom, waren de overledenen
als volgt beneden het jaar 37, van 1 tot 10 jaren 47;
van 10 tot 20, 17; van 20 tot 30, 34; van 30 tot 40,
32; van 40 tot 50, 18; van 50 tot 60, 18; van 60 tot
70, 23; van 70 tot 80 17; van 80 tot 90 12; van 90
tot 100, 1 in het geheel 256.
Het hoofdbestuur der maatschappijTot Nut van ,t Al
gemeen heeft aan de belanghebbenden berigt, dat op de voor
dezen jare uitgeschreven prijsstoffen zijn ingekomen de na
volgende antwoorden, als: op no, 2, daar het een heilige,
en voor geheel de zedelijkheid allerbelangrijkste pligt is, al
tijd de waarheid te spreken en in weerwil daarvan de
dagelijksche ondervinding leert, dat er welligt geen pligt is,
waartegen in de huisselijke en maatschappelijke zamenleving
meer gedurig en met meer gerustheid gezondigd wordt, dan
juist tegen dezen zoo wordt gevraagd
Een leesboekgeschikt voor menschen van allerlei
stand, waarin op eene bondige en tevens treffende wijs, de
heiligheid en het hoog gewigt van dien pligt wordt aange
toond, en op deszelfs stipte betrachting, ook in de onder
scheidene gevallen, waarin velen anders niet aarzelen van
denzelven af te wijken, met klem van redenen wordt aan
gedrongen"
Drie antwoordengeteekend met de spreuken: no. 1. Legt
af de leugen en spreekt de waarheid, enz. no. 2. Indien
iemand in woorden niet struikeltenz.; no. 3. Uit onze
taal en gesprekken enz.
No. 3. Daar het lager schoolwezen in ons Vaderland
door de bepaling van het koninklijk besluit van den 2 janua
rij 1842, no. 61 dat er in elke gemeente eene commissie
voor plaatselijk toezigt op het schoolwezen zal zijn, eene
nieuwe ontwikkeling kan erlangenzoo deze commissien
hare belangrijke taak wel verstaan en regt ter harte nemen
maar het niet van al hare le.len kan gevorderd worden dat
zij de uitvoerige werken over volksopvoeding en onderwijs
lezen en bes'tideren, zoo vraagt de maatschappij:
Eene beknopte beschouwing van de volks-opvoeding
als het doel der lagere scholen; van de inrigting, die eene
goede school behoort te hebbenvan de onderscheidene vak
ken van onderwijsvan de hulpmiddelen daartoe noodig
van de wijs waarop en de hoogte waartoe elk vak van on
derwijs moet beoefend worden van de verschillende metho
den waardoor men vele kinderen te gelijk kan bezighouden
van de opwekkingen en aanmoedigingen, die aaiy de jeugd
en de onderwijzers moeten gegeven worden van[ de dioel-
treffende inrigting van schoolbezoeken door de cbmmissien
van plaatselijk toezigt, en voorts van het eigenaardige)van
bewaar- herhalings- en zondagsscholen en van het Wéjische-
lijke dat deze overal waar het eenigzins mogelijk is, Vor--
den opgerigt in één woord eene handleiding voor plaatse
lijk toezigt op de lagere scholen.
Drie antwoorden geteekend met de spreuken 110. 1.
Eene ware bron vanburgerdeugdenz.; no. 2. Eene hoogst
gewigtige aangelegenheidenz.; 110, 3. Geen zaad kan be
hoorlijk gedijen enz.
No. 6. Een geschrift over den omgafig met en de behan
deling van dienstbaren door hunne heeren en vrouwen."
Twee antwoorden, geteekend met de spreuken: no. 1.
Ochwilde toch de menschenz.; no. 2. Efeze VI 59.
Terwijl op de prijsstoffen no. 1 Geschiedenis der uitvin
dingen no. 4 0"crzigt aangaande beschaving en verlichting
sinds de laatste 50 jaren en no. 5 Over de landverhui
zing geene antwoorden zijn ontvangen.
West-Indische Koloniën.
Curafao 7 november.
Als eene bijzonderheid vernemen wij, dat een visscher on
langs aan de oostzijde van het eiland Aruba, nabij dat ge
deelte, waar de roode berg door de zee bespoeld wordt,
zijne lijnen willende ophalen eene derzelve bleef vastzitten,
hetgeen hem bewoog onder te duiken ten einde den haak
los temaken; deze beweging schonk hem eene aangename en
zeer zeker hoogst welkome vondst aangezien hij boven
kwam meteenen gouden Johannes zijne proeven herhalende,
bragt hij twee, drie van dezelfde muntstukken, en ooit eene
Spaansche Dubloen boven. De aanwakkerende wind ver-
hief echter den golfslag zoo zeerdat hij zijne sub-marine
togten moest staken. Zijn geheim werd inmiddels bekend
en nu ziet men dagelijkszoodra de zee stil isverschei
dene waaghalzen naar zijne onderzeesche schatkamer dui
ken, en reeds is veel van die soort van specie verkregen,
waarvan eenigenhoezeer bijna glad geschuurd, nogtans
toevallig het jaarmerk aanduiden van 1748. Dit geld daar
ter plaatse is waarschijnlijk afkomstig van een of anderlvaar-
tuig dat aldaar schipbreuk zal geleden hebben.
Men herinnert zich misschien dat bij de voortzetting
der ontginning van liet etablisseme it Plantersrustalhier op
Curafao, in den jare 1843 eenige Spaansche matten onder
den grond zijn gevonden even toevallig het jaarmerk 1743
dragende.
Bijzondere Correspondentie. (Utr. Ct.j
Dultschland. De PEiener. Zeit. bevat in haar offi
cieel gedeelte eene belangrijke verklaring omtrent de weder-
zijdsche betrekkingen van Oostenrijk en de Kerkelijke Staten.
Men zal zTch herinneren dat reeds voor geruimen tijd de
Oostenrijksche afgezant Rome verlaten had en dat het keizer
lijk kabinet er sedert niet is vertegenwoordigd. De bedoelde
verklaring nu komt, na eene beschrijving van hetgeen te Ro
me is voorgevallen, hierop neder, dac de keizer, oordee-
lende dat de pausthans ontslagen van de hem zoo lang knel
lende banden tot zijne vrije wilsuitoefening is teruggekomen,
de afgebrokene betrekkingen herstelten onmiddellijk een ge
zant naar Gaëta zenden zal.
De geruchten over het aftreden van den heer Kraus
als minister Van financien die sedert eenigen tijd verspreid
waren, zijn thans tot zwijgen gebragt, ten gevolge der be
langrijke overwinning die hij bij den rijksdag te Kremsir be
haald heeft.
Van het oorlogstooneel in Hongarije zijn heden geene ver
dere berigten ontvangen op nieuw spreekt men van de verove
ring van Raab maar nog altijd op even losse gronden. Vol
gens berigten uit Pestii scheen de partij der heethoofden al
daar stellig besloten tot het uiterste toe vol te houden en van
de stad een tweede Saragossa te maken.
Volgens de Oestr. L/oyd is de baron Dobblhojf tot Oos-
tenrijksch gezant te 's Gravenhage benoemd geworden.
Hamburg den 30 december. Uit Sleeswijk wordt ge-
meid dat men aldaar de toekomst niet geheel zonder vrees
te gemoet gaatvermits er allerlei geruchten in omloop zijn
van een ophanden zijnden inval der Denen in dat hertogdom,
hoewel daaromtrent niets zekers bekend was. Zoo men ver
zekerde waren echter van de zijde van Engeland en Pruis-
sen zeer bemoedigende mededeelingen ontvangen en had lord
Palmerston var, de Deensche regering bepaaldelijk de ont
ruiming van de eilanden Arroë en Alsen gevorderd.
De over de Deensche hertogdommen aangestelde regering
heeft dezer dagen eene proclamatie uitgevaardigd, waarin zij
de inwoners vermaant, zich met vertrouwen op haar te ver
laten met de verzekering, dat zij haren pligt zal blijven
betrachten en volgens het voorschrift, haar bij hare oprig-
ting gegeven zoowel de regten van den hertog als die des
volks naar haar beste vermogen zal handhaven. Aan het
slot van dat staatsstuk wordt de wensch te kennen gegeven,
dat de geschillen alsnog in der minne zullen kunnen worden
bijgelegd. Te oordeeleu naar de verbittering, welke zoo
wel in Denemarken als in Sleeswijk voortdurend blijft bestaan
schijnt daarop voorshands weinig vooruitzigt te zijn. Ver
der wordt mededeeling gedaan vau een brief van den heer
Stedman den rijks-commissaris van de hertogdommen aan
de regering in Sleeswijk-Holstein waarin het stationeren
van de troepen op Alsen wordt aangemerkt als eene inbreuk
op de overeenkomst voor den wapenstilstand doch dia re-