C O I K 1 V T.
MIDDELBURGSCHE
1848.
M°. 127.
Zaturda
21 October.
er
Besturen en !21bministrAtien.
DE COMMISSIE TOT UITDEELING VAN SPIJS
aan Minvermogenden, te Middelburg, aan de
Ingezetenen derzelve Stad.
Mogten door uwe milde bijdragen en onze bemoeijenissen
de uitdeelingen van Spijs aan Minvermogenden in den af-
geloopen Winter veel hebben bijgedragen om het lot onzer
verarmde medeburgers te verzachten dan voorzeker zullen
wij aan uwe regtmatige wenschen voldoen en het onzen pligt
rekenen die taak wederom op ons te nemenen u de gele
genheid te verschaffen, om ons, door uwe opofferingen, iu
staat te stellen de door de Armen en Minvermogenden zoo
zeer begeerde Spijs in den aanstaanden Winterte kunnen
uitreiken.
Van uwe belangstelling in deze Inrigting ons overtuigd
houdendebrengen wij ter uwer kennis dat de gewone In-
schrijvings-biljetten voor de uitdeeling van Spijs aan Min
vermogenden, zullen worden rondgezonden, en wij ons met
eene ruime deelneming aan dezelve durven vleijen terwijl
wij het stellen der Kaarten ter beschikking van de Directie
■der Vereeniging tot het Bezoeken der Armen, waaraan wij
bereid zijnop uitdrukkelijke begeerte van de Begunstigers
gevolg te geven vermeenen te moeten aanbevelen.
Ofschoon de mingunstige berigten omtrent den afloop van
de Aardappelen-teelt, het sedert jaren voorname voedsel van
den Behoeftige 'welligt overdreven zijn te achten is het
evenwel te vreezendat derzelver opbrengt minder en daar
door de prijs der levensmiddelen hooger, dan in vroegere
jaren zal zijnten gevolge waarvan onze Spijsuitdeeling en
met meerder verlangen te gemoet zal worden gezien en
daardoor een uitgebreider nut te weeg zal brengen.
Welaan dan, waarde Stadgenooten stelt ons door uwe
milde bijdragen in de gelegenheid onze armen en minvermo
genden in het genot der Spijsuitdeeling te doen deelen hier
door zult gij onze werkzaamheden veraangenamenen de
goedkeuring van den Algoede op dit uw liefdewerk verwerven.
Middelburg, den 5 October 1848.
H. du Buisson Becius Voorzitter.
S. de Wind.
S. Bomme.
Van Reigersberg Versluys, Secretaris.
A. J. van den Broecke, Thesaurier.
P. N. Schorer.
D. M. de Superville.
A. W. Snouck Hurgronje.
VEREENIGING
TOT BEVORDERING DER TOONKUNST.
BESTUURDEREN der Vereeniging tot Bevordering der
Toonkunst, berigten bij deze, dat met primo November aan
staandeeen nieuwe Cursus op de ZANG- en MUZIEK
SCHOOL zal worden geopend, en noodigen diegenen uit,
welke genegen mogten zijn hunne Kinderen of Pupillen aan
dit Onderwijs te doen deel nemen, zich dienaangaande vóór
het einde dezer maand bij den ondergeteekende te willen
aanmelden.
Middelburg, den 20 October 1848.
G. de BRUYNE, fung. Secretaris.
AANBESTEDING.
De Kapiteinkommanderende het Detachement van het
4de Regement Infanterie te VERE, brengt bij deze ter ken-
nisse van de daarbij belanghebbenden dat de Aanbesteding
van het VLEESCH en VET benoodigd voor het Garni
zoen van af 1 November dezes jaars tot ultimo April 1849,
zal geschieden op Donderdag den 26 dezer, des middags ten
12 ure, in het lokaal van den Kampveerschen Toren alhier,
alwaar van heden af de conditiën ter lezing liggen.
Vere den 19 October 1848.
POMPE van MEERDERVOORT.
BtnucuUnbochc QTijbitigen.
iniDOELBIIRCI den 20 October.
Gisteren morgen kwartier voor 7 urewerd men alhier met
een dreunend geluid eene schudding gewaar, die op vele
plaatsen de meubels deed trillen. De meeste menschen dach
ten in den eersten oogenblik aan het hard rijden van een
zwaar beladen wagen; maar weldra bepaalden zich de denk
beelden op eene aardbeving, of het springen van een kruid-
magazijn op verren afstand. Van het laatste is tot heden niets
vernomen men houdt dus thans algemeen de ondervonden
schok voor eene aardschuddingdie zich door het geheele
eiland heeft doen gevoelenofschoon op de eene plaats ster
ker dan op de andere. Volgens gedane opmerking scheen
de rigting der beweging van het Noorden naar het Zuid-
Oosten te zijn geweest; anderen evenwel geven de tegen
gestelde rigting op. Het luchtgestel was eenigzins betrok
ken, de wind N. O, Men heeft niet bespeurd dat de stand
der barometer of thermometer, kort voor of na de gevoelde
schokken eenige merkbare verandering aanduidden.
Er zijn lieden die meenen ook reeds in den nacht een
gevoel van schudding te hebben bespeurd.
Bij de, op gisteren, gehoudene openbare aanbe
steding van eenige herstellingen aan de groote wegen in
deze provincie, en van hun onderhoud tot den 1 julij 1851,
zijn de beide perceelen dier werken aangenomen door den heer
J.Filis te Breskens, voor eene som van f 13,700, per jaar.
Wij noemden bij de vermelding der op den 13 dezer te
Vlissingen aanbestede werken aan de groote zeedoksluis
aldaar de heer H. Binders dit moest zijn A. Rinders.
Uit Vlissingen 20 october wordt ons gemeld: „Gis
teren morgen omstreeks 5, halfó en 7 ure, heeft men al
hier schokken van aardbeving waargenomenvooral tegen
half 6 ure was het hier het sterkste merkbaar aan kassen en
op zichzelveu staande meubelenalles dreunde als bij eenen
zwaren donderslag.
Eergisteren avond is alhier over Middelburg aangeko
men Zijne Exc. de minister van marine Rijk. Gisteren heeft
ZHEd. gestr. de doksluis bezigtigd en de komst van Z. K. H.
Prins Hendrik tegen heden aangekondigd.
De stoomboot de Schelde is gisteren avond van Rotterdam
alhier terug gekomen met militairen voor het garnizoen de
zer vesting."
Op den 16 dezer, des morgens ten 10 ure, is een huis
staande op den Notendijkonder de gemeente Hontenissein
brand geraakt en geheel afgebrand. De oorzaak wordt aan
onvoorzigtigheid toegeschreven.
De heeren graaf van der Duyn van Maasdambaron van
Heeckeren van EnghuizenF. van der OudermeulenA. J.
Vos de IVaelgraaf van Limburg Stirummr. P. G. Se-
venstern en graaf van Bylandt, onlangs door den Koning tot
leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal benoemd
hebben verklaard afstand te doen van de reis- en verblijfkos
ten waarop zij in die hoedanigheid aanspraak zouden hebben.
Door Z. M. zijn tot ridders der orde van den Neder-
landschen Leeuw benoemd de heer/. Beugels, landdeken en
pastoor te Helmond in Noord-Braband en de heer D. Veegens
griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Bij besluit van den 13 dezer, is de heer A. C. IV. H.
Ellinckhuysen erkend als consul van Spanje te Rotterdam.
De tijdelijke minister van financien heeft bekend ge
maaktdat tot op den 14 dezer is uitgegeven een kapitaal
van 4,111,500 aan schatkistbiljetten, daargesteld krach
tens de wet van 20 december 1840.
De heer mr. P. Buyskesraadsheer in het provinciaal
geregtshof van Zuid-Hollandheeft dezer dagen aan de
regering der stad Enkhuizen aangeboden het in de geschie
denis bekende zwaard van graaf Maximiliaan van Bos-
su, laatstelijk afkomstig uit de roemrijke familie der ó'^-
meynsvan welke de edele gever van moederszijde afstamt.
Dat zegeteeken uit den tachtigjarigen strijd voor de staat
kundige en godsdienstige vrijheid waaraan Enkhuizen zulk
een belangrijk aandeel heeft genomen is door de stedelijke
regering met de meeste erkentelijkheid ontvangen en wordt
nu op het raadhuis bewaard waar het door de belangstellen
den bezigtigd kan worden.
Volgens het Algemeen Handelsblad zijn in het cholera-
hospitaal te Amsterdam gedurende de afgeloopen week in
het geheel slechts 7 lijders ingekomen waarvan 4 zijn over
leden 2 genezen en 1 nog in behandeling gebleven.
De Groninger courant zegt met leedwezen te moeten
mededeelen, dat ook in die stad reeds sedert ongeveer acht
dagenzich eenige gevallen van cholera hebben opgedaan.
Men koesterde echter geene vrees dat de ziekte zich zeer he
vig of algemeen zal verspreiden.
Ook te Rotterdam heeft een cholera geval plaats gehad
een passagier met de Engelsche stoomboot aangekomen is
door die ziekte aangevallen en in het gasthuis bezweken.
Tweede Hamer der Staten-Generaal.
Zitting van 18 october.
Is ingekomen een koninklijk besluit, van heden gedagtee-
kend waarbij jhr. IV. Boreel van Hoge landen benoemd wordt
tot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ge
durende de tegenwoordige vergadering. De heer Boreel van
Hogelanden heeft het hem op nieuw opgedragen voorzitter
schap met de navolgende rede aanvaard
Edel Mogende Heeren
Ten derde male door U Edel Mogenden tot voorzitter
dezer vergadering gekozen en door den Koning daartoe be-
noemd vrees ik, niet naar waarheid te kunnen ujtdrukken
mijn gevoel van erkentelijkheid voor dit zoo herhaalde en zoo
vleijende blijk van uw vertrouwen van uwe welwillendheid
Ik schat dit te hoogerEdel Mogende Heeren omdat ik
meen daarin tevens te mogen zien een bewijs van goedkeu
ring van mijne handelingen als voorzitter dier gewigtige ver
gadering, zoo onlangs nog hier vereenigdom, door hare
bekrachtiging, wijzigingen in onze Staatsregeling tot stand te
helpen brengen. Die veranderde instellingen zullen niet zon
der invloed op het toekomstige lot van Nederland zijn.
Onder Gods zegen kunnen zij tot het heil van het Vader
land strekken, indien ieder staatsburger het vaste voornemen
opvatom met ijver en belangstelling tot de goede werking
der nieuwe instellingen het zijne toe te brengen en wel te
gedenken dat het algemeene belang dit van hem als burger-
pligt vordert.
Edel Mogende Heeren wij weten dat de bestemming de
zer vergaderinggedurende de pas geopende zitting van
voorbijgaanden aard ishaar werkkring zal waarschgnlqk
zeer beperkt zijnmaar wierd zij echter geroepen tot eeni-
gen gewigtigen maatregel mede te werken zal zij ook
deze hare taak met dien ijvermet die naauwgézetheid ver
vullen die haren moeijelijken en veelvuldigen arbeid in de
laatste zitting steeds gekenmerkt hebben, en wanneer wij dan
ook na die volbragt te hebben deze plaats aan onze op-
volgers zullen inruimendan zullen wij het doen met het
vertrouwen, dat ook zij bezield zullen zijn met die vader
landsliefde, met die gehechtheid aan troon en wet, met die
zucht tot handhaving van ware vrijheid en orde, die in Ne
derland, bij eiken stand der maatschappij, in ruime mate
gevonden wordten zonder welke de geschiedenis leert het
eiken daggeen volksgeluk denkbaar is.
Edel Mogende Heeren ik verklaar het voorzitterschap te
aanvaarden.
Onder andere stukken zijn bij de Kamer ingekomen
Een wets-ontwerp tot regeling der ontvangsten en uitga
ven van het fonds der consignatien over 1841—1847; het
verslag der algemeene rekenkamer omtrent hare werkzaamheden
gedurende het jaar 1847 en de rekening van het pensioen
fonds voor burgerlijke ambtenaren over de tweede helft van
het jaar 1846.
Hierna is benoemd: 1. de commissie tot de verzoekschrif
ten 2. na de trekking der afdeelingen derzelver voorzitters
en onder-voorzitters; 3. de commissie voor het adres van
antwoord op de troonrede en 4. de commissie voor de
huishoudelijke zaken der Kamer.
Bsntcuïftu&ödïe
Duitschland. IVeenen 13 october. Inde zitting van
denrijksdags van heden, gaf de president kennisdat de per
manente kommissie heden eene proclamatie had uitgevaardigd,
waarbij alle openbare kassen en gebouwen aan de bescher
ming van het volk van Weenen werden aanbevolen. Het
viel der kommissie moeijelijk om de strijdlustige manschap
pen te beletten den vijand aan te vallentot nu toe was dit
echter nog gelukt en had men alles aangewend om den
weg van eene minnelijke schikking in te slaan. Intusschen
werd nog ijverig met de verdedigingswerken voortgegaan.
Gisteren waren uit Stiermarken 500 gewapenden aangekomen
en 3Ó studenten met 2 professoren uit het verwijderde
Salzburg vele duizenden waren nog in aantogt. Uit Olrnutz
was een adres ontvangenwaarin de inwoners dier plaats
hunne syraphatiën voor den opstand te Weenen uitdrukken
en hunne hulpingeval van nood aanbieden. Daarentegen
was uit Olrnutz eene andere proclamatie ingezonden ge-
teekend IVindischgratz waarin deze de bevolking van die
plaats aanspoort de maatregelen niet te belemmeren die tegen
de anarchie te Weenen genomen worden. Andere berig
ten melden, dat de keizer den 14 te Olrnutz zou aankomen.
Graaf van Auersperg hadvolgens een schrijven uit zijn
kamp den ban uitgenoodigdzich terug te trekken. Het
antwoord van laatstgenoemde was echter geweestdat hij
ingevolge hoogere bevelen de Oostenrijksche grenzen gena
derd wasdaar had hij berigt ontvangen van den staat van
zaken in de hoofdstad en het was natuurlijk dat hij zich
als keizerlijk generaal in de landen des keizers niet als een
vreemdeling kon beschouwen.
Heden middag was hier weder alles in alarm daar de
voorposten der Croaten opnieuw naderden doch door een i°-e
geweerschoten spoedig weder verdreven werden. De Hon-
gaarsche troepen staan in de nabijheid van Roth-Neusiedel
2 mijlen van hier. Men kan hunne voorposten van de torens
der stad zienen wanneer zij de keizerlijke troepen aanval
len dan zal niets onze inwoners weerhouden, de Croaten
in den rug te vallen. Intusschen bekomt de ban dagelijks
versterkingen; IVindischgratz zendt alle beschikbare troepen
uit Boheme en Moravie, De gevlugte czechische gedepu
teerden verspreiden in dagbladen en plakkaten de afschuwe
lijkste onwaarheden over de gebeurtenissen te Weenen,
verklaren de minoriteit van den rijksdag (die in veel grooter
getal bijeen isdan volgens de wet gevorderd wordt) als
onbevoegd en verwerpen a priori zijne besluiten terwijl zij
allen die met hen hetzelfde gevoelen zijn toegedaantot
eene bijeenkomst te Brunn bijeenroepen. Ten gevolge daar
van heeft de rijksdag eene proclamatie uitgevaardigdwaarin
hij zegtde eenige legale constitueerende en wetgevende
autoriteit te zijn iedere andere bijeenkomst van afgevaardig
den op eene andere plaats, voor onwettig verklaart, en elke
uitnoodiging daartoe als van nul en geener waarde beschouwt.
Frankfort15 october. De koninklijke Nederlandsche
Staatsraad von Scherf, heeft gisteren aan den rijksbestuurder
een schrijven van Z. M. den Koning der Nederlanden over
handigd, strekkende tot geloofsbrief als buitengewoon gezant
en gevolmagtigd minister bij Z. K. H.
Brieven uit Warschau bevestigen dat een Russisch le
ger gereed staat, om, ingeval van een oorlog in Italië de
Oostenrijkers te hulp te komen.
Keulen 17 october. De Berlijner post is heden niet aan
gekomen en langs dezen weg ontberen wij dan ook latere
tijdingen uit Weenen dan tot den 13 des namiddags, toen
daar alles nog in de grootste spanning verkeerdezonder
dat het tot een treffen gekomen was. Men is nog in het on
zekere hoedanig de stelling is van het leger van Jeilachich
tegen over dat van von Auerspergen waar de hulp is die van
Bohemen aanrukt. Op deze laatste is de meeste hoop des
keizeis gevestigd, zelfs schijnt hij op dit oogenblik terwijl
urn h bjaiji—g^
WAAR.DE STADGENOOTEN
