BIJBLAD VAN DE MIDDELBIJRGSCHE
■tgFï** y
93*.
1848.
van Donderdag 3 *Augustus
MIDDELBURG, den 3 Augustus.
De Nederlandsche Staats-Courant van gisteren
behelst het navolgende rapport van den tijdelijken
minister van justitie aan Z. M. den Koning inge
zonden
's Gravenhage 31 Julij 1848.
Sire!
lk herhaal hier schriftelijk hetgeen ik de eer had
Uwe Majesteit mondeling mede te deelendat de
Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft verworpen
het wets-ontwerp tot afschaffing van wreedenutte-
looze en naar mijne zienswijze schadelijke straffen
en gelijkelijk heelt verworpen het wets-ontwerp tot
niet-aanvulling van vacatures in de Provinciale Hoven
en alzoo terstond heeft belemmerd de eerste stap
pen op den weg van bezuiniging door vereenvoudi
ging, zonder krenking van verkregene regten.
Sire! loen Uwe Majesteit mij in een zeer moei-
jeLjk oogenblik in haren raad riep meende ik mijnen
bijstand niet te mogen weigeren. Ik hoopte tot her
stel handhaving en bevestiging van orde en rust te
kunnen medewerken ik meende dat daartoe de op
gewekte volksgeest moest worden geleid, maar niet
moest worden onderdrukt. Ik maakte deel uit van het
ministerie door graaf Schimmelpeminck gevormdom
dat ik het er voor houden moestdat hij het met mij
over dé hoofdbeginselen eens was. Toen later bleek
dat hij het ontwerp van Grondswets-herziening, zoo als
het door de meerderheid in den Raad was vastgesteld,
niet kon verdedigen, en Uwe Majesteit eene keuze
moest doen tusschen het gevoelen der meerderheid
en dat der minderheid heb ik geen stap gedaan om
Uwe Majesteit tot mijn gevoelen over te halen; ik
heb integendeel verklaard dat ik zoo Uwe Majesteit
graaf Schimmelpeminck met de vorming van een nieuw
ministerie belastte, geen enkel woord van tegenstand
zou doen hoorenomdat ik den toestand van Europa
zoodanig vond dat het pligt was elke Regering al
voldeed zij niet geheel aan mijne beginselenveeleer
te ondersteunen, dan te bestrijden en te verzwakken.
Door Uwe Majesteit met mijne ambtgenooten
geroepen om een eenstemmig ministerie te vormen,
heb ik verklaard daartoe alleen te kunnen over
gaan na te hebben blootgelegd de beginselen
waarop de Regering in de gegevene omstandighe
den behoorde gevestigd te zijnen waarvan het
hoofdpunt, buiten het ontwerp van Grondwets-her-
zieninggelegen was inbezuiniging door vereen
voudiging.
35 Ik had gehoopt, dat met het oog op de van
dag tot dag meer dreigende omstandighedenmen
hier te lande de handen ineen zou hebben gesla
gen, en, ten minste voor het oogenblik, zoowel de
zoogenaamde partij van hel behoud als die van rui
men vooruitgang en zeer democratische beginselen
de Regering zou hebben ondersteund.
Ik zwijg hier van die onruststokers en geluk
zoekers welke in eene w'ijziging van het Staats
bestuur niet het belang des Vaderlandsmaar slechts
een middel van eigen verheffing of tot herstel van
hunnen, door eigen schuld vervallen, toestand, zien.
Deze ongelukkigen had ikvan de eerste oogen-
blikken afdat ik tot het bestuur kwamreeds tot
vijanden gemaakt. Maar ik doel vooreerst op het
gedrag van hendie het oude willen behouden en
hun stelsel van behoud thans in een stelsel van te
genstand ten aanzien van alles wat naar hervorming
gelijkthebben doen overgaanen waaraan zich
blijkbaar de meerderheid der Eerste Kamer bij de
verw erping der twee wets-ontwerpendoor mij voor
gesteld heeft gesloten. Ik bedoel voorts de schrij
vers van vele dagbladen en vlugschriftendie den
geest van omkeering zoover drijven, dat zij de uit
voering der wet door de Regering, en het ophou
den van den luister dér Kroon en van de onaf
hankelijkheid der Natiegeldverspilling noemen.
33 ik had gehoopt niet op onbepaalde goedkeu
ring maar op ondersteuning en medewerking. In
die hoop heb ik mij bedrogen gevonden.
Nog kan ik niet gelooven dat geene dezer
partijen een offer zou willen' brengen op het altaar
des Vaderlands, en ik moet het er alzoo voor
houdendat er bijzondere redenen moeten zijn
waarom ik in het bijzonder tegenstand van eene zijde
ontmoetdie vooral belang heeft in het behoud van
rust en orde,
Ik wilSiremij in geene gissingen begeven.
Genoeg is het hier op te merkendatom in
deze tijden de rust te bewaren en de uitvoering der
wret te verzekerenen dat is in de allereerste
plaats de roeping .van den minister van justitie,
men ten minste bij de aanzienlijken van den lande
medewerking moet ontmoeten en dat wanneer deze
daarvoor tegenwerking in de plaats stellenen dien
minister zoo doende zijne morele kracht ontnemen
het lijd is om die gewigtige betrekking neder
te leggenen Uwe Majesteit aan te raden een an
der tot vervulling daarvan te roepen.
Zonder invloed zonder groote zedelijke kracht,
is de plaats aan het hoofd der policie onhoudbaar.
33 Zonder eenigen bijzonderen maatregel, zonder ge
legenheids-wetten zonder krenking van de vrijheid
van drukpers, alleen door zedelijken invloed en het
handelen zonder verwijlis gedurende meer dan vier
maanden de rust bewaard, of, waar die gestoord
w ashersteld. De Eerste Kamer heeft het eerste
werktuig in mijne hand gebroken; het tweede is
daardoor krachteloos geworden.
Ik ben alzoo verpligt, Sire, nu van Uwe Majesteit
te komen vragen, wat ik op 18 maart jl. als voor
waarde van de aanvaarding der portefeuille stelde
dat mij zonder eenige vergoeding voor de groote
opoffering die ik deed mijn ontslag zou worden ver
leend wanneer ik dat in het belang des Vaderlands
vorderde
Ik vraag dit ontslag met te megr gerustheid, daar
het werk der grondwets-herziening is voltooid en de
Regering w el tot het besluit zal komen om zich niet
in de beraadslagingen der Kamers te mengen, maar
aan haar de beslissing over te laten of zij door eene
aanneming der twraalf wets-ontwerpen voldoening aan
de Natie w illen gevenof door eene verwerping de
rust van het Rijk op het spel zetten.
Het trouwe Nederlandsche volk zal, ik reken er
op met kalmte die beslissing afwachten en in geen
geval zijnen Koning afvallen.
De tijdelijke Minister van Justitie
D. Donker Curtius."
Zijne Majesteit heeft dit rapport en het daarbij
gedaan verzoek in overweging genomen, maar daarop
nog niet beschikt.
TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS,