MIDDELBURGSCHE
C 0 II1 A N i
N°. 66.
Bonclerdas:
!3'48.
U3
1 Junij.
ilcbcvlanÏJctt.
-
Door plaatsgebrek hebben wij twee Administrative
stukkenwaarvoor ons heden de plaatsing was ver
zocht tot een volgend No. snoeten overhouden.
MIDDELBURG den 31 mei. Door de Nederlandsche
handel-maatschappij zijn bevracht 26 schepen, als: voor
Amsterdam 14; voor Rotterdam 10; voor Dordrecht 1,
en voor Middelburg 1 de Pkoenixkapitein P. J. Kasse.
Door het korps muziekanten der stedelijke schutterij zal
morgen avond, (donderdag) bij goed weder muziek worden ge
maakt op de nieuwe wandeling tusschen de Noord- en Seis-
poort.
Wij zijn verzocht onder de aandacht van belangheb
benden te brengen dat de stoomboot de Stad Vlissingen op
aanstaanden dingsdag den 6 junij, zoo vroeg van Vlissingen
afvaart (te weten des morgens ten half vijf ure) dat die ge
nen, welke verlangen de algemeene vergadering der maat
schappij van landbouw bij te wonen, nog tijdig genoeg te
Hulst kunnen aankomen, en niet verpligt zijn daags te voren
te vertrekken.
Te Vlissingen heeft op eergisteren een droevig ongeluk
plaats gehad. Bij het werken aan een legen waterput stortte
een der arbeiders, die daarin was gedaald, door stiklucht
bevangen, ter neder; men schoot dadelijk ter zijner hulp
toe en had het geluk hem nog een touw om het midden te
kunnen vast maken, maar twee der edelmoedige redders die
zich in den put hadden gewaagd, zijn het slagtoffer hunner
menschlievendheid geworden en gestikt uit den put opge
haald terwijl de arbeider nog levend maar in zeer be
dwelmden toestand is gered. Er wordt alle mogelijke genees
kundige hulp aangewend om hem het leven te doen behouden.
Men meldt uit Zwijndrecht, nabij Dordrecht, den 28
dezer: Heden nacht ten één ure is in deze gemeente in
de woning van den smid M. Fliegentharteen felle brand
uitgebarsten welke zoodanig heefc voortgewoed dat reeds
in korten tijd dertien huizen eene prooi der vlammen waren
gewordentwee menschende huisvrouw en schoonzoon
van den assessor A. Loswelke zich in een brandend huis
bevonden om goederen te bergen zijn op eene jammerlijke
wijze omgekomen. Het verbrande is voor een groot gedeelte
tegen brandschade verzekerd enkele van de huisgezinnen
welke de verbrande huizen hebben bewoond zijn door den
brand van alles beroofd geworden. De oorzaak is onbekend."
LI. zaturdag ochtend heeft Z. M. de Koning ook de
troepen der bezetting te Amsterdam bestaande uit twee ba-
taillons van het 8ste regem.inf.twee escadrons van het 2de
regem. drag. en een detachement mariniers op den Dam in
oogenschouw genomen, waarna Z. M.vergezeld door
Z. K. H. Prins Hendrik, op het balcon van het paleis is
verschenen, om de van alle zijden zamengestroomde menigte
nogmaals te begroeten. Ook ditmaal is Z. M. zoo door de
troepen, als door de bevolking, met ongeveinsde blijken van
liefde en aanhankelijkheid luide toegejuicht geworden.
Voor de inspectieheeft Z. M. het beursgebouw en de
aangevangen werken tot droogmaking van den Buikslooter
Ham bezigtigd.
Zondag heefc Z. M. de voormiddag-godsdienst-oefening
in de Nieuwe kerk bijgewoond.
Na den middag heeft Z. M. den Zoölogischen tuin van het
genootschap Natura Artis Magistra met een bezoek vereerd
waar een zeer groot aantal leden was bijeen gekomen om
den Vorst te verwelkomen. Het uitmuntende orchest van den
heer E. Stumpf voerde tal en keur van schoone muziek
stukken uit.
Zondag avond ten 7 j- ure, is Z. M. met Z. K. H. Prins
Hendrik en gevolg, per spoortrein, naar de residentie terug
gekeerd en aldaar ten 8-J- ure aangekomen.
Naar men verneemt, heefc Z. M. benoemd de navol-
de officieren der schutterij te Amsterdam de heeren majoors
A. H. Kramp, jhr. P. II. BickerIV. de Vos Jr.F. IV.
Fabius en M. Heemskerk, als ridders der orde van den Ne-
derl. leeuw en de heeren kapiteins II. ter HorstJ. J. Ki-
chei-er er. J. C. Recklebenals ridders van de Eikenkroon.
Te Rotterdam wordt thans ook een aan den Koning
gerigt adres onderteekend, waarin aangedrongen wordt op
eene" spoedige afschaffing der slavernij in de Nederlandsche
koloniën, met bepaliftg, dat eene wet tot schadeloosstelling
der eigenaars zal worden aangeboden in de eerste zitting der
Staten-Generaalvolgende op de afkondi
■ringen in de Grondwet.
De gedeputeerde staten van Limburg hebben den 26
dezer eene mededeeling van den Raad van ministersdoor
den minister Donker Curtius onderteekend, bekend gemaakt,
hoofdzakelijk inhoudende, dat de belangen van het geheele
hertogdom steeds met de grootste naauwgezetheid door het
Nederlandsche bewind behartigd zullen worden dat het gou
vernement voornemens isde lasten der mindere klassen te
verligten dat echterterwijl de lasten op de meer gegoe
den worden overgebragt, in de dienst voorzien moet wor
den dat het welzijn van allen afhangt van het behoud van
orde en rust; dat het gouvernement de door een groot aan
tal ingezetenen van Limburg kenbaar gemaakte wenschen
betreffende de vrijheid van godsdienst, van onderwijs en van
vereeniging niet uit het oog verliestevenmin de gelijk
matige opdragt van ambten dat derhalve de gedeputeerde
staten worden uitgenoodigdom voor vacaturen bij voor
keur Limburgers voor te dragen die door kunde en braaf
heid de achting hunner medeburgers bezitten dat eene be
langrijke vermindering der geadmodieerde belastingen zal
plaats hebben zoodra de middelen tot dekking van het daar
door ontstaande verlies bepaald zullen zijn dat intusschen
de bestaande wetten met eene matiging, die veerkracht niet
uitsluit, behooren gehandhaafd te worden.
nng der verande-
we prefect van policie, Irouvè-Chauvelheeft aan de be
woners van Parijs eene proclamatie gerigt, waarin hij hen
aanspoort om niet het oor te leenen aan de oproerige rede
nen der voorstanders van regeringloosheid en tevens hen
waarschuwt 0111 aan geene zamenscholingen deel te nemen.
Brieven van den prins de Joinvillezaturdag morgen ont
vangen, melden, dat hij naar Brazilië vertrokken is. Naar
men zegt, zal de kapitein-ter-zee Touchard hem als secre
taris vergezellen.
Uit Algerie schrijft men dat vrij ernstige onlusten in de
stad Bona zijn uitgebroken.
De minister van justitie heeft eene wet op de echtschei
ding voorgedragen; de nationale vergadering ontving die
voordragt met veel gedruis en gemompel.
Belgie. In den Moniteur is onder dagteekening van
den 26 meide wet betrekkelijk de parlementaire hervor
ming afgekondigd, terwijl dat blad tevens een besluit des
konings van den 27 bekend m.aaktwaarbij de senaat en de
kamer van afgevaardigden ontbonden en de kiesvergaderingen
tegen den 15 junij bijeengeroepen worden om nieuwe keuzen
te doen. De bijeenkomst der nieuwe kamers is op den 26
junij bepaald.
De prins van Pruissen is eerst den 23 ten 6 ure te Os-
tetide aangekomenZ. K. PI. bedankte voor de militaire
honneurs die men hem wilde bewijzen ten 9 ure heeft hij
met den generaal Cruquembourg en den Pruissischen ambas
sadeur, Ostende verlaten.
van de Algemeene Vergadering van
Men verneemt, dat de ontwerpen tot wijziging der
■Grondwet thans bij. den Raad van State zijn ingekomen, en
door denzelven worden overwogen.
Bij koninklijk besluit van den 19 mei 11., wordt be
haald dat de groote of zout-haringvisscherij voor het loo-
oende jaar 1848 zal mogen worden aangevangen op den 10
junij eerstkomendeen dat mitsdien de netten voor het eerst
zullen mogen worden uitgeworpen, om in volle zee haring
ie visschenin den avond van oen 10 junij.
Bij de wet van 18 mei 1848 medegedeeld in de Staats
courant van gisteren wordt bepaald dat het batig slot van
de rekeningen der koloniale remises, over het jaar 1846,
ten bedrage van 3,652,000 bepaaldelijk bestemd is tot dek
kingder uitgaven, begrepen in de Staats-begrooting van dat jaar.
'De heer J. T. Zur Mühlen is erkend als vice-consul
van Sardinië aan den Helder.
Wij vernemen dat de onthulling van het standbeeld van
Prins Willem I, op bet plein te 's Gravenhage den 5 junij
zal plaats hebben. Het is echter nog niet bekendof dit
met eenige piegtigheid geschieden zal.
De wedrennen nabij het Loo zullen dit jaar op 27 en
29 junij en 1 julij gehouden worden.
Men schrijft uit Amersfoortdat het staats-examen
voor de jongelieden, die ter rolle van de studenten aan eene
van 's Rijks hoogescholen of athcna:a wenschen ingeschreven
te wordendit jaar i» genoemde stad zal gehouden worden.
ÏBuitenlandsche Tijdingen.
Engeland. De ministeriele bladen betoonen zich verbol
gen over de verwerping der bill betreffende de toelating der
Israëliten als leden van het parlementdoor het huis der
lords. Te Dublin heerschte nog altijd veel spanning wegens
het regtsgeding van den heer Mitchel-, het gouvernement
te Londen zou door seinen kennis hebben bekomen dat de
jurij hem heeft schuldig verklaard. De uitvoer van specie
naar het vaste land blijft zeer aanzienlijk. De beurs was
flaauw.
Oostenrijk. De keizer is nog te Insbruck. Uit onderschei
dene gedeelten zijner Staten ontvangt Z. K. M. betuigingen
van verknochtheid zijner onderdanen en verzoeken om naar
Weenen terug te keeren. In Hongarijen schijnt men tot
meer broederlijke eensgezindheid ten aanzien van Oostenrijk
terug te keeren en daardoor aan de monarchie een nieuw
aanzien en leven te willen geven. Ook Walachije wil met
trouw aan het Oostenrijksch keizershuis gehecht blijven. Men
verspreidt dat de Weener akademie bij keizerlijk besluit zou
zijn opgeheven.
Eene deputatie der burgerwacht uit Weenen aangekomen
is bij den keizer ter audiëntie toegelaten.
De berigten uit Triest van den 23 luiden zeer bedenke
lijk. De vereenigde VenetiaanscheSardinische en Napo-
litaansche scheepsmagt, bestaande uit 19 bodems, waaron
der 7 gewapende stoomschepen, was voor die haven ver
schenen en dreigde met een aanval. Men was ten hoogste
bekommerd wegens de gevolgen en de Britsche stoomboot
Terrible had de haven verlaten.
Pruissen. De Pruissische troepen trekken naar Rendsburg
terug. Men wil weten dat er een wapenstilstand is gesloten
tot opmaking der vredespreliminairen met Denemarken en
Duitschlandten gevolge der bemiddeling van de Britsche
regering. Uit Koppenhagen blijven de berigten echter nog
oorlogzuchtig, men steunt aldaar op den bijstand van Zwe
den en Rusland.
Italië. Geheel het land is verontwaardigd over de
gebeurtenissen te Napelsen de haat tegen den koning is
algemeeninmiddels verdedigen de organen van de priester
partij het gedrag van den koning en beweren dat de libera
len met de burgerwacht de aanranders zijn geweest. In Rome
heerscht een bedenkelijke spanning; de paus volhardt in zijn
besluit om geenszins den oorlog aan Oostenrijk te verklaren,
maar het ministerie gaat zijn gang, zoo dat men Z. H. kan
beschouwen als van het wereldlijk beheer ontzet. In Parma
heeft de bevolking den bisschop verdreven. Wegens de
krijgsverrigtingen in Lombardije is geen belangrijk nieuws.
Frankrijk. Uit de departementen waren de berigten
omtrent de volksbewegingen meer gunstig. Te Parijs was de
rust ook niet verder gestoorden men had door vertooning
van militaire magt de onrustigen in toom weten te hou
den. De heer Trèlatminister van openbare werken heeft
bekend gemaakt dat de nationale werkplaatsen, die zoo veel
stof tot ontevredenheid gaven zullen worden opgeheven. De
directeur der werkplaatsen Emile Thomas is gevangen geno
menomdat hij hem toevertrouwde gelden misbruikt had.
Volgens eene merkwaardige opgave, zoude men onder de
arbeiders der nationale werkplaatsen 30 k 40,000 personen
vinden die niet tot het departement der Seine behooren,
11 k 12,000 vrijgelaten galeiboeven en 12,000 die bij hun
werk aldaar nog het ambt van portiers waarnemen. De nieu-
PBÖGKAÏ1IÏA
het Zeecwsch
Genootschap der Wetenschappen, ge
houden op Woensdag den 24 Mei 1S48
in het Museum te Middelburg.
De Voorzitter, Jhr. B. de Jonge, opende de vergadering
met een verslag van 's Genootschaps werkzaamheden en lot
gevallen, sedert de laatst gehoudene Algemeene Vergade
ring in Mei 1845.
Naardien op de, bij het Programma van het zoo even
genoemde jaar, voorgestelde vragen geene antwoorden wa
ren ingekomenbesloot de vergadering tot de intrekking
van de vraagnopens de vorming cn verdiensten van Galenus
als ontleedkundige alsmede van die welke betreft de ver
diensten der Nederlanders omtrent de studie der Classieke
oudheid.
Voorts tot de herhaalde uitschrijving van de acht vol
gende vragen in sommigen van welke met eene kleine wij
ziging der vroegere redactie zal opmerken.
1°. Vermits het Genootschap den hoogsten prijs blijft stel
len op de verwezenlijking van zijnen wensch omtrent
de daai'Stelling eener Flora Zelandiaezoo blijft het
steeds vragen
Voor ieder der vijf Districten van de Provincie Zee
land afzonderlijk eene zoo volledig mogelijke ver
zameling van de in ieder derzelvc voorkomende
planten, met zoodanige beschrijving van dezelve
als met de wetenschappelijke vorderingen der te
genwoordige kruidkunde overcetikomslig is.
Men zij bij de beantwoording indachtig aan de wenken
en bepalingen, die in het Programma van 1842 breedvoe
rig zijn opgegeven.
2°. Eene naauwkenrigezakelijke en korte, aan den tegen
woordigen slaat der wetenschap beantwoordende statisti
sche beschrijving der Provincie Zeeland.
3°. Eene zoo veel noodig door eene kaart of kaarten opge
helderde naauwkenrige geologische beschrijving van de
Provincie Zeeland.
4°. Eene geschiedenis der volkplantingen, door cle Zeeuwen
aangelegd en veroverd op de kust van Guiam, als aan
Ilio-EssequeboBerbice, Suriname en cle daar omstreeks
gelegene eilanden St. EustatiusTabago enz.vooral
met betrekking tot de wijze, waarop zij daarbij zijn te
werk gegaanzoo in het uitgeven van gronden en het
aanleggen van Plmlngicn, als in het doen bewerken
daarvan hetzij door slaven, hetzij door vrije handen;
waarbij ook moet vermeld worden hetgeenoj' als instel
ling of als plaatselijke benamingden stempel van
Zeeuwsche herkomst draagt.
Hierbij wordt wederom herinnerd dat het antwoord zich
kan bepalen tot aan het tijdstip waarop de bedoelde ko
loniën opgehouden hebben uitsluitend een eigendom te zijn
van Zeeland of van Zeeuwenzoodat men voegzaam ten
aanzien van Suriname met 1682 of 1683 en met opzigt tot
Tabago of Nieuw-Walcheren met 1677 zou kunnen beslui
ten. Een beknopt overzigt der verdere lotgevallen en van
den tegenwoordigen toestand dier koloniën zal echter de
waarde van het antwoord verhoogen; hetwelk, zoo men
hoopt, ook uit ongedrukte bescheiden een meerder of nieuw
licht over het aangeduiden onderwerp zal verspreiden.
5°. Daar de armen-verzorging in Nederland op onder
scheidene tijden of meer door de kerkelijke gemeen
ten of meer door de burgerlijke besturen werd waar
genomen
zoo wordt gevraagd
In hoe verre behoort hier te lande dei zorg r,oor en
het bestuur over de armen aan de kerkelijke ge
meenten in hoe. verre aan het burgerlijk bestuur
opgedragen te zijnl Op welke gronden berusten
beider pligt en regten hoe worden dezelve juist
omschreven