MIDDELBURGSCHE
COUR 4 T.
W. 56.
Dingsdag
1848.
9 Mei.
NIEUWSTÏJ DINGEN.
©coot-lSvittanjc.
JVanft rijft.
ülcïSci'ïattfcctt.
,-V-
LONDEN den 3 mei. Het hof is gisteren van het eiland
Wight in deze hoofdsrad wedergekeerd.
Eergisteren vierde de hertog van Wellington zijnen 7psten
verjaardag.
De zitting van het lagerhuis leverde heden althans
zoo ver de mededeelingen deswege gaan kunnen, weinig be
langrijks op. De minister Grey gaf eenige inlichtingen aan
gaande het te Limerick voorgevallene; een aantal verzoek
schriften kwam ter tafel en de heer Urquhart kondigde
zijn voornemen aan om morgen den secretaris van Staat voor
buitenlandsche zaken over Engeiands betrekkingen met Dene
marken en Pruissen te onderhouden.
Het gerucht wegens een of- en defensief verbond
dat tusschen Denemarken Zweden en Rusland gesloten zou
zijn, heeft hier een diepen indruk gemaakt.
De Iersche onderkoning heeft bij proclamatie de ver-
eeniging van den Raad der Driehonderden en het aanwer
ven voor de Iersche nationale garde verboden. Ook heeft
hij de stad Limerick in staat van oorlog verklaard.
Laatstleden zaturdag is de rust te Limerick op eene ern
stige wijze verstoord niet door een opstand tegen de rege
ring maar door een hooggaanden onderlingen twist tusschen
de Repealers.
De berigten van Liverpool en andere fabrieksteden
luiden zeer gunstig en melden eene trapsgewijze vermeerde
ring der handelszaken en toeneming van het vertrouwen.
Een der feiten, die deze meening bevestigen, is de aanmer
kelijke vooruitgang die de fondsen en spoorweg-actien sedert
eenige dagen ter Londensche beurze ondergaan hebben.
PARIJS den 4 mei. De opening der nationale vergade
ring heeft heden plaats gehad, onderden duizendwerf, zoo
binnen als buiten de vergaderzaalherhaalden kreet van
leve de republiekTot op het ver'rek van den post was de
rust nergens verstoord noch zelfs bedreigd.
Reeds vroeg in den morgen bevond zich eene ongeduldige
ontzettende menigte op het plein de la Concordein de
straten Rivoli de la Paix en op de Boulevardsdrie le
gioenen nationale garde, alsmede de mobile nationale garde,
onder den generaal Duvivierstonden op hunne posten
twee regementen kavalleriede nationale garde te paard
de republikeinsche gardeenz. stonden in de straten ge
schaardde menigte troepen en volks, het gejuich, het ge
zang, de krijgsmuziek, alles maakte een' verdoovenden
indruk. Ten half een ure begaven de leden van het voorloo-
pig gouvernement zich blootshoofd, te midden van de on
afgebroken kreten van leve de republieken leve het voor-
loopig gouvernementvan het paleis van justitie naar de ver
gaderzaal en wel in de volgende orde
De heeren Flocon en AlbertBethmont en Louis Blanc
Ledru-Rollin gaande tusschen de heeren Lamartine en Ju
les Bastide (onder-secretaris van Staat voor de buitenlandsche
zaken) Fr. Arago Garnier-Pages en MarieDupontde
1'Eure ondersteund door de heeren Cremieux en Pagnerre
daarop volgde de prefect van policie Caussidièrede heer
Marrust, zijne adjuncten enz., een talrijke staf en gedele
geerden van alle Parijsche scholen.
De vergaderzaal was inmiddels allengs gevuldnaar men
rekent met ongeveer een 7ootal leden. Ten half een ure
werd het korps diplomatiek binnengeleid bestaande echter
alleen uit de gezanten van Venezuela, van centraal Amerika,
in militaire uniform, en lord Normanby in burgerkleeding
ook de heer Peruzzigezant van Toskane. De leden zijn
meerendeels nog in hunne gewone kleeding waarvan som
mige, naar de provinciën van waar zij afkomstig zijn iets
zeer oorspronkelijks hebben men onderscheidt den abt La-
cordaire in dominicaner-klèedingde meeste leden plaatsen
zich op de banken der linker zijde. Het oudste lid der ka
mer de heer Audry de Puyraveau neemt den voorzitter-
stoel ineven als de zes voorloopige secretarissen hunne
plaatsen. Weldra kondigt het gebulder van het geschut de
komst van het voorloopig gouvernement aan, dat in de zaal
met de uitbundigste toejuiching van de leden ontvangen wordt.
De president verklaart de zitting geopend en de heer Du-
pont de 1'Eure de voorzitter van het voorloopig gouver
nementbeklimt de tribune, waar hij eene zeer eenvoudige
en korte aanspraak houdt, die vrij dikwijls door de bravo's
der vergadering afgebroken wordt.
Na den heer Dupont beklom de heer Cremieux de tribune,
om aan de burgers volksvertegenwoordigers te verkondigen
namens het souvereine volk dat de arbeid der vergadering
aangevangen had, en de volksvertegenwoordigers uitgenoodigd
werden zich in hunne bureaux te vereenigen om tot de ve
rificatie hunner volmagten over te gaan. De leden begaven
zich daarop te dien einde in de bureaux. Ten drie ure werd
de vergadering weder geopenden rapport uitgebragt door
den rapporteur van het eerste bureau over de verkiezingen
in de zeven departementen Ain Ardèche, Aude Ardennes,
Aube en Bouches du llhoneen deze verkiezingen goedge
keurd op die van één lid na, wiens geboorte-acte ontbrak.
De heer Ollivieruit laatstgemeld departement, deed daarop
een voorstel, dat ieder lid, na zijne toelating, den eed aan
de eene en onverdeelbare republiek zou afleggen. Op ver
scheidene banken verzette men zich hiertegen. De heer
Cremieux zeidedat het misbruik van den eed in de laatste
60 jaren zoo groot geweest wasdat een der eerste acten
van het voorloopig bestuur geweest was hem af te schaffen.
Van het oogenblik dat iemand in deze vergadering zetelde
kon hij niet dan republikein zijn. In denzelfden geest sprak
de heer Decouxen toen de president het voorstel in om
vraag wilde brengen trok de heer Ollivier het in daarop
werden de rapporten uitgebragt van het onderzoek in de 1 8de
12de, (5de, 4de en 3de bureaux, en alle leden nagenoeg
zonder aanmerkingen toegelaten.
In de zitting van den 5 dezer, is men voortgegaan met
de rapporten over de verkiezingen vervolgens tot de be
noeming van eenen voorzitter men begon des namiddags ten
3 ure, en men was ten 5 ure daarmede nog bezig.
Het gerucht wilde dat de beer Tenard, van Rouaan die
als procureur-generaal bij den jongsten opstand aldaar veel
veerkracht heeft betoond tot president der vergadering zou
gekozen worden. Voorts wil men dat het uitvoerend be
wind, tot op de voltooijing der constitutie, aan drie leden
van het voorloopig gouvernement, de heeren Dupont de
1'Eure Arago en Lamartineals consulszou opgedragen
worden doch men erkent tevens dat deze combinatie reeds
morgen kan gewijzigd worden of vervallen als de partijen
zich meer tegenover elkander in de kamer hebben gesteld.
Voor het oogenblik bleek er niets van oppositie zoo wel
legitimisten als lieden der zoogenoemde bergpartij en voor
standers van het regentschap bewaarden voor het oogenblik
het stilzwijgen.
Te oordeelen naar den schijn naar de heerschende kalmte
naar de eenstemmigheid die heden ouder de geheele bevol
king zigtbaar was; naar de blijdschap, die in de vólkshoo-
pen scheen te wonen en geene plaats te laten voor eenige
andere bezigheid meende men alle ongerustheid te kunnen
verbannen en zich geheel aan de hoop te mogen overgeven.
Maar ongelukkig is dit welligthet geval niet. Men kan het
niet verbergenwant dit zou tot niets dienstig zijnhet op
roer loert, en zal heden niet, morgen niet uitbreken, maar
toch nadert het aireede en niemand kan berekenen hoe lang
de rust nog duren zal. Men neme in aanmerking, dat er
wordt gesproken van oproer, niet van omwenteling of op
stand. De zaak der orde zal echter waarschijnlijk zegepralen.
Dat de provisionele regering ook bezorgdheid koestert
blijkt uit eene door haar uitgevaardigde proclamatie, waarbij
zij waarschuwt tegen de pogingen der oproerstokers en de
medewerking verzoekt van alle beminnaren des vaderlands.
De Moniteur vermeldtdat er weder verscheidene cre-
dieten zijn geopend onder anderen een van 1,850,000 fr.
en een van 80,119,419 fr. voor het departement van oorlog.
Eergisteren is de generaal Oudinotde bevelhebber
van het Alpenlegernaar zijn post vertrokken. Het gerucht
heeft zich daarop verbreiddat hij het bevel had medegekre-
gen zijne troepen de grenzen te doen overtrekken. Heden
wordt echter aan dat gerucht weinig meer geloofd.
De generaal Duvivier heeft zijne betrekking als kom-
mandant der mobile nationale gardeop grond zijner ver
kiezing tot volksvertegenwoordiger, neergelegd.
MIDDELBURG den 8 mei. Als eene bijzonderheid ver
dient vermeld te worden, dat op den 4 dezer te Westkapelle
in den hoogen ouderdom van 91 jaar is overleden PieterCor-
r/elis Minderhoudnalatende eene weduwe, met welke hij
juist óp den dag zijns overlijden het 66ste huwlijksjaar was
ingetreden.
De 'rGravenhaagsche Nieuwsbode meldt het volgende:
Van elders zullen onze lezers reeds vernomen hebben
dat de aanstaande terugkomst der leden van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal geene betrekking heeft tot de her
ziening der Grondwet, maar, naar men ons verzekertzul
len H. E. M. zich met enkele andere voordragten hebben be
zig te houden. Daartoe moet behooren een wetsontwerp
strekkende tot voorloopige afschaffing der lijfstraffen hetgee-
selen eti brandmerken en zulks in afwachting dat zal kun
nen worden ingevoerd de Nederlandsche strafwetbij welks
eerste boek zoo als dit onder het voorgaand bestuur in
gemeen overleg met de Staten-Generaal was vastgesteld het
beginsel der afschaffing van alle lijfstraffen reeds is aange
nomen. Voorts spreekt men van eene voordragt van wet,
houdende belasting op het inkomen en zulks ter dekking
van het verliesdat de schatkist zou komen te lijden dooi
de gelijktijdig voor ,te dragen vrijstelling van den accijns
op de rogge en het spek en de vermindering van dien op
andere voorwerpen van gemaal en geslagt."
Men leest in de Nederl. Stoompost een artikel waarin
tot gemoetkoming der armoede wordt, aangeprezen de oprig-
ting eener maatschappij van weldadigheidop» eene groote
schaaltot bebouwing van woeste gronden. Het zij slechts -
wordt daarin gezegd - geene maatschappij waarvan men gel
delijke voordeelen voor de geldgevers verwachtzoo als de
brave en in zijne verdiensten niet genoeg erkende graaf van
den Bosch die had gedroomd het zij eene wezenlijke maat
schappij van weldadigheid die de haar toevertrouwde gel
den gebruikt om aan de minvermogenden huisvesting te ver-
leenen in de nieuwe kolonie en om hun de middelen te
verschaffen om de hun toegewezene gronden te ontginnen.
Dit denkbeeld reeds vroeger door bekwame mannen geop
perd, zij der aandacht van de hooge regering dringend aan
bevolen zij geve daaraan gevolg eer de zich alom openba
rende ziekte eene ongeneeslijke kanker is geworden. Het
stuk is geteekend met de gemakkelijk te ontcijferen initialen
E. W. v. D. v. I.
Den 5 dezer heeft de Hooge Raad, burgerlijke ka
mer, eindelijk uitspraak gedaan in de zaak van den dubbe
len kerkeraad der Hervormde Waalsche gemeente te Amster
dam, eischer, procureur mr. van der Jagtadvokaat mr.
F. C. Donker Curtiustegen den Staat der Nederlanden,
gedaagdeprocureur mr. Clantadvokaat mr. Faber van
Riemsdijk. De Hooge Raad heeft, in tegenstelling der con
clusie, door den procureur-generaal bij den raad, mr. van
Maanen, genomen, met verwerping der ingestelde exceptien
den eisch van den dubbelen kerkeraad toegewezen en mits
dien den Staat veroordeeld tot betaling van den op 1 juljj
1847 verschenen driemaandelijksche termijn der vacatuur-pen
ningen aan de opengevallen predikants-plaats verbonden en
van 1 april af verschuldigd (ten bedrage van ƒ558,641),
en tot voortdurende betaling van alle verdere termijnenzoo
lang de opengevallen plaats niet zal zijn vervuld, en voorts
in de kosten.
Bij koninklijk besluit is de luitenant-ter-zee ie. kl.
J. May, benoemd tot ridder der orde van den Nederland-
schen leeuw.
Het standbeeld van Prins Willem I, bestemd om op het
Plein geplaatst te worden is te 's Hage aangekomen.
Uit Rotterdam wordt gemeld, dat de stedelijke regering
aldaar plannen beraamt van onderscheiden aardten einde
de arbeiders nieuwe gelegenheid tot werk te openen.
Het provinciaal bestuur van Drenthe trachtnaar wij
vernemen en aanvankelijk met goed gevolgden eigendom
der voornaamste Hunnebedden te verkrijgen, ten einde dezel
ve des te veiliger te stellen voor schending of sloping.
Men leest in de Nijmeegsche courantDen 5 dezer
ten half drie ure zijn alhier aangekomen twee compagnien
ligte veld-artillèrie onder bevel van den heer majoor van
Wassenaer, met zich voerende eene batterij ligte zes-ponders,
komende van Venlo, om alhier garnizoen te houden.
Sedert^ eenigen tijd worden onze omstreken zeer ge
plaagd door meikevers welke in buitengewone menigte de
boomen en struiken bezetten en veel nadeel aan de vrucht-
bootnen doen. Men ziet de voor eenige dagen heerlijk bloei—
jende appelboomen van bloem en bladeren beroofd, zelfs de
perenboomen welke reeds gevormd hebben worden als het
ware geplukt."
Onder de te Brussel aangekomene vreemdelingen van
aanzien is de Oostenrijksche gezant in Frankrijk, graaf <T Ap-
ponydie, van Parijs komende, zich met zijne familie naar
Weenen begeeft. Men ziet dus dat zijn vertrek uit de Fran-
sche hoofdstad maar al te gegrond is. Voorts is aldaar ook
aangekomen de generaal Mansbach, gezant des konings van
Zweden aan het hof der Nederlandenen is van daar naar
Nederland vertrokken de graaf en de gravin Pozzo-di-Borgo.
Het Journal de la Haye deelt bijzondere berigten uit
Warschau, van 29 april, mede, voor welker waarheid het
zegt te kunnen instaan. Zij komen hierop neder:
De orde is noch in de stad noch in het verdere land
een oogenblik gestoord geweestevenmin als in de gouver
nementen van Lijfland, van Volhynie en van Podolie.
Op de Posensche grenzen hadden zich benden van Po
len, ten getale van omstreeks 18,000 man gevormd, zoo
men zeide met voornemen zich in het rijk te komen wer
pen maar er stond een korps gereed om hen te ontvan
gen hetwelk al hunne bewegingen gadesloeg en dit
schijnt hen afgeschrikt te hebben van het overschrijden der
grenzen te wagen.
Te Krakau zwierf almede een zesduizendtal gewapende re
volutionaire Polenmaar ook stonden de troepen gereed
om eiken aanval af te weren.
In het keizerlijk leger hcerschen de beste gezindheid en
meeste geestdrift; van al wat de couranten ook van een kom-
plot onder de officieren mogen zeggen is volstrekt geen
woord waar.
Het door diezelfde bladen medegedeelde omtrent eene de
putatie die consessien ten behoeve van Polen van den kei
zer moest gaan verzoekenis mede een louter verzinsel
dat zelfs geene wederlegging verdient.
Op enkele punten van het land hebben zich zendelingen
van de revolutionaire propaganda vertoond maar al hunne
pogingen zijn door de waakzaamheid van het gezag verlamd
geworden.
Het keizerlijk leger in Polen is, uit hoofde van de jong
ste gebeurtenissen, aanzienlijk versterkt geworden, en be
vindt zich in eenen geduchten staat.
Van de Pruissische en Oostenrijksche gouvernementen ont
vangt men de stelligste verzekeringen van hun verlangen oiu
den vrede te handhaven.
De berigten uit Posen luiden bij voortduring zeer be
droevend. Daar heerscht eene volslagen anarchie. De tij
dingen uit Trier bevestigen het berigt van een hevig ge-