MIDDËIBUBCISCHË C O R A IV T. W. 115. Zaturdag 1847^1, 25 September. NIEUWSTIJDINGEN. "ei^ JVrtiik vijlt. iSelgie. £lcbevlAnbcn. ramga^-t^f-.ijiui.wuumiiiü I. nimMra-g^p^» De abomtements-piijs dezer Courant is f2,73 voor drie maanden, en franco 2>er Post f'S. ])e abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomenen de betaling geschiedt comptantof bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vóór 10 tirc, indien men dezelve in het eerst uit te geven nommer wil geplaatst hebben. De Advertentien worden berekend tegen 22 cents de regel, met uitzondering van Huwe lijks- Geboorte- en Doodbekendmahingen waarvan de yrijs isvan één tot zes regels f 1 ,50 en voor iederen regel daarboven 22 cents. "■---- Dezelve behoeven niet op gezegeld papier geschreven te zijnahoo bij elke plaatsing eener Advertentie het Regt van Zegel (35 ets.) moet worden betaald. FRANKFORT den 20 september. Naar luid van bijzon dere brieven uit Weenengevoelt de Oostenrijksche regering zich thans in eenen zeer moeijelijken toestand ten opzigte van de te volgen gedragslijn in de behandeling der Italiaan- sche zaken. Zoo het zich laat aanzien zal zij zich voor eerst vergenoegen metgoed gewapend den verderen loop der aangelegenheden af te wacliten en niet eerder tusschen- beide te treden dan nadat de omwentelingsgeest in Italië zoodanig de overhand heeft bekomen, dat de monarchale regeringsvormen daadwerkelijk daardoor worden bedreigd. Tot dat einde worden de Oostenrijksche strijdkrachten in Lom- bardije en in het Venetiaansche gaandeweg versterkt. Een gerucht, als of de generaal Radetzkiwelke tot dusverre aldaar met het opperbevel bekleed is geweesteen opvolger zoude bekomen is niet bevestigd. De beroemde Alexander von Humholdgeheel hersteld van zijne ziekte, is den 14 dezer zijn tachtigste levensjaar ingetreden. Hij houdt zich thans ijverig bezig met het tweede deel van zijn Kosmos. In verscheidene liberale Zwltsersche kantons, zijn de landdags-afgevaardigden bij hunne terugkomst van de ver gadering met vele eerbewijzen ingehaald. Vooral is in het kanton Tesino bij deze gelegenheid de geestdrift zeer groot geweest, en het heeft daarbij niet ontbroken aan opgewon dene toespraken aan lofredenen op den Paus en aan hevige uitdrukkingen ten aanzien van het afzonderlijke verbond. In gemeld kanton houdt men zich thans bezig met een ont werp tot het aanleggen van een spoorweg van Chiasso naar Eellinzonawaardoor Zwitserland met de Adriatische-zee verbonden zou worden. De kosten worden op 12 millioen franken geraamd. Men verzekertdat de benoodigde som reeds voor een groot gedeelte gevonden is. Volgens een berigt uit Solothurn van den 16 dezer, was de stemming in de hoogere kringen aldaar sedert eenige dagen veel oorlogzuchtiger geworden. Tevens verzekerde men, dat de kantons St. Gallen en Graauw-Bunderland in het aanwenden van dwangmiddelen tegen het afzonderlijke verbond hadden toegestemd. De stad Petersburg is den 7 dezer door den hevigsten stormwind en regen welke de oudste menschen zich herin neren kunnengeteisterd. Het regende 48 uren achtereen terwijl de wind met ongeloofelijk geweld bleef waaijen. Meer dan 400 huizen werden door dezen storm vernield, en er was zelfs een oogenblik, waarin men voor het behoud van de geheele stad vreesde terwijl menig bijgeloovig mensch dachtdat het einde der wereld nabij was. PARIJS den 19 september. Men is thans druk bezig met het maken van toebereidselen voor het vertrek van den her tog d'Aumale naar Algerie. De hofhouding van dien nieu wen gouverneur zalnaar men zegtschier koninklijk zijn, terwijl er dezen winter te Algiers vele balspartijen enz. zullen gegeven worden. Over Algerie en over Spanje zijn hier gelijktijdig be- rigten uit Marocco ontvangen de laatste zijnzoo men daaraan geloof kan hechten vrij belangrijk. Abd-el-Kader zou namelijk volgens een blad van Madrid terwijl hij op weg was naar Fez door de troepen van den keizer van Marocco aangevallen en tot terugtrekken gedwongen zijn. Abd-el-Kader maakte zich echter gereed om op nieuw naar Fez te trekken. Het Spaansche dagblad voegt daar nog bij, dat een Engelsch vaartuig den i dezer op de kust van Ma rocco was aangekomen, en dat de zich aan boord bevinden de personen hun voornemen hadden kenbaar gemaaktom met den ejnir in betrekking te treden, hetwelk hun echter belet werd. De tijdingen welke den 20 van AlgiersOran en Tan- ger ontvangen zijnbevestigen het verslaan der uitgewekene Algerische stammen. Deze gebeurtenis brengt een' hevigen slag toe aan den emir, die zich niet heeft kunnen verdedi gen. Het blijkt dat de stad Taza niet door hem is bezet, en dat zijn staat- en krijgskundigen toestand in het westelijk gedeelte van Marocco geenszins eene verzekerde heerschappij kan genoemd worden zoo als laatstelijk de tijdingen door de gezanten van den emir met opzet verspreidhebben mede gedeeld. Uit Dieppe wordt onder dagteekening van löseptem- oer het volgende voorval gemeld De heer en mevrouw Neveu hier ter stede waren sedert ongeveer drie jaren gehuwd. De echtgenoot had zich aan den drank verslaafd en ook zijne vrouw met dien lagen harts- togt besmet. Weldra ontstonden er tusschen beiden oneenig- hedenen de man vergat zich zooverredat hij soms wel tot dadelijkheden oversloeg. Vooral gedurende de laatste maand ging er bijna geen dag om waarop hij zijne vrouw geene slagen toedeelde zoo zelfsdat zij eindelijk genood- zaaKt was het huis te verlaten en eene toevlugt te zoeken I bij hare ouders, die buiten de stad woonden. Ongelukkiglijk bragt haar vader haar weder naar Dieppe terugin de hoop dat zijn schoonzoon tot betere gedachten zou komen. Maar deze hoop werd verijdeldwant haar man liet haar op zijne kamer komen mishandelde haar op eene verschrikkelijke virijze, en dwong haar vervolgens met hem uit te gaan als wilde hij door deze openbare vertooning de nadeelige geruchten die nopens hem in omloop warentot zwijgen brengen. Dit ging aldus een paar dagen voorttot dat zij op zekeren morgen volkomen naakt en dood in haar bed werd gevonden. Haar ligchaara was als ééne wond en men bespeurde op hetzelve vele in drukken der hiel van eene laars. Neveu schijnt deze daad bedreven te hebben en zouvolgens het beweren van som migen, reeds tot bekentenis gekomen zijn. Men zegt dat de ongelukkige vrouw eenige maanden zwanger was. Neveu heeft den ouderdom van 26 jaren bereikten heeft een jaarlijksch inkomen van 7 a 8000 fr. rente. Tot nog toe was de platina uitsluitend in de mijnen van het Oural-gebergte in Rusland gevondenen de waarde alsook de zeldzaamheid van dit zoo harde metaal hielden den prijs daarvan op eene aanmerkelijke hoogte. Thans heeft de heer E. Gueymard aan den algemeenen raad van het depar tement de risère kennis gegeven dat hij het ook in de vallei van den Drac gevonden heeft, en hoopt daarvan beddingen te ontdekkingen, die met voordeel bearbeid kunnen worden. Over het algemeen is dat departement zeer rijk aan delfstof fen het levert wit marmer, ijzer, zink enz. Het Spaansche ministerie had zich den 15 dezer nog niet bezig gehouden met de bijeenroepiog der Cortes, ftlen meent dat de meerderheid der leden van het kabinet eerder tot gematigde constitutionele denkbeelden overhelt dan tot die van den vooruitgang. Bij eene circulaire van den minister van binnenland- sche zaken is de invoer in Spanje verboden van het dagblad Courrier Francais; deze maatregel, zegt de circulaire, is genomen ten gevolge van de voor de koningin van Spanje beleedigende artikelen, in dat dagblad vervat. BRUSSEL den 21 september. Gisteren is, gelijk wij aangekondigd hebben het penitentiair congres geopend. Het heeft den minister van justitie, den heer de Haussy tot pre sidentvan eer en den voorzitter van het hof van cassatie, den heer van Meeiienop voorstel van den heer Suringar tot werkelijken president benoemd. Onder de verkozen vice- presidenten is de Amsterdamsche hoogleeraarde heer den Tex onder de secretarissen de heer Baumhauer. Uit het verslag van den heer Ducpetiaux nopens den staat van het congres bleekdat 252 leden zich aan hetzelve aangesloten hadden, waarvan zich iipter bijwoning van het congres naar Brussel begeven hadden. De verschillende landen van Europa werden in de volgende verhouding op het congres vertegenwoordigd, als: België 104 leden; Frankrijk 31; Duitschiand 19; Engeland 13; Nederland 12 (de heeren Boer, Baumhauerden Tex, Koenen, Lurasco MolletSuringar Uytwerf Sterling van Beek Vollenho- ven van Gent, IV. H. War^isinck en L JVarnsinckarchi tect); Zweden 4; Italië 3 Polen 3,- Luxemburg 3 Zwit serland 2Denemarken i Spanje iPortugal i Rusland I en de Vereenigde Staten 1. Na de mondelijke mededeelingen der leden van het con gres voor zoo verre zulks de penitentiaire hervormingen en de preventieve instellingen in hunne respective landen betrof, gehoord t? hebben, heeft het congres de discussie begonnen over de vraagof het nuttig zijn zoude de toe passing van het systema van scheiding, geheel of met ze kere veranderingen ook op de jeugdige misdadigers toe te passen. Deze discussiewaarover de heeren Moreau-Chris- tophefVolowsky de Beaumont, Fingtrinier enz. gehoord zijn zal morgen worden voortgezet. Onder de aanwezigen zijn ook verscheidene bouwkundi gen, welke ontwerpen van gevangenissen hebben geleverd. 's GRAVENHAGE den 21 september. Z. M. de Koning is hedenmiddag, in goeden welstandvan hoogstdeszelfs reis naar Weimar en Silezie in deze residentie teruggekeerd. De minister van finantien daartoe door den Koning gemagtigd, heeft ter kennis gebragt van het algemeen het volgend berigt nopens de tegeldemakingkrachtens art. 2 der wet van den 31 maart 1847 {Staatsblad no. 15), van 1000 acjien in de Nederlandsche bank, aan het Rijk toebe- hoorendeter bestrijding der uitgaven tot herstel van het Nederlandsche muntwezen: Art. I. De 1000 actiën in de Nederlandsche bank, aan het Rijk toebehoorende, izier gxoot duizend gulden worden verkrijgbaar gesteld bij wijze van inschrijving voor den prijs van honderd-een-en-zestig ten honderd van het nominaal kapi taal. Art. 2. Het genot van dividend op de volgens dit be rigt te gelde te maken actiëngaat in met hef boekjaar aanvang genomen hebbende met i april 1847. Geene bijbetaling tot vergoeding van renten wordt boven den koopprijs gevorderd. Art. 3. De gelegenheid tot inschrijving voor ééne of zoo veel meer actiën als verlangd worden staat open ten kan tore van den staatsraad agent van het ministerie van finan tien te Amsterdam, op maandag den vierden October 1847, van des voormiddags tien tot des namiddags drie ure. Art. 4. Indien voor meer dan het getal van 1000 actiën wordtingeschreven, worden de inschrijvingen, zoo na mo gelijk in onderlinge evenredigheid verminderd in dier voege dat de gezamenlijke inschrijvingen tot het getal van 1000 actiën worden terug gebragt. Art. 5. Na de sluiting van het inschrijvings-register wordt op denzelfden of den volgenden dag, door of van wegeden minister van finantien aan de inschrijvers kennis gegeven van het getal actiën, waarvoor hunne deelneming, behoudens de storting in het volgend artikel vermeld voorloopig wordt aangenomen. Bij openbare aankondiging in de Staats-eouratn wox&ion. verwijld raededeeling gedaan van het gezamenlijk bedrag der alzoo voorloopig aangenomen deelnemingen. Art. 6. De inschrijvers zijn gehouden uiterlijk binnen vier dagen na de dagteekening der in het vorig artikel ver melde kennisgeving bij de Nederlandsche bank als agent van 's Rijks schatkist, te storten tien ten honderd van het nominaal kapitaal waarvoor hunne deelneii is aangenomen. Voor die storting wordt door de Nederlandsche bank in hare voormelde hoedanigheid afgegeven eene quitaotie hou dende tevens bewijs van het regt der inschrijvers op de ver krijging der actie of actiën na afbetaling van den geheelen koopprijs, binnen den hierna in art. 8 bepaalden termijn. 7. De inschrijverswier inschrijvingen geheel of eming vobrloopia Art. gedeeltelijk, op den voet van art, 5 zijn aangenomen, heb ben tot op den 31 dec. 1847 het regt, om op te geven den persoon of de personen, ten wiens name zij verlangen dat de overdragt der actie of actiën overeenkomstig het bepaalde bij art. p, zal geschieden. Deze nadere opgave geschiedt schriftelijk en wordt inge leverd ten kantore van den staatsraad agent van het mini sterie van finantien te Amsterdam. De bedoelde schriftelijke opgave niet vóór den bepaalden tijd gedaan zijnde geschiedt de overdragt ten name van den inschrijver. Art. 8. De betaling van het, na de in art. 6 vermelde storting nog verschuldigd gedeelte van den koopprijs ge schiedt te Amsterdam ten kantore en tegen quitantie van de Nederlandsche bank, als agent van 's Rijks schatkist, vóór of op den 10 januarij 1848. Bij gebreke van die betaling op het bepaalde tijdstip, is de gestorte som ten behoeve van den lande verbeurd. Art. 9. Tegen overgifte aan den staatsraad, agent van het ministerie van finantien, te Amsterdam, van de beide quitantien in de artikelen 6 en 8 vermeld wordt de over dragt der actiën bewerkstelligd op de wijze voorgeschreven bij art. 9 van het octrooi en reglementvastgesteld bij ko ninklijk besluit van 21 augustus 1838 (^Staatsblad no. 29). De kosten van overschrijving, ad 3 per actie, worden, overeenkomstig het bestaand gebruik voor de helft door de koopers gedragen, en zijn deze mitsdien gehouden, bij dein het vorig artikel bedoelde afbetaling een gulden vijftig cents te voldoen voor iedere acte aan hen over te dragen. Art. 10. Aan de makelaars en commissionnairs in effecten wordt, bij de voldoening van den koopprijs, voor courtage toegestaan een vierde ten honderd van het nominaal bedrag der toegewezene actiën, waarvoor door hunnetusschenkomst is ingeschreven. De minister van financiën heeft ter kennis van de be langhebbenden gebragt, dat gedurende de maanden October, november en december aanstaande, en niet langer, ten kan tore van de betaalmeesters in de arrondissementen de voldoe ning zal geschieden der pensioenen ten laste van den Staat, loopende over de derde drie maanden dezes jaars zullende ge legde betaling aanvang nemen met den i October aanstaande en voorts gedurende gemeld tijdvak dagelijkszon- en feestdagen uitgezonderd. De Staats-courant van heden behelst eenen brief van de heeren J. B. 't Hooft en F. C. Deking Dura te Dord recht, directeuren van het schip Ceram aan Z. Exc. den minisier van koloniën, waarbij zij hunnen dank betuigen voor de deelnemende hulp en bijstand, van de officieren van Zr. Ms. zeemagtvan de koloniale ambtenaren en in het bijzonder van Z. Exc. den gouverneur-generaal en van deii toenmaligen resident van Batavia ondervonden bij gelegen heid der op den 5 november 1846 op het Prinseneiland plaats gehad hebbende stranding en verbrijzeling van gemeld schip, waarvan de bemanning, bestaande uit den bevelheb ber T. K. Feldman en 43 manschappen door Zr. Ms. schoe ner STLPH, te Batavia is aangebragt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1847 | | pagina 1