MIDDELBÜRGSCHE C O U R A IV T. N". 29. Zalurdag 7 Maart. BESTüRE:V eu ADMINISTRATIEF. MEUWSTIJI)IiVGEI\. BEIRTTEER. OPENB^IRE J ERPAC HTJNG. AAJSBESTEDIJG. Suitscltlanb. ilcbcvlattbctt Dl abonnement s-pr ijs dezer Courant is 275 voor drie maandenen franco per Post f i. De abonnementen ^'orden voor niet minder dan drie maanden genomen en de beta- Uw se-^c^uedt comptantof bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vóór 10 ure, tnaien m^n dezelve in het eerst uit te geven nommer -.vil geplaatst hebben. De Advertentien worden berekend tegen. 2^ cents de regel, met uitzondering van Hu welijks-, Geboorte- en Doodbekendmakingen 'A'aarvan de prijs is: van één tot zes regels J l bO en voor lederen regej daarboven 22' cents. Dezelve behoeven niet op gezegeld papier geschreven te zijn, alzoo bij elke plaatsing eener Advertentie het Regt van Zegel (35 ets.') moet -xorden betaald. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG brengen bij deze ter kennis der belanghebben den, dat bij de Regeringen der Steden Zierikzee en Middel, burg is ffearresteerd en door de Edel Groot Achtbare Hee- ren Gedeputeerde Staten dezer Provincie is goedgekeurd een Reglement voor het Beurtveer tusschen de Steden Zierikzee en Middelburg, met eene daarbij behoorende Vrachtlijst welke beide verordeningen op den i dezer maand in wer king zijn gebragt. En zal opdat niemand hiervan onkundig bhjve deze worden afgekondigd, mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 5 Maart 1846. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun-Ed. Achtbare A. M. BECIUS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad AXEL zul'.en op Woensdag den 25 Maart 184Ó, des voormiddags ten tien ureten Raadhuize der Stad Axel door het mi nisterie van den Notaris ,7. J. Fercken, te Zaamslag in het openbaar presenteren te verpachten voor den tijd van zeven iaren De Stads WIND-KORENMOLENmet bijzijnd WOON HUIS, STAL en MOESTUIN; Alsmede twee HUISJES, een gedeelte van het KAZERN- GEBOUW; de HAARD-ASCH en VUILNIS, GRA ZING VISSCHERIJ en het MARKTGELD op de Jaarlijksche Kermis. De Gegadigden uit andere Gemeenten dan die van Axel zullen moeten overleggen een Certificaat van gegoedheid van zich en hunne Borgen afgegeven door het Bestuur hunner woonplaats. Op Woensdag den ï8 Maart 1846, ten tien ure, zal in de Herberg de Roode Leeuv te NIEUWLAND worden aanbesteed: het leggen van eenen AFSLUITING-DIJK in het voormalig Kanaal van WELZINGE; waarvan de condi- tien van af den uden in gemelde Herberg ter lezing zullen liggen zullende aanwijzing op het terrein worden gedaan op Zaturdag den I4den, van negen tot elf ure terwijl in middels informatien zijn te bekomen bij den Heer S. Roelse te Middelburg. BERLIJN den i maart. In verband met de in Posen en in Krakau ontdekte zamenspanning, is ook in Gallicie een Poolsche opstand uitgebroken en wel bepaaldelijk in de omstreken van de stad Tarnow. In den vroegen ochtend van 19 febr. hebben de zaamgezworenen zich naar die stad in beweging gesteld, en getracht de landbewoners mede te sle pen doch deze laatsten hebben hen niet alleen afgewezen maar zelfs tegenstand gebodenen na bloedige vechtpartijen een aantal der opstandelingen, meest alle aanzienlijke perso nen van den stand der adelijken en grondbezitters, gevangen genomen en aan de overheden overgeleverd. In andere plaat sen van Gallicie hebben mede dergelijke bewegingen plaats gehad, die, naar men het meldt, insgelijks door de welge zinde bevolking zelve zijn bedwongen. In Lemberg, waar mede eene uitbarsting was voorbereid schijnt deze te zijn verijdeld door het tijdig in hechtenis stellen van een groot aantal personen. In Krakau is de bevolking in den vroegen ochtend van 21 febr., ondanks de tegenwoordigheid van de voor eenige dagen daar binnengerukte Oostenrijksche troepen in opstand ■gekomen en zijn deze troepen terwijl gewapende benden opstandelingen van buiten in de stad trachtten binnen te drin gen met veel onstuimigheid aangetast. Een gerucht, dat de gemelde bezetting uit de stad verdreven is, schijnt onwaar te zijn. Of, zoo als gemeld wordt, de In Krakau reside rende vertegenwoordigers van Oostenrijk en Rusland ver moord zijn is tot dus ver niet met zekerheid bekend. De Pfuissische resident is den 25 uit Krakau te Breslau aange komen. Uit verscheidene garnizoensplaatsen zijn Pruissische troe pen naar de zijde van Krakau in aantogt. Bij herhaling wordt verzekertdat Roomsch Katholieke geestelijken een werkzaam aandeel hebben aan den opstand. Uit Polen ontbreekt het sedert eenige dagen aan berig- tenzoo dat niet juist bekend isof ook daar oproerige tooneelen hebben plaats gehad. FRANKFORT den 2 maart. De geestelijken der Duitsch- Katholieke gemeenten aan den Rijn en de Main namelijk die van Frankfort, Offenbach ,Hanau Vilbal Wiesbade Creuznach, Alzey Worms, li;Iannheim enz., waren voor nemens hedenvergezeld door afgevaardigden uit hunne ge meenten te Darmstadt eene zamenkomst te houdenvan welke men zich veel goeds voor de Duitsch-Katholieke kerk belooft. Ook te Petersburg is de herinnering aan Luthers sterf dag plegtig gevierd, en ziin bij die gelegenheid, zeer be moedigende berigten onderanderen wegers de stichting van eene bibliotheek voor de Evangelische gemeenteen wegens de vestiging van eene afdesling van het bijbelgenootschap in genoemde hoofdstad, medegedeeld. Een der Duitsche dagbladen deelt nadere berigten uit Bombay medewelke ver van gunstig voor de Engelschen luiden. PARIJS den 2 maart. Het schijnt thans stellig bepaald dat de hertog van Montpensier den hertog van Aumale naar Afrika zal vergezellen. De kamer der gedeputeerden hervatte heden de beraad slagingen over het ontwerp van wet betrekkelijk de binnen- landsche scheepvaart. Bij deze wet worden niet minder dan 63 millioen 700,000 fr. aangevraagd tot verbetering van de vaart op de verschillende rivieren en tot het aanleggen van nieuwe kanalen. Heden hebben de afdeelingen der kamer hare voorzitters en secretarissen benoemd; geen enkel lid der oppositie is ver kozen hetwelk vroeger nog nooit' geschied was. Daarna werd in de afdeelingen het voorstel onderzocht van den heer de Remilly die eene bei:sting op de honden even als in Engeland en België wil invoeren er is besloten tot de lezing van dit voorstel in de openbare zitting. Volgens berigten uit Algiers van den 23 februarij heeft de maarschalk Bugeaud den 19 een gevecht geleverd, te midden van het Jurjura-gebergte waarin het hem gelukt is, om aan de Kabylen, cie daar voor Abd-el-Kader partij hzd- den getrokken, een gevoelig verlies toe te brengen, maar w aarbij de em.ir zeif me: zijne ruiters over de bijna ontoe gankelijke, met sneeuw bedekte bergtoppen ontsnapt is. Waarheen Abd-el-Kader zich thans begeven zou, was on zeker. Men vleide zie'-, hem het doordringen naar meer belangrijke punten der Fransche bezitting te zullen kunnen beletten. Intusschen had de maarschalk zelf, wegens den uitgeputten toestand zijner troepen den weg naar de stad Algiers moeten inslaan waar men hem den 26 februarij ver wachtte. 's GRAVENHAGE den 3 maart. Het in de bijeenkomst van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van jongsri. za turdag ingekomen ontwerp van wet tot verhooging van het pde hoofdstuk der staats-begrooting van 1846, strekt om op die begrooting nog te brengen eene som van ƒ112,500, tot aanzuivering van renten tot 30 junij aanstaande, vanhetnog in omloop gebleven kapitaal ƒ5,000,000 4! pets. schuldbe kentenissen van het voormalig amortisatie-syndicaat, Het tijdstip (dus wordt in de bij dit ontwerp behoorende memo rie van toelichting gezegd), waarop de oproeping tot aflos sing van dit nog in omloop gebleven kapitaal hetzij in eenshetzij opvolgeüjk zal kunnen plaats hebben is nog met geene volkomene zekerheid te bepalen. Volgens de be palingen der wet van 25 junij 1844 (^Staatsblad no. 28) zal deze aflossing eerst uit de laatste der voor de Belgische renten te ontvangen gelden, en alzoo op i jiilij 1846, be- hooren te geschieden ten ware de toestand der schatkist eene vroegere aflossing gedoogdehetgeen onzeker is. In afwachting daarvan, moet de gedeeltelijke rentebetaling over 1846 van het gemelde kapitaal van 5,000,000 aan 4! pets. schuldbekentenissen zijn verzekerdterwijl de aanstaande verschijndag van het half jaar renten invalt op den i april dezes jaars." De uitgave van 112,500 (dus vervolgt de memorie van toelichting), welke te dezer zake tot verhooging der be grooting wordt voorgesteld, behoeft geene aanleiding te ge ven tot aanvulling van de middelen tot dekking, aangewe zen bij de wet van den 26 junij 1845 (^Staatsblad no. 43), want op denzelfden grond, waarom deze uitgave aanvankelijk niet op de begrooting is gebragt, worden daarentegen niet onder de toegestane middelen vermeld gevonden de renten van de kapitalen der Belgische schuld welke eerst bij de evenredige betaling van den koopprijs aan de heeren von Rothschild overgegaan en waarvan het bedrag verre te boven gaat dat van het cijfer waarmede volgens dit wets-ontvverp de begrooting van 1846 wordt verhoogd naardien het kapi taal, waarvan die renten sedert i januarij 1846 ten voor- I deele van de Nederland':che schatkist loopen alsnog eene som van ƒ17,400,000 bedraagt." Voorts is bij de Kamer ingediend een gewijzigd ontwerp van wetbetrekkelijk de opheffing van het fonds der natie Ie nijverheid met eene memorie tet beantwoording van te gen het vorige ontwerp gemaakte bedenkingen. In de zitting van de Tweede Kamer der Sraten-Gene- raal van heden is beraadslaagd over het ontwerp van wet, tot overbrenging op de begrooting van 1846 van gelden, toegestaan voor 1845 voor de munt. Nadat de heeren van Panhuysvan Tavist en van Heem- stra de voordragt bestreden en de heer Faber van Riems dijk dezelve verdedigd had, was het woord aan den minis ter van financiën. Alvorens tot de verdediging van het ontwerp over te gaan, legde Z. Exc. deze verklaring af: Voor dat ik tot de verdediging van het wets-ontwerp overga, gevoel ik mij verpügt U Edel Mogenden mede :e deelen dat Z. M. van oordeel is geweest, dat de aistem- ming van het laatste wets-ontwerp geen voldoenden grond moest of mogt opleveren om mij te bewegen tot het vragen van mijn ontslag. Ik heb eerbiedig in dit oordeel berust, in de hoop dat ik zou kunnen slagen om al datgene tot stand te helpen bren gen wat ik onvermijdelijk noodig oordeelde tot verder her stel van 's lands financiën." Z. Exc. betoogde vervolgens, dat het overbrengen van gelden van 1845, op de begrooting voor 1846, niet met de bepalingen der grondwet in strijd was. Er waren ver schillende wetten tot stand gebragt, waarbij men op uitga ven van vorige dienstjaren was teruggekomen. Er moet aa;i art. 123 der grondwet eene gezonde uitlegging en zin gege ven worden. Z. Exc. vermeende dat die uitlegging strek te in het belang van 's Rijks financiën. Z. Exc. gaf de verzekeringdat er omtrent de verevening van den achterstand de meest volledige openingen aan de Ka mer zullen worden gegeven. De afrekening van den achter stand zal aanmerkelijk ten voordeele van de schatkist uitvallen. Z. Exc. is bij deze gelegenheid in eenige bijzonderheden getreden omtrent het afgeloopen dienstjaar 1845. Dit is het eerste jaar geweest, dat hier te lande werkelijk de uitgaven door de inkomsten zijn gedekt en dat hetzelve een overschot heeft opgeleverd, zonder dat men tot geldleeningen of an dere buitengewone hulpmiddelen zijne toevlugt heeft behoe ven te nemen. De Oost-Indische geldmiddelen hebben 5 ton minder opgebragt, dan waarop gerekend was (zij waren ge schat op 16 millioen); doch de belastingen hebben meer af geworpen dan waarop zij geraamd waren, ƒ655,000. De slotsom van het dienstjaar 1845 zal deze zijn, dat ook dan zelfs, wanneer de uitgaven het maximum zul'en bedragen, waarop zij berekend zijn, dat is 74,600,000en dat aUoo al de onvoorziene uitgaven zullen worden gevorderd, hetgeen zelden het geval isen dat wanneer men bij de uitgaven voegt: ƒ300,000, voor de plaats gehad hebbende amortisa tie van schuldbekentenissen van het voormalige amortisatie, syndicaat; ƒ600,000 voor uitgaven van de munt; ƒ439,000, als buitengewone uitgave voor pensioenen, dat niettegen staande al deze uitgavener een overschot op dat dienst jaar zal bestaan van omstreeks ƒ155.000. Daaruit blijkt alzoo, dat de pogingen, die aangewend zijn geworden, ora het evenwigt tusschen uitgaven en ontvangsten te herstellen, gelukkig met den besten uitslag zijn bekroond, ja zelfs de schaal naar de ontvangsten hebhen doen overhellen. .Aange naam was het Z. Exc. dezen zonnestraal te hebben kun nen aanbrengen. Ter stemming overgegaan zijnde is het ontwerp aanceno- men met eene meerderheid van 48 tegen 4 stemmen. Tegen hebben gestemd de heeren van Heemstra van Panhuys Kien en van Rosenthal, Het aangenomen ontwerp zal wor den gezonden aan de Eerste Kamer. Daarna gaat de vergadering over tot het verkiezen van drie candidaten voor de opengevallene betrekking van lid (h het collegie van raden en generaalmeesteren der munt. Tot eersten candidaat is gekozen: jhr. A. Calkoen, lid der commissie tot behandeling van 's Rijks niuntmaterieel te Utrecht, gepensioneerd arrondissements-inspecteur der direc te belastingen in- en uitgaande regten en accijnsen. Tot tweeden eandidaat: de heer A.W. G. van Riemsdijkagent van 's Rijks schatkist te Maastricht. Tot derden eandidaat; de heer A, .7. Ruellector aan 's Rijks hcogeschool te Utrecht, in het vak der sterrekunde. De vergadering is gescheiden tot maandag den 16 dezer. 's GRAVENHAGE den 4 maart. Heden morgen ten 11 «re is de commissie der Tweede Kamer van de S'aten-Generaal belast met het aanbieden van eene lijst van drie candidaten tot vervulling der opengevallen betrekking van lid in het collegie van raden en generaalmeesteren der munthij den Koning toegelaten en heeft zij hare tnak volbragt. Heden middag ten twaalf ure is ook de bezending tan de beide Kamers der Staten-Generaal belast met het aan bieden van een adres van rouwbeklag wegens het overlij den van den Zoon van HH, KK. Hll. Prins en Prin-es Frederik der Nederlandendi)or Z. M. ontvangen, en heef: zij dat adres den Koning aangeboden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1846 | | pagina 1