Kouinklijkc NederlastdscheLolerij. ZEETIJÜlNGEiN. ADVEHTENTIEIV. Sederc eeiiigen tijd, zegt de redenaar, wordt er door de llegering bijzonder voor gewaakt dat aan de regten van den Koning niet te kort worde gedaan. Daaraan moeten de be treurenswaardige vervolgingen der drukpers worden toege schreven. Daaraan heeft men de verklaring van het open baar ministerie te danken, dat de Koning niet onschendbaar is. Welligt is het ministerie onschendbaar. Doch, onderden schijn van het koninklijli gezag te handhaven mag men dat der ministers niet uitbreiden. Het doet den redenaar leed, dat hij den vrijen loop aan zijne aandoeningen moet laten. Het bedroeft hem dat wij in een'tijd leven, waar zoodanige theorien worden te berde gebragt. Hij moet hier openlijk verklaren dat de theorie niet houdbaar isdat de Koning niet onschendbaar zou zijn. Hij zal niet toestaan dat dit bij eenige wet zou bekrachtigd worden. Z. Exc. de minister van financiën vraagt of de redenaar hem ook de dagteekening of inhoud kan opgeven van de circulaire, waarvan hij gewaagt. De heer van Dam zegt, thans buiten staat te zijn de juiste dagteekening op te geven maar hij herinnert de vraag reeds voorleden jaar door Z. Exc. gedaan, hoe het mogelijk was, dat de redenaar kennisvan zoodanige circulaire kon hebben Hij heeft dit niet opgegeven (en zou ook niet onedelmoedig genoeg zijn om den persoon op te geven die hem daarvan kennis had doen dragen), maar hij herhaalt, met al die HoUandsche cordaatheid, welke de minister tot 2;y« eigendom wil maken de vraag, of het onwaar is dat aan de hoofd- ajnbtenaren der belastingen aanschrijving is gedaan dat hun ne onderhoorigen zorg dragen dat de belastingen productief \Vorden gemaakt, en hij vraagt of Z. Exc. daar niet bijge voegd heeft, dat zoodanige ambtenaren aanspraak op de goedkeuring van Z. Exc. konden maken Z. Exc. de minister van financiën zegt niet alleen de dag teekening, maar ook gevraagd te hebben of de geachte rede naar ook een afschrift der circulaire bij zich had. Z. Exc. had dit gedaan ten einde daarvan voorlezing aan de Kamer te doen. Daaruit zou de ongegrondheid van het beweren des redenaars gebleken zijn, beweren dat Z. Exc. ware het hem buiten de Kamer gedaan met den naam van laster zou be stempelen. Thans is dit echter het geval niet, vermits het geen hier gesproken wordt geschiedt in 's lands belang. Wat de zaak zelve betreft, ontkent de minister dat er van zijn departement eene circulaire is uitgegaan waarbij aan gedrongen wordt om de belasting meer productief te maken. Er is alleen eene circulaire uitgevaardigd om in sommige provinciën meerdere gelijkmatigheid in de verdeeling der belastingen daar te stellen. De heer van Dam vraagt het woord voor een personeel feit. De minister heeft durven zeggen, dat, wanneer het buiten de vergadering was, hij de woorden des redenaars voor laster zou houden. Hij moet verklaren dat de minister den moed niet zou hebben hem zulks buiten de vergadering te zeggen. Hij moet zeggen dat hij den minister van financiën onwaardig zou verklaren de plaats velke hij be kleedt indien De voorzitter herinnert den spreker aan art. 34 van het reglement van orde, waarbij men gehouden is' niet af te wij ken van het punt in discussie. De heer van Dam zegt niet het woord gevraagd te heb ben omtrent het punt in discussie maar omtrent een perso neel feit. De voorzitter meent den redenaar tot de orde te moeten terugroepen. De heer van Dam zegt dat de voorzitter den minister die een lid der Kamer en dus de geheele Kamer van laster heeft durven beschuldigen tot de orde had moeten terug roepenen niet aan hem redenaar, die slechts antwoordde. Hij nu zal intusschenten gevolge der woorden van den voorzitter, zijne plegtige verklaring niet voltooijenmaar hij hoopt dat hij zich in deze zaal zoodanig zal gedragen, dat niemand der leden zich moge sdiamen verder zitting met hem te nemen. Z. Exc. de minister van financiën zegt, dat die beschul diging ver van hem af is. Hetgeen in de Kamer gezegd wordt, geschiedt in 's lands algemeen belang. Op het einde der discussie beantwoordde de heer van Coltstein den minister nog kortelijk. Hij beklaagt zich voorts over de bitse wijze, waarop de minister heden een lid der vergadering heeft toegesproken. Een verwijt, aan een lid der vergadering gedaan treft de geheele Kamer. Men kan het gevoelen van andersdenkenden bestrijden doch men be hoort alle hatelijkheid te verhoeden. De redenaar wenscht, dat de minister op zijne vroegere uitdrukkingen zou kunnen terugkomen en het gedane verwijt intrekken. Z. Exc. de minister van financiën heeft nog nader zijn gevoelen ontwikkeld en de leden beantwoord. Z. Exc. her haalde de vroeger door hem afgelegde verzekeringen dat bet votum der Kamer niets zou praejudicieren en dat de questie tot een onderworp van een naauwgezet onderzoek bij de Regering zou worden gemaakt. Zijne Exc. blijft aan de vergadering vragenof zij zich aan geene inconsequentie zou schuldig maken, door juist dit voorstel af te stemmen. Ein delijk herinnert hij dat, bij eene verwerping, de magt der Gedeputeerde Staten blijft bestaan en het vraagstuk alzoo on opgelost blijft. Zijne Exc. gelooft niet, dat hij iets gezegd heeft hetgeen eenig lid der vergadering zou meenen dat hij moest terug nemen. Zijne Exc. gelooft, dat ieder lid der vergadering overtuigd is, dat wanneer hij iets in deze Kamer zegt, er bij hem geene questie kan zijn van persoonlijke aan tijgingen en beleedigingen. Zijne Exc. verklaart, dat hij gezegd heeft, dat hij de opgaven des sprekers zou beschou wen als laster, wanneer dezelve buiten de vergadering ge- schiedden doch dat, nu dezelve in de vergadering plaats vonden hij de vrijheid van discussie meende te moeten eer biedigen. Geen lid der vergadering kan daardoor bemoeije- lijkt of gekwetst geacht zijn. De heer van Dam van Isselt zegt, dat hij den heer van Goltstein dankbaar is voor hetgeen hij gezegd heeftzonder dat dit hem echter door den spreker was verzocht. Wij zijn hier vereenigd, aldus gaat de heer van Dam voor, om mede te werken tot het vaststellen van wetten die geschreven zijn. Maar er bestaan buitendien wetten, die niet geschreven zijn, maar die door een ieder wiens hart op de regte plaats staat, gekend worden. Het zijn de wetten van eer. Ik sta voor eene vergadering, zamengesteld uit mannen van eer, en ik vraag het met vertrouwen aan ieder hunner, of zij het zouden dulden dat iemand welke hooge plants hij dan ook móet bekleedcn of door zijne openbare betrekkin genof in zijne eigene meening hem in het openbaar ver weet dat hij een lasteraar isJuist heb ik de woorden door den minister straks uitgesproken, zoodanig als zij door de snelschrijvers zijn opgeteekend voor mij. Ik vind als door Z. Exc. gezegd, het volgende: Indien het gesprokene bui- ten de Kamer ware gezegd ik zoude het voor laster ver- klaren." En hiermede beschouw ik deze zaak voor afgedaan in deze vergadering. De wetten van eer, waarvan ik zoo even sprak schrijven de gedragslijn voor, die men te volgen heeft, wanneer de moed van den beleediger niet enkel in zijne woorden, maar ook in zijne handelingen te vin den is. Ik herhaal de belofte straks door mij afgelegd, dat ik mij in dezen zoodanig zal gedragen, dat niemand uwer, ook na de aangedane beleedigingzich zal behoeven te scha men mij met den naam van ambtgenoot te begroeten. De beraadslagingen over het ontwerp worden gesloten, men gaat tot de stemming over. De voordragt wordt ver worpen met algemeene stemmen,j De Koning zal alzoo eer biedig worden verzocht dit ontwerp in nadere overv.-eging te nemen. 'sGRAVENHAGE den 20 februarij. Gistereh is de cen trale afdeeling van de Tweede Kamer der Staten-Generaal vóór het houden der zitting, vergaderd geweest over het ontwerp van wet nopens de schepen varende onder Russische vlag terwijl na de zitting de centrale afdeeling is bijeenge komen over de voordragt van wet betrekkelijk de burgerlijke pensioenen. Heden houden de afdeelingen der Kamer zich bezig met het onderzoek van de ontwerpen van wetuitmakende het eerste boek van het wetboek van strafregtalsmede met het voorstel tot herziening van het reglement van orde. Heden heeft bij Z. Exc. den minister van financiën een groot diner plaatswaarop al de leden van de Tweede Ka mer zijn genoodigd. Volgens gerucht is men gereed om op den Hoef, bij Egmond-aan-Zee, jagt te gaan maken op het vermeende roofdier dat zich in den omtrek zou moeten ophouden en (zoo als gemeld is) eene menigte schapen moet hebben ge dood. MIDDELBURG den 23 februari]. Men verneemt met genoegen, dat de voorbereidende werkzaamheden, tot het ten uitvoer brengen van de voorgenomen verbeteringen der wegen in het 4(ie district van Zeeland, eenen goeden voort gang ondervinden, en dat er waarschijnlijkheid bestaat om, tegen het einde der aanstaande maand maart, de aanbestedin gen der benoodigde werken te doen plaats hebben. Men meldt uit Groningen dat aldaar met den i maart e. k., van wege het departement der maatschappij tot Nut van 't Algemeeneene school voor g^miiastische oefeningen Zi.\ ge opend worden. VLISSINGEN den 23 februari]. Voor Antwerpen be stemd zijn alhier ter reede gekomen: la Marie DésiréeJ. Daniel, van Nantes, met garstDiligentia J. Lucius van Huil, met stukgoederen; Sarah of Tersey Legros, van Yersey, met boekweit; Eugenie^ H. H. Scheper, van Odessa (laatst van Falmouth), en the Friends, J. Pigle van Yar mouth, beide met rogge; Victoria ,].S\xexV.en van Nantes met boekweit en boonen Nordsterne C. Hangberg, van Messina met fruit Johanna Cornelia H. Seeuwen van Londen met tarwe. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze reede naar zee gezeild: de/IrendJ. Sandholm, naar Ham burg, met stukgoederen; Charlotte, F. Muys, naar Lon den, met schors; Eugene, J. Reenersnaar Huil met vlas; Louise, J. Husted; Maria WilhelminaM. Hanssen Anto- nieE. H. Mugge, en Agenoria T. Red ford alle vier naar Newcastle met ballast. Qetrouwd P. LENTE, Ihel- en Verloskundige te Hoedekenskcrke Kruiningf.n den 19 Februarij 1846. J. GUTTELING. Op heden beviel door Gods goedheid zeer voorspoedig van eenen ZOON, de Hoog-Welgeboren Vrouwe W. J. van DER. GOES geboren van DOORN. 's GRAVEiNiiAGE den 20 Februarij 1846. fe Middelburg is den 22 Februarij 1846 van eene wel geschapene DOCHTER bevallen, Vrouwe C. A. SLICHER van bath, geboren NOBEL. ]~}eden morgen om twee ure vorloste voorspoedig van een' ZOON, Mejufvrouw A. P. HAMAN geboren BKHEYDT. Middelburg, den 23 Februarij 1846. Deze is dienende tot algemeene kennisgeving. jV'Jijne geliefde Echtgenoot beviel door God? goedheid heden zeer voorspoedig vaneene welgeschapene DOCHTER. MlDDELBl/RG den 22 Februarij 1846. Eenige kennisgeving, J. BOASSON. ■Rij de dagelijks toenemende beterschap der hoogstbe- denkelijke ziekte'van Mevrouw PISTORIUS na Haar-Ed. bevalling op 27 December 11., kwijt de ondergeteekende zich met genoegen van de verpligting, door dezen weg, den on. regtsten dank te betuigen voor de groote bewijzen van har telijkheid en als 't ware algemeen betoonde deelneming waaraan de herinnering hem en de zijnen steeds met erkente lijkheid zal bijblijven. Middelburg PISTORIUS, den 23 Februarij 184Ö. Majoor, Adjudam inde Provincie Zeeland. J-feden overleed tot mijne en mijner Kinderen bittere droei- heid onze geliefde Man en Vader, de Heer IZAAK IIA- RINGMAN thans Partikulier na een langdurig lijden r:.-.n eene borstkwaal, in den ouderdom van circa 79 jaren. - Zijn uiteinde was kalm en zacht, en wij staren-hem na, in de hoop van een zalig wederzien. CoMjNSPLAAT B. VENDEVILLE den 21 Februarij 1846. Wed. I. Haring.man. De uitgebreide kring onzer Bloedverwanten en Vrienden gelieve deze-algemeene kennisgeving, a!s ook aan-hen gerit' in het bijzonder aan te nemen. ^an het Kantoor van den Gekwalificeerden Collecteur, in den Lsngendcift A. No. 92, te Middelburgzijn te be komen IIEELE en GEDEELTEN van LOTEN in de 198ste Loterij in koop voor alle Klassen, i- f 6^ 't Lot, alsmede in koop en huur voor de Tweede Klasse, waarvan de trel;- king begint op Maandag den 2 Maart 1846, te weten: - In Koop. l N 11 U U R Heel Lot 26 00 Heel Lot 8 cc Half- 13 00 Half- 4 00 Vijfde - 5 20 Vijfde - 1 öo Tiende - 2 60 Tiende ....-- 80 Twintigste - i 30 Twintigste - - 40 Bij denzelven wordt Generaal CONTRABOEK geliouden. ]3e Notaris IV. ,7. van Foorst Catshoekresiderende te Thülen Provincie Zeeland, zal op Vrijdag den 27 Februarij 1846, presenteren om in te zetten en op den 13 der voi- - gende maand te verkoopen De onverdeelde HELFT in cie AMBACHTS-HEERLIJKHEID van POORTVLIET met derzelvcr Regten en Gevolgen; de Helft in het Ambachts- Heeren-Huis Visscherijen Zwanendrift, BijenvlugtLam mer- en Derrijtienden Jagt, Cijnsen Erfpachten, beplante Dijken bedijkbare Schorren en Biiitengronden Kadastraal groot gemeten 88 Bunders 37 Roeden ')o Ellen mitsgaders eenige Perceelen ZAAI- en WEILANDEN, nader bij Bil- jeuen vermeld gelegen in dezelfde Gemeente en in die vn;) Scherpenisse. Beide Veilingen te houden binnen POORTVLIET, dcb namiddags ten 5 ure. Nadere inforinatien te bekomen ten Kantore van denzelfden Notaris. Brieven franco. OPENBARE VERKOOPING door den 'Sioi^x\<, IFonter- sen, op Dingsdag den 3 Maart 1846, des voormiddai;s om 10 ure, op de Hofstede bewoond door .Corn. IVisse in de Gemeente DOMBURG, aan de Duinen, vanden INBOE DEL aldaar aanwezig, bestaande in 2 Paarden, oud 16 ia- ren, 5 Melkkoeijen 5 Vaarsen van 2 jaren, lo jaarling Vaarsen 5 Kalvers Hoenders en ander Vee; 3 Wagens, Ploegen Eggen en verdere Landbouwers- en Melkers-Gereed schappen eene groote partij HOOI en STROO eene partij gedorschen TARWE, PAARDEBOONEN en ander GRAAN; voorts eene partij HUISRAAD waaronder een KabinetHang kloK Tafels, Stoelen, Spiegels, enz. VERKOOPING van een' KAPITALEN INSPAN. ■jVTr. Frederik van DeinseAdvokaat en Notaris in bet tweede Ji'dicieel Arrondissement van Zeeland, residerende te Hulst, zal, ten verzoeke van ^\evs Pieter de Regt Finke Landbouwer te AXEL, op Dingsdag den 3 Maart 1846, des morgens om Jo ure, in het openbaar presenteren te ver koopen: 9 kloeke jonge WERKPAARDEN, 2 dito Twee jarige Ruins2 Jaarlingsche Veulens, een Hengst en een Merrie-Veulen; 11 puike baatgevende KOEIJEN 6 di-o Tweejarige Runders 5 Jaarlingsche dito en 2 Melkkalvers, 2 vette en 2 magere Varkens2 jonge Karnhonden met Ko ten en Kettingen, 170 Hoenders en Hanen en 2 Paau'.-.-CM wijders 4 MÈNWAGENS een Speelwagen, een Speelkar, eene Driewielskar 6 Ploegen 3 groote IJzeren 6 hou*en en 2 Vijfbalks Eggeneen Rolblok 2 Molborden een Windmolen een Zaadzeil Draagkleed en Graanzakken eu verder Bouw- en Melkers-Gereedschap, benevens Huisraad. Die daartoe gading hebben, komen ten gezegden dage, op de Hofstede van denzelven P. de Regt Finkein den But- polder nabij A.xel. Op Woensdag den 4 Maart 1840, des morgens om i: ure, zal Matthijs IVeststrate Smid te WAARDE, in l.et Gemeentehuis aldaar, na daartoe bekomene Regteriijke roe stemming, publiek presenteren te verkoopen: eene weli-e- klante GROF- en HOEFSMEDERIJ sraande op den Dorpe van Waarde; mitsgaders eene daarbij bchoorende HULP SMEDERIJ en NOODSTAL staande op het Gehucht Cls- wege, onder Valkenisse. Informatien zijn te bekomen bij den Eigenaar en ten Kan tore van den Notaris Kakebeeke te Krabbendijke. TJit de hand te koopen ofte huren, om met i Mei \''.^6 op het gebruik te komen, een WOONHUIS en ERVE, staande op het Dorp KAPELLE, in Zuidbevelandzijnde eene Herberg en Tappers-Affaire bewoond bij Johannes Nj: sen; te bevragen bij den Notaris A. Smallcgangete G«e-. £r wordt uit de hand te koop gepresenteerd eene i-i-' Pannen gedekte SCHUUR geschikt tot verplaatsing tc- bevragen bij de Uitgevers dezer Courant. /^Ile soorten van FRUIT- en BOSCHBOOMEN en BOOMEN voor Engelsche TUINEN te bekomen bij nie ter Gezelle Langerolleweg bij de Krui^poort te BRUGGE., 'pers'.ond eene Burger DIENSTMEID benoodigd adr'.-- bij de Uitgevers dezer Courant. TEK DRUKKERIJ TAS DE GEBROEDERS AliRAHAMv

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1846 | | pagina 2