c
OüRAIl
10 Augustus.
EESTUREN en ADM1NÏSTRATIEN.
NIEUWSTIJDINGEN.
j3»MU\iUc.
.TcfccvlUiibsduc £^ti&cl-Rla«it£scha$jpij.
SDniischlnub.
©i*0iot-ï5ritiaiijc.
Jftvitiimjk
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
Brengen bij deze ter kennis van een iegelijk wien zulks
zoude mogen aangaandat door de Besturen der Steden Rot
te rdarn en Middelburg wijzigingen en aanvullingen zijn ge-
bragt in de navolgende Artikelen van de Ordonnantie op
liet Bcurtveer tusschen voormelde Stedengearresteerd ten
jare 1826 en geampliecrd in de jaren 1839611 1841, weflke
wijzigingen door de Edel Groot Achtbare Heeren Gedepu
teerde Staten der respective Provinciën zijn goedgekeurd
en met den twaalfden Augustus aanstaande in werking zul
len worden gebragt, luidende die Artikelen als volgt:
Art. 1. In het voorschreven Beurtveer zullen varen drie
Zeilschepen en twee Stoomjagten.
Met geene Zeilschependie minder dan twintig lasten
granen gestort in het ruim kunnen laden zal in die
gemeenschappelijk Beurtveer mogen gevaren worden.
Art. 2. De voorschreveiie Zeilschepen en Stoomjagten
zullen zonder onderscheidin beide Steden op dit Veer
mogen beladen worden.
Art. 6. De Stoomjagten en de Zeilschepen zullen ten
allen tijde moeten gehouden worden in goeden staat en
van alles voorzien.
Art. 7. Er zal wekelijks des Vrijdags uit Rotterdam en
des Zaturdags uit Middelburg een Zeilschip afvaren.
Wanneer de noodzakelijkheid zulks vordert en de te bé-
rekenen Vrachtpenningen niet minder dan vijf-en-twintig
Gulden zullen bedragen zal nog bovendien des Dingsdag
uit Rotterdam en des Woensdags uit Middelburg een
Schip worden afgezonden.
Zoo lang het jaargetijde, zulks vereischt en gedoogt,
zullen de Stoomjagten zesmalen 's weeks van ieder der beide
Steden afvaren.
De dagen en uren van vertrek zullen door Heeren Bur-
gemeester en Wethouders der beide Steden worden bepaald
en maandelijks worden aangekondigd bij Advertentien
door Hun Edel Achtbare geviseerd.
Art. 10. „De Schipper, die aan de beurt is om te varen,
zal met zijn Schip aan het veer moeten leggen, ten min-
ste tweemaal vier-en-twintig uren voor den dag van ver-
trek en deze legplaats niet mogen verlaten dan in de
gevallen bij Art. ia voorzien of in geval van geheele be-
lading vóór den bepaalden vaardag.
Deze bepalingen zijn echter niet toepasselijk op het
Schip, dat des noodig des Dingsdags zal vertrekken.
De Commissaris in iedere Stad zal moeten zorgendat
de aankomende Schepen teri spoedigste na de aankomst,
gelost worden.
Art. ii. ImSiien het gebeuren mogt, dat er geen Bcurt-
schip voorhanden ware, zal de Commissaris verpligt zijn
daarin door een ander bekwaam Schip te doen voorzien.
Art. 13. De Schippers zullen alle de goederen, die na
Zons-opgang en vóór Zons-ondergang op het Veer wor-
den besteld, aanstonds moeten innemen.
Wanneer meer goederen worden aaugebragt om vervoerd
te worden dan in het afvarend Beurtschip kunnen wor-
den geladenzal er een bekwaam Schip worden aangeno-
men om zoodanige goederen te kunnen vervoeren, mits
evenwel de deswege verschuldigde Vrachtpenningen niet
minder dan vijf-en-twintig Gulden bedragen."
En opdat niemand hiervan onkundig blijve zal deze wor
den gedrukt J afgekondigd en aangeplakt mitsgaders in de
zer Stads-C0a.1r.ant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg den 8 Au
gustus 1844.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GR1JPSKERKE.
Ter ordonnantie van Ilun Edel Achtbare
A. M. BECIUS.
De CENTRALE DIRECTIE des Eilands WALCHEREN
zal onder nadere approbatie van het Ministerie van Bin-
nenlandsche Zakenop Donderdag den 29 Augustus aan
staande in tegenwoordigheid van den Heer Hoofd-Ingenielir
van den Waterstaat in de Provincie Zeelandin het Lokaal
der Directie in de Abdij te Middelburg des voormiddags
ten 11 ure, publiek presenteren aan te besteden, de leve
rantie van DIJKS-MATERIALENvoor het dienstjaar 1845
benoodigd bestaande in Perkoenpalen Hollandsch Rijs
Haringband, Walchersche Staken, Brabandsch Rijs, Gaar
den en Staken, Riet, Horden en Briksteen.
Zullende de conditiën achc dagen te voren ter lezing lig
gen ter Griffie van voornóemde Directie en nadere infor-
ïnatien te bekomen zijn bij den Opper-Commies S. Roelse,
te Middelburg.
Middelburg, den 8 Augustus 1844.
De DIRECTIE maakt bekend, dat de NAJAARS-TIN-
INDIGO- en COCHENILLE-VEILINGEN, der Maat
schappij van 1844, zullen gehouden worden op de dagen
en plaatsen en bestaan uit de hoeveelheden hieronder ge-
iliekU
Te ROTTERDAM, op Dingsdag den 17 September 1844,
23,718 Blokken. Banca TIN, liggende aldaar.
75 Heele j
410 Halve i Kisten Java INDIGO, liggende aldaar.
3,085 Kwart
80 Kisten Java COCHENILLE
Te AM.S7b.RDAM, op È'rijdag den 20 September 1844,
26,208 Blokken Banca TIN liggende aldaar.
104 Heele
1,723 Halve 1 en JAVA INDIGO, liggende aldaar.
105 Kisten Java COCHENILLE,
De Directie maakt tevens bekend dat het Banca Tin niet
beneden den prijs van f 41 per. 50 Neder!. Ponden zal wor
den losgelaten. Hetgeen mogt worden opgehouden-zal niet
anders dan met eene verhooging van 1 en alzoo tot 42
verkrijgbaar zijn en bij geene mindere hoeveelheid dan van
2,500 Blokken.
De Directie geeft voorts de verzekering, dat zij voor hare
gewone Vuorjaars-Feilingen van 1845 geen ander Tin, In
digo. en Cochenilledan de voormelde partijen, aan de Markt
zal brengen.
De Notitien met de Veil-conditien zullen in tijds worden
uitgegeven.
Amsterdam, den 5 Augustus 1844.
VAN DEIl OUDERMEULEN, President.
T. SCHUURMAN, Direct, fung. Secretaris.
De DIRECTIE der Vereeniging tot het bezoeken der
Armen berigt door deze, dat het eerste jaarsverslag van de
werkzaamheden van gezegde Vereeniging gedaan zalworden
op Maandag den 12 Augustus aanstaande, des middags ten
één ure in de Concertzaal alhier tot de bijwoning waarvan
de daarin belangstellenden vriendelijk bij deze worden uitge-
noodigd.
Middelburg, den 7 Augustus 1844.
De Directie voornoemd,
F. Z. ERMERINS Voorzitter.
M. J. BOONE Secretaris.
FRANKFORT den 5 augustus. Uit Berlijn wordt ge
meld dat aldaar reeds van verscheidene regerende vorsten
brieven van gelukwensching aan den koning van Pruissen
wegens zijne gelukkige uitredding, ontvangen zijn, die, uit
hoofde van hoogstdeszelfs afwezigheid en die der koninklijke
prinsen, door de ministers von Bodelschwingh en von Boijen
als door den koning provisioneel met het hoog bewind be
last in ontvangst zijn genomen. Ho'ewe1 door de schuld
bekentenis van Tschechen zijne herhaalde door niets gelo
genstrafte verklaring, dat hij geene medepligtigen gehad heeft,
het eigenlijk onderzoek reeds is afgeloopen zullen de bij de
wet gevorderde formaliteiten echter ten gevolge hebbendat
zijn vonnis vooreerst nog niet kan uitgesproken worden.
Voor ^le tentoonstelling, die weldra te Berlijn geopend zal
worden, zijn reeds 150 forte-piano's2 Stoom vaartuigen en
eene locomotief aangekomen.
Volgens berigten uit Weenen zou de Pruissiscbe ge
zant aldaarvrijheer von Cauitz den 31 julij naar Linz
afreizen, 0111 den koning van Pruissen op te wachten, die
den 2 dézer aldaar aankomen en zich vervolgens naar Ischl
begeven zou. Die monarch werd eerst omstreeks den 11 te
Weenen verwacht, zou 3 dagen in die hoófdstad vertoeven
en dan over Brirnn naar Silezie tcrugkeerenvan waarbij
eene inspectiereis in Oost-Pruissen denkt aan te 'vangen, die
zich over Posen, Dantzig, Koningsbergen, Memel en Tilsit
moet uitstrekken.
I11 de zitting der Zweedsche stenden is den 25 julij
het budget van uitgaven en ont'vangsten overgelegd. Bij 'den
stand der burgers is het voorstel, 0111 den koning te verzoe
ken zich nog gedurende- den loop der zitting te" doen kroo-
nenmet 29 tegen 24 stemmen verworpen. Een der leden
ging daarbij zelfs zoo ver van te zeggen, dat de krooning wei
geheel achterwege kon blijvep.. Bij den,.zoogenaamde!!,stand
der boeren is de motie doorgegaandat de geldenvroeger
tot uitdeeling van medailles bij .die gelegenheid besteed, den
koning tot verdeeling. onder de armen der hoofdstad behan-
digd zullen worden.
Het blijkt nu, dat de dolzinnige onderneming der Ita-
liaansche--vlugtclingen uit Corfu tegen Calabrie, niet geheel
op zichzelve stond, naardien een 1 5otal jongelieden die zich
van tijd tot tijd in het groothertogdom Toskane verzameld
hadden, gelijktijdig met de eerstgenoemden gepoogd hebben
zich door de Romcinsche Staten een weg naar Calabrie te ba
nen om zich daar met de overigen te véreenigen. Ook op
Malta waren, onder aanvoering van zekeren Fabrizisoort
gelijke plannen beraamd.
De vrijheer von Rothsc'uld is naar Ischl vertrokken en
zou zicli verder naar Frankfort begeven.
Langs den ijzeren weg en in Duitschland zijn tijdens
de maand mei jl. 1,023,268 reizigers vervoerd.
Gedurende de maand 'junfj jl. zijn erover den Belgi
schen spoorweg in het geheel 301,484 reizigers vervoerd.
De boekhandelaar Edu/ird Pélz is te Schweidnitz gear
resteerdals beschuldigd Je wevers in Silezie door ge
schriften tot ops'taud te 'iiebben aangezet.
Men schrijft uit Warschau van den 26 julij:
Onze stad en omstreken zijn door eene groote ramp ge-
tioffen geworden. Door den sedert twee maanden bijna zon
der tusschenpozing gevallen regen is de Weichsel zoo ge
zwollen dat zij lieden buiten hare oevers getreden is en het
aan de rivier gelegen gedeelte onzer stad overstroomd heeft.
Het geweld van den vloed heeft de brug tusschen de stad en
I raga vernield, en die voorstad zelve en een eiland in de
rivier zijn zoodanig door het water bedolvendat naamve-
lijks de toppen der hoogere boomeu en de daken der huizen
zigtbaar zijn. In de omstreken ziet menzoo ver het oog-
reikt eene uitgestrekte watervlakte met enkele uitstekende
boomgroepen en daken, en zoo is het de geheele Weichsel
langs gesteld naar boven tot Krakau en naar beneden tot
bij Dantzig. Één oogenblik heeft de gansche hoop des land-
mans vernield zijnen oogst bedorven zijne schuren weg
gespoeld zijne kudden gedood. Het is hartverscheurend
de groepen der landlieden te zien hoe zij met stomme ver
twijfeling de verwoesting hunner have aanschouwen, hoe de
golven de uit hunne woningen gedreven huisraad en akker
gereedschappen wegspoelen, hoe het vee te .vergeefs aan den
vloed tracht te ontsnappen en met dof gebrul bijstand schijnt
te vragen van de menschendie zeiven naauwelps het naak
te leven geborgen hebben. Honderden van deze ongelukki-
gen ter naauvvernood aan den dood ontkomen dwalen zon
der huisvesting kleederen en voedsel rond en benijden wel-
iigt degenen die in de golven omgekomen zijn. De Weichsel
staat heden 18 voet boven het gewone peil; sedert 1830
heeft geene overstrooming zoo veel schade aangerigt, en de
vooruitzigten zijn allerdroevigst, want ziekten en hongers
nood zullen de ellende ten top doen stijgen. Voorzeker zal
de regering zich beijveren om naar vermogen hulp te bieden,
maar er zal een lange tijd moetesn verloopen 0111 de rampen
te doen vergetendie één oogenblik heeft doen ontstaan."
LONDEN den 3 augustus. De stilstand der mijnwerkers
111 de kolengroeven van Durhara en Northumberland blijft
steeds aanhouden. Men voorziet niet, wanneer deze stand
van zaken zal ophouden. Groote Fransche etablissementen
zullen hunne werkzaamheden moeten staken bij gebrek aan
steenkolen eenige hebben reeds het besluit opgevat om hunnen
voorraad uit Belgie te nemen. Eene commissie van onder
zoek is benoemd geworden, ten einde de werkzaamheden te
doen hervatten; zij is zamengesteld uit de vóórnaamste eige-
naais dei mijnen en de aanzienlijkste inwoners der landstreek
deze commissie heeft in weerwil der aangewende pogingen
ei niet in kunnen slagen de halstarrigheid der werklieden te
overwinnen, welke, niettegenstaande hunne ellende, blijven
volharden in hunne weigering om te werken. De Engelsche
steenkolen, die reeds hoog in prijs zijn, zullen waarschijnlijk
eene verhooging ondergaan, want het is niet denkelijk, dat
men eene ciisisdie zoo veel belangen in de waagschaal
stelt, oneindig zal laten voortduren, en men kan aan dezel
ve geen einde maken dan door het loon der mijnwerkers te
vermeerdereu.
PARIJS den 5 augustus. In de beide wetgevende kamers
is hec.en het besluit des konings voorgelezen waarbij de
zitting dier kamers voor 1844-!845 gesloten wordt ver-
klaard. De leden zijn onder de kreet van leve de koning!
uiteengegaan. Vooraf heeft er bij de afgevaardigden eene
wooi den wisseling over de zaken van Otahcite plaats gehad.
De heer Larochejaquelineen bekend legitimist, had daar
over hc.t woord. Hij beweerde dat de woorden die de
minister Peel 111 het lagerhuis heeft gebruikt, als of Fran
sche zee-officieren eene grove beieediging aan Engeland
hadden aangedaan, waarvoor voldoening verschuldigd was,
beleedigend waren voor die officieren en voor Frankrijk zelf
dat op de Socicteits-eilanden niet Engeland maar Frankrijk
beleedigd was geworden en wel door den zendeling Prit-
cftard; dat de gezegden des Britschen ministers in Frankrijk
de uitwerking zouden hebben om alle 'partijen in een ge
meenschappelijk gevoel van gekwetste fierheid te vereenigen
en dat het alleen de vraag was, of men op de Fransche'
ministers rekenen kon, die door de afkeuring van het in
bezit nemen der Societeits-eilanden reeds veel te ver waren
gegaan. Overigens sprak de heer Larochejaquelin ook van
de vroeger medegedeelde tijdingen, die hij hoogst beden
kelijk noemde. Hij zeide dat de zitting der kamers-, in
plaats van gesloten verlengd moest worden.
De minister Guizot weigerde even als vroeger om zich
in bijzonderheden over deze aangelegenheid uit te laten. Zij
moest nog nader worden opgehelderd en de minister her
haalde zijne vroegere verklaring, „dat hij het mogelijke zou
doen, om de eer, de regten en de belangen van Frankrijk
alsmede de eer en de regten der Fransche zee-officieren
voor te staan en de bovenhand te doen behouden."
De heer Billoult betoogde daaropdat thiins1111 op
last van de koningin Pomare. en door de kuiperijen van
PritciardFrausch bloed was geplengd, het ministerie be-
hooioe terug te komen van zijn tegen de inbezitneming der
- Societeits-eilanden genomen besluit, daar die koningin'thans
onmogelijk in haar gezag kon worden hersteld. Hij sprak
ook van de reis van den Russischen diplomaatgraaf van
Nesselrode naar Engeland en gaf eenige vrees te kennen
dat er, even als in 1840, een verbond tegen Frankrijk zou
kunnen worden tot stand gebragt. Mij meende in allen ge-