MIDDELBURGS-CHE
C O R A I T.
N\ 32.
Douderda
14 Maart*
Belasting op de Bezittingen caz.
rX
IWiniötme wan Jfinanctcn.
ir
De abonnements-prijs dezer Courant is 2,75 Yoor drie maanden, en franco per Post 3.
De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen en de betaling
geschiedt comptantof bij het einde van ieder vierendeel jaars.
De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vóór 10 ure indien men
dezelve in het eerst uit te geven nummer wil geplaatst hebben.
De Advertentien worden berekend tegen 22 cents de regelmet uitzondering van Huwelijks-
Geboorte- en Doodbekendmakingen waarvan de prijs is: van één tot zes regels 1 50
en yoor icdereii regel daarboven 22 cents.
Dezelve behoeven niet op gezegeld papier geschreven te zijnalzoo bij elke plaatsing eener
Advertentie het Hfgt van Zegel (35 ets.) moet worden betaald.
De AGENT van 's llijks Schatkist, Hoofdplaats Middel
burg,adverteert:
Dat van den 18 Maart tot den 26 Maart 1844 ingeslo
ten, dagelijks, except Zondag, ten zijnen Kantore, op de
gewone Kantoor-uren, zullen geopend zijn, twee Inschrij-
ving-Registersals:
Een voor de deelneming in de Vrijwillige Leening, ver
meld in Artikel 1 tot 10 der Wet van den 6 Maart 1844
(Staatsblad No, 14), en zulks voor sommen van 50
of de veelvouden van dien; en
Een voor de Inschrijving tot Vrijwillige Bijdrage bij Ar
tikel 12 tot 14 der Wet broeder omschreven, en zulks
voor alle sommen naar welgevallenmits niet beneden
de f 20.
En moet hij Agent bij deze de stellige verzekering geven
dat zoo de Geldleening en Vrijwillige Bijdrage niet geheel
volteekend wordende Buitengewone Belasting zat door
gaanen dus ieder, wil hij zich voor schade behoeden, be
hoort in te tcekenen.
Middelburg, den 11 Maart 1844.
MIRANDOLLE.
Itndkënoofen
Bij de wet van den 6 Maart is eenc belasting op de be
zittingen vastge>teld Welke noodzakelijk voortgang zal moe
ten hebben bijaldien eene bij het eerste gedeelte dier wet
opengestelde inschrijving in ecne geldleening van honderd
zevRtt en twintig millioen gulden tegen drie ten honderd
of in eene vrijwillige bijdrage, niet vp/-geteekend roogt
worden.
Het groot belang hetwelk er voor het dierbaar Vaderland
en de Bewoners van deszclfs grond in het welslagen van
deze geldleening en vrijwillige bijdrage gelegen islegt ons
teil gevolge eener aanschrijving van hooger hand de dure
verpligting op uwe ijverige medewerking daartoe met allen
mogelfjken aandrang in te roepen, en u tot eene aan het
oogmerk beantwoordende ruime inschrijving of bijdrage ten
ernstigste aan te sporen.
Met dit doel meenen 'wij al de zoodanigèn die in de ter
men der beinstingschukVigheid vallen (te weten die personen
of zedelijke ligchamen wier bezittingen, of het vertegen
woordigend kapitaal hunner inkomsten, 11a aftrek der schul
den drieduizend gulden en daarboven bedragen) te moe
ten indachtig maken óp de op hen rustende verpligting, om
aan deze inschrijving of aan deze vrijwillige bijdrage deel
te nemen ten einde zich voor de schade te behoedenwelke
hen bij de hefjing der luitengewone belasting te vachten staat
aangezien liet als zeer onzeker te beschouwen is, of de in
schrijving en de bijdrage aan de verwachting beantwoorden
zal, en niemand uit het oog behoort te verliezen, de zoo
uitdrukkelijke bepaling der wet, dat, ingeval de vol-teeke-
ning niet mogt plaats hebben tot de heffing der belasting
op een ieders bezittingen en inkomsten zal worden overge
gaan.
Ten einde de hoofd-inhoud der tot deze zaak betrekkelij
ke wet, met de daarmede in verband staande berekeningen,
zoo veel mogelijk algemeen bekend worden zijn door de
zorg van Heeren Wjjkmeesteten welke zich daartoe hebben
aangeboden de door Zijne Excellentie den Minister van Fi
nanciën opgemaakte, en bij het Stedelijk Bestuur ingekome-
ne uitnoodig'ings-biljeftenbereids aai: alle zoodanigèn uwer
ter hand gesteld welke maar eenigzins geacht kunnen wor
den aan de belasting op de bezittingen en inkomsten onder
worpen te zijn zonder dat echter het niet ontvangen daar
van als een bewijs van vrijstelling in de belasting zal kun
nen worden aangemerktterwijl eene Commissie uit de Ste
delijke Regering, op Vrijdag, Maandag en Woensdag, den
15 18 en 20 dezer maand des morgens van tien tot twaalf
lireten -Stadhuize zal vacerenten einde aan elkdie
zulks zoude verlangen, ten aanzien der op hen rustende ver-
pligtingen betrekkelijk dit voor elk Ingezeten zoo belang
rijk onderwerp alle verdere inlichtingen en ophelderingen
bij te zetten.
Middelburg, den 13 Maart 1S44.
Burgemeester en Wethouders der Stad Middelburg
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Edel-Achtbarc
A. M. BECIGS.
MIDDELBURG den 13 maart. De Staats-Conrant van
11. maandag behelst bet koninklijk besluit van den 7 maart
1844 (jStaiitsblaii np. 17)houdende vaststelling- van een
reglement op de vrijwillige leenïng en bijdragen vermeld bij
bet eerste gedeelte der wet van den 6 maart 1844.
Maandag den 11 dezer is. een kabinetsraad gehouden in
het palcis van Z. M, den Koning.
Naar men verneemt is er een gerucht in omloopdat
de vrijwillige leening reeds volgeteekend zoude wezen, of
als zoodanig in Holland beschouwd wordt; het behoeft ech
ter geen betoog dat zoodanig gerucht op geen gewisse gron
den kan steunenvermits de leening eerst den 18 dezer
maand zal worden geopend men wachte zich dus wel daar
aan een geloof te hechtendat nadeelige gevolgen kan na
zich slepen daar de algemeene deelneming een onmisbaar
vereischte is om de belasting op de bezittingen te voorko
men en dus de medewerking aan een iegelijk en ook in
het bijzonder onzen landlieden, wordt aanbevolen.
Ter beurze van Amsterdam waren den 11 dezer de
2ï PCt- Werk. Schuld 58A en de aandeden Hand.-Maat
schappij 148-f.
Gisteren had alhier het ongeluk plaats, dat, bij het in
een kelder werken van een vat jeneverde ringwaarin de
touw op de straat was vastgemaakt, losliet, waardoor het
vat in den kelder stortte en een der werklieden een bejaard
man, hierbij een beenbreuk bekwam, welke dadelijk naar
het gasthuis is gebragt, en zich in zorgelijker! toestand bevindt.
Zr. Ms. oorlogsschooner oe Lansier luitenant B.
Bastiaanseuit Texel naar de kust van Afrika, te Plymouth
binnen heeftna aldaar van de geledene schade hersteld te
zijn den 6 dezer de reis voortgezet.
Uit Londen den 9 wordt gemeld
Gisteren a-vond is in het huis der gemeenten door den
kanselier van 's rijks schatkist, den heer Goulburneene re
solutie voorgedragen strekkende om de bestaande 31 pet.
annuïteiten ten bedrage van .250 millioen p. st.voor het
vervolg, en wel te rekenen van october aanstaande tot dat
zelfde tijdstip in 1854, met pet. te verminderen, en voorts
met october 1854 dien intrest nogmaals met j- pet. te ver
minderen en derhalve op 3 pet. te reduceren."
Men meldt uit Parijs den 9 dezer:
De hertog van Nemours heeft in de laatste dagen veel
geleden aan zijne keelziekte eene herhaalde operatic der keel-
klieren heeft hem veel verlichting bezorgd zoodat de prins
heden aanmerkelijk beter was. Vele hoofd-offieieren bezoeken
den hertog dagelijksook ter beurs wordt veel over de onge
steldheid van den aanstaanden regent des koningrijks gespro
ken en sommigen schrijven hieraan de sedert eenige dagen
aanzienlijke fluctuatie der fondsen toe.
Het schijnt zekerdat het ministerie niet alleen niet
gezind is aan de kamer een ontwerp van wet tot conversie
der 5 pets. fondsen aan te biedenof het voorstel van de
heeren Garnier-Pdgès en Gouin te ondersteunenmaar dat
het er zelfs aan deukt 0111 ook het tweede gedeelte der leening
van 450 millioen te negotiëren."
De Belgische kamer van vertegenwoordigers heeft den
9 dezer de wet omtrent de conversie van de 5 in 44 pets.
fondsen met algemeene stemmen aangenomen. Zes leden heb
ben zich van de stemming onthouden.
Zeetijding. Gisteren is ter reede van Vlissingen
gearriveerd de EclipsM. van der Kerkhoven van Londen
naar Ostetide bestemd met stukgoederen.
Op den 11 maart's namiddags 2 ure is op de hoogte
van Ostende in goeden staat zeilendegepraaid het schip
Java's Welvaren naar Batavia bestemd.
De Tijdgenoot rigtin deszelfs tio. 10, aan de Neder -
landsche natieover de nieuwe belastings-wetecne toespraak
welke wij in deze oogenblikken niet ongepast vinden onzen
lezeren voor het grootste gedeelte in onze courant mede te
deelen en hier laten Volgen
Lanilgenwoten
De buitengewone belasting kan op twee wijzen worden op-
gehragt: geheel vrijwillig, zonder lastig onderzoek zonder
eedsaflegging en voor een bedrag van i .'t a 1pet. van uwe
bezittingen en van uwe gekapitaliseerde inkomstenen dan is
zij inderdaad niet zoo zwaar drukkend en reu tweede ge
dwongen met vervulling van vele lastige formaliteiten, en
tegen een bedrag van iji 2 pet., en derhalve van een derde
hooger, dan indien men zonder dwang in de vrijwillige bij
drage inschrijft.
De keuze van den welgezindevan den vriend van orde
en rust, kan niet twijfelachtig zijn; maar ook niet van hem,
die zich zoude willen onttrekken, maar toch te veel overleg
bezit om als een verstandig huisvader te handelen.
Een zoo aanzienlijk verschil als een derde zal toch ieder,
bij eenig nadenken tot de overtuiging brengen datindien
de belasting doorgaathet voor hem veel voordeeliger zal
zijn geweest, vrijwillig te hebben ingeschreven, dan de be
lasting te hebben afgewacht. Er behoort daartoe geene cij
ferkunst. De certilicaten van f j5 worden voor de storting
in de vrijwillige bijdrage voor f 100 als geld bij de belasting
aangenomen. Art. 14 bepaalt het; bij een vermogen van
f35,000 maakt liet een verschil van/175 uit, en wanneer
de belastingschuldige in certificaten betaalt, en de klasse,
waarin hij betaald heeft, niet klaarblijkelijk beneden hetgeen
hij verschuldigd is, is de belastingschuldige daarenboven van
alle verder onderzoek vrijen kan geer. eed van hem gevor
derd worden. Art. 49 verbindt dit belangrijke voordeel aan
hen, die vrijwillig het verschuldigde voldoen. Het voordeel
is niet minder dan het geldelijke.
Wanneer de belasting doorgaat, hebben zij, die vrijwillig
hebben ingeschreven, derhalve aanzienlijke voordeelen boven
hen die niet dan gedwongen willen betalen.
Maar, zullen sommigen redeneren, de vrijwillige inschrij
vingen zullen zonderde f 50, 100 en f200die ik ver
schuldigd ben wel volkomen. De meer vermogenden in
den Lande zullen wel inschrijven en wanneer nu de be
lasting niet doorgaat, zal ik geheel vrijgebleven zijn.
Deze redenering rust op geheel verkeerde vooronderstel
lingen. Er bestaat, ja wel waarschijnlijkheid, dat er veel
vrijwillig zal worden ingeschreven, omdat het veel voordee
liger is in te schrijven dan de gedwongene belasting af te
wachtenen zeer vele welgezinde» iets willen toebrengen tot
het behoud des Vaderlands maar eene som van 35 millioenen
is zeer aanzienlijken kan bij geene mogelijkheid bij elkander
gebragt wordenten zij algemeen ten zij door bijna allen
worde ingeschreven.
Het is dusja waarschijnlijkdat een groot gedeelte der
belasting door vrijwillige inschrijvingen opgebragt zal wor
den, maar niet, dat het geheele bedrag zal volteekend wor
den; dit is hoogstonwaar'schijnlijk en, zoo de inschrijving-
niet volteekend wordtgaat de buitengewone belasting door
zonder eenigen twijfel en dan zullen de onwillige een derde
meer betalen dan diegenedie vrijwillig hebben ingeschreven.
Men misleide zichzelven toch nietdoor te denken dat
de Regering bij eene gedeeltelijke opbrengst der belasting de
inschrijvingen zoude kunnen aannemen en de belasting achter
wege laten. Zij zoude zulks bij geene mogelijkheid kun
nen doen, en wel op de volgende gronden: De wet bepaalt
zeer uitdrukkelijken wel om allen twijfel desaangaande weg
te nemen (want juist daarom is die uitdrukking in art. 22 et-
bijgevoegd), dat de belasting zal geheven worden zoo de
leening niet volteekend is. De Regering is derhalve niet
vrij, om, wanneer de inschrijvingen minder bedragen, de
heffing der belasting achterwege te laten; maar zelfs dc wet
gever zoude zulks niet kunnen doen daar zij die vrijwil
lig hebben ingeschrevendit alleen zullen gedaan hebben in
de vooronderstellingdat de wet zal worden opgevolgd.
Aan hen zoude derhalvebij verandering van de wet, ver
gund moeten wordenhunne vrijwillige inschrijvingen terug
te nemenen zeer waarschijnlijk zouden de meesten zulks
doen. Zij zouden toch in dat geval voor anderen betaald
hebben. Wij weten wel, dat men zich beroept op vroegere
voorbeelden doch wij weten tevens ook dat toen de wets
bepalingen veel oubestemder waren dan thans, en meerdere
ruimte aan de Regering overlieten terwijl de leening zoo
voordeelig was, dat men dezelve niet als ecne belasting kon
aanmerken, terwijl nu de leening ook bij de gunstigste voor
onderstelling met een verlies gelijkstaat van 1 ii it pet. op
de bezittingen. i
Bij het bijna onvermijdelijke van de gedwongene belasting,
springt derhalve het voordeelige van vrijwillig in te schrij
ven duidelijk in het oog. Huisvaders, voogden, administra
teurs zijn naar onze innigste overtuigingniet verantwoord
jegens hen, wier belangen zij waarnemenwanneer zij, door
nalatigheid in het doen van vrijwillige inschrijvingen zich
blootstellen dat zij een derde meerder zullen moeten betalen
in de belasting, die bijna zeker ten uitvoer zal geiegd wor
den daar het geval, dat de inschrijving geheel zal vol ko
men hoogstonwaarschijnlijk is.
Wij spraken tot hiertoe van het raadzame om in te schrij
ven in dc vrijwillige gift, omdat deze gelegenheid voor ie
der openstaat, zoowel voor hen, die in de laagste klassen
als voor hen, die inde hoogste klasse gerangschikt worden;
voor ieder en vooreen' iegelijk staat de weg open, om door
eene vrijwillige daad de belasting voor een vierde te vermin
deren zich van onderzoek te vrijwaren, en te maken., dat
men geen' eed behoeft af te leggen.
De meervermogendèn kunnen daarenboven nog eenige voor
deelen verwerven, wanneer zij, in plaats van in dc vriiwil-
lige bijdrage in te schrijven in dc leening deel nemen, in
de allerongunstigste vooronderstelling betalen zij toch nooit
meer dan 70 pet. voor een 3 pet. effect, en bij dc tegen
woordige rust van Europa mag men het aannemen dat dat
effect, wanneer onze financiën geregeld zijn, rijzen zai.
Wij erkennen, dat de leening alleen een voordeel voorde
.meervermogenden isdoch de mindere klassen hebben eene
ruime vergoeding daarvoor in het bedrag van 4 eij pet.
die zij minder in de belasting behoeven te betalen.
De voordeelen, die zij genieten, welke vrjjwjllig inschrij-
ven boven hen die den dwang der belasting afwachten
zijn duidelijk voor liet gevaldat de belasting geheven wordt
maar zij zijn niet minder grootwanneer het eens door ceu
eendragtig te zamen werken der Natie mogt gelukken dat de
inschrijving volteekend werd.
Dat men in dat geval voor anderen zal betaald hebben
hierover zal men zich niet te beklagen hebben daar de in',
schrijving niet volteekend kan w-orden, ten zij er bijna al
gemeen in deel genomen woi.le, en dat eenige weinigen zich
onttrekken, dit zal men bij elke belasting zien, daar oatdni-