IHIDDELBURGSCHE COURANT. Diügsdag 12 Maart. BP. 31. 1844. UITNOODIGING iïUntsGtrtc tuin jfinancicn. Dlcbcvlatib^cltc ^anbcI-fHaatechapptj. Klaatstfiapptj tot jfilut t»an Tt Ctlgcmcet». NIEUWSTIJDINGEN. Ssiitscïtiuinb. (Brcot-Brittanjc. MU U.riM ±7- t wW*? -\^K encloVï rob rir.v ncatt nob fii 110/ J--IA lii.L {3«MU«U T 't I f Je j ff.r>1'~r,ïr TOT DEELNEMING in de GELDLEENING en VRIJWILLIGE BIJDRAGE, vastgesteld, bij' de Wet van den 6 Maart 1844 (Staatsblad no. 14.) houdende eene BEIiASTOfC} op de BEZITTINGB1Ï enz. Tot deelneming in de geldleening tegen eene rente van drie ten honderd of in de vrijwillige bijdragezullen bij den nood van het Vaderland velen gedreven worden door die vaderlandsliefde welke nog altijd een der karaktertrek ken van onzen landaard uitmaakt. Allen zullen daartoe overgaan zoo zij lfun welbegrepen belang verstaan. Ten einde dit voor ieder duidelijk te doen worden, volgt hieronder eene korte uiteenzetting der voornaamste bepalin gen van de wet. -4 Men moet eerst met de belasting bekend zijn, om het groote belang te doorgrondendat er bestaat tot deelneming in de leening of vrijwillige bijdrage. I. Belastingschuldig zijn alle ingezetenen, wier bezitting, hetzij alleen, hetzij met bijvoeging van het kapitaal, dat hunne., op den na te melden voetvermenigvuldigde inkom sten gerekend woeden te vertegenwoordigen een en ander na aftrek der schulden 3000 of meer bedraagt. Ook van de waarde van onroerende goederen hier te lan de aan anderen dan ingezetenen toebehoorendeis de belas ting verschuldigd. II. De staat van den boedel, zoodanig als die zich op het tijdstip der afkondiging van deze wet bevindt, wordt opge-, •maakt op den navolgenden voet A. De waarde der bezittingen moet worden berekend vol gens art. 217 der wet. B. De inkomsten, welke niet hit bezittingen voortvloeijen worden, door middel van de ip artikel 32, 33,34, en 35 bepaalde vermenigvuldiging tot kapitaal gebragt'.' j' C. Van de-, naar aanleiding der beide voorschnevene grond slagen verkregene somtrekt ieder af de schulden en lasten van zijnen boedelop den bij art. 28 bepaalden voe.C. Over het alzoo vastgestelde, bedrag is de belasting ver schuldigd. In het algemeen moet in het oog worden gehouden i°. Dat, naar luid van art. 30, de, tijdens de afkondi ging der wet bestaande onverdeelde .boedelsof gemeen schappen op zich zeiven moeten worden beschouwd, su. Dat volgens art. 31 de boedels van echtgenooten op welke Wijze die dan ook gehuwd zijn als één boedel beschouwd worden met uitzondering alleen van zoodanige bezittingen en inkomsten eener gehuwde vrouwWaarvan het afzonderlijk beheer en genot, bij huwelijksche voorwaar den aan haar is voorbehouden van deze goederen wordt afzonderlijk betaald. III. Voor zoo verre de belastingschuldigen liet beheer van hunne goederen niet hebbenwordt de belasting betaald door de personenopgenoemd in het eerste en laatste lid van art. 37. IV. Volgens art. 39 bedraagt dc belasting A. Voor hen die over eene som van beneden de 6000 moeten betalen 1 ten honderd. B. Voor ben die over f 6000 tot beneden de ƒ35,000 moeten betalen 1 ten honderd. C. Voor ieder, die over 35,000 of meer moeten betalen, 2 ten honde/d. - D. Over de waarde van onroerende goederenin het Rijk bezeten wordende door buitenlanders en zedelijke ligchamen, niet binnen het Rijk gevestigd mitsgaders door Nederlan ders in de bezittingen en volkplantingen van het Rijk in an dere werelddeelen gevestigd 2 ten honderd. Deze belasting kan worden betaald in certificaten welke men, door middel van inschrijving in de geldleening of in de vrijwillige bijdrage verkrijgten welke voor een derde meer dan derzelver bedfagals betaling In de belasting wor den aangenomen zoo dat voor hen, die vrijwillig deel ne men de belasting met een vierde gedeelte verminderd wordt. Een tweede voordeel, dat zij, die vrijwillig inschrijven, genieten, is dit, dat zij genot hebben van de bepaling van art. 49 der wet, en alzoo, indien zij niet klaarblijkelijk te weinig ingeschreven hebbenaan geen onderzoek van hun vermogen aan geene verpligting tot het doen van eenen eed onderworpen zijn. De voorwaarden van deze leening en vrijwillige bijdrage zijn de- volgende 2 i». De leening heeft plaats tegen eene rente van drie ten honderd in het jaar, en bestaat in inschrijvingen op een aan te leggen grootboekkunnende voor 50 en het veelvoud ■.van die som worden ingeschreven. De stortingen in de leening geschieden in geld of schat kist-biljetten in de volgende termijnen als Voor of op den 15 April 1844 voor één achtste. Jn 1 ij vierde. Deze stortingen kunnen naar verkiezing worden vervroegd. Zij kunnen voor 67 ten honderd plaats vinden in schuld brieven tegen den cours bij de wet omschreven. Voor dertig ten honderd van de stortingen in de leening wordenbehalve de recepissen tot het verkrijgen van in schrijvingen in het 3 pets. grootboek ook afgegeven de cer tificaten met welke de belasting kan worden betaald. 2°. De vrijwillige bijdragen, die 20 of meerder kunnen beloopen worden mede voldaan in geld of schatkist-biljet ten op de termijnen voor de leening bepaald. Voor dezelve worden geene recepissen Uitgegevendoch certificaten op naam tot het geheele bedrag der bijdrage; met welke insge lijks de belasting kan worden voldaan. Het gevolg dezer bepalingen isdat zij diemet het oog op hetgeen zij in de belasting moéten betalen, in de leening willen inschrijven behooren deel te nemen in de leening tot 250 voor elke verschuldigde 100 belasting. De volgende voorbeelden mogen strekkenom dit een en ander te verduidelijken voorbeelden: Over 4000 is men 60 in geld, en slechts f 45 in cer tificaten verschuldigd. Men behoeft dus slechts voor dit bedrag in de vrijwillige bijdrage in te schrijven. Verkiest men de leening, zoo schrijft men in voor 150, waarvoor men 45 aan certificaten, en bovendien eene in schrijving ten laste van het Rijk, groot 150, rentende drie ten honderd bekomt. Over 10,000 is men 175 in geld en slechts 131,25 in certificaten verschuldigd. In de vrijwillige bijdrage heeft men dus slechts voor 131,25 in te schrijven. Verkiest men de leening, zoo zou men slechts voor f 437j5° behoeven in te schrijven. Men is echter ter vol-making van het veelvoud van ƒ50, verpligt in te schrijven voor 450,—waarvoor men des verkiezende, bekomt twee certificateneen 3/131,25, en een a 3,75 L.j Welk laatste men aan een ander kan overdoen; terwijl men eeneschuld ten laste van het Rijk, groot 450 a 3 pef centbehoudt. Over 100,000 is men 2000 in geld, en 1500 in certificaten verschuldigd. In de vrijwillige bijdrage schrijft men derhalve voor/1500 in. In de leening schrijft men in voor 5000 waarvoor men 1500 aan certificaten, en eene inschrijving ten laste van het Rijk groot 5000 h 3 per centbekomt. Eindelijk valt op te merken: dat, bij het niet doorgaan der belasting de voor de geldleening in blanco uitgegeven certificaten ingetrokken worden tegen tien ten honderd en de deelnemers alzoo dan eene geldbelegging hebben gedaan tegen 3/^ per cent. Indien de belasting doorgaat, kunnen dé inschrijvers hun ne deelneming nog binnen acht dagen na de bekendmaking verminderen, mits die vermindering niet meer dan 9/10 ge deelten der inschrijving bedrage. Zij kunnen dan ook die deelneming overbrengen in vrijwillige bijdragemits tot geen minder bedrag dan van dertig ten honderd der inschrijving. De certificaten voor de vrijwillige bijdrage uit te geven worden niet tegen vergoeding ingetrokken. Elk en een iegelijk, dien het kan aangaan, en bijzonder ook de oudersvoogden curatorsbewindvoerdersen an dere personen met het beheer of toezigt over den persoon of de goederen van derden belastfideï commissaire of usu- fructuaire bezittersbenevens de bestuurders van gestichten en instellingen van allen aardworden uitgenoodigdom voor zich en voor de personen welke zij vertegenwoordi gen of voor de instellingen of boedels onder hun beheer deel te nemen, hetzij aan de geldleening, hetzij aan de vrij willige bijdrage, op den voet en de voorwaarden bij de wet omschreven zullende tot her aannemen der inschrijvingen de gelegenheid zijn geopend bij den Agent van het Ministerie van Financien te Amsterdambij de Agenten der schatkist en bij de Ontvangers der Directe Belastingen in de gemeenten waar geene zoodanige Agenten aanwezig zijn en zulks van Maandag den 18 Maart tot en met Dingsdag den 26 Maart daaraanvolgende op de uren en plaatsen door ieder der ge noemde ambtenaren nader bekend te maken. De Minister van Financien VAN HALL. De Wet van den 6 Maart 1844, houdende vaststelling eener Buitengewone Belasting op de Bezittingen en daarme de gepaard gaande Vrijwillige Geldleening en Bijdrage, in derzelver geheel vervat in eene Buitengewone Middelburgsche Courant, is alsnog a 12 cents bij de Gebroeders Abrahams te bekomen. n 'Staatsblad No. 14), en zulks Voor sommen van 50 of de veelvouden van dien en Een voor de Inschrijving tot Vrijwillige Bijdrage bij Ar tikel 12 tot 14 der Wet breeder omschreven, en zulks voor alle sommen naar welgevallenmits niet beneden de 20. En moet hij Agent bij deze de stellige verzekering geven dat zoo de Geldleening en Vrijwillige Bijdrage niet geheel volteekend worden, de Buitengewone Belasting zal door gaan, en dus ieder, wil hij zich voor schade behoeden, be hoort in te teekenen. Middelburg, den 11 Maart 1844. MIRANDOLLE. October achtste. Jahuarij 1845 April Ju lij October De AGENT van 's Rijks Schatkist, Hoofdplaats Middel burg, adverteert: Dat van den 18 Maart tot den 2(5 blaart 1844 ingeslo- ten dagelijksexcept Zondag ten zijnen Kantore op de gewone Kantoor-uren, zullen geopend zijn, twee Inschrij- ving-Registersals 2 Een voor de deelneming 114 de Vrijwillige beeningver- 1 meld in Artikel t tot io der Wet van den <5 Maart 1844 De DIRECTIE maakt bekend dat de Voorjaars INDIGO- en COCHENILLE-VEILINGEN der Maatschappij van 1844, zullen gehouden worden op de dagen en plaatsenen bestaan uit de hoeveelheden hieronder gemeld Te ROTTERDAM op Maandag den 22 April 1844: 687 heeie I 722 halve Kisten Java INDIGO liggende aldaar. 1976 kwart 69 Kisten Java COCHENILLE Te AMSTERDAM op Donderdag den 25 April 1844: 665 heele j 1014 halve Kisten Java INDIGO, liggende aldaar. 3085 kwart) 239 Kisten Java COCHENILLE, De Directie geeft bij deze aankondiging de verzekering dat zij voor hare gewone Najaars-Veilingen van 1844, geen andere Indigo en Cochenille dan de bovengemelde partijen aan de markt zal brengen. De Notitien met de Veil-Conditien zullen in tijds worden uitgegeven. Amsterdam, 9 Maart 1844. VAN DER OUDERMEULENPresident. KOOY, Directeur, fungerend Secretaris. VERGADERING op -Woensdag den 13 Maart 1844, des avonds ten zes ure. Rekening van de School-Com- missie enz. Voorlezing en Bijdrage. Namens Bestuurders P. dé MARET TAK, Secretaris. BERLIJN den 5 maart. In onze dagbladen wordt me degedeeld een aan den minister voor de kerkelijke zaken ge- rigt bevel van Z. M. den koning, van den 14 februarij jl., waarbij Z. M. zijn genoegen betuigt over de deelneming, die de bekende Gustaaf-Adolf-vereenigingten doel hebbende de ondersteuning van behoeftige Protestanten en Protestantsche gemeenten in het binnen- en buitenland, in Pruissen gevon den heeft. Tevens verklaart Z. M.dat hij aan het hem ge dane verzoekom de betrekking van beschermer dier ver- eeniging op zich te nemen, niet kan voldoen, voor zooveel de in andere staten gevestigde afdeelingen der vereeniging be treft, maar dat hij gaarne als beschermer der vereeniging in de Pruissische monarchie wil optreden; dat hij hoopt, dat de vereeniging zich in het binnen- en in het buitenland meer en meer zal uitbreiden en dat alle belijders der Evangeli sche godsdienst zullen inzien, van hoeveel belang eene een- dragtige zamenwerking in dit opzigt is, en in het algemeen doordrongen zullen zijn van het belang van. eensgezindheid in de Christelijke Evangelische kerk. LONDEN den 6 maart. Door sir R. Peel is maandag in het lagerhuis aangekondigd, dat de regering voornemens is eerlang een wets-ontwerp wegens R. K. liefdadige instellin gen in Ierland ter tafel te brengen overeenkomstig de be loftedeswege in de troonrede gedaan. Voorts heeft demi- nister Graham gezegd dat de bill tot verbetering der armen wet zou worden ingebragt, nadat de beraadslagingen over die op de behandeling van het werkvolk in de fabrijken afgeloo- pen waren. Den 3 dezer, vroeg in den ochtend, is te Manches ter een zware brand uitgebroken waardoor een zeer uitge strekt pand van 7 verdiepingen hoogdat aan onderschei den personen tot het houden van magazijnen verhuurd was geheel in de ascli is gelegd. Het gebouw en de goederen waren wel tegen brandschade verzekerd doch men rekent dat de waarde van het vernielde, die op ongeveer 150,000 pon den geschat wordt, de assurantie merkelijk overtreft. Daar de wind hevig was, heeft het veel inspanning gekost de omringende panden te behouden. Het eindigen van den opstand in Portugal is nog op verre na zoo zeker niet als sommige dagbladen beweerd hebben. Over Malta en Marseille is hier de belangrijke tijding van het vasteland van Indie ontvangen dat Gualior door het Engelsch-Indisch leger bemagtigd is, en weina twee veld slagen, in welke dat leger ongeveer 1000 dooden enge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1844 | | pagina 1