MSI>HEL1IÜ11;GSCHE COUR N°. 154. Dïossdas; 1843. 26 December. BESTUREN eti AÜMMSTKATIEN. NIEUWSTIJDINGEN. SDuitecfalrtttb. TfTTïT |gf GEWHJJi S\ TE fasjKESEIEtó1' jc- Jfv«i aft rijk IScIgic. ilcbeviaaScu De abonuements-pnjs dezer Courant is 2 75 voor drie maanden, en franco per Post 3. De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen en de betaling geschiedt comptnut, of bij het einde Tan ieder vierendeel jaara. De inzending der Adverlentien behoort te geschieden des morgens vóór 10 ure, indien men e* .vr\ dezelve in het eerst uit te geven nummer wil geplaatst hebben. De Adverlentien worden berekend tegen 22 cents de regel met uitzondering van Huwelijks- Geboorte- en Doodbekendmakingen waarvan de prijs is van één tot zes regels 1 50 en voor iederen regel daarboven 22 cents. Dezelve behoeven niet op gezegeld papier geschreven te zijnalzoo bij elke plaatsing eener Advertentie het Regt van Zegel (35 ets.) moet worden betaald. De betrekking van DIJKBAAS af POLDER-COMMIES aan de Watering van Groede en Baanst-Polder vacant zijnde worden diegenen welke daarnaar aspireren en verineenen de noodige bekwaamheden te bezitten om naar dezelve te din gen bekend gemaakt i». Dat op Donderdag den 28 dezer maand, in het Ne- derlandsch Logement in de Abdij te Middelburg, het onderzoek der kunde, door een bevoegd erkend Per soon, in tegenwoordigheid der Directie, zal worden gedaan. 2". Dat de Jaarwedde aan die betrekking verbonden eene som beloopt van tienhonderd Gulden in het jaar. Zullende diegene der Aspiranten, welke, boven en behalve •de kunde aan den Dijkbaaspost verbonden, ook de vereischten als geadmitteerd Landmeter bezit, het eerst in aanmerking, komen. Groede, den 5 Decèmber 1843. De Dijksdirectie der voornoemde Watering c. a., P. van PF.ENEN. Ter ordonnantie van dezelve De Secretaris en Penningmeester, P. A. le CLERCQ. FRANKFORT den 18 december. Men beweert, dat het der bemiddeling van Pruissen en Oostenrijk zou gelukt wezen, het kabinet van Petersburg gunstiger voor het status quo in Griekenland te stemmen. Dezer dagen heeft de Beijcrsche regeringin het be lang der algemcene zedelijkheid-, bepaalddat voortaan de herbergen op het platte land ten 9 ure in de kleine steden ten 10, en in de groote steden ten 11 ure zullen moeten ge sloten zijn en is op de overtreders eene geldboete voor de kasteleins van 15, en voor de bezoekers van 5 Hor. gezet. In een brief uit Palermovan den 4 dezer, wordt het berigt bevestigd dat omstreeks 70 menschen door eeuen la vastroom van den Etna overvallen en omgekomen zijn. Deze stroom is, zoo als men thans schrijft, voortgekomen uit ccnen nieuwen kraterdie zich in den nacht van 26 op 27 november, plotseling aan de helling van den berg o.pendr;ter plaatse waar zich eene ovefgroote menigte lieden bevonden welke op een behoorlijken afstand van den grooten lava stroom het ontzaggelijke natuurverschijnsel in veiligheid meenden te aanschouwen, of zich gedeeltelijk bezig; hielden met het bergen van afgehakt hout. I11 een ander berigtuit Messina afkomstigwordt het aantal der personen die tot der i dezer door den zich al verder en verder uitbreidenden lava-stroom het leven hadden verloren, op 130 gesteld. Het .stadje Pronte en Catania werden, volgens berigt van den 4, steeds ernstig bedreigd. LONDEN den 20 december. Gisteren is het parlement pro forma gehouden, om het besluit tot verdere prorogatie te ihooren. De opkomst der leden van het lagerhuis bij deze plegtigheid was buitengemeen gering. Maandag is de hertog van Bordeaux met zijn gevolg te Birmingham aangekomen maar heeft alleen van de R. K. geestelijkheid en een deel der leden van dat kerkgenootschap blijken van belangstelling ondervonden terwijl zijn bezoek aan de meerderheid der bevolking tamelijk onverschillig scheen. De prins heeft eenige fabrijken in oogetischouw genomen. In die stad werd dienzelfden dag eene vergadering van in gezetenen gehouden onder voorzitting van den lord-maire waarin besloten is den lieer S. Craxford te ondersteunen in zijne pogingen om van het lagerhuis te verkrijgen dat de budgets van middelen en wegen niet worden goedgekeurdalvorens men de verzekering heeft dat de grieven der bevolking zul len worden weggenomen en datonder anderen aan het kies- regt eene veel ruimere uitbreiding zal gegeven worden. De Ned-erlandsche gevolmagtigde gezant bij ons gou vernement, de heer Dedel, is zondag op deszelfs officieel verblijf in deze hoofdstad Wilton-Crescentuit 's Graven- liage teruggekomenen heelt men, gelijktijdig met de aan komst van voornoemden gezant alhierde treurmare van het subiet overlijden van Z. M. den koning Willem Frederik graaf van Nassau enz., op den 12 dezer te Berlijn, ontvan gen, wiens dood in deze hoofdstad vrij algemeen betreurd wordt. Nog altijd blijft de vermeerdering van troepen en ge wapende vaartuigen in Ierland voortduren. PARIJS den 20 december. Het hof heeft het winterverblijf op de Tuillerien betrokken. Gisteren heeft de openbare aanbesteding der rails en verdere benoodigdheden voor den spoorweg naar de Belgische grenzen plaats gehad. -Het ministerie heeft acht maires uit hunne betrekking ontslagen, op grond, dat zij den hertog van Bordeaux te Londen hebbenbezocht. Naar men verzekert, zullen alle ambtenarenwelke zich naar Engeland hebben begeven met het bepaalde oogmerk om dien vorst hulde te bewijzen ter verantwoording worden geroepen. De tijdingen uit de Spaansche hoofdstad gaan tot den 15 dezer, toen nog altijd de discussien in het congres over de verklaring der koningin voortduurden. De eigenlijke ques- tie is door de langdurige discussien en de incidentele voor stellen genoegzaam geheel uit het oog verloren, zijnde het spreekgestoelte geheel het strijdtooneel der partijen geworden waar de hartstogteu steeds heviger worden opgewekt. Zoo was de eerste minister Bravoin de zitting van den 14, aan het woord en sprak over een bijzonder onderhoud dat hij met den voormaligen oorlogsminister, den generaal Serranohad gehad, doch zijne gezegden werden openlijk door laatstge noemden weersproken, en zulks gaf aanleiding tot een zeer onstuimig tooneel en bittere verwijten. Na de' zitting heb ben eenige leden" beproefd beide heeren te verzoenenmaar tot nog.toe vruchteloos. De heer Olozaga heeft goedgevon den zich verwijderd te houden en de jongste zittingen niet bijgewoond, zoo men zegt uit vrees voor zijne persoonlijke veiligheid. De Spaansche gedeputeerden, behoorende tot de oppo sitie, verlaten meer en meer de hoofdstad. Het bewind schijnt te vreezen dat zij geenszins met vredelievende oog merken naar hunne woonplaatsen terug keeren. Hetzelve heeft eene ligtiug van 25,000 man uitgeschreven en de formatie gelast van drie möbiele leger-korpsen waarvan twee onder de bevelen van den generaal Concha en een onder die van Narvaez zullen worden gesteld. BRUSSEL den 22 december. De kamer der vertegen woordigers heeft eergisteren de begrooting van oorlog voor het volgend jaar, na eene langdurige discussie, ten bedrage van ruim 28 millioenen fr. aangenomen. Vele leden hebben geklaagd over de weinige geoefendheid en de te groote sterk te van het leger, welke denkbeelden de minister van oorlog bestreden heeftvooral heeft hij zich verzet tegen het denk beeld om hetzelve door de burgerwacht te doen vervangen. Bij.de stemming hebben zich 71 leden voor en 7 tegen ver klaard. Het leger zal dus 80,000 man sterk zijn en de lig- ting voor 1844 10,000 man bedragen. 's GRAVENHAGE den 21 december. In de zitting van de Tweede Kamer der Stateu-Gëueraal van heden heeft de commissie tot de verzoekschriften bij monde van den lieer de Jong verslag uitgebragt op een adres van J. F. van der blijden en IV. Iliiysmansnotarissen te Eindhovendie in bedenking 'géven0111 doeltreflende maatregelen te nemen te gen het verleenen zonder noodzakelijkheid van dispensatien als verleend schijnt te zijn aan IV. van den Brieldie be noemd is tot griffier bij het kantongeregt te Eindhoven of schoon hij is burgemeester van Woensel en aldaar ook zijne woonplaats heeft. Deswege wordt door de commissie voor gesteld1. Het verslag ter griffie neder te leggen; 2. Daar van een afschrift te zenden aan IIII. Exc. de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie. Z. Exc. de minister van justitie heeft dit voorstel bestre den waarna door den rapporteur der commissie voorgesteld wordtingevolge bekomene inlichtingen des ministershet adres alleen ter griffie neder te leggen. De gevoelens hieromtrent uiteenloopende is het oorspron kelijk voorstel der commissie' in hoofdelijke omvraag gebragt, met dat gevolgdat 25 stemmen zich voor 25 tegen het zelve verklaarden zoodat de stemmen staaktenen er in gevolge het reglementbesloten werd de zaak tot eene vol gende zitting uit te stellen. Daarna zijn de twee 'ontwerpen van wethoudende vast stelling van den 3den en 4den titel van het tariefvan justitïe- kosten en salarissen in burgerlijke zaken, het eerste met 31 tegen 21 en het tweede met 37 tegen 15 stemmen aangeno men. Het wets-ontwerp tot regeling van de invoering van die titels is met algemeene stemmen aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijndewordt de vergadering verdaagd tot morgen ochtend ten 11 ure. I11 de antwoorden van de Regering ten aanzien van het 9de hoofdstuk der Staatsbegrooting (financien) wordt gezegd dat uit den aanvang van het voorloopig verslag omtrent de II., VIII. en IX. hoofdstukken van de begrooting over 1844 en 1845 blijkt, hoe door onderscheidene leden de wénsch is aan den dag gelegd tot het ontvangen van mededeeling van het jaariljksch verslag wegens het gebruik der geldmiddelen, en daaromtrent wordt dus alsnu opgemerkt'dat aan het be doelde .verslag thans de laatste hand wordt gelegden dat het alzoo, overeenkomstig het eerste lid van art. 126 der grond wet eerlang zal kunnen worden medegedeeld. Het verslag zal zich aansluiten aan de Staars-rckeningen.vroeger'ingediend deze vervangenen tevens inhouden de kas-rekening van het Rijkmet dien verstande dat daarin ook zullen zijn opge nomen de ontvangsten en uitgaven gedurende 1842 op het dienstjaar 1841 bewerkstelligd, zoo mede op het, onder 31 december 1842, nog niet afgeloopen dienstjaar 1842, het welk eerst onder 31 december 1843 wordt afgesloten, en dus niet voor in 1844 bij de algemeene rekenkamer ter opne ming en uitsluiting kan worden overgebragt. De dienst-jaarlijksche rekening der ontvangsten en uitgaven (zijnde over de dienst 1842 de eerste), waarvan bij het tweede lid van art. 126 der grondwet gewag wordt gemaakt, kan niet worden zamengesteld en afgesloten vóór den afloop van den jaargang 1843 daar gedurende dat jaar nog op de begrootingen voor. 1842 wordt beschikt. Wat aanbelangt de voorafgaande aanmerking, bij de beo'or- deeling van dit hoofdstuk gemaakt gelooft men te kunnen volstaan met op te merken dat de grondslagen waarop de in de onderscheidene vakken van administratie gebragte wijzi gingen berusten., die zijn van vereenvoudiging en meer krach tige werking van het bestuur daarvan, en dat de Regering, wier pligt het is te zorgen voor de regelmatige inrigting der administratie, de overtuiging heeft dat de verzekering van 's Rijks inkomsten daardoor in allen deele bevestigd zal wor den; terwijl uit-de ingediende begrooting aan de Staten-Ge- neraal heeft kunnen blijken dat de daardoor te weeg gebfagte bezuiniging aanmerkelijk is. Hoezeer in den regel aan ieder ambtenaar, die, ten ge volge vau reorganisatienen alzoo geheel buiten zijn "ei gen toedoen buiten betrekking geraakteen pensioen wordt verzekerdin evenredigheid van zijne genotene bezoldiging en volbragten diensttijd en dit beginsel ook bij de verwij dering van ambtenaren bij het departement van financien is opgevolgd, zoo wordt daardoor de gelegenheid niet beno men 0111 de meest bruikbare ambtenaren bij voorkomende gelegenheid weder in dienst te stelllen. Aanvankelijk be staat daartoe evenwel weinig uitzigtdoch heeft de Rege ring het stellig voornemen de zoddanige niet uit het oog te verliezen. Bij de dnarstelling van het getal agenten van 's Rijks schat kist heeft niet mogen -gelet worden op de verhouding tus- schen de onderscheidene provinciën maar op de behoeften zoo als die bij het beheer van 's Rijks geldmiddelen bekend zijn uit hét oogpunt van de regelmatige overstörting van de opbrengst dier middelen en ook van het gerief der ingeze tenen aan wie betalingen uit 's Rijks schatkist te doen zijn. Intusschen is de gelijktijdige intrekking van zeven agentschap pen ook. voor dat beheerslechts eene proeve, die, naar mate de uitkomst werkelijk doelmatig zal bevonden worden verder zal kunnen worden toegepast, gelijk dit niet mag be twijfeld worden bij de krachtdadige middelenthans reeds tot inkrimping en bezuiniging tot stand gebragt. E11 wat deadministrateurs aangaatdoor de afschaffing derzelven zou niet slechts geene bezuiniging ontstaan kunnen, daar de jaarwedden der agenten alsdan voor het minstmet hetgeen bij die administrateurs genoten wordt zouden zijn te verhoogen maar zou daardoor worden teruggekeerd tot de vroegere vermenging van materiele geldbehandeling en reken- pligtigheid die aanleiding gaf dat de verantwoordingen der ontvangers-generaal of partikulieren soms eerst vele jaren na hunne.aftreding konden worden afgesloten; terwijl dit, zoo als de ondervinding het sedert 21 jaren geleerd heeft, thans nimmer meer het geval zijn kan waarbij mag opgemerkt worden, dat derzelver werkzaamheden niet enkel bestaan uit boekhouding, maar ook in veie andere bemoeijenissen van be langrijken aard, die thans door 11 administrateurs worden waal-genomen en welke het ondoelmatig zou zijn op te dra ger, aan de agenten der schatkistwaarvan het getal grooter moet zijn. De bezorgdheid door sommige leden aan den dag gelegd omtrent de misbruiken die bij het langzaam uit den omloop trekken van sommige oude geldspeciën zouden kunnen plaats vindendoor zoogenaamde oude muntter kwader trouw vervaardigddaartegen in omloop te brengenmoge niet op wiskunstige gronden zijn tegen te spreken maar tot hiertoe heeft men er geen bewijs van gezien en eene geheele uitwis seling en buiten koers stelling van sommige oude muntspe ciënbijzonder van de kleine scheids-munt, is een maatregel van te veel gewigt en die op het onderling verkeer en han del van de minst gegoede klasse van ingezetenen van te veel invloed zon zijndan dat men zich .daaraan zou wagen zonder volkomen voorbereid tc zijn om de noodwendige klei ne speciën aan te,vullen. Men zal zich echter nader bera den over de gepastheid om tegen een niet al te verwijderd tijdstip een meer beslisseuden stap in dit opzigt te dfoeu. De herziening van de wettelijke verordeningen op het regt van den waarborg der gouden en zilveren werken maakt op nieuw een onderwerp van overweging uit bij het coilegie van raden en generaal-meesteren der munt, hetvveik het uitzigt aanbiedtdao op eene meer voldoende wijze aan het te ken nen gegeven verlangen, der Vergadering, tot bet bekomen van eene voordragt van wetzal kunnen voldaan worden dan op die welke is voorgedragen geweest, doch geen genoegza- men bijval heeft ondervonden. (Het vervolg hierna.').

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1843 | | pagina 1