MIDDELBURGSCHE
COUR A JY-T.v
IV. 145.
Dingsdag
jit Hv^v
5 December.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
NIEUWSTIJDINGEN.
JfVanfctrijk.
4^ wt n a mT-'^ -Vfe#
De Provinciale COMMISSIE van Geneeskundig Onderzoek
<en Toevoorzigtin ZEELANDresiderende te Middelburg
verwittigt bij deze de belanghebbendendat zij hare gewone
'Vergadering houden zal op Donderdag den vierden Januarij
1844, en verzoekt tevens allen, welke dan verlangen
toegelaten te worden tot het I-Ieel-, Verlos- of Artsenijmeng-
kundig Examen, of tot dat van Oog- of Tandmeester of
Drogistom hun daartoe strekkend requestonder overleg
ging van de noodige bewijzenvóór den 20 dezer maand
te doen toekomen aan Professor B. de Jonge, Voorzitter
derzelve Commissie.
Middelburg, den 4 December 1843.
De Provinciale Commissie van Geneeskundig
Onderzoek en Toevoorzigt in Zeeland,
Namens dezelve
Js. de MAN Jz.Secretaris.
De COMMISSIE tot Uitdeeling van SPIJSs aan Minver
mogenden te Middelburg, zal op Dingsdag en Donderdag
den 5 en 7 December aanstaande van elf tot één uurin
haar gewoon Lokaat, vaceren tot afgifte der Kaarten aan de
Inteekenaren.
Middelburg, den 1 December 1843.
H. DU BUISSON BECIUS.
Secretaris.
De Ingezetenen welke verlangen mogten deel te nemen
aan de levering der gewone benoodigdheden voor de Stede
lijke Fabricageof in te schrijven op het ten dienste der-
zelve te vervaardigen IJZER en SMIDSWERK gedurende
het jaar 1844, kunnen zich deswege, mits vóór den elfden
December aanstaande, vervoegen ter Stedelijke Griffie.
Middelburg, den 4 December 1843.
Middelburg, 4 December 1843.
De VEREENIGING tot het bezoeken der ARMEN berigt
dankbaar de ontvangst eener gift van 20 Zeeuwsche Rijks
daalders haar door eenen Armbezoekervan een' onbeken
den den 1 dezen geworden.
De Directie der Vereeniging voornoemdj
F. Z. ERMERINS, Voorzitter. I
M. J. BOONE Secretaris.
Werkendam en Hardinxveid.
Het was den ondergeteekende regt aangenaam te ervaren,
dat hij niet te vergeefs, ook te Middelburgde aandacht ge
vestigd heeft op het lot der ongelukkige Weduwen en Wce-
zen te Werkendam en Hardinxveid. Behalve een coupon,
vroeger uit Middelburg ten zijnen Huize bezorgd, no. 2136,
h f 2 'n de verloopene week door hem van den
Wel-Eerw. Heer ,7. Borsius ontvangen de som van 88,02!,
bestaande uit onderscheidene bijdragen door Ds. Borsius elk
in het bijzonder vermeld in de Middelburgsche Couranten
van den 1 en 9 November. De ondergeteekende betuigt langs
dezen weg ook namens de Commissie voor de ongelukkigen
•den hartelijksten dank aan al de menschlievende gevers.
Vlissingen, den 2 December 1843.
J. H. BÖSKEN,
Predikant te Vlissingen.
De ondergeteekende berigt bij dezedat hij voor de
Weduwen en Weezen der verongelukten bij Hardinxveid en
Werkendam laatstl. Zaturdag nog heeft ontvangeq 1
vit den Spaarpot van twee Kinderen en van de Wed. H.
zullende deze nagekomene gift den Wel-Eerw. Heer J. H.
BSskenPredikant te Vlissingen, worden toegezonden, vvien
•de penningenalhier ten behoeve van deze ongelukkigen
•ontvangen reeds zijn ter hand gesteld.
Middelburg, den 4 December 1843. J. BORSIUS.
5Dui$0cW«utb.
FRANKFORT den 29 november. Te Ancona oiitvangene
Brieven uit Athene van den 12 dezer melden, dat de ope
ning der zitting van de nationale-vergadering verschoven was
tot den 28 dezernaar het heetteomdat nog geen genoeg
zaam aantal leden in de hoofdstad was aangekomen. Ver
mits reeds zeer vele leden der vergadering tegenwoordig wa
ren, meende men, dat dit uitstel aan andere redenen was toe
te schrijven. De te Missolonghi uitgebrokene onlusten wa
ren reeds gedempt.
De regeringsraad van het Zwitsersche kanton Lucern
heeft den 20 dezer weder beraadslaagd over het opdragen
van de leiding van het onderwijs in de hoogere school-inrig-
tingen aan leden van de orde der Jesuiten. Met 6 tegen 5
stemmen is tot het niet toelaten der bedoelde geestelijken be
sloten.
(Broflt-ISrittaiijc.
LONDEN den 29 november. Gisteren morgen hebben de
koningin en haar gemaal het kasteel van Windsor verlaten en
zich naar Drayton-Manorhet landhuis van sir R. Peel te
Tamworth, begeven. Overal op hunnen weg werden zij-met
vreugdegejuich begroet. Ook de hertog van Wellington is
als gast op Drayton-Mar.or genoodigd. De vorstelijke perso
nen zullen ook Belvoir-Castlede residentie van den hertog
van Rut landbezoeken terwijl de prins een uitstapje naar
Birmingham denkt te makenwaar alles reeds tot zijne ont
vangst in gereedheid is gebragt.
Laatstleden donderdag is de hertog van Bordeaux te New-
castle aangekomen. Hij spreekt, volgens brieven uit die stad,
het Engelsch bijzonder vlug, en heeft een zeer innemend
voorkomen.
De aanvang der pleidooijen over de zaak van O'Contiell
en zijne medeaangeklaagden isdoor het hof te Dublin met
toestemming van den prokureur-generaalvan den 11 decem
ber tot 15 januarij verschoven om alle aanleiding tot debe-
1 schuldiging weg te nemendat men den verdedigers geen
behoorlijken tijd tot voorbereiding laten wilde.
PARIJS den 29 november. De prins de Polignacvoor
malige minister van Karei Xheeft deze hoofdstad verlaten
en zich naar Beijeren begeven na volgehouden te hebben in
zijne weigering om den koning verlof te vragen in deze hoofd
stad te blijven.
Heden avond zijn de hertog en de hertogin van Ne
mours op het kasteel van St. Cloud teruggekomen. In de
laatste dagen is niets naders omtrent den gezondheids-toestand
van hunnen zoon, den graaf van Eu, bekend gemaakt.
Te Rouaan heeft den 28 een zeer zware brand plaats
gehadtwee reijen huizen eener geheele straat zijn afgebrand
daaronder bevonden zich groote katoenspinnerijen en andere
fabrijken die ook allen in de asch gelegd zijn. De oorzaak
van den brand is nog onbekend hij is des nachts uitgebro- t
ken, en, niettegenstaande de spoedig aangebragte hulpheeft
men dien niet kunnen meester worden voor dat de gansche
straat vernield was. Geen levensverlies wordt betreurdmaar
de geleden schade is zeer aanzienlijk, en dewijl in de fabrij
ken al de machines vernield zijnbevindt een groot aantal
werklieden zich daardoor buiten bestaan.
Legitimistische dagbladen schatten het aantal Franschen,
die bereids te Londen zijn om den hertog van Bordeaux hun
ne hulde te bewijzen, op bijna 1700. Ofschoon dit gewis
overdreven isbevinden er zich echter genoeg om het gou
vernement zorg te verwekken, en het zendt dan ook van zij
nen kant niet weinige agenten en spionnen naar Engeland
ter goedmaking der kosten waarvan de geheime fondsen wor
den aangesproken.
Men heeft heden brieven van 24 dezer uit Madrid al
hier ontvangen, en het baart eenige verwondering, dat de
zelve geene officiële kennisgeving behelzen van het ophouden
der zoogenaamde ministeriele crisis in Spanje.
Den 22 is te Figueras, tusschen de troepen van Print en
Ametlerweder hevig gestreden. De centralisten hebben,
ten getale van 2000 maneen uitval gedaandoch zijn door
de troepen van Prim geslagen en binnen het fort San Fernan-
do teruggedreven uit hetwelk terstond daarop 2 k 300 bom
men op de stad zijn geworpenwaardoor onderscheidene weer-
looze burgers zijn gedooden eene aanzienlijke schade aan
woonhuizen en andere eigendommen is veroorzaakt. Deze
daad van geweld heeft de bewoners van Figueras en van de
omliggende gemeenten in geene geringe mate verbitterd, en
allen hebben zich bereid verklaard, 0111 Prim te ondersteu
nen in het ten onderbrengen der opstandelingen. Laatstge
meld legerhoofd heeft den generaal Sanz verzocht, om de
noordelijke grenzen van Spanje door een militair cordoö te
doen bezetten opdat langs dien weg geene der opstandelin
gen op Franschen bodem zullen kunnen ontkomen.
i^ebeirlattbctt.
's GRAVËNHAGE den 30 november. Uit het voorloopig
verslag der centrale afdeelingten aanzien van het ontwerp
van wetbetrekkelijk de aflossing en intrekking van schuld
over 1843, blijkt, dat dit ontwerp in de afdeelihgen der
Kamer door 33 leden is onderzocht geworden. Bij die ge
legenheid zijnmet betrekking tot de onderscheidene bestand-
deelen der voordragtde volgende algemeene beschouwingen
en aanmerkingen in het midden gebragt
Vooreerst heeft bij de leden een punt van opzettelijke over
weging uitgemaakt de bij art. 1 van het ontwerpvoorge
stelde inkoop van schuld-bekentenissenten laste van het
amortisatie-syndicaat. Elf leden hebben verklaard in dien
maatregel bezwaar te vindendeels omdat zij de verpligting
tot intrekking der genoemde schuldbrieven niet konden er
kennen deels omdat zij niet overtuigd warendat de voor
gestelde inkoop in de tegenwoordige omstandigheden voor
raadzaam te houden zij.
Ten aanzien van de verpligtingom jaarlijks een gedeelte
van de 3! pet, amortisatie-syndicaat in te koopen werd
opgemerkt, dat er in de wet van 27 mei 1830, waarbij die
schuld-bekentenissen zijn gecreëerd geene uitdrukkelijke be
paling nopens den vveder-inkoop gevonden wordt, en de ten
deze voorgehouden verpligting dus enkel zou voortvloeijen
uit het koninklijk besluit van 1 junij 1830, door hetwelk
evenwel ten aanzien van de oorspronkelijke verpligtingen van
het Rijk geene verandering is kunnen ontstaan dat ook de
toezegging tot inkoop gedaan zijnde onder verband van al
de bezittingen en inkomsten van het voormalig amortisatie
syndicaat en dit onderpand verdwenen zijnde ten gevolge
van het onvermogen van genoemde instelling 0111 aan hare ver
pligtingen te voldoener mitsdien op den staat geene ver
pligting fust om zich met dien inkoop te belasten; dat er
geene reden bestond ten aanzien van den inkoop der 3! pet.
schuld-bekentenissen een gunstiger besluit te nemen dan om
trent de bij laatstgemelde wet van 1822 gecreëerde effecten'
te minder, dewijl de 3! pets.-daargesteld zijnde tót intrek
king en vernietiging van de 41 pets.deze laatsten mitsdien
boven de 3! pets. voor de aflossing in aanmerking zouden
behooren te komen, dat eindelijk ook niet behoort uit het
oog te worden verlorendat de wetgeving door het besluit
van 1 junij 1830 als grondslag eener wettige verbindtenis tot
inkoop van 3J. pets. schuld te erkennengeacht zou moeten
worden zich daardoor tevens verbonden te hebben tot de af
lossing a pari van een gedeelte dier schuldwelke bij art.
7 van datzelfde besluit voor het jaar 184.5 en vervolgens is
bevolen.
Terwijl de voorzeide leden alzoo niet hebben kunnen toe
geven dat hier zoodanige stellige verbindtenis zou aanwezig
zijn waarvan de vervulling niet zou kunnen verschoven
worden heeft men nogtans gemeend te moeten onderzoeken
of de voorgestelde maatregel soms tot schraging van het cre-
diet geraden of om andere redenen wenschelijk zou moeten
geacht worden.
Men heeft zich echter daarvan niet kunnen overtuigen
omdat men zich niet heeft kunnen verklaren, hoedanig het
crediet van den Staat bevorderd zou kunnen worden door de
vernietiging van een zeer onbeduidend gedeelte der Staats
schuld en zulks nog wel door middelendie buiten de ge
wone inkomsten moeten gezocht wordenen op een tijdstip
dat, zonder aanwending van krachtdadige en bezwarende
maatregelenaan het herstel van het verbroken evenwigt tus
schen de ontvangsten en uitgaven van den Staat niet schijnt
gedacht te kunnen wordenzoo lang de achterstand niet op
geruimd zal zijn en er te korten op de Staats-inkomsten zul
len bestaanwaarin door middel van geldleeningen tegen
hoogere rente aangegaan zal moeten voorzien worden zoo
als neg onlangs het geval is geweest, acht men het ongera
den, om over te gaan tot de aflossing of vernietiging van
lage rentegevende schuld.
E11 wat nu de belangen der schuldeischers van den Staat
aangaat, welke als beweegreden tot de onderhavige voordragt
zijn bijgebragt, zoo meende men, dat dezelve door eene zoo
eenzijdige toepassing van het voorschrift van art 197 der
grondwet geenszins zouden bevorderd worden terwijl de
maatregel om eene enkele soort van schuld boven alle ove
rige te bevoorregtennaar sommiger meening, opzjgtens de
overige schuldeischers niet van onbillijkheid zoude zijn vrij
te pleiten.
Twee-en-twintig leden daarentegen hebben verklaard in de
voordragt der Regering, ten opzigte van den inkoop van
schuld te kunnen berusten. Naar het oordeel van sommi
ge dezer leden bestond er eene stellige verpligting jegens de
houders der 3i pets. schuldbekentenissen om daarvan jaar
lijks minstens één ten honderd van het uitgegeven kapitaal
door inkoop ,te vernietigen. Andere leden hoezeer ontken
nende dat er eene wettelijke verpligting tot dien inkoop op
den Staat rusten zoumeenden evenweldat in de omstan
digheid dat die inkoop jaarlijks heeft plaats gehad en ook
reeds tweemalen sedert de opheffing van het amortisatie-sVn-
dicaat door de wetgeving bevolen is geworden eene zeer
krachtige en afdoende beweegreden ligt opgesloten om den-
zelven mede over het loopende jaar niet te doen achterblij
ven terwijl ook hunnes erachtens niet uit het oog moet
worden verlorendat de post wegens rentebetaling van ge
dacht effect, op de onlangs goedgekeurde begrooting voor
1844 voorkomende, met het bedrag der te vernietigen schuld
veiminderd zijnde daardoor voor de houders van het effect
het uitzigt op den jaarlijkschen inkoop weder eenigermate
verlevendigd/is geworden. Anderen, eindelijk, die zich met
vorenstaande beschouwingen niet of slechts ten deele konden
vereenigen hebben nogtans gemeend hunne goedkeuring aan
den voorgestelden maatregel niet te mogen ontzeggen als
vertrouwende dat het crediet van den Staat daardoor onder
steund zal worden hetgeen zij verklaardenvooral in de
tegenwoordige omstandigheden als van het uiterste en over-
wegendste belang te beschouwen.
In de tweede plaats is de vraag behandeld geworden of
men genoegen kan nemen, dat bij de wet geene bepa'alde
middelen zijn aangewezen, waaruit de voorgedragen inkoop,
ter waarde van f 300,000zou bewerkstelligd worden
Defe vraaS is door twee-en-twintig leden in eenen beves
tigenden zin beantwoord geworden; van welke sommige
evenwel.verklaard hebben, dat zij het gemis van de bedoelde
aanwijzing voor eeii groot gebrek in de wet hielden en alleen
uit aanmerking van de buitengewone omstandigheden zouden
kunnen besluiten om daarin te berusten.
De leden die eene meer bepaalde aanwijzing der middelen
noodig keurden, hebben zich ten dien opzigte beroepen op
hetgeen bij alle vroegere gelegenheden heeft plaats gehad
wanneer telkens voor den inkoop bestemde en erkende pos
ten waren aangewezen. Ook lag er, hunnes inziens iets
oneigenaardigs 111 opgesloten om bepaalde en verplatte uit
gaven te affecteren op -geheel onbekende middelen. Niet al
leen werd zulks door hen voor onregelmatig gehouden,
maar zij meenden daar te boven dat zulk eene onbepaalde
aanwijzing voor het crediet, welks schraging men dan toch
ook bij de wet op het oog had, weinig voordeelig wel li-1
zelts hinderlijk zou kunnen wezen. 0
In de derde plaatseindelijk, is bij het onderzoek in de
afdeehngen opzettelijk in overweging genomen het voorstel
der Regeringom de beschikking nopens de aflossing der 4!