MIDDELBURGS CUE C O U 11 A IV N\ 151. Zaturdag 1842. 17 December. BESTUREN en ADMINISTRATIEN. NIEUWSTIJDINGEN. ÜDuitscftlant». Jlebevlattben. Middelburg, den 16 December 1842. De COMMISSIE ter voorziening in den buitengewonen nood der Armen en Behoefcigenbeeft het voorregt, met dank aan de edele gevers of geefsters, de ontvangst van de volgende giften te kunnen berigtenals: den 13 dezer, van 25 1 en den 16, van een' onbekende 200. De Commissie voornoemd F. Z. ERMERINS Voorzitter. M. J. BOONESecretaris. I'1!ANKFORT den 10 december. Zoo als uit Hamburg van den 5 dezer gemeld wordtgaat de wederopbouw van bet afgebrande gedeelte dier stad met grooten spoed voort. Behalve een vrij aanzienlijk gedeelte nagenoeg voltooide hui- zen zijn bereids 370 woningen herbouwd. Met het oprui men der puinhoopen is men echter nog in lang niet klaar, en zal dit nog wel den geheelen winter volop werk geven. Tot wederopbouw der kerken vond sedert eenige dagen eeue verkooping van vrouwelijke handwerken op het raadhuis plaats, welke deels bijeenverzameld, deels tot dat einde uit sluitend vervaardigd waren. Derzelver waarde berekende men °P 5°>°oo marlt. Reeds meer dan de helft was bereids ver kocht. Het heeft 7,. M. den koning van Prnissen behaagd de zer dagen te bepalen, dat ook de dom te Maagdenburg met Laatje geschilderde vensters zal versierd worden betrekking hebbende op de kerk-hervorming. Naar men van goederhand verneemt, heeft de Wur- tembergsche regering de afkondiging verboden van de on langs aan den bisschop van Rottenburg uitgevaardigde pau selijke breve, in welke genoemde prelaat om zijne pogingen, in de Wurtembergsche stenden-vergaderingtot erlanging van het oppermagtig gezag der Roomsch-Katholijke kerk in kerkelijke Zaken, aangewend, die, zoo als vroeger is me degedeeld mede vruchteloos bleven zeer toegejuicht wordt, Volgens berigten uit Rome, van den 28 november, bad de Russische gezant, reeds voor eenigen tijd, aan Z. H. den Paus kennis gegeven van de benoeming van onderschei dene Katholijke bisschoppen in Rusland door Z. M. den keizerdoch had de Paus tot nu toe geweigerd de benoe mingen te bekrachtigen. PARIJS den 12 december. Gisteren ten 3 ure is de ko ning en de koninklijke familie naar Fontainebleau vertrok ken. Van één uur af aan zijn de municipale garde en de politie-agenten op de been geweest om de kaai van den reg- ter-oever der Seine te bezetten, alwaar de stoet langs komen moest; dezelve bestond slechts uit 3 rijtuigen; dat des ko- nings werd door een detachement lanciers en nationale garden geëscorteerd. De koninklijke familie wordt maandag of dingsdag te Pa rijs terug verwachtten minste worden op het paleis der Tuilerien daartoe de noodige toebereidselen gemaakt. De koningin, de hertogin van Orléansde hertog van Chartres en de graaf van Parijshebben den koning niet «aar Fontainebleau vergezeld. Men zegt dat de koningin on gesteld is. Men is thans in het bezit van de dagbladen van Bar celona van den 6 dezer, waarin men een geregeld en uitvoe rig verslag vindt van de gebeurtenissen, waarvan die stad het tooneel is geweest. Zoödra de Fransche consul wist dat het fort Monjuich des morgen van den 3 dezer zijn vuur zou openenbegaf hij zich aan boord van de Méléagreom met den komman- •dant der station, den heer Gatier, te overleggen wat voor de veiligheid en inscheping der Fransche onderdanen gedaan behoorde te worden. Laatstgenoemde liet de po hoofden ■van den opstand, die op de Méléagre eene wijkplaats gevon den haddennaar de Etna overbrengen welke gereed lag •om naar Port-Vendres re vertrekken. Naauwelijks echter wa- Ten zij overgescheept, of een óootal gewapende mannen, door het tot wederstand geneigd gedeelte der militie afgezon den vertoonden zich langs de kaaiop een pistoolschot van de Méliagreen eischte de vlugtelingen met groot ge- stier terug, om hen op nieuw aan hun hoofd testellen. Met groote koelbloedigheid werden zij echter weldra door den heer rGatier tot wijken verpligt. Inmiddels hadden de vrijkorpsen hunne wapenendie zij <den vorigen avond afgelegd hadden, weder opgevat, en be toonden zich sterker dan ooit tot wederstand besloten. Bij zijne terugkomst te Barcelona liet de consul alle Fran- ■schen waarschuwen, en noodigde hen uit zich op de Jem- mapesde Méliagre en de stoombooten Gassendi en Fèloce In te schepen. Zij werden, gedurende den nacht en tot den volgenden morgen ten 11 ure, met sloepen derwaarts over- gebragt. De consul was de laatste die zich inscheepte, en wel op het oogenblik dat het fort met schieten aanving. Gedurende 13 uren, van des morgens n ure tot midder nacht, werden 817 bommen in de stad geworpen, waardoor op vier onderscheidene punten vrij hevige brand ontstond. Het ergst woedde die in de streek waarde municipaliteit ver gaderde. Daardoor is dan ook het belangrijk stads archief grootendeeis vernietigd. Na middernacht werd het schieten gestaakten uit het hoofdkwartier de boodschap gezonden dat men eene wapen schorsing van 12 uren toestond ten einde de eigenaars van gebouwen en hoofden van huisgezinnen den tijd zouden heb ben tot ontwapening der vrijkorpsen en voorbereiding tot de overgave. De voornaamste ingezetenen vereenigden zich toen in de parochiën, slaagden in de ontwapening, en lieten den kapitein-generaal aanzeggen dat hij kon binnentrekken. Ten 10 uren des morgens namen de troepen bezit van hec fort Atarazanas. Eenige uren voor het binnenrukken der troepen bad de be velhebber van de Jemmapesop verzoek Van den consul, 300 matrozen, van emmers en pompen voorzien, aan wal gezonden om den brand in het gebouw der municipaliteit en andere huizen te blusschen. Deze zeelieden hebben zich met groote inspanning van die menschlievende taak gekweten. Door den kapitein-generaal Antonio van Halen werd kort na zijne aankomst, eene proclamatie uitgevaardigd. Hij ver klaart daarin de stad Barcelona buiten de wetzoodra ook slechts één schot tegen de troepen gerigt zal zijn terwijl de staat van beleg zoo lang zal voortduren als de omstandig heden zulks vorderen. Volgens het tweede artikel wordt en blijft de nationale militie, van alle wapenen, ontbondentot dat de reorganisatie, naar de strenge beschikkingen der wet, bepaald zal wezen. Voorts beveelt hij, alle wapenen en am munitie aan die militie toebehoorende, benevens alles wat uit de magazijnen gehaald is en den staat toebehoortbinnen 24 uren naar het fort Atarazanas over te brengen. Wie daar aan binnen dien tijd niet voldaan heeft wordt doodgeschoten. Het vijfde artikel belooft eene premie van 10,000 realen aan elk die alsdan nog verborgene wapenen zal weten aan te wijzen. Deze som moet door den eigenaar van het huis, of, kan deze haar niet bijeenbrengen, door de bewoners der wijk betaald worden. Voorts moeten alle overige Inwoners hunne vuurwape nen binnen twee dagen overleverenen wie dit weigert be taalt eene boete van 10,000 realen, waarvan de eene helft tot dekking der oorlogskosten de andere ten behoeve van den aanbrenger strekken zal. Alle paarden rijtuigen meube len of andere goederenaan personen der bezetting ontroofd of ontstolen zuilen terstond worden teruggebragtof anders de waarde daarvan door de stelers of helers vergoed. Wie diefstal of eenig ander vergrijp tegen de openbare orde pleegt, zal met den dood gestraft worden, onverschillig of hij tot de bevolking of tot het leger behoort. Het tiende of laatste artikel luidt dusDe wettig in gestelde autoriteit zal zorgen, dat de plegers van misdrij- ven vervolgd worden, ten einde het belang der algemeeue veiligheid te verzekeren. Wie zich door daden of woorden aan eene beleediging mogt schuldig maken zal strengelijk gestraft worden. De troepen zoowel als de inwoners van Barcelona zullen den sluijer der vergetelheid over de ge- beurde zaken werpen. Zij moeten elkander als broeders om- armen. De autoriteiten zijn en blijven voor de uitvoering van het tegenwoordig decreet verantwoordelijkdaar zij aileen geroepen zijn om kennis van de overtredingen te nemen en die te straffen." Later op dienzelfden dag is nog een tweede proclamatie door van Halen uitgevaardigd. Daarin zegt hijDe aan- leggers van en voornaamste medepligtigen aan het schandelijk oproer, dat dit district en de gansche natie met schrik heeft vervuldzullen geoordeeld worden en de gestrengheid der wetten zal op hunne hoofden wegen. Het nijvere Barcelona zal, hoop ik, niet meer het tooneel van bloedige gevechten zijn; de wet zal daar niet meer met voeten getrapt, bet wetboek niet meer door de slijk gesleept worden. Het ge zond verstand der Kataloniers zal de kuiperijen der partijen terugstootendie het op hunnen voorspoed gemunt hebben en door eerzucht verblindhet despotismus door middel der regeringloosheid willen herstellen. Hoedt u allen Kata loniersvoor de verleiding en de trouweloosheid; rekent op den ijver uwer autoriteiten en vooral op dien van uwen ka pitein-generaal." Eindelijk heeft hij den 5bij een derde bevelschriftaan alle militairen, zeelieden en burgerlijke beambten, welke de revolutionaire junta gehoorzaamd hebben, voorgeschreven zich aan hunne chefs te vertoonen ten einde door eene militaire commissie te worden gevonnisd. Wie hieraan niet gehoorzaamten ieder, die aan zoodanige ongehoorzamen huisvesting verleentzal onverwijld met den dood gestraft J worden. Voorts beveelt hij ook alle militairen, welke, zon- j der deel aan den opstand genomen te hebben, na den 24 no vember toen de revolutionaire junta hun verlof gaf om te vertrekken binnen de stad gebleven zijn zich insgelijks aan hunne chefs te vertoonen, en zegt, dat hunne verschillende graden hun ontnomen zullen worden, ten ware zij de onmo gelijkheid bewijzen kunnenwaarin zij verkeerd mogten heb ben om de stad te veriaten. De militaire raad is uit 11 officieren, onder voorzitting van den brigadier don Jose Mutiozzamengesteld. Uit sommige uitdrukkingen in de genoemde bevelschriften zou men geneigd zijn om te besluiten dat de opstand te Barcelona door de Spaansche regering voor eene poging ten behoeve van don Carlosof althans van de voormalige re gentes, Maria Christinagehouden wordt. Naar de om standigheden schijnt hij anders veeleer een werk der repu- blikeinsche factie te wezen. Hoewelbij al de strengheid tegen de oproerige::In de bevelen van van Halen niet alleen eene groote begeerte tot handhaving der krijgstucht, maar zelfs eene zekere mate van vergevingsgezindheid doorstraalt, wordt de handelwijze van Espartero ten opzigte van Barcelona, niet alleen door Fransche oppositiebladenmaar evenzeer door zulke welke het ministerie zijn toegdaan hevig gegispt. Is het niet bedroevend (zoo vraagt een dezer laatste bladen) dat die vreeselijk onheil door de geringste toegevendheid had kun nen vermeden worden, dewijl iedereen zich onderwierp en de hoofden van den opstand de stad verlieten Welke aan spraak op roem, welke zekerheid voor zijne persoonlijke magt, hoopt de regent toch uit deze daad van onverbiddelij ke wraakzucht te trekken Hoeveel geheimen haat zal hij daardoor niet ontwikkelen 1 Philips II en de hertog van Al- va hebben de oproerige Nederlandsche steden nooit behan deld zoo als Esparterovan Halen en Zurbano Barcelona nu behandeld hebben." Deze laatste staddus zou men hier tegen kunnen inbrengenis echter niet uitgemoord, of aan de plunderzucht van woeste soldaten prijs gegeven. Geene mindere moeite geven zich genoemde dagbladen om de menschelijkheid en grootmoedigheid der Fransche autori teiten en schepelingen tegen de hardvochtigheid en streng heid der Engelschen, bij deze gelegenheid over te stellen. Terwijl de eersten, zeggen zij, alle vlugteiingenzonder onderscheidaan boord hunner schepen opnamen en den brand in de ongelukkige stad bluschten heeft de Engelsche consul een brief aan van Halen geschrevenin welken hij hem gerust stelt, dat hij, bij het opnemen van vlugteiingen zijner eigene natiewel uitdrukkelijk verboden had eenig onderdaan der koningin van Spanje aan boord van Engelsche vaartuigen toe te laten, met bijvoegingdat hij, door eeni. gen opstandeling onder bescherming der Engelsche vlag te stellen zich schuldig aan vijandelijkheid jegens het gou vernement, waarbij hij geaccrediteerd is, zou achten. Espartero zelf was den 5 nog niet binnen Barcelona maar bevond zich te Sarria met den minister van oorlog en den generalen staf. Sommigen meenden dat hij den volgenden dag zijne intrede doen zou anderen dat hij zich niet in de fel geteisterde stad durfde vertoonen, en weldra naar Madrid dacht weder te keeren. De juntate midden van het gevaar door de parochiën verkozenen door wier tusschenkomst de oproerigen ont wapend zijn, heeft zich reeds den 4, na eenige maatrege len van veiligheid voorgeschreven te hebben, weder ont bonden op het berigt dat de leden der vroegere municipa liteit in hunne posten hersteld waren. Te Madrid meent men, dat de zittingen der cortes den 19 dezer hervat zullen worden en dat de generaal Seoane den generaal van Halen als kapitein-generaal van Katalonie ver vangen zal. *s GRAVENHAGE den 14 december. De komst van Z. M. Koning JVillem FrederikGraaf van Nassau is eeni ge weinige dagen uitgesteld; immers men verneemtdat gis teren avond een courier bij Z. M. den Koning is aangeko men, met tijdingen, waaruit blijktdat de Doorluchtige rei zigerbenevens hoogscdeszelfs Gemalin, niet vóór vrijdag of zaturdag alhier moet verwacht worden. Gisteren was het 25 jaren geleden dat Z. Exc. de graaf van der Duyn van Maasdam het gouvernement van Zuid-Holland aanvaarddeen deze dag werd door al de be ambten bij dat gouvernement met belangstelling gevierd. Uic hunnen naam bood de griffier, de heer D. J. ten Zeldam Ganswijk, na eene hartelijke toespraak, Z. Exc. een zilve. ren beker, met een gepast opschrift, aan. Verscheidene burgemeesters uit de provincie hadden zich beijverd herwaarts te komen, om den eenigen overgeblevene van het edei drie manschap, dat zich in november 1813 aan de spits van de natie stelde, hunne gevoelens van deelneming te betuigen. Bij besluiten van den ij dezer heeft Z. M. aan jhr. mr. J. F. van Iddekingeop deszelfs verzoek, een eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van burgemeester der stad Groningen, en tot lid van het collegie van curatoren der hoogeschool te Groningen benoemdden beer L. N. grave van Randwijck, gouverneur der provincie Drenthe, ter vervanging van wijlen den heer Sypkens. ROTTERDAM den 14 december. Heden zijn alhier de Kaapsche dagbladen tot 7 october ontvangen welke echter geen ander belangrijk nieuws behelzendan dat het te Port- Natal rustig bleef, en dat een comité van 24 leden, aange steld om te raadplegen over een brief van den minister Stan. leyop bet verzoek der Kapenaars om eene wetgevende ver gadering betrekkelijk, ijverig werkzaam bleef. Dit comité is eenparig van oordeeldat het vertegenwoordigend bestuur behoorde te bestaan uit eene vergadering van door het volk verkozen vertegenwoordigerseen raaddoor de kroon be noemd en een gouverneur, die de kroon vertegenwoordigt. Gedurende dit jaar zijn van Archangel vertrokken 212 schepen, waarvan 20 naar Amsterdam, 2 naar Rotterdam, 4 naar Dordrecht, 2 naar Vlaardingen4 naar Zaandam en een naar Ilarlingen. MIDDELBURG den 16 december. Op II. woensdag beefc alhier, in eene vergadering van het departement der maat- j schappijtot Nut van Algemeen bij eene herdenking aan den jaardag van het departement, onder gepaste toespraak

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1842 | | pagina 1