COü IV A N T. Dmgsdag 13 December. X> .-<«/ BESTUREN en ADMINISTRATIEF publicatie. LANDBOUW. lilaatdrftapptj tot iötut wan 't Algemeen. N IKUWSTljï) INGExX. <Shro0t~i3rtt4aujje. Belgie. liübcrkitltcR. p BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG brengen bij deze ter kennis der belanghebben den, dat bij de Regeringen der Steden Schiedam en Middel burg is gearresteerd en door de Edel Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten der Provinciën Zuid-Holland en Zeeland is goedgekeurd een Reglement voor het Beurtveer tusschen de Steden Schiedam en Middelburg met eene daarbij beboeren de Vrachtlijst welke beide verordeningen op den i Januarij aanstaande in werking zullen worden gebragtterwijl exem plaren van een en ander bij de Stadsdrukkers J. C. JV. Altorfjerverkrijgbaar zijn. En zal opdat niemand hiervan onkundig blijve deze worden afgekondigd, mitsgaders in dezer Stads.Courant ge plaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 9 De cember 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd, PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, A. M. BECIUS. De COMMISSIE van LANDBOUW in ZEELAND noo- digt de Landlieden in deze Provincie uit, om, aan het Lid der Commissie in derzelver District, spoedig aangifte te doen van hunne deelneming in de Voorstellen, met uitloving van Premien, voor 1843, en welke dezelfde zijn als in de voor gaande jaren; alsmede om, de in dezen jare toegestane Pre mien te komen ontvangen. Middelburg, den 5 December 1842. Uit naam der Commissie, J. H. LIEBERT, Secretaris, De CENTRALE DIRECTIE van WALCHEREN brengt hii deze eer kennis der belanghebbenden die daarbij zouden willen tegenwoordig zijn, dat op Donderdag den 15 Decem ber 1842, des voormiddags ten elf ure in haar Lokaal in de Abdij de jaarlijksche uitloting zal plaats hebben voor de Negotiatie ten laste van den Straatweg van Serooskerke naar Domburg. VERGADERING op Woensdag den 14 December 1842, des avonds ten zes ure. Herinnering aan den Jaardag van het Departementuitreiking van EerehhjkenVoorlezing en Bijdrage. Namens Bestuurdüs P. de MARET TAP Secretaris. De ondergeteekende berigt bij deze de ontvangst eener gifc van X, groot ƒ2,60, den 10 dezer ten zijnen huize be zorgd, voorde ongelukkige Weduwe, wier hulpbehoevende omstandigheden vroeger in deze Courant zijn bekend gemaakt. Middelburg, den 12 December 1842. J. BORSIUS. Vere, den 9 December 1842. Tot een vernieuwd bewijs, dat het de Commissie ter voorziening in de bijzondere nooden der Armen en Behoefci- gen niet aan de metischlievende ondersteuning der rneerge- goedenzoo van elders als binnen deze stad ontbreekt verdient tevens dankbare melding, dat zij daartoe op heden' uit handen van den Heer J. Gideonsenamens N, N. alhier' f 20 aan goud ontving. De Commissie uit de Armbesturen, Wm. LANGEBEEKE, Prteses, J. C. BUTHScriba. Arnemuidenden 10 December 1842. Andermaal werd het Diaconie-Armbestuur verrassend ver heugd door het ontvangen van twee Tienguldenstukjes on der de letters A. D.uit handen van den Heer IV. van Schaik Serlé. Onbekentje gever of geefsterde God der Liefde schenke u Zijne gunst voor uwe armenliefdeonder de God delijke Voorzienigheid worden velen tot weldadigheid omtrent -onze schamele Armen bewogen Uit naam van het Diaconie-Armbestuur H. W. HOGERHEYDE, Ontvanger.' LONDEN den 7 december. Het bof is 11. zaturdag na- tniddag op het kasteel van Windsor wedergekeerdalwaar de aaitshertog Piedetik van Oostenrijk gisteren aangekomen is, om een bezoek bij H. M. en prins Albert af te leggen. Genoemde aartshertog had den vorigen dag de verschillende dokken dezer hoofdstad in oogenschouw genomen en bij herhaling zijne bewondering betuigd over hunne uitgestrekt heid en de groote menigte goederen die zij bevatten! PARIJS den 7 december. Na eene afwezigheid van juist 7 maandenheeft het hof' heden zijn verblijf weder op het kasteel der Tuiierien genomen. De nieuwe Belgische gezant bij het Fransche hof, prins de Ligneis heden alhier aangekomen. Zijne gema lin volgt denkelijk eerst in de maand 'februarij. Brieven uit Livorno behelzen een treurig voorbeeld der verregaande gevolgen welke gekrenkte eerzucht hebben kan. Een contrabassist, Gemminiani genaamd, heeft zich name lijk het uitfluiten en uitjouwen waarmede het publiek hein I bij zijne optrede in een concert begroette, zoo sterk aange- 1 trokken dat hij, na eenige hevige stuiptrekkingen dood is nedergevallen. Nog altijd belet het weder het ontvangen van telegrafische depeches uit Barcelona. De laatste tijdingen van daar, waarop eenigzins staat te maken is, zijn van den 2 december. Den geheelen vorigen dag was tusschen de stad en den regent Espartero onderhandeld. De Barcelone- zen of hunne junta toonden zich naar men zegttot ge- heele onderwerping bereid, mits de thans wegens w-teed- heid of willekeur gehate generaals Zurbano en van Halen verwijderd worden de nationale garde gewapend en de stad van de krijgsopschrijving bevrijd blijve. Men wil, dat Es- paitero al die voorwaarden verwerpt en van zijne zijde van Barcelona eischt eene brandschatting van 10 millioen realen, in tien dagen te betalende ontwapening der nationale gar dehet herstel van de bolwerken der citadel aan de stad- zijdeop kosten der bewonersen het onderhoud eener be zetting van 12,000 man gedurende drie jaren. Hij schijnt nog slechts meerdere troepen af te wachten, om aan deze eischen klem bij te zetten en uit velerlei omstandigheden laat zich opmaken dat hij bij verderen tegenstand de stad niet zal sparen. Volgens andere tijdingen, heden morgen ontvangen, zou Espaitero de onvoorwaardelijke overgaaf der stad tegen 3 december ten 10 ure des morgens, op straffe van bombar dement geëischt hebben en men twijfelde er niet aandat de stad zich op genade of ongenade zou overgeven en vlei de zich, dat de gewapende republikeinen die zich in een van de forten der stad (het fort Pio) hadden opgesloten, om zich daar tot het uiterste te verdedigen hun voornemen zou den opgeven en een goed heenkomen zoeken. Een der Madridsche bladenel Castellano heeft in zijn nomraer van den 30 november de stoutheid van aan den regent Espartero te verwijten, dat deze door een oproer te Barcelona tot zijnen tegenwoordigen rang verheven isen thans de daders van een nieuw oproer aldaar zoo gestreng wil kastijden. BRUSSEL den 8 december. Het traktaat met Nederland maakt tegenwoordig het voornaamste onderwerp der staatkun dige gesprekken uit. Naar men verneemtzijn in de afdee- lingen van de kamer op verschillende punten aanmerkingen gemaaktdoch schijnt men zich algemeen overtuigd te hou den dat het bewind door de groote meerderheid der gede puteerden tot de ratificatie zal worden gemagtigd. De Nederlandsche gezant heeft eergisteren, bii gelegenheid van den verjaardag van Z. M. den Koning der Nederlanden, een luisterrijk feest gegeven hetwelk zeer talrijk bezocht is geworden. Zulks had sedert de scheiding tusschen Ne derland en Belgie nog geen plaats gehad, en men merkt dit alhier aan als een blijk van de thans tusschen de beide rij ken heerschende goede verstandhouding. lieden hebben de afdeelingen het onderzoek van het trak- taac voortgezet. Eene derzelve heeft haren arbeid reeds vol tooid andere daarentegen zijn nog niet ver gevorderd en verlangen van tijd tot tijd schriftelijke inlichtingen van het bewind. Men maakt de leden der kamer opmerkzaam op het tijdverlieshetwelk daardoor noodwendig veroorzaakt wordt en tevensdat het traktaat ook nog door den senaat moet worden onderzocht en dat de uiterlijke termijn ter uitwis seling der ratificatien op den 5 februarij is bepaald. s GRAVENHAGE den 8 december. Uit het voorloopig verslag der centrale afdeeling van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaalnopens het voorste! tot verandering der artike len 91 en 93 van het reglement van orde voor die Kamer, blijkt, dat de overwegingen van de afdeelingen over dat voor stelonder anderen, tot de navolgende uitkomst hebben ge leid 1. dat hetzelve, om redenen door den voorsteller aan gevoerd, de goedkeuring van 19 leden heeft verworven, terwijl 20 leden zich stellig tegen hetzelve hebben verklaard. Dezen vermeenen dat art. 109 der grondwet hier niet van dadelijke toepassing is, en de Kamer de bevoegdheid heeft, om hetgeen steeds gebruikelijk wasbij het reglement ver- pligtend te maken; 2. dat twee afdeelingen, bestaande uit 16 leden, ofschoon nopens de doelmatigheid der voorgedra gen verandering dezelfde zienswijze niet deelendeeenstem mig hebben verlangd, de behandeling van dit voorstel te ver dagen tot omstreeks het einde dezer zitting, welk verlangen nog in twee andere afdeelingen door onderscheidene leden is gedeeld; 3. dat 6 der 30 leden, die zich tegen het voor stel hebben verklaard van gevoelen zijn datbijaldien tot de Verandering in art. 91 en 93 wordt beslotenop grond van derzelver vermeenden strijd met art. 109 der grondwet, evenzeer behoort te worden te gemoet gekomen aan de aan- i merkingen van die leden welks zich bezwaard achten door j de slotbepaling van art. 56 ten einde op deze wijze het reglement van orde noch in het eene noch in het andere ge- val pr«judiciere aan art 109 der grondwet; enz. De voorsteller, de heer Schooneveldheeft op de beden kingen, tegen zijn voorstel gemaakt, bereids geantwoord, en nogmaals in het breede de noodzakelijkheid van de door hem voorgestelde veranderingen betoogd en tevens het be lang aangewezen hetwelk er in gelegen is, om dezelve zoo spoedig mogelijk in overweging te nemen. Ter voldoening aan den wensch van sommige leden is de redactie van de voorgestelde nieuwe artikelen veranderd ais volgt: Art. 91. Het ontwerp door de commissie goedgekeurd zijnde, wordt ter tafel gebragt, naar de afdeelingen verzon den en aldaar onderzocht. Art. 93. De beraadslaging daarover wordt aan de orde van den dag gesteld. Bij den aanvang van de vergadering wordt het ontwerp-adresgedrukt, aan de leden rondgedeeld." De Staats-courant behelst het volgend koninklijk besluit van den 6 dezer Wij fVILLEM II, Bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau Groot-Hertog van Luxemb.enz., enz., enz. Gelet op ons besluit van den 18 julij jl.no. 27, hou dende dat de koninklijke akademie te Delft ook zal worden dienstbaar gemaakt aan de opleiding van burgerlijke ambtena ren voor Nederlandsch-Indie. Willende overgaan, om, in het verband daarmede, ten aanzien der benoemingen rangschikking van de Oost-Indische ambtenaren, doelmatige regelen vast te stellen; Gezien ons besluit van den 20 october jl.no. 55, han delende over de inrigting der koninklijke akademie te Delft Gezien de rapporten van onzen minister van koloniëndd. 9 en 19 nov. jl.no. 15 en 13 en den 5 dezer, no. 14; Herzien het koninklijk besluit van den 4 maart 1825, no Hebben besloten en besluiten Art. 1. De burgerlijke ambtenaren in Nederlandsch-Indie, zijn verdeeld in drie klassen De eerste klasse bestaat uit degenen, welke aan een van 's Rijks hoogescholen den graad van doctor in de regten hebben verkregen, en daarteboven bij de koninklijke akade mie te Delft een voldoend examen hebben afgelegd, in de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indie. De tweede klasse bestaat uit die welke den graad van doc tor in de regten niet bezittendebij de akademie te Delft zullen hebben afgelegd een voldoend examen in de onder scheidene vakken van kennis en wetenschapwelke bij die akademie worden onderwezen aan hen, die zich voor de bur gerlijke dienst in Indie bestemmen. De derde klasse bestaat uit degenen, welke, hoezeer alge- meene geschiktheid voor de dienst bezittende, echter de bij zondere vereischten missen voor de twee eerste klassen be paald. Art. 2. De ambtenaren der 3de klasse kunnen later hier worden opgenomen, in de 2de, wanneer zij het voor deze laatste gestelde examen op de daarvoor bepaalde wijze zul len hebben afgelegd. 3. Alle ambtenaren in Nederlandsch-Indie zijn toeganke lijk voor de ambtenaren der iste klasse; die der 2de zijn be noembaar in alle ambtenin welke niet gevorderd wordt het bezit van den graad van doctor in de regten. 4. Wij behouden ons voor, om na ruggespraak met onzen gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indie te bepalen of en zoo jawelke grenzen aan de verkiesbaarheid der ambte naren van de 3de klasse behooren te worden gesteldvoor zooveel betreft de ambten tot welker behoorlijke waarne ming de kennis van de talen instellingen en gewoonten der Inlandsche bevolking een voornaam vereischte is. Inmiddels wordt als algemeen beginsel aangenomen dat bij al zulke benoemingen de ambtenaren der twee iste klas sen zooveel doenlijk, zullen genieten de voorkeur. 5. Bij alle verzoekschriften strekkende om tot ambte naar in Nederlandsch-Indie te worden benoemd, zal moeten worden overgelegd a. Het bewijs van den ouderdom des adressantsmet op gave of hij gehuwd of ongehuwd is; b. Het bewijs dat hij voldaan heeft aan de bepalingen omtrent de nationale militie c. Eene door den provincialen gouverneur gestaafde ver klaring van het plaatselijk bestuur, zoo van de gemeente, alwaar de adressant zich gewoonlijk heeft opgehouden als van die alwaar hij gedurende de laatste 12 maanden gewoond heeft, dat hii is van een onbesproken zedelijk gedrag; d. Zoo de adressant eenig beroep uitgeoefend of eenig ambt bekleed heeft, een getuigschrift van bevoegde personen, dac hij zich daarin behoorlijk gekweten heelt van zijne ver- pligtingen e. Wanneer het verzoek strekt, om te worden benoemd tot ambtenaar der iste klasse, het bewijs, dat de verzoeker is doctor in de regten, mitsgaders een door de koninklijke akademie te Delft afgegeven diploma voor de taal- land- en volkenkunde van Nederiandsch-Indie f. Wanneer het verzoek strekt om te worden benoemd tot ambtenaar der 2de klasse, een te Delft afgegeven diploma, op den voet van art. 14 van ons besluit van 20 oct. jl., no. 55. g. Wanneer het verzoek strekt om te worden benoemd tot ambtenaar der 3de klssse, het bewijs dat de verzoeker het lager en middelbaar onderwijs met lof heeft doorgeloopcn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1842 | | pagina 1