MIDDE.LBURGSCHE C O I A NjSt% N°. 70. Zaturdasr 1842. r. 11 Jllüij. BESTUREN ex AMINISTR ATI EN. Qtoucirtcwtic. N i EU VV STIJ DINGEN. «TtuifécUlaitb. JiMufenjk ilcbcrlaiiben. V De abonncments-prijs dezer Courant is 2 ,75, voor drie maanden, en franco per Host 5. De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de betaling geschiedt comptant, of bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Adv er t enti en behoort te geschieden des morgens vifrlr 10 ure, indien men dezelve in het eerst uit té geven No. wil geplaatst hebben. De Advertcntien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks- Geboorte- en Doodbekendmakingen, waarvan de prqs van eén tot zes regels isf1 50 en voor iederen regel daarboven 22 Cents. Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad VLIS- SINGEN brengen ter kennis van de belanghebbenden dat •de KERMIS of JAARMARKT binnen deze Stad op Maan- dag den 11 Jnlij aanstaande een aanvang zal nemen en ein digen op den 21 dier maand zullende op gemelde Kermis geene Bedelaars, Draaiborden, Gochelaars, Horoscooptrek kers, Loterijspelers of Kwakzalvers worden toegelaten, noch zulke Personen, welke, zoo ver gevorderd wordt, van geen Patent voorzien zijn wordende de Kooplieden enz. uitgertoodigd om zich vóór den 4 Ju lij aanstaande, met franco Brieven en met opgave in Nederlandsche Maat aan den Marktmeester alhier te adresseren tot bekoming der henoodigde Standplaats na welken tijd niemand op de Standplaats zal kunnen aanspraak maken, die vroeger aan hem in gebruik gegeven is. Vijssingen, den 7 Junij 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. van der SWALME. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, S. van der SWALME, Secretaris. De oudergeteekende berigtingevolge geuit verlangen dat bij hem in zijne kwaliteit heden is ontvangen, voor de ongelukkigen door den Brand in Hamburg, door tnsschen- komsc van den Heer ,7. .7. Noltheniut alhier, namens de Le den der Loge de Getdersche Broederschap te Arnhem 454; van de ileeren Gebroeders Abrahams, Courantiers te Mid delburg wegens onderscheidene giften aan het bureau van HEd. dagblad bezorgd,/ 134,60. Amsterdam, den 8 Junij 1842. S. G. BROEKMAN, Consul der Vrije en Hanzeestad Hamburg alhier residerende. BERLIJN een 4 junij. Naar men verneemt, zou Z. M. koning IVülem Frederik graaf van Nassau nog 111 den loop dezer maand van het Loo terugkeerenom den zomer verder in Silezieop het landgoed van H. K. H. prinses Albert door te brengen. FRANKFORT den 4 junij. Den 23 mei 11. is in het Va- tikaan te Rome eerst een openbaar en vervolgens een geheim consistorie gehouden. In het eerste, waarbij vele toeschou wers en onder anderen ook de koning van Beijeren met zijn gevolg, tegenwoordig waren, ontving de aartsbisschop van Lyon kardinaal de Bonaldden kardinaalshoed uit handen van Z. H. den Paus. In het geheime consistorie werd ver bolgens door den Paus de benoeming van 14 nieuwe bisschop pen bekend gemaaktonder welke men den coadjutor van het aartsbisdom Keulen, den heer Geisselopmerkt, die tot aartsbisschop van Ikonium in partibus infidelium benoemd is. Brieven uit Konstantinopelvan den 18 der vorige maand, melden, dat een groot deel der Turksche vloot -welke in het arsenaal overwinterd had de haven uitgeloo- pen is en het gewone- station in den Bospoiits voor het kei zerlijke paleis wederom ingenomen heeft. Uit Syrje had men tijdingen tot den 28 april ontvangen. De inhechtenisneming van het opperhoofd der Druseti was van goeden invloed op de bevolking geweest, en had geene onaangename gevolgen gehad zoo als men aanvankelijk vrees de. De pest was te gelijk op onderscheidene plaatsen zoo als te Sur, St.-Jean-d'Acre en in Deir-el-Kamaruitgebro ken; in laatstgenoemde plaats telde men omstreeks 50 ge vallen. De Britsche consul-generaal de overste Rosewas bijna door een' Albanees vermoord geworden die hem voor de stad te paard tegenkwam en een pistoolschot op hem loste. Gelukkig ketste de pistool. Men twijfelde niet of de overheden zouden den dader gestreng straffen. PARIJS den 6 junij. De kamer der gedeputeerden heeft eergisteren hare werkzaamheden geëindigd zonder op ver scheidene wets-ontwerpen te besluiten, welke in deze zitting nog hadden moeten behandeld worden. Meer verontrustend -is het, dat de reeds gedane en toegestane uitgaven voor het volgend jaar de geraamde ontvangsten beduidend te boven gaan, welk verschil op meer dan 116 en een half millioen fr. wordt berekend. Het artikel in sommige Engelsche dagbladenwegens den toestand der gezondheid van Jen koning der Franschen en de ministeriele crisis in Spanje, hebben insgelijks een ongun- stigen invloed op de beurs uitgeoefend. Bovendien gaan de oppositie bladen nog altijd voort met het voorspellen eeoer j volslagen vriendschapsbreuk tusschen Engeland en Frankrijk j zoowel wegens het niet ratificeren van het bewust traktaat, als tiit hoofde van het aangekondigd voornemen der Fransche regeringom het inkomend regt op de linnengarens te ver- hoogen. Lord Cowleyde Engelsche gezant, met wien ge noemde bladen beweren dat de minister Guizot hevige woor denwisselingen gehad heeftzou zich gedurende eenigen tijd naar Baden-Baden of Spa willen begeven. Sommige ander, bladen vooral ook degene die in den geest der partij van den heer Thiers geschreven wor den leveren tegenwoordig bijna dagelijks artikelen waarin wrevel tegen Engeland doorstraalt. Het ministeriele Jour nal des Débats beweert, dat deze aanvallen met de aanstaan de a'gemeene verkiezingen in verband staan. Daar men na melijk het steeds wil doen voorkomen als of de minister Guizot zich te zeer naar de Engelsche staatkunde schikt, tracht men de gemoederen tegen die staatkunde op te rui- jen, en dus de verkiezing van anti-ministeriele afgevaardig den voor te bereiden. Volgens brieven uit Phiüppevillegedagteekend 24 mei, hadden 500 man infanterie en 114 ruiters, door den kolonel Montauban aangevoerd drie dagen te voren een corps van 4000 Bedouinen verslagen, die een aanval op het kamp vanae Elaronche op den weg naar Constantinehadden durven onderstaan, Meer dan 300 Arabieren waren op de plaats gebleven terwijl van den kent der Franschen slechts een officier en een serjant ligt gekwetst zijn geraakt. BRUSSEL den 7 junij. Heden is de koning naar zijn slot Ardenne vertrokken men denkt dat Z. M. eenige dagen afwezig blijven zal. Het openlijk aangekondigde voornemen van het Fran sche ministerie, om dadelijk na het sluiten van de zitting der wetgevende kamers, bij koninklijk bevelschrifthet inkomend regt op de linnen-garens cn lijnwaden re veriioogenheeft niet slechts in Engeland, maar ook a.hier, bezorgdheid doen ontstaan. Die bezorgdheid is vermeerderd sedert de Fran sche minister van koophandel, de heer Cunin-Gridainein de zitting van de kamer der afgevaardigden van den 4 dezer, met nadruk verklaard heeft, dat de regering aan hare te de zen aanzien gedane beloften getrouw zon blijven. Den 6 heeft de heer Delahaye bij onze vertegenwoordigers dit on derwerp ter sprake gebragt. De minister Nothomb heeft ge- zegd dat het voornemen der Fransche regering om de be doelde verandering in het toltarief te brengen reeds sedert eene maand aan onze ministers bekend was; dat die veran- dering zeer nadeelig zou zijn voor het Belgische fabrijkwe- zendat er echter onderhandeld werd om de verhooging van regten niet tot Belgie uit te strekken en dat er nog hoop bestond om in die onderhandeling te slagen. De heer Dela- haye heeft geantwoord dat die onderhandelingen slechts op misleiding konden uitloopen daar Frankrijk wel niet bij uitsluiting het Engelsche fabriikwezen zou willen treffen. De heer Rodenbach heeft reeds dadelijk op het nemen van maatregelen van wedervergelding tegen Frankrijk, met name ook op een geheel verbod van invoer van wijn aan de land zijde, aangedrongen. De discussie heeft voor het oogenblik geen verder gevolg gehad. De Indèpendant verhaalt het volgende, voor den ge zant dien het betreft hoogstvereerende voorval Gisteren omstreeks 7 ure des avondsop het oogen blik toen de wandeling der Allée-Verte het drukst bezocht was, wierp iemand zich in het kanaal of was zoo ongeluk kig van er in te vallen. Op dit oogenblik reed de Engelsche minister voorbij. Uit het rijtuig en in de gracht te springen en den verdrinkenden man aan wal te brengenwas voor hem het werk van één oogenblik. De ridder Seytnour was bij deze moedige en liefderijke daad door den graaf van Spangen bijgestaan geworden, die den ongelukkige, welke den dood ontkomen was, op den bok van zijn rijtuig heeft doen plaat sen, en met hetzelve naar het gasthuis doen brengen. De ridder Seytnourwiens liefderijke zelfopoffering men niet te veel bewonderen kan, had zijnen hoed verforen en was, ge lijk men denken kan, door en door nat. In dien toestand is hij, arm in arm met den chargé.d'affaires van Spanje, te voet naar huis gegaan. Op de boulevart begonnen de kin deren, die niet wisten waarom de minister zich in zulk eenen toestand bevondhem uit te jouwen. Sir Seytnour lachte zeer over deze belooning zijner menschlievetidheid." De Allg. Zeitung van Augsburg behelst het volgende, onder de rubriek Brussel: „Men meldt uit 's Hage, dat het Nederlandsche gouvernement aan de hoven van Londen, Weenen Parijs, Berlijn en Petersburg eene 110'a heeft ge zonden, waarin het de tusschenkomst der vijf groote mogend heden verzoekt in de financiële betrekkingen met Belgie. De ze nota die ten doel heeft een gedeelte van de nationale schuld der Nederlanden, de delimitatie der Hollandsch-Bel- gisc'ne grenzen de riviervaartde domaniale aangelegenhe den enz. ten laste van Belgie te brengen, refereert zich tot de vervulling der bepalingen van het traktaat van 13 april 1839. In deze nota klaagt het Nederlandsche kabinet over het gedrag des Belgischen gouvernementsalsmede over het onbeduidende van de uitkomst der gemengde commissie te Utrecht, en schijnt niet ongeneigd om zich te onderwerpen aan de scheidsregterlijke beslissing van eene der groote mo gendheden (Engeland)." De British Queen den 4 van Antwerpen en den 8 mei van Southampton vertrokken, is den 20, dus 16 dagen na de afreis, op 45° noorderbreedte en 39°, 30' westerlengte ontmoet. Den 7 junij is bepaald voor de terugreis der booc van Nieuw-York. 's GRAVENHAGE der, 8 junij. De Tweede Kamer der Staten-Generaai heeft gisteren weder eene langdurige zitting met gesloten deuren gehouden waarin nog altijd de voor- Ioopige beraadslagingen over het ontwerp van het nieuwe re giement van orde der Kamer zijn voortgezet. Heden zal de Kamer die beraadslagingen vervolgen na vooraf eene open- bare zitting te hebben gehouden, In de zitting der Kamer van heden zijn ingekomen ver schillende verzoekschriften alsvan notarissen houdende bedenkingen tegen het ontwerp van wet nopens het notariaat van den heer Sassen, die zijne bezwaren voordraagt tegen het bestaande Geldersche polder-reglement, en van den lieer Kijmmell en een aantal ingezetenen uit Drenthe, die hunne aanmerkingen tegen het aanhangig ontwerp nopens het stern en kiesregt doen kennen. Verzending aan de commissie. De voorzitter geeft te kennen dat de heer Frets in het laatst gehouden committé generaal, verklaard heefthet door hem gedane voorstel, hetwelk de strekking heeft om een' adres aan den Koning aan te bieden over den treurigen toe stand der visscherijen weder in te trekken. De 'centrale afdeeling heeft verslag gedaan op het ontwerp van wet betrekkelijk het batig slot der Oost-Indische geld middelen. De beraadslagingen over dat ontwerp worden aan de orde van den dag gesteld tegen maandag aanstaande des voormiddags ten half elf ure. De commissie tot de verzoekschriften heeft verslag gedaan onder anderen wegens de aangebodene verzoekschriften tegen het Geldersche polder-reglement. De commissie heeft voor gesteld om deze stukken ter griffie neder te leggen ver scheidene leden hebben daarenboven op eene verzending aan de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie aange drongen. Na eene langdurige beraadslaging is met 30 tegen 16 stemmen het oorspronkelijke voorstel der commissie goed gekeurd. De minister van koloniën heeft bekend gemaakt be reid te zijn tot het ontvangen van alle voorstellen welke overeenkomstig het koninklijk besluit van den 28 mei jl.' zouden kunnen leiden tot verwezenlijking van den aan te leg gen ijzeren spoorweg van Samaraug naar Kadoe en de zoo genaamde vorstenlanden van Java, vice versa, bij wijze van bijzondere onderneming, onder bescherming van het gou vernementen tot liet geven van alle inlichtingen, die door de gegadigden in verband daartoe mogten worden verlangd. Van Batavia den 17 januarij wordt het volgende gemeld De nieuwste berigteu uit den Oostelijken Archipel en van Sumatra's Noordtvest-kust leveren de bevestiging, dat het aan de in die oorden gestationeerde Hollandsche eskaders is gelukt de aldaar rondzwervende Maleische kapervaartuigen in onderscheidene gevechten te verslaan en een groot getal vrijbuiters gevangen te nemen. De Atchinesche zeeroovers, die zich in de nabijheid van Sinkel hadden verschanst, ziïn wel andermaal door de Nederlandsch-Indische troepen gesla gen maar niettemin nog niet geheel van het Hollandsche ge bied verdreven. De gevechten tegen deze rooverbenden zijn voor de Hollandsche detachementen inzonderheid daarom zeer gevaarlijk, omdat de rooverseene menigte kuilen gravenbe zet met porangs (stukken bamboes, die den vorm hebben van dubbel snijdende messen in welke reeds gamsche pelo tons van Hollandsche soldaten zijn gestort. Voor het overi ge is men hier van oordeeldat de Atchinezen ook bij hunne rooftogten tegen de Hollanders en hunne bondgenoo- ten worden ondersteund met krijgsbehoeften en manschap door den Radja van Delli (een vorst, die nog niet aan ons gou vernement is onderworpen en het gebied voert over eene Ma leische landstreek aan de Oostkust van Sumatra), hetgeen indien zulks zich bevescigde, waarschijnlijk zeer spoedig eenen oorlog tnsschen het Nederlandsche gouvernement en den ge noemden Radja zoude kunnen ten gevolge hebben." Deze berigten schijnen van Duitschen oorsprong te zijn-, en verdienen dus geen onbepaald vertrouwen. De alhier ontvangen dagbladen van de Kaap de Goede Hoop, tot den 4 maart, houden wegens de expeditie naar Port Niual hoofdzakelijk in dat zij de zoogenaamde Kei veilig waren doorgetrokken en hunnen weg ongestoord ver volgden. De Kaffers betoonden zich eenigzins onstuimig en schenen sedert de bewuste proclamatie van den gouverneur te denken, dat de tijd voor hen geboren was om tegen de boeren op te staan. Velen dezer laatsten waren daardoor ongerust geworden en in de rigting van de Quathlamba ter hunner onderlinge verdediging vertrokken. ARNHEM den 6 junij. Als men de in omloop zijnde geruchten gelooven mag dan schijnt het er nog verre af te zijn dat de voortgang der beschaving en verlichting in Ne-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1842 | | pagina 1