MIDDELBURGS CUE C O U mA N 'm: s®w' N°. 43. 1842. Zaterdag BESTUREN en ADMINISTRATIEN. NIEUWSTIJDINGEN. ©root- ISriitauje. JVrtwfevijlï. 9 April. ücbcrian&ctt. ZEETIJDINGEN. De DISTRICTS—COMMISSIE van het Fonds ter aan moediging en ondersteuning van de Gewapende Dienst in de Nederlandenalhier gevestigd, met overleg van Ileeren Bur gemeester en Wethoudersden dag waarop de algemeene jaarlijksche Collecte, ten behoeve van dat Fonds, zal plaats hebben, vastgesteld hebbende op Woensdag den 13 dezer, brengt bij deze ter kennis van derzelver mede-Ingezetenen dat, op uitnoodiging van het Stedelijk Bestuur, door Heeren Wijkmeesters die Collecte aan de Huizen zal worden gedaan, des namiddags tusschen twee en vijf ure van gemelden dag. Door het herhaaldelijk verkoopeu van een gedeelte van het Kapitaal-Fonds, waartoe het Hoofd-Bestuur zich heeft ge noodzaakt gezien zijn de inkomsten van hetzelve allengs af genomen en leverenniettegenstaande de vele beperkingen welke in de opneming der deelgeregtigden bereids zijn daar- gesteldeen jaarlijksch te kort op. Het Hoofd-Bestuur vleit zich echter bij voortduringdoor ruime bijdragen ten be hoeve van het Fonds krachtdadig ondersteund te zien in deszelfs pogingen tot het verbeteren van het lot van zoo vele oude en verminkte Krijgslieden en van de nageblevenen van gesneuvelden. De Commissie noodigt mitsdien alle In- en Opgezetenen dringend uit, om, door milde giften inde hierboven aange kondigde Collecte, van derzelver belangstelling in de instand houding van voornoemde Vaderlandlievende inrigting te wil len doen blijken. Middelburg, den 8 April 1842. De Districts-Commissie voornoemd DE STOPPELAARPresident. D. M. de SUPERVILLE, Lid L. S. LONDEN den 3 april. Morgen zal het parlement zijne zittingen na de Paasch-vacantie hervatten, en zullen de be raadslagingen over de gewigtige belangen, die thans de beide huizen bezig houden hernieuwd worden. De belasting op de inkomsten en het nieuwe toltarief blij ven bijna uitsluitend het onderwerp van het twistgeschrijf der Londensche dagbladen. De Timesziet in de verminde ring der regten op den invoer van vreemde waren, het aan breken van een nieuw beter tijdperk voor zijn vaderland. Dat blad geeft de hoop te kennendat Engeland er langzamer hand toe zou kunnen komenom de voortbrengselen van zijne koloniën niet boven de vreemde te begunstigen maar dan ook aan die koloniën toe te staan, om handel te drij ven met wie zij willen. In één woord, de Times wil al lengs de koloniën met de graafschappen van het vereenigd koningrijk gelijk gesteld hebben. Wat de belasting op de inkomsten aangaat, spreekt dit dagblad minder stellig dan vroeger. Het verdedigt niet meer zoo ijverig uitzonderingen ten behoeve van fabrikanten en kooplieden. De Morning Herald laat zich zeer behoedzaam uit. De Mortiing Post en de Standard hebben zich als verdedigers van PeePs maatregelzoo als hij oorspronkelijk is voorge steld voorgedaan. De bladen der W'nigs bestrijden hetgeen natuurlijk ismet hevigheid het plan van het ministerie. Evenwel zien wij nog niet in, dat zij er in geslaagd zijn om aan dat ministerie ernstige moeijelijkheden te berokkenen. De Paasch-vacantiedie besteed moest worden om alles, of tegen het tarief, of tegen de belasting op het inkomen in rep en roer te brengen is ten einde geloopen en de uitingen der openbare meening hebben zich tot eenige weinig betee- kenende meetings bepaald, die slechts een gering getal pe titiën aan de koningin en aan het hoogerhuis hebben opge leverd. Deze laauwheid van het volk bewijst genoegzaam, dat sir Robert Peel de zaak van de regte zijde heeft aange tast en dat het practische gezond verstand zijner medebur gers de doelmatigheid van den voorgestelden maatregel door- .ziet. PARIJS den 4 april. Heden zijn de discussien over de supplementaire en buitengewone credieten in de kamer der gedeputeerden aangevangen, en is de gevraagde som voorliet ministerie van justitie toegestaan. Nadat, ter beantwoording «ener vraag van den heer Glais Rezoin de minister Guizot ;gczegd had dat de zending van den heer Piscatory naar Grie kenland de kalmte in dat koningrijk hersteld en den invloed wan Frankrijk aldaar vermeerderd had is de politiek der re gering ten opzigte van Algerie door de heeren Desjobert en .deCorcelles bestreden, die beweerden, dat zij de finantien en "het leger nutteloos vernielde en op betrekkingen tusschen Frankrijk en andere mogendheden schadelijk werkte. Bij het •vertrek van den post moesten nog andere leden' het woord ■over dit onderwerp voeren, .Eenige gedeputeerden welke tot de oppositie behooren zijn an de afgeloopen week den arbeid aan de vestingwerken van Pafijs in oogenschouw gaan nemen en moeten zeer ontevre den .terug zijn gekeerdnaardien zij deze werken nog zoo weinig gevorderd vonden, niettegenstaande reeds het grootste gedeelte der daarvoor toegestane sommen uitgegeven of aan de eigenaars der afgestane gronden nog verschuldigd is. Men twijfelt niet of zij zullen ter gelegener tijd van deze opmer kingen in de kamer gébruik maken. Zie hier het vervolg van het overzigt der jongste verove ringen en tegenspoeden der Engelschen in Midden Azie uit de Revue des deux Mondes (Zie ons no. 38). Een ander Engelsch officier, kapitein Ferries met twee honderd vijftig man in een ellendig fort belegerd, waar hij zich verscheidene dagen lang reeds tegen drie of vier dui zend Afghans verdedigde, en slechts nog vijf-en-twintig pa tronen hebbende nam mede het besluit zich door den vijand henen te slaan. Hij had zijne vrouw, en zijne zuster bij zich. Men bond de beide dames achter op de paarden van twee Indische ruiters plaatste haar in het midden van hec carré, en na een afgrijselijk gevecht bereikte de kleine troep een ander fortvan waar het haar gelukteonder geleide van gidsen Peschawer te bereiken. Dus zagen de Engel schen zich overal omsingeld en als gejaagde dieren op het spoor vervolgd. Te Caboel werd intusschen de opstand ge durig meer in een geregelden vorm gebragt; naar men zegt, was er een zoon van Zehman-schahden blinden broeder van schah Soedjatot koning uitgeroepen. De gemeenschap was tusschen de Engelschen in het kasteel en de Engelschen in het verschanste kamp afgesneden, de stad lag tusschen beide en was in de magt der Afghans. Het van Candahar gezonden hulp-korps had op zijne stappen moeten terugkeeren de brigade van den generaal Saledie te Jellalabad stond, was teruggeroepen maar met geene mogelijkheid kon zij door het Khoerd-Caboel terugkomenzonder in die engte tot den laatsten man te sneuvelen. Er was dtis geene hulp hoegenaamd te wachten voor de lente en de belegerden had den geen proviand meer. Deze akelige tijdingen waren het, welke dé jongst vo- rige Indische post reeds in Engeland aanbragt. Zij dompel den er alles in verslagenheid. De kwaadspellendste geruch ten verspreidden zich; de eerste minister ontkende ze flaauw- tjes en met droefheid in het parlementdaarbij hec land op de treurigste mededeelingen voorbereidende. En werkelijk sedert lang had de Bricsche magt in geen deel der wereld zoo hard eenen slag ondergaan. De laatst ontvangene tijdingen hebben alle beduchthe den geregtvaardigd. F.ngelands beste bloed heefc al weder om gestroomd, en sedert den 2 november tot den 25 de cember was de opstand geenen enkelen dag verflaauwd. Acht- en-twintig Engelsche officieren waren of gesneuveld of ge wond, en de wraakgierige Afghans bleven hunne op het uiterste gebragte vijanden onverbiddelijk bestoken. Alle da gen vielen er gevechten voor; tien duizend lijken van men- schen en dieren verpesteden de lucht en vermeerderden nog het ijsselijke der belegering. In de citadelwaar schah Soedja zich bevond, dien zijne getrouwe onderdanen bezig waren uit te hongeren, had men even min kruid als leefcogt meer. In hec kamp van generaal Elphinstone waren de mond behoeften mede schaarsch. Den 25 november was Ackbar- kban de meest geliefde zoon van Dost-Mahomcdzich bij de opstandelingen komen voegen en eene betere regeling aan hunne aanvallen geven. Den 9 december waren er, zegt men, nog slechts voor drie dagen levensmiddelen in het kamp en in de citadel leefden de belegerden reeds achc da gen lang van paardenvleesch. Door hongersnood en verlatenheid overmand verzoch ten eindelijk de Engelschen om te kapitnleren. Den 25 de cember, kersdag, begaf sir William Macnaghten zich naar de hoofden der Afghans om daarover te handelen. Hij had vier officieren en achc soldaten bij zich. De zamenkomst had plaats op eene brug tusschen de stad en het kamp ge legen. Hckbar-khan kwam er met weinig volks; maar se dert is men te weten gekomen, dat hij zestien ruiters in hinderlaag gelegd had. Men weet nog niet juistwat er bij dit gesprek is voorgevallen maar het was zeer onstui mig. De Afghansche opperhoofden wisten dat de Engel schen van hunne genade afhingen, en deze van hunnen kanc hadden hunne achtbaarheid als Europeanen en hunne trotschheid als Engelschen te handhaven. Zij bleven noch aan de eene noch aan de andere in gebreke. Zij waren alleen, ver van alle hulpbedolven in wildernissendie rondom door de sneeuw gesloten warenomsingeld door vijf-en- dertig duizend vijanden, uitgehongerd en tot op de lente verlacen, en niec te min riep de dappere en fiere Engelsch- man toen hij de voorwaarden vernam welke zijne over- winnaars hem wilden opleggen, vol gramschap opspringende uit Liever sterven dan zulk eene schande! Wij stellen ons vertrouwen op den God der heirscharen, en in zijnen naam braveren wij onze vijanden!" Toen nu de afgezant zich hierop weg begeven wilde, loste Dost-Mahomcd's zoon een pistoolschot op Item maar miste vervolgens, bij een cweede schot, hem midden in de borst treffende, 'velde hij hem dood ter neder. Een der officieren trok den degen en storce op den moordenaar in maar werd in stukken gehou wen. foen renden de in hinderlaag gelegde ruiters op de ongelukkige bende aande drie officieren werden gevangen genomen maar aan de soldaten gelukie het 0111 te ontkomen en w,eder binnen het kamp te geraken, alwaar zij de tijding van sir Wiltiam Macnaghten's dood aanbragten. Het schijnt dat men afschuwelijke barbaarschhcden op zijn lijk gepleegd heeft. De Afghans sneden aan hetzelve hec hoofd af, sta ken het op de punt eener pielt, met den groenen bril, dien de ongelukkige Engelsche gezant gewoonlijk droegop den .neus stopten hem stukken van zijn eigen ligchaam in den monden na dit bloedige zegeteekeu in triumf rondgedragen te hebben stelden zij het op eene der poorten van Caboel ten toon. vervolg hierna MIDDELBURG den 8 april. De 18de verjaring van H. K. II. Piinses IVilhelmina Maria Sophia Louisadochter van HH. MM. den Koning en de Koningin is op heden dooi het uitsteken der vlaggen en het houden van groote parade gevierd. Naar wij vernemen is in de algemeene vergadering van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappenalhier op 14. woensdag gehouden de bekrooning toegewezeu aan eene prijsverhandeling, ingezonden door den wel-eerw. heer .7. ab Utrecht DresselhuisWij zuilen binnen kort in de gelegen heid zijn het programma van het genootschap ook door ons dagblad beltend te doen worden. Uit 's Gravenhage den 6 dezer word gemeld 1er gelegenheid der plegtigheid van de uitwisseling der ringen tusschen de hooge verloofden is er gisceren avond groote presentatie in het paleis in het Noordeinde gehouden alwaar HH. MM., mitsgaders de hooge verloofden, de ge- lukwenschen hebben aangenomen van hét korps diplomatiek, en van de personen die aan HH. MM. zijn voorgesteld ge worden. Bij gelegenheid dier receptie was in de salons het ge rucht onder de aanwezenden vrij algemeen dat er een hu welijk aanstaande zou zijn tusschen Prins Alexandertwee den zoon des Koningsmet Prinses Clementine dochter van den Koning der Franschen. Men zegt dat Z. M. de Koning eerlang een uitstap naar Luxemburg zou doenten einde in persoon de vergadering der stenden te openen." Bij koninklijk besluit van den 12 maart II. is bepaald, dat de bijzondere overeenkomst, die op den 6 november 1841 te s Gravenhage, tusschen Nederland en Belgie is gesloten betreffende eene wederkeerige teruggave der kosten van on derstand en verpleging, wederzijds voorgeschoten ten behoe ve van behoeftige onderdanen der beide rijken, in het Staat- blad zal worden geplaatst. Maandag avond omstreeks 8* ure heefc te Rotterdam brand plaacs gehad in eene kiscenmakerij aan hec einde van het bewoonde, gedeelte der Buicenrocte, welke zoo hevig toenam, dat dit houten gebouw, benevens de daaraan gren zende stallen van eene der diligencedienscen weldra in de asch waren gelegd. De paarden der diligencedienst zijn ge red. Ten- 11 ure was men den brand, die nog twee panden meer aangetast heefcmeester. De brievenmaal uit Oost-Indie, den 31 maart te Mar- seille en den 3 dezer te Parijs ontvangen bevestigt niet al leen de vroegere berigcen wegens de nederlaag der Engelschep in Afghanistan, maar geefc aanleiding om hun verlies nog hooger te stellen dan aanvankelijk gedaan was zoodat van 16000 man niet meer dan tusschen de 2 en 300 man zouden zijn overgebleven. Daarentegen heeft men langs dezen weg ook berigt van eene luisterrijke overwinning, den 12 januarij door den gene- raal-majoor Nott op Mahomed-Attaeen der hoofden van den opstand, en prins Sufut-Jurybij Candahar behaald, en waarbij de Engelschen slechts 3 dooden en 30 gekwetsten hunne tegenstanders 153 dooden en ruim 200 gekwetsten ge had hebben. Candahar was door genoemden generaal tegen een aanslag beveiligd en overvloedig aan levensmiddelen en ammunitie voorzien. Uit een brief van Peshawur wist men, dat de vrouwen der Engelsche officieren zich onder bescher ming vail Jubbar-khan broeder van dost Mohammedbevon den en dat 15 officieren die met de ongelukkige troepen uit Caboel gecrokken zijn, in veiligheid waren. Nog zijn over Indie tijdingen uit China, toe 17 januarij, aangebragr. De Chinezen verzamelden eene beduidende magc rondom Ning-Poen voorzagen, in weerwil van hec traktaat, Hong-Kong' met vestingwerken van hoedanige ook Canto'» meer en meer voorzien werd, en wei volgens de plannen en onder het coezigc van drie Europesche ingenieurswelke al daar van Java zouden zijn aangekomen; hetwelk, bijaldien t het zich bevestigtals eene opmerkelijke nieuwigheid mag worden aangemerktdewijl de bewoners van het hemelsclr rijk vroeger nooit te bewegen waren in soortgelijke opzigten de hulp van Europeanen i,n te roepen. MIDDELBURG den 8 april. Volgens berigt van kapt. .7. hoogervoerende het schip Mercuriusgedagtee'kcnd Batavia den 24 décember 1841 was hetzelve aldaar den 12 dier maand aangekomen; schip en equipagie waren in goe- i den staat. VLISSINGEN den 8 april. Alhier zijn ter reedc geko men: ReiterT. T. Pedersenvan Kallandsburgmet rou ge; de ZeenimphJ. P. Beekman, van Grcisswold en de Maria, J. Broekmanvan Hamburg, beide met garst, alle drie voor Gent. Alsmede de P'rouw ElisabethB. Verscrae- cen van Amsterdam naar Brusselmet suiker. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen 'en van onze reede naar zee gezeildAmphitriteC. Richachmet verwhotic; Navigator, F. W. Einke, met suiker'en Letitia II. J. Rottg.ersmet roodbont, alle drie naar Stettin; la Ca- inille, P. Labau, naar Havre-de-Grace, met stukgoederen; Elisabeth, N, Beekman 11met ballast, en AchilksC. G.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1842 | | pagina 1