MIDDELBIJR.GS'CHE' C O U R A N Bf*. 18. 10 Fetauarij. Donderdag 1842. Bcfecnbmaliing. Pufeïicfec ®ktr|)adt(in0 jA'aufcfctjfc. ltIs .n?''a AWi.J i»MB| r BESTUREN en ADMINISTRATIEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG brengen bij deze ter kennis van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat bij den Raad dezer Stad voorloopig is gearresteerd de Leggerrol voor de ont vangst der Belastingbekend onder den naam van Omslag der Lantaren- Brandspuit- en Nachtwacht-gelden over 1842 en dat die Rol van lieden af tot en met den 15 dezer maand dagelijks op de Sicretarij te: lezing zai-ifggen, des middags van ia tot 2 ure, ten einde een iegelijk in de gelegenheid zoude zijn 0111 zich met zijnen aanslag bekend te maken zullende tevens, gedurende dien tijd, op de Secretarij eene Bus zijn geplaatst, tot de ontvangst der reclames, welke de belanghebbenden zouden mogen noodig achten tegen hunnen aanslag op voornoemde Rol in te brengen. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 1 Fe- bruarij 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, A. M. B E C I U S. fhiblicAtie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG herinneren bij deze de In- en Opgezetenen aan de wet van den 26 Ventose 4de jaar, zijnde van den navolgenden inhoud En willen mitsdien alle Eigenaars en Gebruikers van Gron den met Houtgewas beplantmet den meesten ernst hebben aangemaand omzoo in hun eigen als in het belang hun ner naburen stiptelijk 11a te komen de bepalingen in boven gemelde wee omschrevenen daardoor voor te komen de straffenwelke op de nalatigen in dezen zullen worden toe gepast. En opdat niemand hiervan onkundig zoude blijven, zal deze worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsga ders in dezer Stads-Courant geplaatst. Gedaan ten Ilaadhuize der Stad Middelburg, den 4. Fe bruarij 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Ilun Ed. Achtbare, A. M. BECIUS. Hationalc fttilitie. bekendmaking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG Gelet op aft. 1 van het besluit van den Heer Staatsraad «Gouverneur dezer Provincie, van den 9 October 1841 Pro vinciaal Blad no. 79) Verwittigen bij deze de Verlofgangerswelke zich in de ■Gemeente bevinden dat allen zich zullen moeren vervoegen op fVoensdag den 16 Februarij aanstaandedes voormiddags ten negen ure, op de Heerenbeurs alhier, voorzien van de Kleeding en kleine Équipement-stukken, welke zij van hun Korps hebben behouden.; mitsgaders van lier Attest Htl. ten einde door den Heer Militie-Commissaris te worden ge ïnspecteerd zullende van deze Inspectie slechts zijn ver schoond de zoodanigen die zich met een tijdelijk Verlof in hunne Haardsteden bevinden; alsmede diegenenwelke met hunne Korpsen nu of in der tijd hebben afgerekend en ein delijk dezulken die nog niet van Militaire Kleeding zijn voorzien. En worden mitsdien de belanghebbenden aangemaandzich ten voorschreven uur en plaats te doen vinden, ten einde zich niet bloot te stellen aan de straf van Provoost-Arrest bij art. 183 der wet vermeld, welke aan de zoodanigen, die van de Inspectie afwezig zuilen blijven, zonder wettige redenen daarvoor te doen blijken, door den Heer Militie- Commissaris zal worden opgelegd. En ten einde een iegelijk hiervan kennis drage, zal deze worden afgekondigd, mits,".dart .1 dezer Stads-Courant ge-, plaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 8 Fe-! bruarij 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, F. Z. ERMERINS. L. Lid van den Raad. WEI- en ZAAILANDEN. De REGENTEN van het Burger Gasthuis en die van het Burger Weeshuisin AARDENBURGzullen, op Dings- dag den 15 Februarij 1842, publiek presenteren te verpach ten: 38 Perceelen WEI- en ZAAILANDEN, bij de Aan plakbiljetten nader omschreven en zulks voor een termijn van 9 achtereenvolgende jaren, ingaande den 1 October en 25 November 1842. De Verpachting zal gehouden worden des voormiddags 9 urein de Vergaderkamer der Regenten van het Burger Gasthuis binnen Aardenburg. De Pachters zullen moeten stellen bekende en solvabele Borgen. Nader onderrigt omtrent de voorwaarden en ligging der Landen te bekomen bij denbeer J. Blindenbach te Aar denburg, Rentmeester der voornoemde Goederen. De COMMISSIE uit Armbesturen maakt dankbare mel ding dat zij op hedenuit handen van den Notaris W. M. Snijder alhier, namens N. N. uit Middelburgter verdere leniging van der Armen deinzende behoeftenvijf Zeeuw- sche Rijksdaalders ontving. Vere, den 7 Februarij 1842. Namens dezelve, J. GEBUWET, Praeses. J. C. BUTH, Scriba. K 1EU WSTIJDINGEN. Ü3uitschïati&. BERLIJN den 2 februarij. Gisteren avond ongeveer ten half tien ure is H. K. H. de prinses Albrecht van Pruissen gelukkig van eene prinses bevallen. De doorluchtige kraam vrouw en de jonggeborene prinses bevinden zich in den bes ten toestand. Volgens berigten uit Petersburg van den 27 januarijjl. was den vorigen dag in den rijksraad besloten geworden tot den aanleg van eenen ijzeren spoorweg tusschen Petersburg en Moscou. Men voegt er bij, dat de kosten dier onderne ming geraamd zijn op 40 millioen zilver roebelswaarvoor de noodige kapitalen onder waarborg der Russische regering en tegen eene rente van 4 ten 100 zullen verstrekt worden door de bankiers Harkort en Dufour te Leipzig. Bijzondere berigten uit Stockholm van den 25 januarij maken melding van een hevigen brand, waardoor op den 22 de grooce, sedert 5 jaren aldaar opgerigte katoenspinnerij uer heeren Bergman en Bohnstedt geheel in de asch gelegd was. Bij het instorten der muren van een der^ gebouwen wa ren een aantal personen onder het puin bedolven wanrvan velen g-ewond en 5 of 6 omgekomen zijn. Een der werklie den, die in de fabrijk woonde, heeft 3 zijner kinderen, een waarvan door onvoorzigcigheid den brand veroorzaakt had, in de vlammen verloren. De schade wordt op ruim 200,000 rijksdaalders begroot, en omstreeks 200 werklieden zijn daar door vooreerst van hun bestaan beroofd. Z. IC. H. de kroon prins was 12 uren achtereenvolgende op de plaats van den branddie 30 uren had aangehouden, tegenwoordig geweest. - Uit Geneve wordt van den 28 januarij geschreven, dat de staatsraad eene proclamatie uitgevaardigd heeft, waar in op de bestaande spanning der burgerij gewezen wordt. Men scheen het er op toe te leggen, om de rustige beraad slagingen eener nieuwe staatsregeling te verstoren. Onder die omstandigheden stelde de staatsraad de openbare orde on der de bescherming der burgerij, en verklaarde elke poging tot rustverstoring, als een aanval tegen de openbare vrijheid en de eer yaji hec land. De staatsraad had dus besloten, dat alle militiepligtige burgers zich, in geval van nood, op ce eerste roepstem zouden gereed houden. Deze proclamatie was allerwege in de stad aangeplakt geworden. De commissie der staatsregeling had dienzeffden dag eene zitting gehouden, waarbij het zeer woelig is toegegaan. Een der hevigste ra- oicalen, Fazyverklaarde, dat door bovetigemelden maatre gel de vrijheid van beraadslaging belemmerd was, en dat hij dien ten gevolge de vergadering verliet en er geen voet meer in zou zetten. ©irtfot-iSritiattjjc. LONDEN den 5 februarij. H. M. Victoria heeft eergis teren namiddag, ruim ten twee ure, de bijeenkomst van de beide huizen van het parlement, in de tegenwoordigheid van Z. IC. H. prins AlbenZ. Pruissische M. en eene tallooze massa van andere adelijke en aanzienlijke personen met de navolgende aanspraak geopend: Mylords en heeren Ik kan u lieden niet in parlement vereenigd zien zon- oer openlijk mijne dankbaarheid jegens God Ahnagtig uit te boezemen, wegens de geboorte .van den nrirr miinen 'oon eene gebeurtenis, welke mijn huisselijk geluk ten top aevoerd heeft en van den kant mijns braven en getrouwen volks ge- vieid geworden is door afle reekenen van genegenheid jegens mijn persoon en mijne regering, Ik heb het vertrouwen dat gijlieden zult deelnemen aan het genoegenhetwelk ik gevoeld heb over de tegenwoor digheid hier te lande van mijnen welbeminden broeder en bondgenootden koning van Pruissen, die, op mijn ver- zoekbewilligd heeftin persoon en als doopgetuige den doop van den prins van Wallis te komen bijwonen. Ik blijf van al de vorsten en staten de verzekering ont vangen van hunnen vurigen wensch om de vriendschappelijke betrekkingen met ons land te onderhouden. Het is ook met een groot genoegen, dat ik berigtdac ik met den keizer van Oostenrijkden koning der Fran- schen, den koning van Pruissen en den keizer van Rusland een traktaat geteekend heb tqr krachtdadige wering van den slavennandel welk verdrag, zoodra de racificatien uitgewis seld zullen zijn, aan het parlement medegedeeld zal worden. Desgelijks zal onder uw oog gebragt worden een trak- taat, hetwelk ik met diezelfde mogendheden als ook mei' den sultanaangegaan heben dat de veiligheid van het Turksche rijk en de handhaving van den algemeenen vrede ten doel heeft. Het herstel onzer diplomatieke en vriendschappelijke be trekkingen met den hof van Teheran is gevolgd geworden door de sluiting van een handels-traktaat met den koning van Peizie, hetwelk ik bevolen heb aan u mede te deelen. Ik sta met verscheidene mogendheden in onderhandelin gen, oie, ik vertrouw zulks, door overeenkomsten teweeg te brengen, gegrond op het billijke beginsel van wederkeeri" voordeel, de nijverheid en den koophandel des lands zullen uitbreiden. Het doet mij leed niet in staat te zijn u het herstel van vreedzame betrekkingen met de Chinesche regerin» te kunnen verkondigen. De goede uitslag, welke de tegen die mogendheid eeriete krijgsondernemingen steeds verzeld heefc, en mijn vercrou wen in de welgeoefendheid en in den moed mijner land- en zeemagtdoen mij hopen dat onze geschillen met de Chine scbe regering spoedig geëindigd en onze handelsbetrekkingen met dat land op eenen voldoenden voet gebragt zullen worden. Heeren van het huis der gemeenten De staatsbegrootmgen van dit jaar zjjn opgemaakt en zullen aan u voorgelegd worden. Ik steun met volkomen vertrouwen op uwe bereidvaar digheid om, terwijl gij de beginselen eener wijze spaarzaam heid verscerkt, die voorzieningen in *s lands dienst temaken welke de algemeene behoeften vorderen. Mylords en heeren Ik beveel den toestand van 's lands geldmiddelen en der schatkist aan uwe onmiddellijke aandacht aan. Gij zult met leedwezen hebben geziendat geduren de verscheidene jarende jaarlijksche inkomsten niet vol doende waren ter bestrijding van de staats-uitgavenen ik verlaat er mij op, dat gij, ten volle het nadeel beseffende, dat uit een voortdurend te korc van dezen aard, in tijd van vrede, moet voortspruiten, met de meeste zorgde beste mid delen tot afwending daarvan zult in beraad nemen. Ik beveel uwer overweging tevens aan den staat der wetgevingbetreffende den invoer van graan en andere arti kelende voortbrengselen van vreemde landen uitmakende. Er zullen aan u voordragten gedaan worden ter verbe tering van de wet nopens de bankbreuk, en van het regts- gebieduitgeoefend wordende door de geestelijke hoven ia Engeland en Walüs. Het zal ook wenschelijk zijn, dac gij, tot derze'ver herziening, de wetten onderzoekt, nopens de inschrijving van hendie de leden van het parlement moeten kiezen. Ik heb met diep leedwezen de voortdurende kwijning in de fabrijk-districten des lands gadegeslagen. De ellende en ontberingendie er uit zijn voortgevloeidzjjn met voor_ beeldeloos geduld en geestkracht gedragen. Ik houde mij verzekerd, dac uwe beraadslagingen over de verschillende gewigtige aangelegenheden, die uwe aan dacht zullen bezig houden, geleid zullen worden door wel wikkende in het ooghouding van de belangen en het duur zaam welzijn van alle klassen mijner onderdanen, en ik zende dringende gebeden op dat de vruchten daarvan mogen we zen de verbetering van 's lands hulpbronnen de aainvakke- ring der nijverheid en de bevordering van het heil mijns volks." PARIJS den 5 februarij. De graaf LehonBelgisch am bassadeur alhieris door zijn kabinet terug geroepen en zal reeds heden avond deze hoofdstad verlaten. Men schrijft yjk 1Vb f t 'fe.vV^.'T Art. 1. Binnen Ae tien dagen na de afkondiging dezer wet, zullen alle Eigenaars, Pachters en Gebruikers of andere, hunne'eigene gronden of die van anderen bebouwende elk voor zoo veel hem aan gaat verpligt zijn om de Boomen op de gronden staande van Rup sennesten te zuiveren of te doen zuiveren op poene van eene boete van ten minste drie en ten hoogste tien dagen arbeids. Art. 2. Zij zullen op dezelfde straffen gehouden zijnde Rupsen nesten en Netten van Boomen Hagen of Struiken afgenomen aan stonds te verbrandenen zulks op zoodanige plaatsen alwaar zulks zonder gevaar van Brand aan BosschenBoomen of Struiken noch ook aan Huizen en Gebouwen zal kunnen geschieden. Art. 3. De Bestuurders der Departementen (Gouverneurs) zullen, binnen betzelfde tijdstip de Boomen welke zich op onverpaclite Na tionale Domeinen bevinden van Rupsen doen zuiveren. Art. 4. De Agenten der Gemeenten en hunne Adjuncten (Burge meester en "VYethouders of Assessoren) zullen Leder in de zijne ver- piigt zijn op de uitvoering dezer wet toe te zien; zij zijn verantwoor delijk voor het verzuim hetwelk ten dezen inogt worden ontdekt. Art. 5. De Commissarissen van het uitvoerend Bewind bij de Plaat selijke Regeringen zijn verpligtom binnen het tweede tiental dagen na de afkondiging der weteene schouwing te doenop alle met Boomen HoutgewassenHagen of Struiken beplante gronden ten einde zich te overtuigen dat de wering van de Rupsennestennaar behooren is volbragten om daarvan aan den Minister wien het aan gaat rapport te doen. Art. 6. De wering der Rupsennesten zal in de volgende jaren voor den 1 Ventose (20 Februarij) moeten geschieden op straffe als hier- boven bepaald. Art. 7. Indien eenige Eigenaar of Pachter hierin, op het gezegde tijdstip nalatig mogt zijn zullen de hooiden der Besturen en hunne Adjuncten zulks ten koste van den nalatigen door Arbeidslieden ter hunner keuze doen verrigtende kosten deswége zullen hij hevel van inhaarverklaring van den Vrederegter op de quitantien der Arbeids lieden van de gezegde Eigenaars of Gebruikers worden verhaald zonder dat de betaling daarvan van de boete zal kunnen verschoonen. De tegenwoordige wet zal op den 1 Pluviose (22 Januari]op bevel van den Commissaris van het uitvoerend bewinddoor de zorg van de hoofden van de Plaatselijke Besturen worden afgekondigd. VAN

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1842 | | pagina 1