MSeDËLSüEGSCiE
C
N°. 1.
Zalurtlag
1842.
1 Jaiiuarij.
BESTUREN en ADMIN1STRATI EN.
fJuMtcatig.
NIEUWSTIJDINGEN.
Snitodilatiï».
JfVrtufcriik.
üclgic.
2 i nïïz t—J
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID-
DEELURG biengen bij deze ter kennis van een iegelijk,
dien zulks zoude mogen aangaan dat door den Raad dezer
Stad, in vervanging der tot dusverre van kracht geblevene
afzondeiiijke Reglementen en Tarieven, is gearresteerd, en
door de lioogerc bevoegde Autoriteit respectivelijk is goed
gekeurd, het navolgende Reglement en Tarief:
Aiiui.i.Ji£WT v'ook tien' ofhaj vruei 'PlnctsètQkc.
Belastingonder den naam van Haven-Kaai-
Dok- en Binnengracht - en Bankgeld.
Omschrijving dezer Belastingen.
Ait. 1. Onverminderd het verschuldigde wegens looneu voor de
Havenmeesters S.-ismeeslers en Bruggelieden volgens het Tarief vast-
getóteld hij het Reglement Tan Politie voor de Binnen- en Buitenha-
vens enz. gepubliceerd den 17 Juiij 1837, zal met 1 Januari) 1842
eu vervolgens binnen deze Stad eene Plaatselijke Belasting worden
gelieven onder den naam van Haven- Kaai- Dok- en Binnengracht-
en bankgeld respectivelijk overeenkomstig het achter dit Reglement
gevoegd Tarief. b B
Art. 2. liet Havengeld zal worden gevorderd voor alle Zeeschepen
en Stoomvaartuigen voor de buitenvaart en voor Stoombooten welke
de Haven dezer Stad binnen komen.
Aan de betaling dezer Belasting zijn alleen vrijgesteld de Schepen
en Stoombooten aan het Rijk teebehoorende mits bij die gelegenheid
niet in i arlikuljere dienst varende en de schepen voor de Yisscherij
uitsluitend bestemd.
Art. 3Aoor de Stoombooten, geregeld meer dan éénmaal 'sweeks
op deze Stad varende zal hij wege van abonnementde betaling de
zer belasting na ieder verstreken kwartaal kunnen plaats hebben1, ten
bedrage van eentwintigste gedeelte van het daarvoor bij liet hierachter
gevoegd ^Tarief vastgestelde.
Art. 4. Het Kaaigeld zal gevorderd worden voor alle Zeeschepen en
Stoomvaartuigen welke mem dan ééne maand of dertig dagen in de
Kaaijen dezer Stad. verblijven.
Ait. 5. Het l)ok- en Binnengrachtgeld zal worden gevorderd voor
alle Zeeschepen eu binnen Aaartuigeu, welke vau het Scheepsdek of
de Binnengrachten gebruik maken.
A au de betaling dezer belasting zijn vrijgesteld alle Yaartuigen be
neden de 15 ton.
Ait. G. Het Bankgeld zal, onverminderd het loon van derr Bank
man worden gevorderd voor alle Zeeschepenvoor welke van de
Stads-Keihank om schoongemaakt of gebrand te worden wordt ge
bruik gemaakt.
Atgcmccne Bepalingen.
Ail. Al do vooriehrevene lietastingeu.zullen worden geregeld naar de
grootte der Schepen zoodanigals die is uitgedrukt iu de laatste
Meet- of Zeebrieven van 's Rijks wege afgegeven of erkend, de Zee
schepen naar de Zeeton en de binnenschepen naar de Patentton zon
dei" dat ten dezen aanzien eenige korting voor mindere grootte in aan
merking zal komen.
Tot dat einde zullen de Gezagvoerders of Reeders dier Schepen ge
houden zijn telkens bij de voldoening van hun verschuldi»dede
Meet- of Zeebrieven te vertoonen.
Art. 8. He voldoening van deze Belastingen zal moeten geschieden
die van liet Havengeld dadelijk hij de aankomstdie der overigen
vóór het verlaten van de rcspective legplaatsen ten Kantore van den
Ontvanger der Plaatselijke Belastingen, die daarvoor zal afgeven eene
kwitantie, waarvan de wortel aan het daarvoor bestemde, behoorlijk
gequoteerde eu door den Burgemeester geparapheerde Register zal
blijven vastgehecht.
De Ontvanger voornoemd zalvoor elke kwitantie welke door hem
wordt aigegeven niet rneer dan vijf cent mogen vorderen boven de
verschotten van het Zegelregt.
Art. 9. Ingeval van ontduiking of weigering der betaling dier Be
lasting mitsgaders van eenige overtreding Wan de bepalingen in dit
Reglement vervatzullen de beambtenaan welke het toezigt over de
nakoming van hetzelve is toevertrouwd de Schepen aanhouden en in
beslag nemen, onverminderd de vervolging der Schuldpligtigen over
eenkomstig de voorschriften bij de wet van den 29 April 1819 Staats
blad no. 15) en hij het Koninklijk besluit van den 16 Julij 1828
Staatsblad no. 48) ten aanzien van de vervolgingen bij het invorde
ren van Plaatselijke Belastingen gegeven.
Degenen welke bevonden zuHen worden zich daaraan schuldig te
hebben gemaaktzullen met eene boete van tien tot vijftig gulden
worden gestraft.
Art, 10. De Gezagvoerders en Reeders der Zeeschepen en Schippers
der binnen A aartuigen zijn in dezen verantwoordelijk voor de gedra
gingen en nalatigheid hunner onderhoorigen.
Art. 11. Onverminderd het toezigt van den Controleur en de ver
dere beambten bij de Plaatselijke Belastingen den Commissaris en de
Agenten van Politie, zuilen voor de rigtige invordering der hoven om-
sctirevene Belastingen respectivelijk verantwoordelijk zijn de Haven
meesters Sasmeesters en de Bankman benevens de Commissaris der
Loodsen; zullende deze laatsten mitsdien de Schepen niet mogen laten
vertrekken, zonder ziel, alvorens door het doen vertoonen der kwitan-
tien van de voldoening derzolve te hebben verzekerd.
Art. IA. Alle tegenkantingen tegen eenen of meerdere der hierbo
ven omsehrevene beambten zullen worden geconstateerd door een re
laas in forma om gestraft te worden volgens de bestaande strafwetten.
Als schuldig aan tegenkant,ngen zullen worden aangemerkt alle
Personen welke de genoemde beambten in derzelvér ambtsbezighe
den met woorden of daden mogten beloedigen hen mogten benadee-
len of hinderlijk zijn.
Gearresteerd ten Rade der Stad Middelburg dea j October 1841
PASPOORT vak grijpskerke.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare
A. 31. BE Cl IJS.
Gezien en goedgekeurd door ons Gedeputeerde Staten van Zeeland
Middelburg den 24 December 1841.
VAN VREDENBURCII.
Ter ordonnantie van dezelve
VAN DER HEUL
TARIEF waarna zal worden geheven eene Plaatselij
ke Belasting onder den naam van Haven-, Kaai-,
Dok- er. Binnengracht- en Bankgeld.
Van alle Zeeschepen en Stoomvaartuigen voor de buitenvaart10 ct.
per zeeton Havengeld.
an de Stoombooten geregeld op de Stad varende 3 ct. per Pa
tentton Havengeld.
Van alle Zeeschepen en Stoomvaartuigendie in de Binnenhavens
of Kaaijen der Stad verblijven, langer dan bij Art. 4 van het
Reglement is omschreven voor de eerste maand of minder
-i ct. per zeeton Kaaigeld.
Voor iedere volgende maand langer 1 ct. per zeeton Kaaigeld.
NR. 3Iet uitzondering van de eerste zal hij gebrokene maan
den voor minder, dan vijftien dagen, slechts de helft
verschuldigd zijn.
Aan alle Zeeschepen, Stoom-en Binnenvaartuigenmet uitzonde
ring van die beneden de vijftien ton welke van het Scheeps-
dok ot de Binnengrachtenbinnen de Kleine Sas gebruik ma
ken voor de eerste maand of minder5 ct. per zeeton en 3
cl. per patentton Dok- en Binnengrachtgeld.
oot iedere volgende maand langer tot de vijf maanden inge
sloten 2| ct. per zeeton ca Ij ct. per patenttonDok-en
.'''^i.unigraohi -'-ht-v
lauigc, uau vtjr maanden voo, tedere Tnaauirr et. per 'zeeton
en 1 ct. per patentton Dok- eu Binnengrachtgeld.
NB. Met uilzondering van de eerste, zal bij gebrokene maan
den voor minder dan vijftien dagen, slechts de helft
verschuldigd zijn.
Van alle zeeschepenvoor elke vier dagentelkens 5 ct. per zee
ton Bankgeld.
Van het Havengeld zijn vrijgesteld.
1. De Schepen en Stoombooten aan het Rijk toebehoorende mits
dezelve niet in particuliere dienst gebezigd worden. Eu
2. De Schepen uitsluitend voor de Vischvangst bestemd.
Tot abonnement van het Havengeld worden toegelaten de Stoom
booten welke meer dan eenmaal 's weeks op deze Stad varen zul
lende van deze slechts één-twintigste van de ton hij dit Tarief aan
gewezen na den alloop van ieder kwartaal worden ingevorderd.
Gearresteerd ten Raade der Stad Middelburg, den 1 October 1841.
PASPOORT va» GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare
A. M. RECIUS.
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 9 December 1841
No. 109.
Mij bekend
De Minister van Binnenlandsehe Zaken
(Get.) SCHIMMELPENNINCK vak ukb OIJE.
Accordeert met het órgineel:
De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnenlandsehe Zaken
(Get.) C. VOLLENHOVEN.
Voor eensluidend afschrift
De Secretaris-Generaal
(Get.) 0. VOLLENHOVEN.
Voor eensluidend afschrift
De Griflier der Staten van Zeeland
VAN DER HEIM.
En wordt een iegelijk aangemaand zich stiptelijk te ge
dragen aan den inhoud van bovengemeld Reglement en Ta
rief, hetwelk op den eersten Januarij 1842 in werking zal
worden gebragt.
Ztillendeopdat niemand hiervan onkundig zij, deze wor
den gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in de
zer Stads.Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 30 De
cember 1841.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbare
A. M. BECIUS.
FRANKFORT den 26 december. Z. M. de keizer van
Oostenrijk heeft, naar in brieven uit Weenen gezegd wordt,
in liet aanleggen van drie groote ijzeren spoorwegenen wel'
op kosten van den Staat, bewilligd, welke allen van die
hoofdstad zouden uitgaan en van welke de -eerste over Praag
naar Dresdende tweede naar de Bejjersche grenzen en de
derde naar Triest loopen zou.
PARIJS den 27 december. Heden is de zitting der wetge
vende kamers door den koning geopend. Het slot van Zr. Ms.
aanspraak luidt aldus;
Welke ook de bezwaren van onzen toestand zijn mogen,
Frankrijk zou die zonder moeite dragenbijaldien de factiën
niet onophoudelijk de vlugt zijner magtige werkzaamheid be
lemmerden. Ik wil mij bij hare woelingen en bij hare aan
slagen niet ophouden. Maar vergeten wij nimmer, mijne hee-
rendat het dit is wat ons vaderland het volkomen genot
van al de gaven belet, die daaraan door de Voorzienigheid
zijn toegedeeld, en wat de ontwikkeling vertraagt der wel
daden van die wettige en vreedzame vrijheid, welke Frank
rijk eindelijk verworven heeft, en in de verzekering van wier
bezit ik mijnen roem stel.
Wij zullen dit werk voortzetten mijne heeren; mijne re
gering zal haren pligt doen. Overal en bestendig zal zij het
gezag der wetten handhaven en die doen eerbiedigen, gelijk
zij ze,ve die eerbiedigen zal. Uwe getrouwe medewerking
zal mij te hulp komen. Het is door, met eene volhardende
opregtheidhet land omtrent zijne ware belangen voor te
lichten, dat wij, sterkin zijnen bijstand en in onze eendragt
het geheiligd pand der orde en der openbare vrijhedenons
door de Charter toevertrouwd ongeschonden zullen bewaken.
De toekomst zal de vruchten onzer pogingen inoogstenen
de erkentelijkheid des vaderlands zal het loon daarvan wezen."
BRUSSEL den 28 december. De tweede raadkamer van
de regtbank van eersten aanleg te Brussel heeft gisteren bij
ordonnantie gestatueerd, omtrent de in verzekerde bewaring
genomen personen als betrokken in het jongst ontdekt kom-
plot tegen de veiligheid van den Staat. Bij deze ordonnan.
tic zijn iu staat van beschuldiging gesteld de volgende "veer
tien personen A. L. N. van der MeerenJ. D. van der
Smissen, J. P. Parijs, H. J. van der SmissenL. C. Gra-
vesechtgenoot vau J. D. van der Smissen E. T. M. Cre
hen, S. Roszjnski, P. J. JPa rent, C. E. C. van den
Plas, E. L. A. van der Smissen, P. A. Verpraet.7. van
den Elsken J. C. R. van Laethem en N. F. Chaumont.
Tegen de heeren FeigneauxMetdepenningenDaine
Castillon du Portal, Duguascovan Swacvan de IValle
en Kessels is geen grond tot vervolging gevonden, en zijn
deze, voor zoover zij in verzekerde bewaring genomen wa
ren, op vrije voeten gesteld.
MIDDELBURG den 31 december. Z. M. heeft aan den
heer N. H7. Praag, commies bij het provinciaal bestuur van
Zeeland, den titel van buitengewoon inspecteur bij 's Rijks
belastingen verleend.
Door heeren burgemeester en wethouders is benoemd
tot. amanuensis bij het collegie van regenten over den alge-
tneenen armen, om met 1 januarij 1842 in functie te treden
de heer Marinus Jacobus Boone en zulks in plaats van den
heer Dirk Appeleervol ontslagen.
Gisteren is door de arrondisseraents-regtbank te Goes
vonnis uitgesproken in zake van het openbaar ministerie, te
gen: 1II. Berkes 2. D. Goedgebuur3. Ileinier Burgs
4. L. C. Hemelman 5. C. L. Soutendam waarbij de eersteen
tweede schuldig zijn verklaard aan het reeden van verstampte
muilen bezwaard met aarddeelen boven de 15 pet., en de
vijfde beklaagde aan medepligcigheid daaraan; alsmede de
eerste en tweede nog daarenboven aan het vullen van vaten
waarin vooraf een prop- of stopgat was gemaakt, alsmede',
gelijk ook de derde en vierde beklaagde, van nalatig te zijn
geweest om de aarde of zoogenaamde bloemen, welke na de
uitreeding der muilen tot verstampte onbezwaarde overblij
ven, dadelijk buiten de stoof op den aardhoop te werpen;
en overzulks verwezen: de eerste beklaagde in drie geld
boeten, een van 200 en twee van 10; de tweede mede
in drie geldboeten, een van 100 en twee van ƒ10; de
derde en vierde (de laatste bij verstek) ieder in eene geld
boete van 10, en eindelijk de vijfde beklaagde, in eene
geldboete van f 500met verbeurdverklaring der in bes'ag
genomene 38 vaten verstampte muilen; eindelijk allen in de
kosten van den procecse in die van onderzoek door deskun
digen afzonderlijk alleen de eerstetweede en vijfde beklaag
de, alle solidair.
Het Dagblad van'sGravenhage van den 29 behelst het
volgende
Men verneemt, dat Z. M. de Koning, bij gelegen
heid der schaalcollecte van jl. zondag, ten behoeve der armen -
inrigting van de residentie de aanzienlijke som van 500
voor die nuttige instelling heeft gelieven bij te dragen.
Omtrent de aanzienlijke gift van 2500, door Z. M.
den Koning aan de zak- en turfdragers verleend verneemt
men nader, dat dezelve gegeven is met het doelom tot on
derstand te dienen vau de huisgezinnen dier ingezetenen
alsook om dezelve in staat te stellen, het oude jaar feestel
lijk te vieren. Dien ten gevolge zal er op aanstaanden vrij
dag avond, na de godsdienstoefening, door de gezamenlijke
zak- en turfdragets eene luisterrijke maskerade met muzijken
fakkellichtin plegtigen optogt door de geheele stad plaats
hebben, en zullen zij, na het eindigen daarvan, met hunne
vrouwen, inde zaal van den kastelein Goud, in de Bagijne-
straatonthaald worden; terwijl de overblijvende geldentot
onderstand der huisgezinnen onder de gezamenlijke manschap
pen verdeeld zullen worden.
Verder verneemt men, dat Z. M.kennis bekomen heb
bende dat een groot aantal ambachts- en andere werklieden
reeds buiten verdiensten was, onmiddelijk bevolen beeft, dat
zij die met talrijke gezinnen belast zijnvoor hoogstdes-
zelfs eigene rekening, bij de nieuw gebouwde kavallerie-ka-
zernen in het werk zonden gesreld worden terwijl na nieo-
wejaar buitendien nog aan eenige honderden gelegenheid zal
worden gegeven om in de duinen achter Zr. Ms. buitenver
blijf Zorgvliet te kunnen arbeiden."
Volgens ontvangen berigt uit Arnhem, had zich in de
naburige gemeenten Bennekom en Edeten gevolge van eene
onrustige stemming onder de vreemde arbeiders aan den spoor
weg in de nabijheid van die dorpende vrees verspreiddat
er in den morgen van den 27, bij het hervatten der werk
zaamheden, oproerige bewegingen onder dat werkvolk zou
den ontstaan. Ter voorkoming daarvan was den 26 dezer
uit Arnhem een detachement mineurs en sappeurs sterk drie
officieren en vijftig manschappen, naar Bennekom gezonden.
De rust is echter niet gestoord geworden ener zijn zelfs gee
nerlei pogingen door kwaadwilligen gedaan tot het plegen van
buitensporigheden. Slechts een gedeelte van genoemd deta
chement is dan ook voorloopig te Bennekom verbleven ter
wijl er verdere maatregelen genomen zijn om de goede' orde
onder de arbeiders voortdurend te handhaven.
V.111 Parijs den 28 wordt gemeld, dat de twee wegens
den bewesten aanslag door het hof der pairs veroordeel eu
Brazier en Bouchcronden vorigen dag bij den minister groot
zegelbewaarder waren gebragt, die dezelve had ondervraagd,
doch van welk verhoor niets was uitgelekt.
Vooits wordt gemeld, dat een neef van den ter dood ver
oordeelden Colombterwelke geheel vreemd aan de beruchte
zaak was, doch die door zijne vrienden was bevreesd ge-