MIDDELBURGS CUE ==-■ COURANT.' yt$ï-4- i N°. 122. Dingsdag 1841. 12 öctober. - Vj. r* f BESTUREN ex ADMINISTRATIEN. VIJFDE D03IEJN-VEILING. £1 cbcvlAttböcïtc 45Anbcl-iRaat£rch/tppij. ÜlaAtscfiAppij t0t Üut van 't Sügcmcett. Middelburg, dei! 37 September 1841. NIEUWSTIJDINGEN. «ISuitsdtlattt». A'vAnkrijk. ücbcriAitbcti. <V». Agentschap Middelburg. öp Maandag den 25 October 1841 en zoo noodig de volgende dagen, des voormiddags ten 10 urezal, in het bijzijn van den Agent van het Domein te Middelburgen al of niet van den Hoofd-Inspecteur der Domeinen in het Ne- derlandsch Logement in de Abdij te MIDDELBURG, ten overstaan van den Notaris D.J. van der Horst Serliworden overgegaan tot de openbare Veiling van De BOUW-en WEILANDEN, TUINEN, SCHORREN, DIJKEN en andere Vaste Goederen onder het Agent schap Middelburg ressorterende; alsmede de ERF PACHTEN, RENTEN, CIJNSEN en andere Pres tatiën tot gemeld Agentschap behoorende. Alle voormelde Goederen en Prestatiën zijn breeder om schreven in den Catalogus die daarvan gedrukt, en voor den prijs van 25 centste bekomen is bij den Agent van het Domein te Middelburg, alsmede bij de Agenten van het Do mein in de Hoofdplaatsen van de Provinciën; terwijl de al- gemeene en speciale voorwaarden van verkoop ter lezing lig gen in het Hotel van het Provinciaal Gouvernement der Pro vincie Zeeland ten Raadhuize der Stad Middelburg en ten Kantore van den Agent van het Domein aldaar; ten welken Kantore almede ter inzage van de gegadigden berustende zijn Staten, houdende omschrijving van de Erfpachten, Renten, Cijnsen en andere Prestatiënwaaruit elke Kavel van den Catalogus is zamengesteld. De Agent van het Domein J. C. de BRUYN. De DIRECTIE maakt bekend, dat door haar zal geveild worden Te ROTTERDAMop Woensdag den 10 November 1841 ^9>557 Kratij. en Kanass.1 300 Kisten >Java SUIKER, liggende aldaar. 1,386 Zakken 15,674 ICranj. en Kanass. j 358 Kisten J 0 D,t0 gg* te Amsterdam. Waarvan de Notitien met de Veil-conditien in tijds zul len worden uitgegeven. Amsterdam, den 9 October 1841. VAN DER HOUVEN, President. KOOYDirecteur, fungerend Secretaris. VERGADERING op Woensdag den 13 October 1841, des avonds ten zes ure. Rekening van den Penningmees ter en Voorlezing, Namens Bestuurders P. de MARET TAKSecretaris. De COMMISSIE LOON FOOR WERKgevestigd binnen deze Stad, roept bij deze op diegenen, welke genegen mogten zijn in den aanstaanden Winter in hare Inrigting werk te erlangen, zich tot dat einde aan te melden aan het lokaal tdier Inrigting, alwaar, met uitzondering van Zondag den 10 October aanstaande, dagelijks tot de inschrijving der werk lieden zal worden gevaceerd, van Woensdag den 6 tot en met Zaturdag den 16 dier maand October, van des middags 12 tot des namiddags ten 3 ure. De Commissie voornoemd J. J. de KANTER L. P. H. REKKER, Secretaris. FRANKFORT den 4 october. Eenige Duitsche dagbla den deelen thans het berigt mede, dat de aartsbisschop van Keulen van alle verder bestuur over zijn aartsbisdom volko. men en in behoorlijken vorm heeft afstand gedaan, en be- 'willigd heeft om zijne aartsbisschoppelijke waardigheid neder «te leggen. Men vernam dat hij voornemens was zijne ove rige levensdagen te Munster (e slijten. PARIJS den 6 october. De koning is heden zijn 69ste le vensjaar ingetreden zijnde geboren den 6 october 1773. De verantwoordelijke uitgever van den National is tot vier maanden gevangenis en eene boete van 5000 fr. veroor deeld wegens een artikel over de gebeurtenissen te Macon. Ilij is deswege in cassatie gekomen. Reeds meermalen is er gesproken van bewegingen die in Spanje ten voordeele der gewezen regentes zouden be proefd worden thans melden onze bladen dat zulks werkelijk bet geval is. In den Messager leest men deswege het vol- .gende Tijdingen uit St. Sebastiaan houden het berigt dat er ceen opstand in Navarre is uitgebarsten. Degeneraal O'Donnell beeft zich aan het hoofd van twee bataillons van het kasteel van Pampeluna meester gemaakt. De generaal Ribero hield zich nog in de stad met 300 man en de nationale garde staande. Eenige tegen O'Donnell afgezonden troepen hebben, naar men zegtpartij voor hem gekozen." De Moniteur Parisien voegt hierbijdat de beweging in 't belang van de koningin Isabella en hare moeder ondernomen werd dat een korps kavallerie uit Pampeluna was getrok^ ken om het land te doorloopen, waar men zich ten voordee le der beweging had verklaard; dat men vreesde dat deze op stand met eene algemeene beweging in verband stond en er te St. Sebastiaan de grootste ongerustheid heerschte. Heden is alhier de volgende telegrafische depeche pu bliek gemaakt, den 20 der vorige maand, door den consul van Frankrijk op Malta, aan den minister van buiteniandsche zaken gezonden De Oriental is heden morgen ten 10 ure aangekomen, den kapitein Broun aan boord hebbende, als overbrenger van depeches voor de koningin van Engeland. De Engelschen hebben, tusschen 23 en 27 meide voor posten van Canton bemagtigd. I11 den oogenblik dat zij Can- ton zelf zouden aantasten hebben de Chinezen gekapituleerd. Deze hebben zes millioen dollars betaald en het Tartaarsch garnizoen heeft den 5 jiinij de stad ontruimd. De Engelsche troepen zijn naar Hong-Kong teruggekeerd. Den 18 junij is de commodore Bremer te Macao aangekomen, en heeft terstond het vertrek van het eskader Noordwaarts bevolen, om, naar gezegd werd, Amoy aan te tasten." Amoy is op de kust van Fokien, halverweg tusschen Can ton en Nankin gelegen. Door den aanval op deze plaats schenen de Engelschen die provincie in opstand tegen den kei zer te willen brengen, en het Zuiden van China van het Noor den te willen afscheiden. 's GRAVENIIAGE den 7 october. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden, waarbij 53 leden en de verschillende ministers of hoofden van ministe riele departementen tegenwoordig waren, zijn de algemeene beraadslagingen over de begrootings-wetten voor 1842 en 1843 aan de orde gesteld. Vooraf is voorlezing gedaan van twee koninklijke beslui ten, waarbij het vroeger besluit omtrent het opdragen van bet beheer van het departement van buiteniandsche zaken aan den heer directeur-generaal voor de Hervormde eeredienst enz., den baron van Zuylen van Nyeveltwordt ingetrok ken; de baron Iiuissen van Ka'tendijke tot minister van bui teniandsche zaken wordt benoemden Z. Exc, de minister van finantien met de taak wordt belast 0111 de thans aanhan gige begrootingswetten voor 1842 en 1843, ook wat het departement van buiteniandsche zaken betreft, te verdedigen. Deze besluiten worden voor kennisgeving aangenomen. De heer Bruce heeft het eerst over de begrootings-wetten het woord. Hij bestrijdt deze op grond, dat het gezamen lijk cijfer der geraamde uitgaven ad 71 millioen te hoog is; dat het hoogst onzeker, is, of die uitgaven wel door de ge raamde middelen zullen kunnen worden gedektdat de vorm der begrooting gebrekkig is, vooral ook in zoo verre, als de tot eene buitensporige hoogte opgedrevene pensioenen en wachtgelden alle op het hoofdstuk van finantien zijn uitge trokken, zoodat de verwerping van dien post van uitgaven niet plaats kan hebben dan te gelijk met de onvermijdelijke rentebetaling der Staatsschuld; dat onder de tegenwoordige omstandigheden nu het ministeriewelke bekwame mannen ook daartoe mogen behoorengeene eenheid en kracht aan den dag legt, de aanneming eener tweejarige begrooting on raadzaam is, en dat die begrooting niet op den bij de grond, wet voorgeschreven tijd is ingediend. Hij zal, tot het erlan gen eener betere begrooting, ook tegen het eerste hoofdstuk der thans aangebodene stemmen ofschoon de som daarvan voor geene verandering vatbaar is, en indien dit niet wordt aangenomen, zijne stem aan al de andere hoofdstukken wei geren. De heer de Man betoogt in het breede, dat de uitzigten, die de Natie, ten gevolge van de verklaringen der Regering, bij het openen der zitting, nu bijna een jaar geleden, heeft moeten koesteren niet vervuld zijn en dat de bezuinigin gen die toen waren toegezegd, niet tot stand zijn gebragt. Naar zijn oordeel schiet er in de gegevene omstandigheden geen ander middel tot verbetering over dan het afstemmen der begrootings-wettenwaarvoor hij dan eene andere be grooting in de plaats wenscht te zien komen, die hoogstens voor een jaar werkt. De heer Gevers zegt, dat de minister van finantien, met opzigt tot de rondborstige verklaring van het verleden jaar dat er geene groote bezuinigingen mogelijk waren maar al te zeer zijn woord heeft gehouden. Hij meent, dat aan de behoefte tot het tot stand brengen van bezuinigingen beter zou worden voldaan, als er meer eenheid in het bestuur be stond en de ministers de handen meer ineensloegen. Hij ver klaart zich overigens tegen het afstemmen van alle hoofdstuk kenen meent, dat het doel beter zal worden bereikt door het afstemmen der hoofdscukkendie aan de leden te hoog voorkomen. De heer Ferwey Mejan verklaart zich sterk tegen het thans vaststellen eener tweejarige begrooting. Hij meent, dat van de bepaling van art. 123,der grondwet deswege kan worden afgeweken, zonder haren geest te schenden. Hij zal zijne stem aan al de begrootings-wetten moeten weigeren. Zijne Exc. de minister van finantien wederlegt de dwaling, waarin de vorige spreker en anderen vervallen zijndat de ramingen der middelen op toekomstige belastingswetten zou den steunen. De heer Hooft kan de begrooting, met uitzondering van eenige weinige hoofdstukken, niet aannemen om dat's Rijks uitgaven te hoog zijn opgevoerd. Hij verklaart zich anders tegen eene eenjarige begrooting en tegen de denkbeelden door sommige medeleden wegens de inrigting van het Staatsbestuur geopperd. Hij ziet niet gaarne mannen van ervaring als mi nister aftreden. De heer Modderman erkent de moeijelijkheid van bezuini gingenmaar die moeijelijkheid sluit de mogelijkheid niet uit. Bezuinigingen zijn gebiedend noodzakelijk. Hij zal even als ten verleden jare, tegen verscheidene hoofdstukken moeten stemmen. De heer van Panhujs acht het vaststellen eener tweejarige begrooting thans niet verpligtenden wenscht in plaats daar van eene credietwet voor een jaar. In dien tusschentijd kan dan' meer eenheid in het Staatsbestuur worden gebragt. Hij zal aanvangen met tegen het eerste hoofdstuk te stemmen. De heer Gouverneur zal dit insgelijks doendoch indien de meerderheid der vergadering anders oordeelt, dat besluit eerbiedigen, en zijne stem over de andere hoofdstukken van de latere discussien doen afhangen. De heeren van Heioma en van Rechteren verklaren zich in uitgewerkte redevoeringen tegen de begrooting in haar geheel. De heer Buma had gewenscht, dat het cijfer der begroo. ting zoo laag mogelijk wierd gesteld, opdat geen voedsel gegeven wierd aan de zijnes inziens ontijdige zucht tot ver dere herziening der grondwet. Tot zijn leedwezen zal hij verpligt zijn aan sommige hoofdstukken zijne stem te weigc- ren. (Hiermede eindigde de morgenzitting.) In de avondzitting van heden zijn de beraadslagingen over de begrootings-wetten voortgezet. De heeren Luzacvan Golstein Luyben van Nesvan Dam van Isselt en Tromp hebben zich nog verklaard voor de bezuinigingen en vereenvoudigingen in het Staatsbestuur, voor de aanstelling van een bepaald ministerie, bestaande uit mannen die eenheid van doel en werking bij klem en kracht paarden. Zij achten dit hoogst noodzakelijk tot her stel van het algemeen vertrouwen dat thans zeer geschokt was. De heer Luzac meende dat de tijd nu eindelijk geko men was, dat men gevolg moest zien van de fraaiklinkende woorden en beloften in vroeger tijd gegeven en waarvan de vervulling bestendig was uitgesteld. De kamer had vroe ger, door hare inwilligingen tot het volhardings-stelsel veel tot verhooging van het begrootings-cijfer bijgedragen. De flaauwhartigheid der rekenkamer, de werking van het sijn- dicaat, onvolledigheid en onjuistheid der begrootingen, had den het hunne daarbij gedaan. Het vertrouwen op de vorige Regering was dan ook bij aanzienlijken en minderen door dit alles verzwakt geworden. De spreker herinnert het gebeurde met de leeningswet, de gebrekkige grondwet-herzieningen. In hoe verre de ondervonden misrekeningen en teleurstellin gen op 's Konings besluit van afstand invloed hebben uitge oefend, wilde de redenaar niet onderzoeken, zeker is het dat Z. M, afstand deed en dat er finantiële ongelegenheden waren. Men zag vervolgens, onder de nieuwe Regering, naar verandering en verbetering uit. Die verwachtingen zijn echter verfiaauwd. De heer van Dam van Isselt meent, dat men het voorledene tot les voor de toekomst moet nemen. Hij wil het Vaderland behoeden voor alle nadeelige gevol gen die de vruchten van tegenwoordige schroomvalligheid zijn. Een zamenhangend homogeen ministerie wordt daartoe volstrekt vereischt. De heer Enschedé verklaart zich voor de begrooting. Hij kent geene andere, volgens de grondwet, dan eene twee jarige. Zij kou niet vroeger aangeboden worden dan ge schied is. Zij is de eerste tweejarige. Alles kon dus hierin nog niet zoodanig zijnals velen wenschten. Het hoog be drag der begrooting moest niet zoozeer tot klagten aanleiding geven; die vloeit toch daaruit voort, dat de begooting juis ter word: opgemaakt. Men mogt besparing niet overdrijven, niet vergeten dat de voorziening in de renten een aanzienlijk bedrag der inkomsten vordert. Hij neemt den toestand zoo als die is. Men moet trachten dien zoo dragelijk mogelijk te maken, van de toekomst verdere bezuinigingen afwachten. Hij houdt zich niet overtuigd dat de ministers niet eenstem mig denken. Z. Exc. de minister voor marine en koloniën kan op het door vele leden gegeven voorbeeld niet nalaten eenige punten te beantwoorden, welke in de beraadslagingen behandeld zijn en die, zijns inziens, eigenlijk vreemd zijn aan het onder werp dat behandeld wordt en aan de waarheid. Ten ge volge zijner betrekking deel nemende aan den kabinetsraad en aldus wetende wat in die vergaderingen omgaat, heeft hij tot zijne overgroote verbazing vernomendat in dien raad geene eenstemmigheid zou bestaan en dat de volksstem zich voor de vestiging van een zamenstemmend homogeen mini sterie zou verklaren. Hij bemoeit zich niet met de zaken zij ner ambtgenooten die zij onder hunne persoonlijke verant woordelijkheid tot stand brengen ingevolge van het bij de grondwet bepaalde contreseign des ministers; van vele zaken, door hen behandeld draagt hij ook geene kennismaar dit kan hij zeggen dat omtrent alle zakenwaartoe eenheid wordt gevorderd, en die in een raad van ministers wordjn behan deld, steeds eene gewenschte eenstemmigheid heerscht. Soms heeft er wisseling van gedachten plaats, doch de meest een. stemmige beslissingen worden genomen. Nergens heeft bij het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1841 | | pagina 1