MIDDEL BÜDGSCME
c
O u il A
N°. 118.
Zalurdag
1841.
2 öctober.
Afviuifcrijfc.
BESTUREN ex ADM5NISTRAT1 SIN.
ülc&ctlanbdcïtc HLialoch.ippij.
N IUUAVsT i j
23ultecüï«ït&.
iSclgtc,
^Jlcbcviiin&cn.
REGENTEN over de Godshuizen alhier zullen, op
Dingsdag den 5 October aanstaandedes voormiddags ten
tien ure, in een der lokalen van het Gasthuis, houden de
gewone jaarlijksche aanbesteding der LEVENSMIDDE
LEN, BRAND- en LICHTSTOFFEN, enz., ten behoeve
der Gestichten, voor het dienstjaar 1842; waarvan de con
ditiën dagelijks in gemeld Gesticht vóór een ieder ter lezing
liggen.
De COMMISSIE van Administrar*» over de Gevangenis
sen te Middelburgzal op Dingsdag den 19 October 1841
ten tien ure preciesopenlijk aanbesteden de levering der
onderscheidene Artikelen, benoodigd voor het onderhond der
Gevangenen, gedurende het jaar 184a, in het Burgerlijken
Militair Huis van Verzekering aldaar; liggende de conditiën
in dat Gesticht voor een iegelijk ter lezing.
Dirigerende Leden der TEEKEN-AKADEMIE binnen
deze Stad adverterendat door hen zal worden gevaceerd
op Maandag den 4 October 1841 des middags van twaalf
tot een ure, aan het Lokaal der gemelde Akademie, tot de
aanneming van Leerlingen zoo voor het Teekenen als voor
de Bouwkundealsmede op Dingsdag den 5 October 1841,
des avonds ten zes ure, voor de Oefenaren die naar het Le
vend Model verlangen te komen teeltenen.
De Directie der INDUSTRIE-SCHOOL zal, op
Woensdag den 6 October 1841, des middags van 12 tot I
ure, vaceren ineen der lokalen van de Teeken-Akademieter
aanneming van Leerlingen voor het onderwijs in het aanstaan
de Wintersaizoen.
Door het vertrek van den Heer P. J. Sistermansde Post
van GENEES-, HEEL- en VERLOSKUNDIGE, in de
Gemeente Graauw en Langendam vacant geworden zijnde,
kunnen de daarop reflecterende, op eene vaste jaarwedde van
150, hunne bewijzen van gedrag en bekwaamheid over
brengen bij den Burgemeester van die Gemeente wonende te
Hulst.
De DIRECTIE maakt bekend, dat de bij hare aankondi
ging van 3 Augustus jl. gereserveerde Specerij Veilingzal
plaats hebben te ROTTERDAMop Donderdag den 14 Oc
tober 1841 en bestaan zal uit de volgende hoeveelheden:
240 Vaten Amboina-NAGELEN liggende te Rotterdam.
640 dito Dito Dito Amsterdam.
4 Kisten j
227 Rollen j- Java-KANEEL Rotterdam.
135 Balen J
108 Kisten r,.
24 Balen Dlt° Du° Amsterdam.
De Maatschappij geeft bij deze aankondiging de verzeke
ring, dat zij, vóór hare gewone Voorjaars-Veilingen van
1842, geene andere Specerijen dan de bovengemelde partijen
aan de Markt zal brengen.
De Monsters der Amboina-Nagelen zullen op Woensdag
den 22 September verkrijgbaar zijn; terwijl de verkoop-con
ditiën in tijds zullen worden uitgegeven.
Amsterdam, den 9 September 1841.
VAN DER ilOUVENPresident.
KOOY Directeur, fungerend Secretaris.
FRANKFORT den 26 september. De keizer en keizerin
van Oostenrijk zijn den 20 dezer, van hoogstderzelver reis
naar Steiermarken en Opper-Oostenrijk in welstand te Weenen
teruggekeerd.
Aldaar had men den 21 dezer berigten uit Konstantinopel
tot den 8 ontvangen. Op uirdrukkeiijke last van den sultan,
was een bevelschrift van den grootvizier aan de gezamenlijke
stadhouders der provinciën uitgevaardigd, om hun te'gelas
ten alle Turksche onderdanen, welke godsdienst zij belijden
of tot welken stand zij behooren mogen op volkomen gelijken
ivoet te behandelen.
Keizer Nicolaas heeft in den nacht van den 21 dezer
'de terugreis van Warschau naar Petersburg aangenomen.
In Zwitserland blijft groore gisting heerschen. De ge-
•zanten van Lucerne Uri en Unterwalden welke in de zic-
>tipgen van den landdag ten gunste der Aargausche kloosters
gestemd hebben, zijn te Rotherist met ketel-mnzijk verwel
komd terwijl daarentegen aan die van Aargau bij hunne te
rugkomst een eeremaaltijd is gegeven. Ook in Waadtland
woidt de afkeer van de zoogenaamde kloosterparcij meer en
meer ztgtbaar, en teekent men verzoekschriften aan den groe
ten ïaaci, om te verlangen, dat deze zich met den voorslag
van Aargau tevreden zal verklaren,
KEULEN den 27 september. Gisteren is hier het treurige
beiigt uit ven ontvangen, dat in eelle der kolenmijnen bij
Bardenberg, ten gevolge van het instorten eener waterlei
ding door ontploffingalsmede door het indringen van het
water, eene verstopping is ontstaan. Van de in de mijir be
zig zijnde arbeiders zijn onderscheidene, sommige zeggen
elf, grootendeels huisvaders, een offer van dit schrikkelijk
ongeluk geworden, terwijl vele anderen gewond zijn. Tot
nog toe had men nog niet tot hec tooneel dezer treurige ge
beurtenis kunnen doordringen.
Eergisteren is de Nederlandsche minister van justitie
van Maanen door Dusseldorp gepasseerd, gaande, zoomen
zcide, naar Berlijn.
PARIJS den e6 september. De koning is in cfen nacht
van eergisteren te Compiègne aangekomen. Toen Z. M. het
kamp passeerde, sneiden de troepen ongewapend naar den weg
toe, om hoogstdenzelven te begroeten, terwijl de muzijk der
korpsen zich deed hooren en plotseling vuurwerken werden
ontstoken om den weg te verlichten.
Te Compiègne heeft de koning eergisteren de onderschei
dene autoriteiten ontvangen, ook de hoofd- en verdere offi
cieren uit het kamp, alsmede de deputatien van de nieuwge
vormde regementen, die niet inliet kamp gelegerd zijn, maar
in hetzelve de vaandels uit 's konings handen zullen ontvangen.
Ook de maarschalk Sou/t is eergisteren te Compiègne aan
gekomen.
Het hof zal tot den 4 te Compiègne blijven en zich dan
naar Fontainebleau begeven.
De meeste leden van het korps diplomatiek, en daar
onder ook de Nederlandsche gezant, de baron Fagel, heb
ben zich naar Compiègne begeven om er de wapenschou
wing der troepen enz. bij te wonen.
Men spreekt van eene poging die gedaan zou zijn om in
het paleis van St, Cloud binnen te dringen, met oogmerk om
de zonen van den hertog van Orleans, namelijk den graaf
van Parijs en den hertog van Chartres op te ligten. De
schildwacht zou, door het losbranden van zijn geweer, de
drie kwaadwilligen, die met dat doel derwaarts gekomen
waren, op de vlugt hebben gejaagd.
Aan het uit Afrika teruggekeerde 17de regement ligte
infanterie is geen langdurige rust vergund geworden, want
sedert II. maandag ziet men de daartoe behoorende manschap
pen aan de vestingwerken romdom deze hoofdstad mede arbei
den.
Bij gelegenheid der inwijding van den ijzeren spoorweg
tusschen Straatsburg en Bazelheeft men de trapswijze
voortgangen in de snelheid van het verkeer tusschen die bei
de steden berekend. Driehonderd jaren geleden werden daar
toe 8 dagen vereischt voor 250 jaren werd de weg in 6
voor 150 jaren in 4 dagen, sedert den aanvang dezer eeuw
in 2 en een halven dag afgelegd, en thans zal men dien in
2 uren over kunnen rijden. Hiermede nog niet voldaan, voor
spelt hij die zich met deze berekening heeft bezig gehou
den dat men in het begin der volgende eeuw, door mid 'el
van naar willekeur bestuurde gevleugelde ballons, elkander
binnen anderhalve minuut zal kunnen bezoeken.
Te Ilnvre hebben zich dezer dagen ongeveer 100 land
verhuizers ingescheept, welke te St. Catherine in Brazilië
eene volkplanting willen vestigen, en binnen kort door na
genoeg 2000 anderen staan gevolgd te worden.
BRUSSEL den 28 September. Gisteren is hec station,
hetwelk de onderscheidene spoorwegen, die op deze stad uit
komen, verbinden moet, piegtigin tegenwoordigheid van
den koning, de koningin, de hertogin van Kent en de voor
naamste autoriteiten, ingewijd geworden, en zijn daarmede
de feesten van september op eene waardige wijs besloten,
zonder dat ergens de rust is gestoord geworden, waartoe
mente regc of ten ouregte ten gevolge van verbreidde
geruchten, wegens eenen voorgenomen aanslag eenigzins be
vreesd schijnt geweest te zijn zoodat zondag de troepen in
de kazernen geconsigneerd werden, en alle voorzorgmaatre-
gelen tegen onrustige bewegingen genomen werden.
'sGRAVENHAGE den 29 september. De centrale afdee-
lilig van de Tweede Kamer der. Scaten-Generaal heeft gisteren
eene zitting gehouden. Daarin is het verslag opgemaakt no
pens de begrootings-wetten. Hieruic schijnc men te mogen
afleiden, dat deze wetten nog in behandeling zuilen komen.
Hec centraal verslag is zeer breedvoerig, en daarin wordt
voortdurend op vele bezuinigingen aangedrongen.
De Eerste Kamer der Scaten-Generaal heeft zich gisteren
bezig gehouden met de transitoire wet, becreffende het stem-
regc in Limburg, welke wet iij aangenomen.
De afstemming van de voordrage nopens- de Rekenkamer
door de Eerste Kamer, heefc veel indruk gemaakt. Men ver
zekert dat de heeren van GennepClifford en Piepers de voor
naamste bestrijders van de voordrage zijn geweest, ofschoon
van verschillende grondbeginselen uitgaande. De eerste zou
de regering te veel, de anderen zouden haar te weinig ge
bonden hebben geacht.
De Raad van State en de Raad van ministers zijn lieden ver
gaderd geweest. Men verzekertdat in deze bijeenkomst over
hec voorstel nopens de Algemeens Rekenkamer gehandeld is,
en dat er besloten zou zijn 0111 onverwijld een nieuw voor
stel aan de Kamers aan te bieden. Reeds morgen zal de Tweede
Kamer eene zitting houden waarin dat voorstelnaar men
verwacht, zal inkomen. Ook verzekert men, dacnoginden
loop dezer week over cenige der aanhangige ontwerpen van
wet bij de Kamer zal worden beraadslaagd.
Het dagblad van Luxemburg verzekertdat liet beduur
van buitenlandsche zaken en van oorlog voor hec grooc-her-
togdom afgescheiden is geworden van het bestuur dier aange
legenheden voor het koningrijk der Nederlanden en door Z. M.
is opgedragen aan de kanselarij der Luxemburgsche zaken in
deze residentie.
Den 30 september zal in het gebouw van het ministe
rie van finantien te Amsterdam, worden overgegaan tot de
loting, ter aanwijzing der nummers van de af te lossen schuld
bekentenissen rentende 4! per centkrachtens de wet van
182a.
Te Suriname is aangekomen Zr. Ms. transportschip
M er we D e kommandant Stortvan Helvoet.
De Staats-conrant van heden bevat de wet van den 27
dezer, betrekkelijk tot den vervroegden overgang van de uit
gestelde in werkelijke rentegevende schuld, en die van de
zelfde dagteekeninghoudende bepalingen omtrent de aflos
sing en intrekking van schuld over 1841. Van eerstgenoem
de wet luiden art. 1 tot 5 als volgt
Art. 1. De jaarlijksche overgang van uitgestelde schuld in
2per cent werkelijke rentegevende schuld, zoo als dezelve
geregeld is en heefc plaats gehad volgens de wet van den 14
mei 1814 {Staatsblad no. 58)wordt, met buiten werking
stelling der betrekkelijke bepalingen, vervat in de wetten
van 9 februari) 181 8 Staatsblad 110. 7), 27 december 1822
{Staatsblad no. 59) en 25 december 1824 {Staatsblad no.
77)vervangen door eene dadelijke algeheele overbrenging
in i\ percent werkelijke rentegevende schuld, in evenre
digheid tot de berekende innerlijke waarde, welke de uitge
stelde schuld en de kansbiljetten, zoowel de reeds uitge
lote als de nog onuitgelote, bezitten, op den voerende wij
ze bij de volgende artikelen omschreven.
Art. 2. Bij voorschreven overgang zal men erlangen in
inschrijving op het grootboek der 2J per cent werkelijke
schuld als volgc
I. a. Voor duizend gulden uitgestelde schuld benevens
een nog onuitgeloot kansbiljet van gelijke som, acht-en-zes-
tig gulden (ƒ68); b. voor elke duizend gulden uitgestelde
schuld, zonder bijvoeging van eenig kansbiljet, achttien
gulden (ƒ18); c. voor elk niet uitgeloot kansbiljet, zonder
bijvoeging van uitgesceide schuld, vijftig gulden (ƒ50);
zullende de onderdeelen naar evenredighêid aangenomen wor
den.
II. Voor duizend gulden uitgestelde schuld, benevens een
kansbiljet, uitgeloot krachtens de wet van den 25 december
1824 {Staatsbladno. 77), verwisselbaar op 1 januarij 1842,
ƒ1000, op 1 januarij 1843 953, op 1 januarij 1844 ƒ909,
op 1 januarij 1845 ƒ867, op 1 januarij 1846 827, op 1
januarij 1847 ƒ788, op 1 januarij 1848 f 752 en op 1
januarij 1849 ƒ717.
Voor den gezegden overgang zuilen in hec grootboek der
2^ pets. werkelijke schuld inschrijvingen kunnen worden ge
daan te zamen tot een bedrag van 71,396,000.
Art. 3. Van den 1 januarij 1842 af aan zal elk daartoe ge-
regtigde zijne kapitalen op het grootboek der nationale uitge
stelde schuld van niet gequalificeerde of niet verbonden re
keningen, op afzonderlijk daartoe, gratisverkrijgbaar te stel
len afschrijvings-biijetten doen afschrijven op de rekening
van den agent van het ministerie van financien te Amsterdam.
Art. 4. Tegen overgifte van de gemelde afschrijvings-bü-
jecten, van certificaten van uitgesceide schuld, uitgegeven
door de administratie kantorenzoomede van de onuicgelote
en uitgelote kansbiljetten of bewijzen van verwisseling der
laacs'tgemelde, znlien, na behoorlijke verificatie, door den
voonioemden agent aan de belanghebbenden worden afgegeven
bewijzen in blanco, regc gevende tot dadelijke inschrijving in
hec grootboek der pets. werkelijke rentegevende schuld
tot een geëvenredigd bedrag als bij art. 2 dezer wet is be
paaldmet ingang van rente te rekenen van 1 januarij 1842,
over alle kansbiljetten en uitgestelde schuld welke in den
loop van dat jaar ter overgang zullen worden aangeboden
en vervolgens van den eersten dag van het halfjaar, waarin
de inschrijving werkelijk wordt gedaan.
Voorschreven bewijzen zullen echcer niet dan bij ronde
sommen worden afgegeven, telkens opklimmende mee 100
voor mindere bedragen zullen restant-bewijzen, mede in blan
co, worden afgegeven, welke, met anderen vereenigd tor
ronde sommen zullen kunnen worden gebragt.
Art. 5. De houders of administrateurs van gequalificeerde
en verbonden rekeningen zullen inede vcrpligt zijn hunne ka
pitalen van het grootboek der uitgestelde schuld ce doen af
schrijven, en hec bewijs van die afschrijving, met de ver-
eischce kansbiljetten, over ce brengen ten kantore van den
agent van het ministerie van finantien te Amsterdam. Voor
de door hen alzoo ingeleverde waarden zullen zij geene be
wijzen in blanco erlangen maar zaldoor de zorg van den
gezegden agent, een geëvenredigd bedrag in het grootboek der
2j pets. werkelijke schuld worden ingeschrevenop dezelfde
hoofden en met dezelfde aantcekingen als.thans in het groot
boek der uitgestelde schuld vermeld staan.
Bij het afgeven van een bewijs voor de bewerkstelligde in
schrijving zal tevens aan de houders of administrateurs voor
zooveel des noods, worden ter hand gesteld één rescantbe-
wijs in blanco voor hec bedrag beneden de 100.
Terwijl bij art. 7 bepaald wordtdat alle uitgestelde schuld
en kansbiljetten aan wie ook coebehoorende welke op den
31 december 1849 niet in werkelijke rentegevende schuld
iDogtcn zijn overgegaan, onherroepelijk aan het Rijk zullen