MIDÖÈLBÜRGSCHE
coür a'!
N". 105.
Donderdag
1841.
2 September.
JVaufetrijfc.
hs&r i
NIEUWSTIJDINGEN.
Sïuitöclüaub.
(Broot-iSirtttanïe.
ilcbcrlatiöcn.
y. V-'
De abonnements-prijs dezer Courant is 2 y5 voor drie maanden, en franco per Post ƒ5.
De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomenen de betaling
geschiedt comptant, ol bij het einde van ieder vierendeel jaars.
De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vddr 10 ure, indien
men dezelve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben.
De Adrertentien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks-
Geboorte-en Doodbekendmakingen, waarvan de prijs van ée'n tot zes regels is f 1So
en voor iederen regel daarboven 22 Cents.
Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald.
FRANKFORT den 27 augustus. De Kasseier Zeitung
berigt het volgende uit Paderborn van den 23 dezer
De bisschop van Eichstadtgraaf von Reisach, die
reeds voor eeuige maanden, als afgevaardigde van den Rooni-
schen Stoel, inet den aartsbisschop van Keulen, over eene
schikking van de kerkelijke geschillen persoonlijk onderhan
deld heeft, is den 21 dezer andermaal tot dat einde hier
aangekomen, en heeft terstond een zeer langdurig onderhoud
met den aartsbisschop gehad waarin hij denzelven het ulti
matum van Z. H. den Paus mededeelde. Gisteren namiddag
werden die onderhandelingen op eene wijze geëindigd, waar
door zoowel aan de wenschen van Z. H. als aan de vorde
ringen der Pruissisc'ne regering voldaan wordt. De aarts
bisschop heeft zichten gevolge van de dringendedoor
den H. Stoel aan hem gerigte vermaningen bereid verklaard
om van zijne kerkelijke waardigheid afstand te doenmet
voorbehoud van eenige voorwaarden die tot eene voldoe
ning van den kant der wereldlijke overheid betrekking heb
ben en waarvan de vervulling wel geene zwarigheid zal
ontmoeten. Dit uit eene geloofwaardige bron ontleende be
rigt heeft hier bij het verlichte gedeelte der bevolking de
grootste vreugde verwekt. Heden is de bisschop van Eich
stadt weder van hier vertrokken."
- Uit Triest schrijft men van den 19 dezer:
De heden alhier aangekomen stoomboot Mahmudie heeft
over het algemeen gunstige berigten aangebragt nopens den
staat van zaken in de Levant. Op Candia is de rust volko
men herstelden de "bergbewoners verschijnen weder als
voorheen in de steden aan de kust, ora hunne benoodigdhe-
den in te koopennadat zij sedert langen tijd niet derwaarts
gekomen waren.
Volgens brieven uit-Beyrat van den 26 der vorige maand
zijn in het pachalik van Saïda de nieuwe tolverordeningen
overal in werking gebragt. Alleen de bewoners van den Li
banon verzetten zich nog daartegenen men is niet zonder
vrees, dat dit tot nieuwe onlusten aanleiding zal geven.
De brieven uit Smyrna van den 9 dezer hangen een
treurig tafereel op van den toestand der slagtoffers van den
jongsten brand in die stad. Volgens geloofwaardige opgaven,
bedraagt het aantal der in de asch gelegde huizen 11,398,
waaronder 4,780 van Turken, 1,794 van Joden, 273 van
Grieken, 17 van Armeniërs, 22 karavansera's4,418 win
kels, 10 groote en 29 kleine moskeen, 8 synagogen5 bad
huizen en 42 openbare scholen."
LONDEN den 25 augustus. Nadat op gisteren nietdoor
H. M. de koningin in persoonmaar door eene gevolmagtigde
commissie het parlement was geopend, zijn terstond daarna
in beide huizen de discussien over het adres in antwoord aan
gevangen. In het hoogerhuis droeg graaf Spencer het ont
werp daarvan voor, dat eene zakelijke herhaling der openings
rede gepaard met dankbetuiging voor de weldadige oogmer
ken der koninginbehelsde, terwijl door zijn lordschap in
den lof over de politiek der tegenwoordige ministers en over
de voordeelen van een meer vrijen graanhandel werd uitge
weid. Nadat de marquis van Clanricade dit voorstel onder
steunt had verkreeg graaf Ripon het woord. Deze had op
de zinsneden in de openingsrede, op de buitenlandsche aan
gelegenheden betrekkelijkvrij wat aan te merken en kon
onder anderen niet inzien dat de toestand van het Oosten nog
zoo volkomen geruststellend was. Maar vooral was hij
Breedvoerig op het stuk der graanwetten daar hij, de tegen
woordig in werking zijnde verdedigdeen niet geloofde dat
verandering de gewenschte verbetering aan zou brengen.
Ten slotte sloeg hij een amendement voor, inzonderheid de
•strekking hebbende om te verklaren, dat het beoogde doel,
om de inkomsten meer geëvenredigd aan de uitgaven temaken,
niet bereikt kon worden dan onder een ministerie dat het ver
trouwen van het huis en van het land bezat, en dat de tegen
woordige raadslieden van H. M. dat vertrouwen niet bezaten.
Lord Melbourne en zijne vrienden hebben vele pogingen
aangewend tot ontzenuwing der redenen van graaf Ripon en
•een schaterend gelach is opgegaan toen eerstgemelde zijne
•verbazing betuigde, dat hij de gedane verwijten in het hoo
gerhuis vernamhetwelk hij steeds gemeend had een volko
men vertrouwen in de regering te stellen. Het tegendeel
b'leëk voldingend toen het tot stemming kwam, want het
amendement van graaf Ripon is met 168 tegen 96, en dus
met eene meerderheid van 72 stemmen, doorgegaan waarop
het huis onmiddellijk tot aanstaanden vrijdag is gescheiden.
Geen beter lot staat den ministers in het lagerhuis te wach
ten wanneer men de meerderheid nagaat, door de oppositie
bdj de jongste verkiezingen aangewonnen.
LONDEN den 28 augustus. Wat voorzien was is ge
beurd ook het huis der gemeenten heeft, na eene vierdaag-
sche beraadslaginggisteren het amendement op het adres
in antwoord op de troonrede aangenomenwaarbij verklaard
wordtdat de tegenwoordige ministers het vertrouwen van het
huis en van het land niet bezitten, en dat derhalve onder hun
bestuur de bedoelingen, waarvan in de troonrede meldiug
wordt gemaakt, niet bereikt kunnen worden.
Driehonderd en zestig stemmen hebben zich voor dit amen-
j dement, en tweehonderd negen-en-zestig voor het oorspron-
j kelijk ontwerp van adres verklaard zoodat de ministers hier
1 eene meerderheid van een-en-negentig steramen gelijk in het
j hoogerhuis van twee-en.zeventig stemmen, tegen zich hadden,
j Onder de talrijke redevoeringenvan wederzijde over dit
onderwerp uitgesprokenhebben inzonderheid die van sir R.
Peellord .7. Russell en den heer D. O'Connell de aandacht
geboeid. Met hevigheid voer laatstgenoemde tegen de To.
ries uit, schreef de door hen behaalde zegepraal, bij de
jongste verkiezingen alleen aan omkooping toe, en dreigde
hen met onoverkomelijke moeijeiijkheden in het bestuur, die
hen dwingen zouden Ierland regt te laten wedervaren.
Op eene treffende wijze is hij door sir R. Peel beantwoord
die begon met te zeggen dat hij en zijne vrienden zich bij
al de beledigende uitdrukkingen, welke de heer O'Connell
tegen hen gebezigd had, daarmede moesten troosten, dat
deze de tegenwoordige ministers, bij vroegere gelegenheden
nog minder had gespaarden zelfs met den naam van laag
hartige en bloeddorstige Whigs had betiteld. „Door het wa
pen der belediging te dikwijls te gebruiken, zeide de ba
ronet heeft de heer O'Connell het zoo ver gebragtdat zijn
lof en zijne berisping aan iedereen en aan alle partijen gelij
kelijk onverschillig zijn geworden." Hij verontschuldigde
zich gedwongen te zijn om iets persoonlijk onaangenaams
te zeggendaar hij zich anders meende te mogen beroemen,
gedurende eene bijna tienjarige oppositiealle bitterheid
zorgvuldig te hebben vermeden welke betuiging van alle
kanten werd toegejuicht.
Daarop ging sir R. Peel tot de overweging der troonrede
over. Hij zwaaide den Franschen minister Guizot grooten
lof toe, over de wijze waarop deze tot de herstelling der
vriendschaps-betrekkingen tusschen Engeland en Frankrijk
had medegewerkt. Als een eerste en voorname waarborg
tot het behoud van den Europeschen vrede kwam den rede
naar eene verminderde wapening der onderscheidene groote
mogendheden voor.
Tegen eene nadere overweging der inkomende regten in
de troonrede aanbevolen, meende hij zich niet te verzetten,
maar wilde hetgeen dienaangaande gezegd was alleen daarom
niet goedkeuren, dewijl hij door die goedkeuring zijn zegel
hechten zou aan de bijzondere maatregelen te dezen opzigte
door de ministers voorgeslagenwaartegen hij de zwarighe
den breedvoerig ontwikkelde. Indien het waar was, dat hij
tot het bewind der zaken stond geroepen te wordendan
zou hij al die moeijeiijkhedendie men zeide dat de aan
staande ministers omringen zullenzonder kleingeestige vrees
maar in het volle besef zijner groote verantwoordelijkheid
overwegen; hij zou niet, gelijk gezegd was, het werktuig
in de hand der partijen wezen, maar de overtuiging van zijn-
eigen geweten volgen, en het roer van zaken gewillig uit
de handen geven, zoodra hij bespeuren mogt het vertrouwen
van het huis en der natie niet te bezitten.
Lord .7. Russel, van zijnen kant, beklaagde zich zeide
hij, niet over het gedane voorstel, om hem en zijne ambt-
genooten het vertrouwen onwaardig te verklaren moest dit
punt beslist wordendannaar zijne meeninghoe eerder in
de zitting hoe beter; maar daarover beklaagde hij zich, dat
het voorstel door niemand met genoegzame redenen was be- I
kleed. Ten slotte uitte hij den wensch, dat, wie ook in
het bestuur mogt zijnhet land volgens billijke en liberale
beginselen geregeerd mogt worden hetwelk millioenen ten
zegen en het geheele inenschdom ten voorbeeld zou strekken.
Buiten deze gewigtige en nu besliste hoofdzaak, hebben
nog andere belangrijke punten het huis dezer dagen bezig ge
houdenwaaronder inzonderheid de geschillen met Noord-
Amerika, over de zaak met den heer M'Leod, geteld moeten
worden. Op eene vraag van den heer Roebuck is door lord
Palmerston een antwoord dienaangaande gegeven waardoor het
uitzigt op eene minnelijke schikking zeer wordt vermeerderd.
Dezelfde minister heeft ook gezegd berigt ontvangen te heb
ben dat de Porte schadevergoeding aan de inwoners van
St. Jean-d'Acre en andere plaatsen in Syrië had bevolenvoor
hetgene zij in den laatsten oorlog hadden geleden.
Men ziet nu de onvermijdelijk geworden aftreding der mi
nisters met eiken dag te gemoet. Volgens het hernieuwd
gerucht, zal sir R. Peel eerste lord der thesaurie en kanse
lier van den exchequerlord Aberdeen secretaris van Staat
voor buitenlandsche zaken, lord Stanley voor koloniën, lord
IHharncliffe of de heer Goulbourn voor binnenlandsche zaken
lord Lyndhurst lord kanselier, en de hertog van IVellington
president van den raad worden.
PARIJS den 27 augustus. Men leest in het Journal des
Dóbats van heden
De opening van het parlement heeft aan de koningin van
Engeland de gelegenheid verschaftom een vereeretid voor
beeld te geven, door hare vreugde uit te drukken over het
herstel der goede verstandhouding tusschen de voornaamste
mogendheden van Europa. Allen, die opregtelijk prijs stel
len op den algemeenen vrede en op de waarachtige belangen
der menschheid, zullen zich even als wij geluk wenschen,
dat de vriendschappelijke betrekkingen weder aangeknoopt
zijn tusschen de beide volken, die aan hec hoofd staan van
de bescha-.,g cn de vrijheid. Het Ergeische parlement
geeft een afkeurend antwoord op veie zinsneden van de
troonrede; maar die, welke aankondigt, dat Frankrijk zich
weder aan de overige Europesche natiën heeft aangesloten
is met eene eenstemmige goedkeuring ontvangen geworden,
en de hooge achting waarmede de redenaars der beide kamers
van de wijsheid en deu moed des konings en zijne regering
gesproken hebben vereert zoowel degenen die deze betui
ging afleggen als hen die ze ontvangen."
De groote meerderheid der departements-raden heeft
zich gunstig voor den maatregel der opschrijving voor de di
recte belastingen verklaard. Enkele gemeente-raden onder
anderen die van Beziersblijven zich daartegen nog verzet
ten. Ook in die stad heeft eene geringe opschudding plaats
gehad. Ofschoon het te Toulouse rustig blijft, houden vele
ingezetenen nog altijd hunne deuren voorde beambten gesloten.
De gisting die in verschillende oorden heerschten waartoe
een maatregel tot voorwendsel strekt, die niet alleen billijk
is, maar tot ontlasting van de minder gegoede standen strek
ken moetboezemt velen bezorgdheid in daar zij als een
bewijs van den toenemenden invloed der kwalijkgezinde par
tijen op de groote volksmenigte wordt aangemerkt.
De minister Guizot is te Caen met ketelmuzijk begroet,
en door een 401a! jongelieden uitgejouwd. De oppositie
schrijft zijn verhaaste terugkeer naar Parijs aan vrees voor er
gere onaangenaamheden toe doch dit wordt in de ministe
riële bladen wedersproken. Met uitzondering van den heer
Testebevinden zich nu al de ministers weder in deze hoofd
stad, en houden drukke conferentien.
Te Brest heeft een ontzettend ongeluk plaats gehad.
Het was op den 24 dezer dat het scheepsvolk van het oor-
logs-fregat de Ver.us bezig was zich te oefenen in het kauon-
vuur, toen een der stukken sprong, en hierdoor 6 jonge
zeelieden plotseling werden gedood en 11 min of meer zwaar
gekwetst. Den volgenden dag zijn de 6 lijken plegtig, on
der diepe droefheid der bevolking, ter aarde besteld, waar
bij de zee-prefect en een groot aantal ollicieren der zee- en
landmagt zijn tegenwoordig geweestvoorafgegaan door eene
talrijke geestelijkheid en treur-rauzijk.
Eene heden ui; Baijonne ontvangen telegrafische depeche
houdt indat de zitting der wetgevende kamers van Spanje
den 24 dezer is gesloten nadat den vorigen dag een dec.cec
van den regent gelezen waswaarbij de infant don Francisco
de Paule tot senateur wordt benoemd. [Dit laatste is ge
bleken onjuist te zijn het is de heer Infante Facundo die
tot senateur is benoemd.]
Men deelt thans eene breedvoerige beschrijving mede
van de kapeldie koning Lodewijk Filips te midden der bouw
vallen van het oude Carthagoter herinneriug van zijnen
voorzaat, den heiligen Lodewijkdie aldaar den 25 augustus
1270 op eenen kruistogt stierf, heeft laten bouwèn. Dit
gedenkteeken is op eene hoogte, ten westen van Goletta
de haven van Tunis, gesticht. Het verheft zich te midden
der bouwvallen van eenen ouden tempel, niet verre van een
circus van Romcinschen oorsprong en nabij de overblijfselen
eener groote waterleiding, die het water uit het gebergte
naar het oude Carthago bragt. De hoogtewaarop men de
kapel heeft gebouwd, is door den bey van Tunis aan koning
Lodewijk Filips afgestaan, en op den 25 augustus 1840 pleg-
tiglijk aan den Franschen consul-generaal, in tegenwoordig
heid van den vice-admiraal Rosamel, overgegeven. De eer
ste steen van het gebouw werd dien dag gelegd, na het vie
ren eener mis door een Christen-geestelijke, die zich toen te
Tunis bevond. Sedert is de kapel door inlandsche werklie
den voltooid. De geleerde Rcinaud te Parijs heeft het op
schrift in de Arabische taal gereed gemaakthetwelk op den
voorgevel zal worden geplaatst en dienen moet om het ge
bouw tegen schending der inlandsche bevolking te beveiligen.
Dat Frankrijk veriof tot dit alles te Tunis heeft kunnen ver
wervenis een nieuw bewijs der godsdienstige verdraagzaam
heid welke aldaar sedert de regering van den wijzen Ham-
w«<fo-pacha heerscht.
's GRAVENHAGE den 29 augustus. Z. M. de Koning
wordt aanstaanden vrijdag in deze residentie terug verwacht.
Eergisteren avond zijn HH. KK. HH. de Prins van Oranje
en de Prinsen Alexander en Hendrik alhier wedergekeerd.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten. Gene
raal, van zaturdag 11., is door de centrale afdeeling verslag
uitgebragt op het ontwerp van wet, nopens de indeeling van
het hertogdom Limburg in arrondissementen en kantons
waaruit blijktdat thans geene bedenkingen meer tegen die
ontwerp worden aangevoerdsedert de belangrijke verande
ringen, daarin door de regering, ten gevolge der vroeger
geopperde bezwaren, gebragt. De beraadslagingen over dit