MIDDELBURGSCHE
W. 78.
Donderdag
Hhtiterftlanb.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
SPAARBANK te MIDDELBURG.
NIEUWSTIJDINGEN.
(6r0 ot-B taw jc.
JxAMkriffc.
De abonnements-prijs dezer Couranl is 2 75 voor drie maanden, en franco per Post f3.
De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de betaling
geschiedt comptant, of bij het einde van ieder vierendeel jaars.
De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vddr 10 ure, indien
men dezelve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben.
De Advertentien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks-
Geboorte-en Doodbekendmakingcn, waarvan de prijs van e'én tot zes regels is f t 50
en voor iederen regel daarboven 22 Cents.
Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald.
Het BESTUUR der SPAARBANK te Middelburg maakt
bekenddat door haar zal worden gevaceerdtot uitbetaling
der Interessen over de eerste helft van het jaar 1841 ge
durende de maand Julij aanstaandeop de gewone plaats en
uur, en zulks tegen aanteekening op de Inlegboekjes.
Wordende bij deze de Deelhebbers herinnerddat zij tot
die uithaling van Intrest niet verpligt zijn, als zullende 11a
den laatsten zitdag in gezegde maand de niet afgehaalde In
teressen als Kapitaal bijgeboekten ieders hoofd daarmede
vermeerderd worden alles ingevolge besluit bekend gemaakt
in dezer Stads-Courant van den 20 en 27 Februarij 1841.
Middelburg, den 22 Junij 1841.
Namens gezegd Bestuur,
H. J. VAN DEINSE
Secretaris.
BURGEMEESTER en ASSESSOREN dér Gemeente
ZAAMSLAG berigten bij deze, dat de gewone jaarlijksche
KERMIS zal invallen en beginnen op Maandag den 19 Julij
en eindigen Woensdag den 21 derzelve maand.
ROME den 10 junij. Het criminele hof alhier heeft on
langs eene zeer zonderlinge zaak te behandelen gehad
Tegen het einde van februarij 11. was in eene herberg al
hier aangekomen een Engelschman, met name Hodson, die in
de Diario di Rowa deed aankondigendat hij een hoogst
zeldzaam iets, te weten, eene Sirene voor geld zou laten
zien. De toeloop was groot, geleerden en loucer nieuwsgie"-
rigenalles liep er heen; wat men zag beantwoordde aan
het programma. Eene meermin, een lief schepseltje, half-
vrouw, halt visch lag in eene groote badkuip, hare lange
zwarte haren schenen als met zeegewassen doormengdhaar
gelaat was een waarlijk mooi meisjes gelaat, maar de hals
was bedekt door eene schelpen-kraagen een groote
vischstaart, die op het water dreef, deed vooral de Sirene
onderkennen. Dit zonderlinge schepsel gaf geen geluid van
zich af; somtijds scheen zij den mond te openen als wilde
zij spreken, maar zoo dikwerf zij dit deed, dook zij dadelijk
onder het water. Alle aanzienlijke vreemdelingen, zoo als
onder anderen de prins van Borghese, de hertog van Bor
deaux, de graaf Brigeis, don Sebastiano d,Alvar, grande
van Spanje enz., gingen het wonder zien en overtuigden zich
dat het levend en wel was.
Een der bedienden in het logement wilde echter meer van
de zaak weten, en Zevelardit was denaam die aan de Si
rene gegeven was in hare gedragingen gadeslaanwanneer
zij alleen zoude wezen; te dien einde verborg hij zich hei
melijk in het voornaamste vertrek van den Engelschman. De
ze verscheen weldrabij de haren achter zich slepende de
arme Sirene, die zich met het aangezigt op den vloer liet
valleneti in duidelijk verstaanbaar Engelsch om genade en
erbarming smeekte en bad. De Engelschman ging onverbid
delijk voort met haar te mishandelenen zij hield niet af
van smeeken. De bediende sloop uit zijnen schuilhoek en
ging verhalen wat er omging.
Het geregt verscheen, en nu had er een naauwkeurig onder
zoek plaats, ten gevolge van hetwelk bleek, dat het zoo
genaamde monster niet anders was dan een meisje van om
streeks de 20 jaren, die, ten gevolge der mishandelingen,
welke zij te verduren heeft gehad, geheel versuft is. De
schelpen-kraag en de staart waren haar in het vleesch zelf
vastgemaakt; zij droeg onderscheidene teekenen van de stok
slagen die zij te lijden had. De Engelschman werd gevan
gen genomen. Hij beweerthaar aan de oevers van de
Theems gevonden te hebben en aldus te hebben toegeta
keld om er geld mede te verdienen. Voor het hof gebragt
om als getuige te verklaren, kermt het ongelukkige meisje,
wel *er wezenlijke naam is Jane Seone, niet anders dan: ik
„timet meer in het water; het is tc koud in het water;
altijd in het waterhet doet mij al de tanden uitvallen. On
dervraagt waarom zij nimmer de hulp heeft ingeroepen van
liet pub hek, dat haar kwam, bezigtigenzegt zij, dit niet te
■hebben kunnen doen wijl er onder haren halskraag een strop
en koord zaten, en dat haar beul, zoo dikwerf hij zag dat
zij eene poging deed om te sprekenaan het koord trok en
haar alzoo onder water haalde, terwijl het publiek zulks
hield voor een gewillig duiken. De Engelschman is tot
levenslange gevangenis veroordeeld.
FRANKFORT den 24 junij. Den 15 is de Zweedsche
rijksdag te Stokholm plegtig gesloten, nadat prins Karei,
hertog van Schonenkleinzoon des kouingsin denzelven
den eed van trouw en huldiging had afgelegd. De sluiting
is met eene koninklijke aanspraak geschied, welke door den
kroonprinsin naam zijn vadersin het Zweedsch is voor
gelezen. In die aanspraak wordtonder anderen, gewezen
op de steeds toenemende welvaartwelke het koningrijk se
dert de laatste 25 jaren genoten heeft.
In Wurtzburg is dezer dagen een tweede druk va het
beruchte vlugschrift: „de Keulsche kerk in mei 1841" uit
gegeven voorzien van een aanhangselwaarin de Pruissi.
sche regering op een niet minder heftige wijs, dan in het
oorspronkelijke stuk zelf, aangerand wordt.
In Triest heeft men berigten uit Canea op Candia van
4 junij ontvangen welke, in overeenstemming met doorFran-
sche bladen medegedeelde tijdingen, het volgende berigten.
Tien dagen geleden, hebben de vijandelijkheden eenen
aanvang genomen. Er hebben reeds eenige schermutselingen
plaats gehad, zonder dat er echter, noch aan den eenen noch
aan den anderen kantveel bloed vergoten is. Eenige dor
pen hebben zich aan de Turksche troepen overgegeven.
De hoofdmagt der opstandelingen is naar het gebergte van
Sphax teruggetrokken. De blokkade duurt voorr. De Fran-
sche en Engelsche schepen, die onze haven verlaten heb
ben, zijn door anderen vervangen geworden, en er bevindt
zich thans in onze nabijheid een vrij talrijk smaldeel."
LONDEN den 26 junij. Bij koninklijke proclamatie van
23 dezer is het tegenwoordig parlement ontbonden en de
uitvaardiging der bevelschriftentot de verkiezingen der par
lementsledenbevolen geworden, met bijvoeging dat zij vóór
19 augustus aanstaande geheel afgeloopen moeten zijn, als
zijnde die dag voorloopig tot de bijeenkomst van het nieuwe
parlement bepaald. Eene andere proclamatievan gelijke
dagteekening, behelst verordeningen wegens de verkiezing der
16 pairs van Schotland, die in hec lagerhuis zitting moeten
nemen.
De koning en koningin der Belgen zijnmet hunnen
oudsten zoon, den hertog van Braband, en talrijk gevolg,
woensdag morgen te Woolwich en des namiddags in deze hoofd-
'stad aangekomen.
Te Hyde en Stockport, nabij Manchester, zijn hevige
oneenigheden onstaan tusschen de Engelsche ingezetenen en
de talrijke Ieren, welke aldaar aan den spoorweg werken.
Van wederzijde heeft men elkanders woningen geplunderd en
andere feitelijkheden bedreven.
Men heeft hier de boodschap van den president der
Vereenigde Staten ontvangen, met welke het congres den 31
der vorige maand is geopend. Zij luidt vredelievend, ook ten
opzigte der geschillen met Engeland maar doet echter op
merken, dat het geregtshof van Nieuw-York nog geene uitspraak
in de zaak van den heer M'Leod heeft gedaan. Omtrent het
al of niet vestigen eener nieuwe nationale bankwil de heer
Tyler zijne eigene gevoelens niet opdringenmaar eerst het
besluit van het congres afwachenzich echter voorbehouden;
de daaraan al of niet zijne goedkeuring te hechten. Voor het
loopend jaar kondigt hij een te kort van n millioen, en ruim
406,000 dollars, in de schatkist der Staten aan.
De hoofdzakelijk reeds bekende inhoud van den laat
sten firmander Porte tot Egypte betrekkelijk, wordt nu door
een der dagbladen letterlijk medegedeeld, met bijvoeging van
een betoog der moeijelijkhedendie de onderkoning in de
aanneming van sommige der voorwaarden noodwendig vinden
moet. Vooral ducht mendat hij zich niet ligt aan de ver
mindering van het Egyptisch leger op 18000 man, aan de
beperkingen wegens de erfopvolging, aan de regtstreeksche
bemoeijingen der Porte bij het innen der jaarlijksche schat
ting,, en aan het door haar benoemen van alle officieren bo
ven den rang van kolonel, zal willen onderwerpen; terwijl
men hec sloc-artikel ook hoogstbezwarend vindthetwelk be
paalt, dat de onderkoning onverwijld zijne erfelijke voorreg-
ten verliezen zalzoodra slechts een der opgelegde verplig-
tingen niet stipcelljk moge wo-den vervuld.
PARIJS den 26 junijGisteren is de zitting der beide
wetgevende kamers, uit naam des koningsgesloten. Zij
was den 5 november des vorigen jaars geopend, en heeft dus
7 maanden en 20 dagen geduurd.
In het ministeriele Journal des Débats leest men:
De tijdingen die wij uit de provincie Algiers oncvangen
worden gedurig gunstiger. Het schijnt, dat de oorlog zich
geheel en al van dat gedeelte van Fransch-Afrika verwijderd
heeft, en dat de Arabieren zich vredelievend tooneneer
nog de vredewaarna zij zoo zeer verlangen gesloten is.
Men schrijft ons uit Algiers van den 15, dat onze troepen,
toen zij den 9 in den bergpas van Mouzaïa kwamen, in plaats
van daar den vijand te ontmoeten Arabieren gevonden heb
ben die hen met een voorraad levensmiddelen te gemoec
kwamen; groot genoeg 0111 de geheele legcr-afdeeling te spij.
zigen. De hertog van Aumalcdie met vier bataillons is
afgezonden, om Medeah te provianderen, heeft die zending
kunnen volvoerenzonder een enkel geweerschot te lossen.
Eene telegrafische depeche den 15 te Algiers ontvan-
genkondigde uog aandat de bezetting van Medeah den
12 gemeenschap heeft gehouden met de itolonne die zich
naar Milianah rigtteen dat ook aan die zijde de krijgsver-
rigtingen des generaals niet zijn belemmerd. De kolonne
moestna het provianderen van Milianah de vallei van de
1 Clreliff doorkmissen ten einde den aldaar te veld staanden
1 oogst in brand te steken. Het weder was zeer gunstig. De
nachten waren koelde hitte over dag zeer goed door te
staan, hebbende de honderddeelige thermometer de 88° (ioo°
Fahrenheit) niet overschreden. Aan de zijde der stad Algiers
was alles rustig."
Men herinnert zich dat Napoleontijdens zijne kroo
ning Q2 december 1804), twee stukken bestelde aan den
schilder Davidwelke beide die plegtigbeid moesten voor
stellenhet eene was voor het museum van de Louvre be-
bestemd en dat thans te Versaillcs is, het andere voor het
museum te Milaan, De prijs voor het eerste betaald
is niet meer bekendmaar hec tweede was besteld voor
eene som van f 75,000 fr. Dit tweede stuk, in grootte en
bewerking geheel aan hec eerste gelijk, de portretten van
niet minder dan 56 voorname personen van dien tijd bevat
tende, is, blijkens het onderschrift, door David in 1808 te
Parijs begonnen en eerst in 1822 te Brussel voltooid. Door
de tijdsverandering is de bestelde prijs natuurlijk nimmer
voor hetzelve betaald. Na in verscheidene handen te zijn ge
raakt werd liet stuk gisteren in openbare veiling gebragt.
Velen dachten dat er een zeer booge prijs voor dit historisch
belangrijk stukdoor Cen vermaard schilder vervaardigd
zou besteed worden; anderen meenden dat het naar buitens
lands zou gaan doch in beide verwachtingen zag men zich
bedrogenbij den afslag tot op 500 fr. gedaald kon de
prijs moeijelijk tot 2300 fr. gebragt worden waarvoor liet
stuk aan kooplieden in nieuwigheden werd gegund.
Te Marseille is dezer dagen zekere Douglasde voorc-
vlugtige kassier van een Londensch handelhuis, die aan het
zelve voor 260,000 fr. ontroofd had, gevat geworden. Van
zijner, reisweg onderrigt of denzelven gissende, had onze
regering door den telegraaf de bevelen tot zijne gevangenne
ming reeds vooruit doen geven.
Te Montigny, in het departement van de Eure, is een
ongeluk voorgevallen hetgeeu alle moeders en ieder in het
algemeen tot waarschuwing moge dienen. Eene vrouw
door haar kindje van achttien maanden in haren arbeid ge
hinderd had aan hetzelve een op den schoorsteen-raud staan
de doosje met chemische zwavelstokken of zoogenaamde
Lucifersgegeven, om er mede te spelen. Het doosje gaat
openen het kind steekt de zwavelstokken in den mond.
Een uur daarna was de arme kleine in de ijsselijkste pijnen
gestorven. Men vermoedde 1111 natuurlijk dat het kind iets
van de brandbare stofdie zich aan het eind der zwavel
stokken bevindt, had ingeslikt; doch de inmiddels te huis
gekomen vader wilde dit niet gelooven. In zijn ongeloof
nam hij eenen der zwavelstokken beet er het eind van af
en slokte het in. Hec duurde niet lang of ook hij onder
vond geweldige snijdingen in het onderlijf en naar het schijnt
is hij slechts door den spoedigen bijstand van een geneeskun
dige gered geworden.
Een ongeluk van eenen anderen aard wordt uit Avran-
chesin het departement de la Manchegemeld. Een mo
lenaar en boer van Beaucoudraydie zoo het schijnt iets te
veel gedronken had, reed eenen met mestspecie beladen wa
gen o kar naar huis. Moede van hec gaan en eenigzins be-
dwelindzee hij zich op een' der boomen neder, vak in
slaap en een stoot van het rijtuig werpt hem op den grond.'
Met schrik wakker geworden ziet hij, dat het wiel slechts
een duim breed zijn ligchaam gemist en zelfs eene slip van
zijne kiel geraakt heeft. Voortrijdende, gaat hij ditmaal na
tuurlijk niet weder op het rijtuig zitten noch laat zich door
den slaap bekruipen. Maarhelaashet schijnt dat de goe
de man zijn lot met heeft kunnen ontgaan. Een eindwecgs
verder ontmoet hij eenige kennissenvertelt hun aan welk
een gevaar hij ontkomen isen daar hij meent tc zien dat
zij hem niet gelooven, wil hij hun tóouen hoe het geval
gebeurd is. Hij doec zijne paarden stil staan gaat op den
boom zitten, sluic de oogen en wijst hoe hij gevallen is.
Op dat oogenbiik rukken de paarden het rijtuig voort, een
wiel gaat over hem heen, en toen zijne vrienden toesnelden
was de man een lijk.
De Polluxeene der fraaiste stoombooten in de vaart
tusschen Marseille en Napels, is den 17 dezer, op vijf
len afstands van Longone totaal verongelukt. De 50 m ui
die ue equipagie uitmaakten, en 46 passagiers, zijn allen
gereden alleen een bejaard Napolitaausch zee-kapitein is in
de golven omgekomen. Overigens heeft men niets van de
lading, of van de goederen der reizigers, kunnen behouden'
en onder anderen lijdt eene dame, welke zich aan boord be
vond, een verlies van meer dan 6000 fr. aan 'edelgesteenten
Alhier ontvangen brieven uit Candia', van den 8 dezer
behelzen dat de hoofden der omwenteling'het aanbod der con
suls van Frankrijk, Engeland en Rusland, 0111 hen aanboord
hunner schepen tc bergen, met dank van de.hand hebben
gewezen, dewijl zij liever sterven dan Creia verlaten willen.
Zij scheucn sterk' op den ouderhandsclien bijstand van Grie-